Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Gelet op het vorenstaande alsmede op de aard en ernst van de feiten waarvoor TBS is opgelegd en de mate van risico voor de algemene veiligheid van personen indien de TBS abrupt zou worden beeindigd, komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die, ondanks het belang van de veroordeelde de verlenging van de terbeschikkingtelling eist.

Uitspraak



RECHTBANK ASSEN

Sector Strafrecht

Parketnummer: 19.006067-95

Raadkamernummer: 06/116

BESLISSING van de derde meervoudige kamer in de zaak van:

[naam veroordeelde],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,

thans verblijvende in [verblijfplaats],

veroordeelde.

1. Gang van zaken

Veroordeelde werd bij vonnis van deze rechtbank d.d. 20 maart 1996 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 4 april 1996. De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van 01 april 2005.

Op 03 mei 2006 is ter griffie ontvangen een vordering van de officier van justitie d.d. 10 februari 2006, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.

Ter openbare zitting van de raadkamer op 11 mei 2006 zijn gehoord:

- veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.G. Doornbos, advocaat te Assen;

- de heer G.C.J. Blondel, verbonden aan het centrum voor forensisch psychiatrische zorg Oldenkotte te Rekken;

- de officier van justitie.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken met betrekking tot de terbeschikkingstelling, waaronder het verlengingsadvies van het centrum voor forensisch psychiatrische zorg Oldenkotte te Rekken d.d. 27 januari 2006, strekkende tot verlenging van de termijn met twee jaren.

2. Ontvankelijkheid van de officier van justitie.

2.1. De raadsman heeft betoogd dat de rechtbank niet tot een beslissing op de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) kan komen nu de rechtbank niet binnen de door de wet gestelde termijn zal kunnen beslissen. De raadsman stelt zich op het standpunt dat de vordering tijdig is ingediend nu het er voor moet worden gehouden dat de vordering op de dag waarop deze is gedateerd naar de rechtbank is gezonden. Naar de mening van de raadsman is niet gebleken van omstandigheden waarom de vordering eerst heden ter zitting kon worden behandeld. Dat leidt ertoe dat de termijn waarbinnen de rechtbank op de vordering dient te beslissen is verstreken.

2.2. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering te laat is ingediend doch door het volgen van de spoedprocedure als weergegeven in artikel 509oa leden 2-5 Wetboek van Strafvordering (Sv) waarop door de rechter-commissaris toewijzend is beslist, kan gesteld worden dat de vordering desalniettemin ontvankelijk is.

2.3 De rechtbank heeft op 3 mei 2006 een op 10 februari 2006 gedateerde vordering tot verlenging van de TBS met betrekking tot veroordeelde, ter griffie ontvangen. Voorts is gebleken dat de termijn van de TBS op 4 april 2006 is verstreken.

De rechtbank constateert dat daarmee de termijn van indiening van bedoelde vordering is overschreden, zonder dat overigens duidelijk is geworden waarom de in beginsel tijdig opgemaakte vordering de rechtbank pas op 3 mei heeft bereikt. Gelet op het bepaalde in artikel 509oa Sv dient aan een drietal eisen te worden voldaan om te kunnen komen tot de conclusie dat de vordering -ondanks de termijnoverschrijding- toch ontvankelijk is.

1. De officier van justitie heeft op 10 mei 2006 een vordering tot voorlopige voortzetting van de TBS bij de rechter-commissaris ingediend. De rechter-commissaris heeft op 10 mei 2006 die vordering toegewezen.

2. Gelet op de duur van de TBS en de mate van termijnoverschrijding is de rechtbank van oordeel dat onderhavige vordering binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 509oa, eerste lid, Sv bij de rechtbank is ingediend. Hetgeen de raadsman daaromtrent naar voren heeft gebracht wordt ter zijde gesteld.

3. Gelet op het vorenstaande alsmede op de aard en ernst van de feiten waarvoor TBS is opgelegd en de mate van risico voor de algemene veiligheid van personen indien de TBS abrupt zou worden beëindigd, komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die, ondanks het belang van de veroordeelde de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

De vordering van de officier van justitie is derhalve ontvankelijk.

3. Met betrekking tot de vordering verlening van de TBS.

De rechtbank is op grond van de stukken en hetgeen bij het onderzoek in raadkamer naar voren is gebracht, van oordeel, dat de algemene veiligheid van personen het voortduren van de TBS met verpleging van overheidswege ook thans nog bepaaldelijk vordert.

Ter zitting is gebleken dat de gevaarzetting thans wordt geminimaliseerd door de structuur die veroordeelde wordt geboden en de medicatie die hij gebruikt.

Voorts is gebleken dat er een traject wordt ingezet om tot zelfstandig begeleid wonen te komen.

Gelet op deze ontwikkelingen en om te zien of het beoogde traject daadwerkelijk beslag heeft gekregen zal de rechtbank de termijn verlengen met één jaar.

4. Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn, gedurende welke veroordeelde ter beschikking is gesteld met één jaar.

Gegeven door mr. M.C. Fuhler, voorzitter, mrs. N.R. Boonstra en W.P. Claus, rechters, in tegenwoordigheid van D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van de raadkamer op donderdag 18 mei 2006.-


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature