Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Mega Server, cybercrime. Veroordeling voor medeplichtigheid vervaardigen malware, gekwalificeerde computervredebreuk, diefstallen, witwassen en bijkomende feiten

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/960012-14

Datum uitspraak: 2 oktober 2015

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de [locatie Penitentiaire Inrichting] ,

raadsvrouw mr. A-L.H. Wilkens, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14, 15, 17 en 18 september 2015.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vorderingen van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

De rechtbank heeft tijdens de behandeling ter terechtzitting omwille van overzichtelijkheid gebruik gemaakt van een matrix waaruit blijkt welke verwijten in welke feiten op de tenlastelegging terugkomen. De verwijten zijn kort aangeduid en voorzien van een nummering in Romeinse cijfers. Deze nummering in Romeinse cijfers is ter informatie in rechte haken opgenomen in de bewezenverklaringen. Waar de tenlastelegging bestaat uit verschillende onderdelen die met gedachtestreepjes zijn genummerd, heeft de rechtbank tevens in Arabische cijfers de gedachtestreepjes doorlopend genummerd. De matrix is als bijlage II aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Ridderbeks heeft gevorderd:

vrijspraak van het onder 1. primair, 2B en 2C (ten aanzien van [slachtoffer 1] ) ten laste gelegde;

bewezenverklaring van het onder 1A, subsidiair, 1B, 2A, 2C (ten aanzien van [slachtoffer 2] ), 3, 4A en 4B ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4 Geldigheid dagvaarding

De rechtbank heeft geconstateerd dat in de dagvaarding meermalen de feitelijke omschrijving van de ten laste gelegde feiten wordt voorafgegaan door de woorden ‘onder andere’. De rechtbank is van oordeel dat de beschuldiging op dit punt onvoldoende feitelijk omschreven is en zal de dagvaarding voor wat betreft dit punt nietig verklaren. Het betreft de woorden ‘onder andere’ in de feiten 2A en 2C.

5 Waardering van het bewijs

5.1.

Vrijspraak zonder nadere motivering

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1A, primair, 2B en 2C (ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer 1] ) ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.2.

Bewijswaardering

5.2.1.

Feit 3

De verdediging heeft betoogd dat geen sprake is van gewoonte witwassen gelet op de geringe duur en frequentie van de door de verdachte gepleegde handelingen.

De rechtbank verwerpt dit verweer. Gelet op het aantal bewezen verklaarde handelingen en de lange periode waarin dat is gebeurd is sprake van gewoontewitwassen.

5.2.2.

Feiten 4A en 4B

De verdediging heeft aangevoerd dat het slechts bij een vermoeden blijft dat verdachte bij

de onder feiten 4A en 4B ten laste gelegde oplichting van de SNS bank is betrokken. Naar het oordeel van de rechtbank volgt de conclusie dat hier sprake is van meer dan een vermoeden rechtstreeks uit de bewijsmiddelen.

5.3.

Bewezenverklaring

In bijlage III heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.A subsidiair

[i]

anderen in de periode van 01 april 2013 tot en met 31 december 2013 te Barendrecht en Almere meermalen (telkens) technische hulpmiddelen die hoofdzakelijk geschikt gemaakt en ontworpen waren tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, heeft vervaardigd met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab lid 2 van het Wetboek van Strafrecht werd gepleegd, te weten het ontwikkelen of laten ontwikkelen van malware (webinjects ) met de bedoeling om daarmee wederrechtelijk geautomatiseerde werken van bedrijven en personen binnen te dringen en vervolgens inloggegevens en/of andere persoonlijke gegevens ten behoeve van internetbankieren voor zichzelf en/of voor een ander over te nemen en vervolgens die inloggegevens te verwerven, ter beschikking te stellen anders dan door verspreiding met de bedoeling om daarmee zichzelf of een ander toegang te verschaffen tot het betalingsverkeer, zijnde geautomatiseerde werken van de ING -bank en/of andere Nederlandse banken en zijn/haar/hun klant(en), terwijl verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van het misdrijf, immers heeft verdachte zijn bankrekening (te weten een ING-bankrekening ) en andere gegevens (zoals inloggegevens) beschikbaar gesteld en/of verstrekt voor het testen van voornoemde malware;

en

B.

[ii]

dat hij, in de periode van 01 april 2013 tot en met 30 september 2014 te Barendrecht en/of Almere en/of Rotterdam meermalen tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken, is binnengedrongen, waarbij hij en/of zijn mededaders zich de toegang tot die geautomatiseerde werken heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of een technische ingreep en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, en vervolgens gegevens die waren opgeslagen, werden verwerkt of overgedragen door die geautomatiseerde werken waarin hij en/of zijn mededaders zich wederrechtelijk bevond(en), voor zichzelf of een ander heeft overgenomen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders computers geïnfecteerd middels webinjects en/of malware en vervolgens, nadat internetbankieren werd opgestart, een ogenschijnlijk betrouwbare website van de ING-bank of van een andere bank getoond of laten zien, terwijl in werkelijkheid een nagebootste website van de ING-bank of van een andere bank werd getoond, waardoor de gebruiker(s) van die nagebootste website werd(en) verleid tot het invoeren van mobiele telefoongegevens en het downloaden van een applicatie op zijn/haar mobiele telefoon(s) (smartphones) welke applicatie heimelijk was voorzien van malware (Perkele), waardoor de inloggegevens en/of TAN-codes voor het verrichten van bankoverschrijvingen via internetbankieren heimelijk werden afgevangen en ter beschikking kwamen van verdachte en/of zijn mededaders

en

zich met behulp van die inloggegevens toegang verschaft tot de internetbankierenomgeving van die banken, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich hebben voorgedaan als de rechtmatige gebruikers van die inloggegevens;

2.

A.

Hij, op meerdere momenten, in de periode van 28 mei 2013 tot en met 7 november 2013 te Barendrecht en/of Almere en/of Rotterdam en/of Den Haag en/of Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere geldbedragen, geheel of ten dele toebehorende aan de ING-bank en/of een of meer rekeninghouders bij die bank, waarbij verdachte en/of zijn mededaders de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten onderschepte TAN-codes en/of onrechtmatig verworven inloggegevens en/of (andere) bankgegevens, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders telkens zonder toestemming transacties (doen) verricht(en) vanaf de

bankrekeningen van en uit naam van die rekeninghouders naar, bankrekeningen in beheer bij of onder controle van verdachte en/of zijn mededaders en/of vanaf de bankrekeningen van die rekeninghouders naar bankrekeningen van [X] en/of [X] en/of [X] en/of [X] en/of [X] en/of [X] en/of [X] , telkens met gebruikmaking van inloggegevens en/of bankgegevens en/of TAN-codes tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn mededaders niet gerechtigd was/waren, te weten, door:

[1/iii]

-op of omstreeks 28 mei 2013 vanaf de ING-bankrekening van [slachtoffer 3]

met [bankrekeningnummer] een bedrag van 350 Euro over te boeken naar de rekening ten name van [X] en

[2/v]

-op 18 juli 2013 vanaf de ING-bankrekening van [slachtoffer 4] met [bankrekeningnummer] een bedrag van 980,21 Euro over te boeken naar de rekening ten name van [X] en

[3/vii]

-in de periode van 20 september 2013 tot en met 21 september 2013 vanaf de ING-bankrekening van [slachtoffer 5] met [bankrekeningnummer] en vanaf de ING-bankrekening van [slachtoffer 5] met [bankrekeningnummer] telkens een bedrag van 1000 Euro over te boeken naar de rekening van [X]

en

C.

[xxvii]

hij, op 28 september 2013 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan de SNS REAAL -en/of aan de SNS-Bank en/of [slachtoffer 2] zijnde een rekeninghouder bij die bank(en), waarbij verdachte en/of zijn mededaders het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten onderschepte TAN-codes en/of onrechtmatig verworven inloggegevens en/of (andere) bankgegevens, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders zonder toestemming een transactie (doen) verricht(en) vanaf de bankrekening van en uit naam van die rekeninghouder naar, een bankrekening in beheer bij of onder controle van verdachte en/of zijn mededaders , tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn mededaders niet gerechtigd was/waren, te weten, door:

-op 28 september 2013 vanaf de SNS-bankrekening van [slachtoffer 2] met [bankrekeningnummer] een bedrag van 2142 euro over te boeken naar [bankrekeningnummer] ten name van [X] en vervolgens op te nemen bij geldautomaten van ING- en SNS-bank en bij een casino;

3.

[xxviii]

Hij in de periode van 28 mei 2013 tot en met 30 september 2014 te Barendrecht en/of Almere en/of Rotterdam en/of Den Haag tezamen en in vereniging met een ander of anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) krachtens die gewoonte meermalen, geldbedragen, voorhanden gehad en overgedragen en omgezet, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) geldbedragen die werden verkregen middels verrichte transacties vanaf bankrekeningen van derden en de door middel van gekwalificeerde diefstal van bankpassen en/of identiteitskaarten verworven geldbedragen, voorhanden gehad en/of overgedragen aan zijn mededader(s) en/of omgezet in het casino door de aanschaf van fiches en/of het omzetten van die fiches in contante geldbedragen terwijl hij wist, dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;

4.

A.

[xxxiv]

dat hij in de periode van 10 februari 2014 tot en met 30 september 2014 te Rotterdam en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse identiteit en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, de SNS REAAL- en/of de SNS-Bank en/of ASN-Bank heeft bewogen

-tot het verstrekken van een SNS-bankrekening [rekeningnummer] en een

bankpas op naam van [betrokkene] en

-tot het verstrekken van een ASN-bankrekening [bankrekeningnummer] en een bankpas

op naam van [betrokkene]

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk -

zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid, zich voorgedaan als:

- [betrokkene] en vervolgens bij de SNS-bank en ASN-bank een bankrekening en pinpas aangevraagd op naam van [betrokkene] en zich gelegitimeerd met een niet op zijn naam afgegeven Nederlandse Identiteitskaart met nummer [nummer ID-kaart] ;

en

B.

[xxxiv]

dat hij in of omstreeks maart 2014 te Rotterdam en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse identiteit en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, de SNS REAAL en/of de SNS Bank te bewegen

-tot het overboeken van 12.000 Euro naar de rekening van [betrokkene]

,

immers heeft verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid, zich voorgedaan als:

- [betrokkene] en vervolgens de SNS bank en/of SNS REAAL verzocht een bedrag van 12.000 Euro over te boeken van een rekening van [X] naar een nieuw

geopende gekoppelde tegenrekening, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken. Kennelijke verschrijvingen in de tenlastelegging zijn door de rechtbank verbeterd in de bewezenverklaring; de verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6 Strafbaarheid feiten

6.1.

Feit 3: witwassen

De verdediging heeft aangevoerd dat het handelen van verdachte onder feit 3 niet gekwalificeerd kan worden als zijnde witwassen en verdachte derhalve dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Naar het oordeel van de verdediging moet er kort weergegeven sprake zijn van gedragingen, die meer omvatten dan het enkel verwerven en voorhanden hebben.

De rechtbank volgt de verdediging niet in haar betoog. De verdachte en zijn mededaders hebben in verschillende samenstellingen en op verschillende wijzen bankrekeningen van derden leeggehaald en daarna wederom op verschillende manieren “gecasht”. Het geld van de slachtoffers is verdwenen en daarmee is naar het oordeel van de rechtbank het voorhanden hebben en/of overgedragen hebben en/of omgezet hebben een feit en is sprake van witwassen.

Zoals hierboven al is geoordeeld, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van gewoontewitwassen.

6.2.

Kwalificaties

De bewezen feiten leveren op:

1A, subsidiair

medeplichtigheid aan: het met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, vervaardigen van een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en ontworpen tot het plegen van een zodanig misdrijf;

en

1B

medeplegen van computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, meermalen gepleegd;

2A

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;

en

2C

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;

3

medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken;

4A

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;

en

4B

poging tot oplichting.

6.3.

Strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

7 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

8 Motivering straf

8.1.

Inleiding

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

8.2.

Feiten waarop de strafoplegging is gebaseerd

De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een grootschalige en langdurige criminele activiteiten die opvallen door professionaliteit, geraffineerdheid en de intensieve soms zelfs ook internationale - samenwerkingsverbanden. In de kern komt het hier op neer.

Via een zogenaamd botnet werden een groot aantal computers geïnfecteerd met malware. Deze malware was op maat gesneden en bestond uit webinjects waardoor computergebruikers een ogenschijnlijk authentieke website van hun bank getoond werd, terwijl dat in werkelijkheid een bijna niet van echt te onderscheiden valse site was. De daders konden vervolgens beschikken over alle door de rekeninghouders ingevoerde gegevens. Daarnaast werden ook mobiele telefoons van rekeninghouders geïnfecteerd met eveneens op maat gesneden malware. Hier ging het om de software genaamd Perkele die de daders in staat stelde om alle binnenkomende SMS-berichten op die telefoons onzichtbaar te maken en vervolgens door te sluizen naar hun “werktelefoons”. Dit was een cruciale stap in het proces aangezien deze berichten de (TAN-)code’s bevatten die noodzakelijk zijn om banktransacties te voltooien.

De daders waren uiteindelijk in staat om zich onbevoegdelijk toegang tot de bankrekeningen te verschaffen en vervolgens van daar uit geld over te maken. Zij hebben verschillende methoden toegepast om hun eigen rol hierbij zoveel mogelijk te verhullen. Zo werd elektronisch geld gekocht zoals bijvoorbeeld bitcoins. Ook werden gelden overgemaakt naar bankrekeningen van zogenaamde “moneymules”. Een aantal “moneymules” heeft hier bewust aan meegewerkt, maar een aantal van hen wist er niets van. In die gevallen hadden de daders zich tegenover de banken met een valse identiteit gepresenteerd om zo op die naam een bankrekening met bijbehorende producten zoals pinpassen te verkrijgen. Om deze oplichtingen te laten slagen werd gebruik gemaakt van legitimatiebewijzen al dan niet in combinatie met andere documenten die soms ook waren vervalst. Hierdoor werd het “cashen” en daarmee het witwassen van het buitgemaakte geld mogelijk gemaakt.

De verdachte heeft actief bijgedragen aan dit geheel. Daar komt bij dat hij grote bedragen heeft witgewassen in het casino.

8.3.

Ernst van de feiten

Het behoeft geen betoog dat sprake is van ernstige feiten. De verdachte en zijn medeverdachten hebben het Nederlandse systeem van internetbankieren op grove wijze aangevallen. Niet alleen een groot aantal rekeninghouders, maar ook bankinstellingen zijn gedupeerd geraakt. Daarnaast is het vertrouwen dat eenieder moet kunnen hebben in de integriteit van het elektronische betalingsverkeer geschaad. Het wegvallen van dat vertrouwen zou het maatschappelijk en economisch verkeer kunnen ontwrichten. Verreweg de meeste personen en bedrijven zijn namelijk afhankelijk van dit systeem van betalingsverkeer. De verdachte heeft hier echter niks van aangetrokken en heeft uitsluitend oog gehad voor zijn eigen financieel gewin.

8.4.

Persoonlijke omstandigheden

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie gedateerd 28 juli 2015 waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, zijn enige veroordeling betreft een geldboete voor een verkeersovertreding.

De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op de door de Reclassering Nederland uitgebrachte rapportages van 3 oktober 2014 en 5 januari 2015. In laatstgenoemde rapportage wordt geadviseerd tot de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf zonder dat daaraan bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.

8.5.

Conclusies

Voor feiten als deze kan, gezien de ernst, de veelheid en de duur, niet met een lagere straf dan gevangenisstraf worden volstaan.

Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank gelet op straffen die in andere, min of meer vergelijkbare zaken, zijn opgelegd. Ook is acht geslagen op de oriëntatiepunten voor skimming, een delict dat weliswaar niet gelijk is aan hetgeen de verdachte heeft gedaan, maar daar wel dichtbij in de buurt komt. Ook bij skimmen zijn in eerste instantie de individuele rekeninghouders de slachtoffers en wordt het vertrouwen in het elektronisch betalingsverkeer aangetast.

Niettemin zal de rechtbank een kortere gevangenisstraf opleggen dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft zwaar laten waren dat het gaat om een nog jonge verdachte zonder noemenswaardig strafblad, die een jaar voorarrest heeft ondergaan en zeker in vergelijking met zijn mededaders slechts voor een beperkt aantal concrete gevallen wordt veroordeeld.

Een deel van de straf wordt voorwaardelijk opgelegd, om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Alles afwegend komt de rechtbank tot de conclusie dat na te melden straffen, waaronder de hierna te bespreken verbeurdverklaringen, passend en geboden zijn.

9 In beslag genomen voorwerpen

9.1.

Algemene opmerking

Waar in de volgende overwegingen, en in de beslissing, wordt gesproken over voorwerpen met nummers, wordt de nummering aangehouden op de beslaglijst die als bijlage IV aan dit vonnis is gehecht.

9.2.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft de teruggave aan de rechthebbende gevorderd van het voorwerp met nummer 3. Ten aanzien van de overige voorwerpen is verbeurdverklaring gevorderd.

9.3.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft de teruggave aan de verdachte verzocht van het voorwerp met nummer 3. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

9.4.

Beoordeling

Gelet op het standpunt van de officier van justitie zal ten aanzien van het in beslag genomen voorwerpen met nummer 3 een last tot teruggave aan de verdachte worden gegeven.

Alle overige voorwerpen worden verbeurd verklaard. Deze voorwerpen behoren de verdachte toe en voor elk ervan geldt dat een of meer van de bewezen verklaarde feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan.

10 Vorderingen benadeelde partijen

10.1.

De vordering van de SNS-bank

De SNS Bank N.V. (SNS) heeft zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en heeft een schriftelijke schadevordering gedateerd 28 december 2014 ingesteld (aangevuld en vermeerderd met een formulier gedateerd 11 september 2015. Uiteindelijk vordert de bank een totaal bedrag van € 157.675,38.

10.1.1.

Standpunt verdediging

De verdediging stelt allereerst dat de bank niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in dat gedeelte van haar vordering dat ziet op de rekeninghouder [slachtoffer 1] . De verdachte moet namelijk van de daarop betrekking hebbende diefstallen worden vrijgesproken. Het gaat om een bedrag van € 151.369,67. De bank dient vervolgens niet-ontvankelijk te worden verklaard in het resterende gedeelte van haar vordering, die ziet op een bedrag van € 2.142, betreffende rekeninghouder [slachtoffer 2] . Niet is namelijk gebleken dat de bank deze schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het onderliggende strafbare feit.

10.1.2.

De beoordeling

Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de bank niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in dat gedeelte van haar vordering dat ziet op rekeninghouder [slachtoffer 1] .

Voor zover de vordering gestoeld is op de diefstal (in delen) van het geld, is de vordering niet-ontvankelijk omdat de verdachte, overeenkomstig de vordering van de officier van justitie, daarvan is vrijgesproken.

Voor zover de vordering gestoeld is op het witwassen van (delen van) het geld, is de vordering niet-ontvankelijk omdat het witwassen geen schade oplevert aan het vermogen van de oorspronkelijk eigenaar. De oorspronkelijk eigenaar lijdt de schade immers al door de diefstal.

Ondanks het daartoe gevoerde verweer kan de bank wel worden ontvangen in het gedeelte van haar vordering dat ziet op rekeninghouder [slachtoffer 2] . Vooropgesteld moet worden dat een benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding kan indienen als er sprake is van schade die rechtstreeks aan haar is toegebracht door het bewezenverklaarde feit. Aan die voorwaarde is voldaan indien in de tenlastelegging de gedraging is omschreven die de schade heeft veroorzaakt. Ten aanzien van een bank heeft te gelden dat zij zich als benadeelde partij kan stellen als de geleden schade in zodanig nauw verband staat met de, zoals in dit geval, bewezen verklaarde diefstallen (feit 2C) dat deze schade als rechtstreeks toegebracht kan worden beschouwd. Gewezen wordt naar het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2008 (ELCI:NL:HR:2008:BF5074). Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een zodanig nauw verband. De gelden zijn door de verdachte onbevoegdelijk van de betreffende rekeningen gehaald. De bank moet feitelijk als bewaarder van die gelden worden gezien. Bovendien is bank gerechtigd de gelden uit te lenen tegen rente; door onterechte overboekingen en opnames wordt de bank beknot in die mogelijkheid. Hiermee is de rechtstreekse schade een feit.

Bewezen is verklaard (feit 2C) dat de verdachte samen met een ander of anderen dit feit heeft gepleegd. Het gaat dan om diefstal van gelden middels een valse sleutel. Er is in totaal € 2.142, ontvreemd. De hoogte van dit bedrag is niet betwist en staat dan ook vast.

De omstandigheid dat de schade reeds geheel of gedeeltelijk door een derde is vergoed, moet gemotiveerd worden gesteld en zo nodig bewezen door degene die zich op het rechtsgevolg ervan beroept, dus door de verdachte. De benadeelde partij heeft op het schadeformulier verklaard dat de schade niet is of wordt vergoed door een derde. Hiertegenover staat slechts de ongemotiveerde stelling dat het mogelijk is dat een verzekeringsmaatschappij de schade heeft gedekt. Dit is onvoldoende en deze stelling wordt dus ook verworpen, zodat de verdachte het gehele bedrag zal moeten vergoeden aan de bank. De omvang van de schadeplichtigheid van de verdachte jegens de SNS wordt vastgesteld op € 2.142,--. Deze betalingsverplichting zal hoofdelijk worden opgelegd.

Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank geen termen aanwezig om de schademaatregel op te leggen.

10.2.

De vordering van de ING-bank

De ING Bank Nederland B.V. (ING) heeft zich eveneens als benadeelde partij in dit geding gevoegd en heeft een schriftelijke schadevordering gedateerd 5 januari 2015 ingesteld (aangevuld met een schriftelijke toelichting van 5 januari 2015). De bank stelt door toedoen van de verdachte schade te hebben geleden wegens het schadeloosstellen van vier van haar rekeninghouders voor een bedrag van in totaal € 3.300,--.

10.2.1.

De beoordeling

De vordering is niet betwist door de verdediging.

De rechtbank is van oordeel dat aan de benadeelde partij door de bewezenverklaarde gekwalificeerde diefstallen zoals deze onder feit 2A ten laste zijn gelegd rechtstreeks schade is toegebracht. De vordering zal daarom in haar geheel worden toegewezen.

De verdachte heeft de aan hem verweten diefstallen steeds met een ander of anderen gepleegd. Het gaat dan om diefstallen middels een valse sleutel. De omvang van de schadeplichtigheid jegens de ING wordt vastgesteld op € 3.300,--. Deze betalingsverplichting zal hoofdelijk worden opgelegd.

Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank geen termen aanwezig om de schademaatregel op te leggen.

10.3.

De vordering van de Rabobank

In het strafdossier bevindt zich een voegingsformulier van 29 december 2014 van de Rabobank Nederland (Rabobank). In het onderhavige geding staan naast de verdachte ook een aantal andere verdachten terecht. De Rabobank heeft in het voegingsformulier niet expliciet aangegeven op wie van hen de daarin opgenomen schadevordering betrekking heeft. De officier van justitie heeft in haar requisitoir echter aangegeven dat deze vordering uitsluitend betrekking heeft op de [medeverdachte] Dat standpunt kan worden ondersteund: de onderliggende schadeposten zien namelijk uitsluitend op feiten die aan hem, en niet aan deze verdachte, worden verweten. De rechtbank gaat er daarom van uit dat deze vordering niet in de strafzaak van de verdachte is ingediend. De vordering zal dus verder onbesproken blijven en de rechtbank zal geen beslissingen in dezen nemen.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 33, 33a, 45, 47, 48, 57, 138ab, 139d, 311, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

12 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13 Beslissing

De rechtbank:

verklaart de dagvaarding nietig zoals hierboven omschreven in rechtsoverweging 4;

verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;

verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1A, primair, 2B en 2C (ten aanzien van [slachtoffer 1] ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1A, subsidiair, 1B, 2A, 2C, 3, 4A en 4B ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;

stelt als algemene voorwaarde:

de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:

- gelast de teruggave aan verdachte van:

3 - 1.00 STK Horloge

- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de bewezen verklaarde feiten:

de overige voorwerpen op de beslaglijst

wijst de vordering van de benadeelde partij SNS Bank N.V., Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht toe tot een bedrag van € 2.142,=, bestaande uit materiële schade en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededaders betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;

verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

wijst de vordering van de benadeelde partij ING Bank Nederland N.V., Bijlmerdreef 24, 1102 CT Amsterdam toe tot een bedrag van € 3.300,=, bestaande uit materiële schade en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededaders betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;

veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J. van den Bos, voorzitter,

mr. A.A. Kalk en mr. F.W. van Lottum, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature