Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Concurrentiebeding, geheimhoudingsbeding

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK ALMELO

Sector civiel recht

zaaknummer: 115605 / KG ZA 10-274

datum vonnis: 26 november 2010 (an)

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

IMCD Benelux B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in conventie, verweerster in reconventie,

verder te noemen IMCD,

advocaat: mr. A.N. Kampherbeek te Rotterdam,

tegen

[[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

verder te noemen [gedaagde],

advocaat: mr. F. Kolkman te Wierden.

Het procesverloop

IMCD heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.

De zaak is behandeld ter terechtzitting van 19 november 2010. Ter zitting zijn verschenen: namens IMCD [S] vergezeld door mr. Kampherbeek en [gedaagde] vergezeld door mr. Kolkman. [gedaagde] heeft ter zitting een eis in reconventie ingesteld. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.

Vaststaande feiten

In deze zaak staat het navolgende vast.

1.1 Op 1 oktober 2006 is [gedaagde] bij IMCD (tot 27 maart 2007 genaamd Internatio B.V.) in dienst getreden als Product Manager Coatings. In de tussen [gedaagde] en IMCD gesloten arbeidsovereenkomst staat onder andere het volgende vermeld.

“ Gedurende het bestaan van dit dienstverband, alsmede een periode van twee jaar na het beëindigen daarvan zult u noch in dienstbetrekking noch zelfstandig als adviseur, agent of wederverkoper van produkten, die een concurrerend karakter met het verkoopprogramma van Internatio B.V. hebben, werkzaam zijn. Een en ander op straffe van een onmiddellijk ten gunste van Internatio B.V. opeisbare boete van €10,000.00 per overtreding en/of € 400.00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van Internatio B.V. om volledige schadevergoeding te vorderen.

Geheimhouding

“U bent verplicht zowel tijdens alsook na de dienstbetrekking tot volstrekte geheimhouding omtrent alle bedrijfsaangelegenheden, die u op welke wijze dan ook ter kennis zijn gekomen”.

1.2 [gedaagde] heeft de tussen hem en IMCD gesloten arbeidsovereenkomst opgezegd, waarna de arbeidsovereenkomst per 31 december 2009 is beëindigd.

1.3 IMCD heeft [gedaagde] op 23 december 2009 een brief gestuurd waarin onder andere het volgende staat vermeld.

“ Wij zullen u verder houden aan de in de arbeidsovereenkomst genoemde voorwaarden inzake concurrentie en geheimhouding na beëindiging van uw functie bij IMCD Benelux.”

1.4 [gedaagde] heeft op 25 januari 2010 Euro-Chemicals GmbH te Nordhorn (Duitsland) opgericht.

1.5 Euro-Chemicals B.V. is een vennootschap die zich richt op productie, ontwikkeling en distributie van chemische producten, alsmede im- en exporteert van chemische grondstoffen. [K] is directeur en enig aandeelhouder van Euro-Chemicals B.V.

Standpunten van de partijen

Conventie

IMCD

2.1 IMCD vordert - kort gezegd - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen;

- tot betaling van een voorschot van € 25.000,-- op de krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigd geworden boete op overtreding van het concurrentiebeding;

- om zich te onthouden van iedere betrokkenheid bij verkoop of vermarkting van producten die als concurrerend met het verkoopprogramma van IMCD, waaronder begrepen fluorsurfactants, zijn aan te merken, op straffe van een dwangsom;

- om binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen vonnis aan IMCD opgave te doen van de relaties, waarmee IMCD tijdens het dienstverband van [gedaagde] zaken deed en [gedaagde] en Euro-Chemicals GmbH contact hebben gezocht, op straffe van een dwangsom;

- in de kosten van dit geding.

2.2 IMCD stelt hiertoe dat [gedaagde] tijdens zijn dienstverband bij IMCD recht op inzage had in vrijwel alle bestanden van alle klanten betreffende omzet/afzet, namen adressen, contactpersonen, offertes, bemonsteringen, bezoekrapporten, enzovoort. Met een aantal klanten, waaronder [X], heeft IMCD geheimhoudingsovereenkomsten afgesloten wegens de commerciële gevoeligheid van de relaties. Voorts stelt zij dat Euro-Chemicals GmbH gelieerd is aan, althans een zakelijke relatie onderhoudt met, Euro-Chemicals B.V. en dat beide ondernemingen als concurrerende ondernemingen van IMCD zijn te kwalificeren. IMCD stelt dat [gedaagde] in strijd heeft gehandeld met het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en geheimhoudingsbeding door verschillende klanten van IMCD te bewegen producten van Euro-Chemicals B.V. te kopen. Euro-Chemicals B.V. heeft klanten, waaronder [Y] en [X], van IMCD benaderd, waarbij gebleken is dat zij op de hoogte was van de bij IMCD afgenomen producten, en deze klanten producten heeft aangeboden die concurrerend zijn ten opzichte van de producten van IMCD. Het is ondenkbaar dat Euro-Chemicals B.V. deze aanbiedingen kon doen zonder te beschikken over de van [gedaagde] gekregen concurrentiegevoelige informatie over IMCD, aldus IMCD. Door de schending van het concurrentiebeding is [gedaagde] aan IMCD meer dan € 100.000,-- boete verschuldigd, welke hij ondanks sommatie hiertoe weigert te betalen. Tot slot stelt IMCD dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, omdat zij door de schending van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding schade lijdt en hierdoor mogelijk van een klant, zijnde [X], uit hoofde van de tussen haar en deze klant gesloten geheimhoudingsovereenkomst een schadeclaim ontvangt.

[gedaagde]

2.3 [gedaagde] voert verweer tegen de vorderingen van IMCD en betwist dat hij het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Hij stelt dat Euro-Chemicals GmbH zich uitsluitend bezig houdt met de verkoop van wegenwerf en daaraan gerelateerde producten, zodat hij met zijn werkzaamheden voor

Euro-Chemicals GmbH het concurrentie- en geheimhoudingsbeding niet overtreedt. Voorts betwist hij dat hij samenwerkt met [K] van Euro-Chemicals B.V.. Daarnaast betwist hij dat IMCD door klanten wordt aangesproken op vermeende geheimhoudingsovereenkomsten die tussen IMCD en haar klanten zijn gesloten en betwist hij dat IMCD een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van het gevorderde voorschot op de door IMCD gestelde verschuldigde boete.

Reconventie

[gedaagde]

3.1 [gedaagde] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, de werking van het tussen IMCD en [gedaagde] geldende concurrentiebeding te beperken tot de verkoop van grondstoffen voor coatings in Nederland, zulks met veroordeling van IMCD in de kosten van het geding.

3.2 [gedaagde] stelt hiertoe dat hij bij IMCD slechts werkzaam is geweest voor de markt voor grondstoffen voor coatings. Van andere producten weet hij niets af, zodat het onredelijk is hem te beperken in zijn mogelijkheden op andere terreinen en IMCD daartoe ook geen rechtens te respecteren belang heeft.

IMCD

3.3 IMCD voert verweer tegen de vordering van [gedaagde]. Zij betwist dat het concurrentiebeding te ruim is opgesteld, omdat het concurrentiebeding zich beperkt tot de handel in concurrerende producten en in tijd beperkt is tot 2 jaren na uitdiensttreding. Het beding is overeengekomen om te voorkomen dat [gedaagde] met gebruik van de bij IMCD opgedane kennis en informatie het bedrijfsdebiet van IMCD overneemt. Het concurrentiebeding in zijn huidige vorm is toegesneden op dit belang. Tot slot stelt zij dat wegenverf geen met IMCD concurrerend product is, zodat het [gedaagde] vrij staat wegenverf te verkopen.

De beoordeling

Conventie

Spoedeisend belang

4.1 IMCD stelt onder andere een spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen, omdat

zij door de schending van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding schade lijdt en hierdoor mogelijk van een klant uit hoofde van de tussen haar en deze klant gesloten geheimhoudingsovereenkomst een schadeclaim ontvangt. [gedaagde] weerspreekt deze door IMCD gestelde geheimhoudingsovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende schadeclaims. De voorzieningenrechter is van oordeel dat IMCD, ongeacht het bestaan van dergelijke geheimhoudingsovereenkomsten en eventueel daaruit voortvloeiende schadeclaims, door de aard van de vorderingen en de daarbij behorende financiële belangen, een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen.

Schending concurrentie- en geheimhoudingsbeding door Euro-Chemicals GmbH

4.2 Met betrekking tot de stelling van IMCD dat [gedaagde] door het oprichten van

en zijn werkzaamheden voor Euro-Chemicals GmbH het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en geheimhoudingsbeding schendt c.q. heeft geschonden, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. [gedaagde] stelt dat Euro-Chemicals GmbH zich uitsluitend richt op de verkoop van wegenwerf en daaraan gerelateerde producten. Partijen zijn het erover eens dat verkoop van wegenverf geen schending oplevert van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding. Gelet hierop en gelet op het feit dat geen feiten en omstandigheden zijn gesteld of gebleken, waaruit blijkt dat Euro-Chemicals GmbH producten verkoopt of produceert die concurrerend zijn ten opzichte van de producten die IMCD verkoopt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat IMCD onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] door de oprichting van, danwel zijn werkzaamheden voor, Euro-Chemicals GmbH het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en/ of geheimhoudingsbeding overtreedt c.q. heeft overtreden.

Schending concurrentie- en geheimhoudingsbeding via Euro-Chemicals B.V.

4.3 Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of [gedaagde] het concurrentie- of geheimhoudingsbeding heeft geschonden door informatie te verstrekken aan Euro-Chemicals B.V., danwel door (indirect) betrokken te zijn (geweest) bij de handel van Euro-Chemicals B.V. in producten die concurrerend zijn ten opzichte van producten die IMCD verkoopt. IMCD stelt dat [gedaagde] het concurrentie- en geheimhoudingsbeding overtreedt, door samen te werken met Euro-Chemicals B.V. en informatie te verstrekken aan Euro-Chemicals B.V. over door hem bij IMCD opgedane concurrentiegevoelige kennis. [gedaagde] betwist ten gronde dat hij samenwerkt met Euro-Chemicals B.V., danwel Euro-Chemicals B.V. concurrentiegevoelige informatie heeft verstrekt over (klanten van) IMCD.

4.4 IMCD stelt dat de samenwerking tussen [gedaagde] en Euro-Chemicals B.V. blijkt uit het feit dat Euro-Chemicals B.V. en Euro-Chemicals GmbH een gezamenlijke website hebben beheerd (productie 16 bij dagvaarding) en uit het feit dat Euro-Chemicals B.V. een offerte (productie 21 bij de dagvaarding) aan een klant heeft gestuurd waarop de gegevens van zowel Euro-Chemicals B.V. als Euro-Chemicals GmbH staan vermeld. [gedaagde] betwist dat Euro-Chemicals B.V. en Euro-Chemicals GmbH gezamenlijk een website beheren. Hij stelt dat de door IMCD overgelegde webpagina een “demosite” is van de ontwikkelaar van de website van Euro-Chemicals GmbH. Deze “demosite” heeft ook een ander internetadres en uiterlijk dan de officiële website van Euro-Chemicals GmbH. Ter bevestiging van deze stelling heeft hij een verklaring van de ontwikkelaar van de website overgelegd. Ten aanzien van de door IMCD overgelegde offerte stelt [gedaagde] dat hij part noch deel heeft aan het opstellen van deze offerte en de gegevens van Euro-Chemicals GmbH onterecht op deze offerte staan vermeld. Voorts betwist hij dat deze offerte daadwerkelijk bestaat. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet op eenvoudige wijze is vast te stellen of Euro-Chemicals B.V. en Euro-Chemicals GmbH samenwerken en indien zij samenwerken wat de omvang en de inhoud van deze samenwerking is.

4.5 IMCD stelt dat het verstrekken van concurrentiegevoelige informatie door [gedaagde] aan Euro-Chemicals B.V. blijkt uit het feit dat Euro-Chemicals B.V. klanten van IMCD benadert met het verzoek om producten van haar te kopen die concurrerend zijn ten opzichte van de producten die IMCD verkoopt en daarbij gebruik maakt van product- en leveringsinformatie over de door IMCD aan die klanten geleverde producten. Zij stelt dat Euro-Chemicals B.V. slechts over deze informatie kan beschikken, indien [gedaagde] deze informatie aan Euro-Chemicals B.V. heeft verstrekt. [gedaagde] betwist dit en stelt dat de beweerdelijk door

Euro-Chemicals B.V. gebruikte informatie, informatie is die openbaar op internet te vinden is, en dat [K], directeur van Euro-Chemicals B.V., zodanig in de markt is ingevoerd dat hij, zonder informatie van derden als [gedaagde], dergelijke klanten met relevante aanbiedingen kan benaderen.

4.6 Tussen partijen is niet in geding dat Euro-Chemicals B.V. zakelijke contacten heeft onderhouden met IMCD en dat zij ook monsters van producten heeft ontvangen van IMCD. Nu voorts door IMCD niet is gesteld dat [gedaagde] de enige persoon is die bekend is met de beweerdelijk aan Euro-Chemicals B.V. verstrekte concurrentiegevoelige informatie, is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet is uitgesloten dat Euro-Chemicals B.V. deze informatie op een andere wijze heeft verkregen. Gelet hierop en gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde], is de voorzieningenrechter van oordeel dat IMCD onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] concurrentiegevoelige informatie aan Euro-Chemicals B.V. heeft verstrekt.

4.7 Nu hiervoor is overwogen dat enerzijds niet eenvoudig is vast te stellen of

Euro-Chemicals B.V. en Euro-Chemicals GmbH samenwerken en anderzijds IMCD onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] concurrentiegevoelige informatie over IMCD en haar klanten aan Euro-Chemicals B.V. heeft verstrekt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat IMCD onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] via

Euro-Chemicals B.V. het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Derhalve zal de voorzieningenrechter de door IMCD ingestelde vorderingen afwijzen.

4.8 IMCD zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.

Reconventie

5.1 [gedaagde] vordert beperking van de werking van het tussen IMCD en [gedaagde] geldende concurrentiebeding tot de verkoop van grondstoffen voor coatings in Nederland. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat een voorlopige voorzieningenprocedure zich niet leent voor een constitutieve uitspraak inzake de matiging van een concurrentiebeding. Een gevorderde schorsing van de werking van een concurrentiebeding in afwachting van de uitspraak in een bodemgeschil kan wel in een voorlopige voorzieningenprocedure worden beoordeeld. Echter nu [gedaagde] niet stelt dat hij een bodemprocedure aanhangig heeft gemaakt, danwel aanhangig gaat maken, is de voorzieningenrechter van oordeel dat voor zover de vordering van [gedaagde] opgevat dient worden als een vordering tot schorsing van de werking van het concurrentiebeding, deze vordering dient te worden afgewezen.

5.2 [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld. Nu de reconventionele vordering nauw samenhangt met de conventionele vordering, zullen de kosten aan de zijde van IMCD worden begroot op nihil.

De beslissing

De voorzieningenrechter:

Coventie

I. Wijst de vorderingen van IMCD af.

II. Veroordeelt IMCD in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 580,-- aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.

Reconventie

III. Wijst de vordering van [gedaagde] af.

IV. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van IMCD begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature