Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Civiel. Smartengeld.

Uitspraak



Vonnis van 23 november 2016

Behorend bij A.R. 233 van 2015

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[EISERES],

te Aruba,

eiseres,

hierna ook te noemen: [eiseres],

gemachtigde: advocaat mr. R.J. Kock,

tegen:

1. [GEDAAGDE 1],

zonder bekende woon of verblijfplaats,

verder te noemen: [gedaagde 1],

niet verschenen,

2. DR. HORACIO E. ODUBER HOSPITAAL

te Aruba,

verder te noemen het Hospitaal,

gemachtigde: advocaat mr. M.A. Kock,

3. HET OPENBAAR LICHAAM LAND ARUBA

te Aruba,

verder te noemen: het Landslaboratorium,

gemachtigde: mr. I.L. Ras-Orman.

1 HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 4 mei 2016;

- de akte van [eiseres];

- de antwoordakte van het Hospitaal;

- de antwoordakte van het Landslaboratorium.

De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2 DE VERDERE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

2.1

[eiseres] heeft haar eis gewijzigd in dier voege dat zij, naast het gevorderde smartengeld, hoofdelijke veroordeling vraagt van de kosten van de door haar ingeschakelde medische deskundige ten belope van Afl. 4.000,00. Het Hospitaal en het Landslaboratorium hebben zich hiertegen niet verzet, zodat het Gerecht de eiswijziging zal toestaan.

2.2

Het Hospitaal heeft in haar antwoordakte nog betoogd dat zij, ondanks het andersluidende oordeel van het Gerecht, toch niet aansprakelijk zou zijn, omdat de aansprakelijkheid van [gedaagde 1] is aangenomen op onrechtmatige daad. Dat betoog wordt door het Gerecht verworpen. Allereerst verliest het Hospitaal uit het oog dat in rechtsoverwegingen 4.7 tot en met 4.10 van bedoeld vonnis is aangegeven dat van een uitbreiding van aansprakelijkheid geen sprake is, nu [gedaagde 1] ook als hulppersoon kan worden aangemerkt bij een behandelingsovereenkomst binnen het Hospitaal, maar dat het Gerecht heeft overwogen dat [eiseres] bij dat afzonderlijke oordeel (namelijk de precieze rol van [gedaagde 1]) geen belang meer heeft. Voorts wijst het Gerecht erop dat naast de centrale aansprakelijkheid van het Hospitaal een derde (zoals in dit geval [gedaagde 1]) ook op een zelfstandige grond kan worden aangesproken. Dat leidt in onderhavig geval niet tot een uitbreiding van de aansprakelijkheid van het Hospitaal, zoals uitvoerig in bedoeld vonnis is overwogen. Het Gerecht komt dan ook toe aan de verdere inhoudelijke behandeling van het geschil.

2.3

In haar akte na tussenvonnis heeft [eiseres] slechts aanspraak gemaakt op smartengeld en voorts gesteld dat zij materiële schade niet kan bewijzen, zodat zij haar vordering beperkt tot die van de immateriële schade (akte, randnr. 7). Dit betekent dat de bij het verzoek nog ingestelde vordering tot het ondergaan van een reconstructie en een vordering tot medewerking van het Hospitaal kennelijk niet langer wordt gehandhaafd. Omdat die vordering niet is ingetrokken, zal het Gerecht die afwijzen.

2.4

Ter onderbouwing van haar vordering heeft [eiseres] een rapport laten uitbrengen door de verzekeringsarts [naam] van Medwork. Aan zijn op 27 juni 2016 gedateerde rapport ontleent het Gerecht het volgende:

“Neurologisch onderzoek:

…Status localis: status na amputatie linker mama met thans genezen wond (fraai litteken). Er is een verhevenheid zonder tepel en zonder tepelhof. Rechter mama: status na mama reductie (verkleining) om de symmetrie te bevorderen (volgens betrokkene).

Onderzoek psyche:

Op het spreekuur zag ik een verdrietige vrouw met emotionele doorbraken tijdens het gesprek. De stemming was niet uitgesproken depressief…Tijdens het spreekuurcontact waren er geen aanwijzingen voor aandacht- of concentratiestoornissen. Lijdensdruk was wel aanwezig. De stemming was gezien de omstandigheden neutraal. De gevoelsuitingen moduleerden adequaat al naar gelang de omstandigheden.

Algemene beschouwing:

De amputatie en de nasleep heeft invloed gehad op haar relatie met haar echtgenoot. De relatie is herstellende, doch kan nog even duren. Betrokkene heeft een gedeeltelijke reconstructie gehad van de linker borst. Betrokkene heeft recent besloten dat zij de ingrepen om de reconstructie te voltooien om haar moverende reden niet voortzet. Zij heeft psychische begeleiding gehad welke lijkt wat soelaas te bieden…De psychische belastbaarheid lijkt zich te herstellen. Verdere psychische begeleiding is nodig. Bij het lichamelijk onderzoek kwamen er geen objectiveerbare afwijkingen naar voren welke haar claim van een verminderde belastbaarheid van haar linkerarm konden aantonen. Een gewenning zal moeten plaatsvinden.

Percentage blijvende invaliditeit volgens de AMA…10% Whole Person Impairment.

…”.

De in het rapport opgenomen beschouwing over de hoogte van het smartengeld laat het Gerecht buiten beschouwing, nu dit buiten het vakgebied van de deskundige ligt.

2.5

[eiseres] heeft in aanvulling op het rapport aangevoerd dat zij nog steeds onder behandeling is van een psycholoog en dat zij verdrietig en emotioneel is. Voorts heeft zij verdere operaties moeten ondergaan.

2.6

Het Hospitaal heeft de door [eiseres] gestelde omstandigheden niet bestreden, maar aangevoerd, onder verwijzing naar uitspraken in de Smartengeldgids, dat de vordering van [eiseres] te hoog is. Ook het Landslaboratorium heeft zich in deze zin uitgelaten. Het Gerecht overweegt het volgende.

2.7

Vaststaat dat bij [eiseres] een onnodige amputatie van haar linker borst heeft plaatsgevonden. Dit moet worden beschouwd als een ernstige inbreuk op haar lichamelijke integriteit. Dit heeft geleid tot psychische klachten bij [eiseres], vervolgoperaties, ook aan haar andere borst, en relatieproblemen. Hoewel geen verdere lichamelijke klachten worden gesteld, is de inbreuk op haar lichamelijke integriteit zeer groot, zodat reeds om die reden het Gerecht een substantieel bedrag aan smartengeld gerechtvaardigd acht. Verder laat het Gerecht een rol spelen dat de deskundige - zij het in bedekte termen - de psychische effecten ernstig acht. Drie jaar na de ingreep is [eiseres] nog steeds zeer emotioneel en de psychische hulp “lijkt wat soelaas te bieden”. Het Gerecht acht aannemelijk dat [eiseres] nog een lange periode nodig heeft om te kunnen berusten in het feit dat haar lichaam op deze wijze is aangetast. Dat door de gebeurtenissen de relatie met haar echtgenoot onder druk is komen te staan, acht het Gerecht evenzeer aannemelijk. Voorts houdt het Gerecht rekening met het feit dat het percentage b.i. op 10% hele mens is gesteld.

2.8

Ten aanzien de hoogte van het smartengeld overweegt het Gerecht voorts dat de door partijen aangehaalde uitspraken in de Smartengeldgids op onderdelen afwijken van de situatie van [eiseres]. Wel lijken partijen het erover eens te zijn dat de situatie van [eiseres] zich wat aan de zwaardere kant van het spectrum bevindt, maar dat verdere lichamelijke beperkingen bij haar niet zijn opgetreden.

2.9

Alles tegen elkaar afwegend zal het Gerecht het smartengeld stellen op Afl. 75.000,00 (ca. € 37.250) en gedaagden hoofdelijk veroordelen tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, waartegen geen verder verweer is gevoerd.

2.10

Tegen de vermeerderde eis, inhoudende dat gedaagden de kosten van het deskundigenonderzoek dienen te betalen, is door geen van hen inhoudelijk bezwaar gemaakt, zodat die vordering in na te melden zin zal worden toegewezen.

2.11

Gedaagden zullen eveneens in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Voor de berekening van het gemachtigdensalaris zal het Gerecht rekening houden met de vermeerderde eis.

3 DE UITSPRAAK

Het Gerecht:

veroordeelt gedaagden hoofdelijk ten titel van smartengeld tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van Afl. 75.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 17 oktober 2013 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;

veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling aan [eiseres] van de kosten verbonden aan het deskundigenonderzoek ten belope van Afl. 4.000,00;

veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] worden begroot op Afl. 1.000,00 aan griffierecht, Afl. 958,95 aan explootkosten en Afl. 6.000,00 (3 punten) aan salaris van de gemachtigde;

verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature