Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Vrijgesproken van poging tot doodslag. Bijzondere omstandigheden waarvan in dit geval niet is gebleken, levert het enkele vastpakken bij de keel nog niet een begin van uitvoering van doodslag op. Veroordeeld ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Hof gelast dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van 1 (één) jaar.

Uitspraak



arrestnummer:

parketnummer: 23-002996-08

datum uitspraak: 25 februari 2009

TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)

VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van

28 mei 2008 in de strafzaak onder parketnummer 13-457549-07 van het openbaar ministerie

tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

adres: [woonplaats],

thans verblijvende in Huis van Bewaring.

Ontvankelijkheid van het ingestelde hoger beroep

De verdachte is bij vonnis van 28 mei 2008 door de rechtbank vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen het gehele vonnis. Gelet op voormelde beslissing van de rechtbank en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te beschermen belang dat is gediend met de voortgezette behandeling van dit feit, dient de verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard in het namens hem ingestelde beroep ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 14 mei 2008 en op de terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2009.

Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. Van die dagvaarding is een kopie in dit arrest gevoegd.

De daarin vermelde tenlastelegging, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, wordt hier overgenomen.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep -voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen- zal worden vernietigd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 3 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe dat, behoudens bijzondere omstandigheden waarvan in casu niet is gebleken, het enkele vastpakken bij de keel nog niet een begin van uitvoering van doodslag oplevert.

Bewezenverklaarde

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat

ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde

hij op 29 juni 2007 te Amsterdam opzettelijk mishandelend [slachtoffer] meermalen op de armen heeft geslagen of gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen;

ten aanzien van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde

hij op 30 juni 2007 te Amsterdam [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 2] bij de keel vastgepakt.

Hetgeen onder 2 en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezenverklaarde levert op:

ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde

mishandeling;

ten aanzien van onder 3 subsidiair het bewezenverklaarde

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte

Uit een psychiatrisch onderzoek, waarvan is opgemaakt het Pro Justitia rapport van 30 januari 2009 van dr. S.J.M.C. Palmen, AIOS psychiatrie en prof dr. R.S. Kahn, psychiater, en een psychologisch onderzoek, waarvan is opgemaakt het Pro Justitia rapport van 6 mei 2008 van drs. A.E. Haan, psycholoog, is gebleken dat de verdachte ten tijde van het begaan van de tenlastegelegde feiten lijdende was aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van de persoonlijkheidsverandering door traumatisch hersenletsel. Uit het eerstgenoemde rapport blijkt voorts dat voor de verdachte ten tijde van het begaan van de tenlastegelegde feiten de mogelijkheid om tot een afweging van zijn handelen te komen niet heeft opengestaan.

De conclusies in de beide rapporten komen overeen en luiden, dat de verdachte ten aanzien van de tenlastegelegde feiten ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht. Het hof neemt deze conclusies over en maakt deze tot de zijne. De verdachte is daarom met betrekking tot de hem tenlastegelegde feiten - voor zover in hoger beroep nog aan de orde - niet strafbaar en dient ter zake derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Oplegging van een maatregel

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het onder 2 en 3 primair tenlastegelegde ontslagen van alle rechtsvervolging en gelast dat hij ter beschikking gesteld zal worden en bevolen dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.

Voorts is gelast dat de verdachte ter beschikking gesteld zal worden en bevolen dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.

Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging en dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst voor een termijn van een jaar.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.

Bij de bepaling van de maatregel neemt het hof in aanmerking de inhoud van de volgende over de verdachte uitgebrachte rapportages:

- een Pro Justitia rapport van 6 mei 2008 van dr. S.J.M.C. Palmen, AIOS psychiatrie en prof dr. R.S. Kahn, psychiater en

- een Pro Justitia rapport van 6 mei 2008 van drs. A.E. Haan, psycholoog.

Voorts heeft het hof kennis genomen van een de persoon van de verdachte betreffende Pro Justitia rapport van 30 januari 2009, opgemaakt door dr. S.J.C.M. Palmen, psychiater, en prof dr. R.S. Kahn, psychiater, inhoudende dat -zakelijk weergegeven- bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de zin van een bipolaire I stoornis en een persoonlijkheidsverandering door traumatisch hersenletsel (frontaal kwab syndroom). Aanvankelijk had de verdachte door de onbehandelde stoornis (frontaal kwab syndroom) op geen enkele manier invloed op zijn impulsdoorbraken en was de kans op recidive van agressie-incidenten maximaal. Nu hij op advies de agressie/agitatie die voortkomt uit niet aangeboren hersenletsel probeert te beïnvloeden met medicatie is het recidivepercentage na het starten van de medicatie op de afdeling zeer fors gedaald en is het goed te verdedigen om zijn vrijheden onder gecontroleerde omstandigheden geleidelijk uit te breiden. De spaarzame impulsdoorbraken die zich sinds het starten van de medicatie hebben voorgedaan, zijn minder ernstig en meer voorspelbaar dan voorheen en deze potentiële doorbraken zouden in een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) of een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) moeten kunnen worden opgevangen. In eerste instantie kwam de verdachte vanwege de aard en de heftigheid van de agressie niet in aanmerking voor plaatsing in een FPA of FPK, maar indien de medicatie wordt voortgezet is thans het advies de verdachte de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op te leggen. Hierbij wordt voorts geadviseerd om hem over te plaatsen naar een gespecialiseerde kliniek voor niet aangeboren hersenletsel, zoals Vesalius, een afdeling van GGZ Altrecht te Utrecht.

Het hof verenigt zich met dit advies van voormelde psychiaters. Daarbij wordt overwogen dat het advies weliswaar afwijkt van de eerdere adviezen van (dezelfde) psychiaters en van de psycholoog, maar dat dit niet het gevolg is van een gewijzigde opvatting omtrent de aard van de stoornis, de mate van toerekeningsvatbaarheid of het gevaar voor anderen. De wijziging is ingegeven doordat, ná de eerdere adviezen, gebleken is dat door medicatie de eerdere belemmering voor plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis is weggevallen. Het hof is daarom (met de advocaat-generaal en de verdediging) van oordeel dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis moet worden geplaatst voor een termijn van één jaar, nu de verdachte op basis van zijn ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens gevaarlijk voor de algemene veiligheid van personen moet worden geacht.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 37, 57, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

Beslissing

Het hof:

Verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 1 tenlastegelegde feit.

Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.

Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.

Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan zoals hierboven in de rubriek bewezenverklaarde omschreven.

Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.

Verklaart dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.

Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.

Verklaart de verdachte voor het onder 2 en 3 subsidiair bewezenverklaarde evenwel niet strafbaar en ontslaat de verdachte terzake van alle rechtsvervolging.

Gelast dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van 1 (één) jaar.

Dit arrest is gewezen door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Veldhuisen, mr. H.W.J. de Groot en mr. R.P.P. Hoekstra, in tegenwoordigheid van mr. B.R. Koenders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 februari 2009.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature