Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

In de onderhavige zaak gaat het om leges voor het inblazen van glasvezel in bestaande buizen. De heffingsambtenaar heeft eiseres daarvoor een bedrag in rekening gebracht dat is gebaseerd op een basisbedrag vermeerderd met een bedrag per meter sleuf, waarbij dat aantal meters sleuf gelijk is gesteld aan het aantal meters glasvezel. De rechtbank acht het onjuist dat eiseres dit aanvullend bedrag in rekening is gebracht per meter kabel nu de verordening bepaalt dat dit aanvullende tarief in rekening gebracht wordt voor werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestrating in of op openbare gemeentegrond. Weliswaar is sprake van werkzaamheden in of op openbare gemeentegrond maar niet, althans niet over de gehele lengte van het glasvezeltraject, in tegel-, klinker- en sierbestrating. Dat is slechts het geval daar waar voorzieningen zijn getroffen voor het plaatsen van zogenoemde handholes, maar dat zijn slechts beperkte werkzaamheden in de bestrating en niet over de gehele lengte van het glasvezeltraject.

Uitspraak



RECHTBANK ROERMOND

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11 / 1063

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2012 in de zaak tussen

[bedrijf], te Utrecht, eiseres

(gemachtigde: mr. L. Daum),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Venray, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 april 2010 is aan eiseres een aanslag leges van € 11.214,55 opgelegd ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet .

Bij besluit van 8 juli 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door eiseres gemaakte bezwaar tegen het besluit van 29 april 2010 ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 april 2012. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Voorts is namens eiseres verschenen

[naam]. Namens verweerder zijn verschenen mr. R.P.M.M. Mols en S. Holtman.

Geschil en beoordeling

1. Eiseres heeft zich ter motivering van haar beroep – kort en zakelijk weergegeven – op het standpunt gesteld dat de hoogte van de leges buitensporig is. Eiseres stelt zich op het standpunt dat, nu het in het onderhavige geval gaat om het leggen van kabels door Eurofiber in een reeds bestaande buis, verweerder geen leges in rekening mag brengen op grond van artikel 6.1.1. van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 (hierna: de Verordening) anders dan die voor het in behandeling nemen van de melding. Ook is dit volgens eiseres in strijd met het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel omdat de legeskosten afhankelijk worden gesteld van de lengte van het tracé. Voorts is eiseres van mening dat er sprake is van overschrijding van de opbrengstlimiet van artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet . Tevens heeft eiseres betoogd dat de leges een verkapte vorm van precarioheffing zijn. Eiseres stelt zich tot slot op het standpunt dat het bedrag van de aanslag verlaagd dient te worden tot een bedrag van € 117,80, zijnde het basisbedrag voor het in behandeling nemen van de onderhavige melding.

2. De rechtbank overweegt als volgt.

3. De bevoegdheid voor verweerder tot het treffen van leges is gebaseerd op artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet . Volgens die bepaling kunnen rechten, zijnde aan te merken als gemeentelijke belastingen, worden geheven ter zake van het genot door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

4. Artikel 229b, eerste lid, van de Gemeentewet bepaalt dat in verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b, worden geheven de tarieven zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake.

5. Bij besluit van 15 december 2009 heeft de raad van de gemeente Venray de Verordening op de heffing en invordering van leges 2010 (hierna te noemen: de Verordening) vastgesteld.

6. Artikel 2 van de Verordening bepaalt dat onder de naam ‘leges’ rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze Verordening en de daarbij behorende Tarieventabel.

7. Ingevolge artikel 3 van de Verordening is de aanvrager van de dienst dan wel degene die ten behoeve van wie de dienst is verleend belastingplichtig.

8. Artikel 5, eerste lid, van de Verordening bepaalt dat de leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze Verordening behorende Tarieventabel.

9. Ingevolge artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet gaat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels, slechts over tot het verrichten van deze werkzaamheden indien deze:

a. het voornemen daartoe schriftelijk heeft gemeld bij burgemeester en wethouders van de gemeente binnen wier grondgebied de uit te voeren werkzaamheden zullen plaatsvinden, en

b. van burgemeester en wethouders instemming heeft verkregen omtrent de plaats, het tijdstip, en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

10. In hoofdstuk 3, rubriek 6, paragraaf 6.1, van de Tarieventabel is bepaald dat het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding als hiervoor genoemd € 117,80 bedraagt.

11. In hoofdstuk 3, rubriek 6, paragraaf 6.1.1, van de Tarieventabel is bepaald dat indien het werkzaamheden betreft in tegel-, klinker- en sierbestrating, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, het onder 10 genoemde tarief per strekkende meter sleuf wordt vermeerderd met € 1,10.

12. De rechtbank overweegt verder als volgt.

13. De aan eiseres opgelegde aanslag is opgebouwd uit € 117,80, zijnde het bedrag voor de vergunning, verhoogd met € 11.000,= (€ 1,10 x 10.000 strekkende meter sleuf ) en € 96,75 euro, zijnde degeneratiekosten behorende bij het instemmingsbesluit. De rechtbank constateert dat tussen partijen niet in geschil is dat een basisbedrag van € 117,80 betaald dient te worden en dat evenmin ter discussie staat dat degeneratiekosten verschuldigd zijn indien er werkzaamheden worden verricht waarvoor die kosten zijn bedoeld. De vraag die partijen verdeeld houdt, is de vraag of verweerder op grond van hoofdstuk 3, rubriek 6, paragraaf 6.1.1, van de Tarieventabel het bedrag van de vergunning mocht verhogen met € 11.000,=, op basis van het aantal strekkende meter sleuf.

14. De rechtbank is vervolgens van oordeel dat in het onderhavige geval weliswaar sprake is van werkzaamheden die plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, echter naar het oordeel van de rechtbank is daarbij, behoudens als het gaat om het treffen van voorzieningen voor het maken/plaatsen van zogenoemde handholes, geen sprake van werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestrating, alsmede gesloten verhardingen als bedoeld in hoofdstuk 3, rubriek 6, paragraaf 6.1.1, van de Tarieventabel als gevolg van het inblazen van de glasvezelkabel. In het onderhavige geval wordt de glasvezelkabel immers ingeblazen in een reeds bestaande buis. Verweerder heeft ook ter zitting erkend dat voor het inblazen van de glasvezelkabel als zodanig geen sleuf gegraven hoeft te worden, omdat sprake is van het gebruik maken van een reeds bestaande buis. Derhalve is naar het oordeel van de rechtbank enkel sprake van werkzaamheden als bedoeld in hoofdstuk 3, rubriek 6, paragraaf 6.1.1, van de Tarieventabel voor zover het gaat om werkzaamheden met betrekking tot het maken/plaatsen van de handholes, nu deze handholes, zijnde een soort van lasverbindingen, op geschikte plaatsen onder de grond worden geplaatst. Over welke lengte daarvoor werkzaamheden nodig zijn, heeft de rechtbank onvoldoende informatie. Het voorgaande geldt ook voor de in rekening gebrachte degeneratiekosten, nu degeneratiekosten kosten zijn voor vermindering voor de algehele kwaliteit alsmede de algehele levensduur van het verhardingsoppervlak als gevolg van graafwerkzaamheden en deze, zo neemt de rechtbank aan, samenhangen met de omvang van de graafwerkzaamheden. Derhalve acht de rechtbank onvoldoende informatie voorhanden om zelf in de zaak te kunnen voorzien. De rechtbank acht het tevens om proceseconomische redenen niet aangewezen daarover nadere informatie bij partijen in te winnen alvorens uitspraak te doen in het tussen partijen bestaande principiële verschil van mening over de berekening van de legeskosten in verband met de in het geding zijnde melding.

15. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond en komt het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking. De overige door eiseres aangevoerde beroepsgronden behoeven derhalve geen bespreking meer. Verweerder wordt voorts opgedragen opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen met inachtneming van deze uitspraak.

16. De rechtbank acht verder termen aanwezig om verweerder op grond van het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), te veroordelen in de proceskosten die eiseres redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met deze procedure, een en ander overeenkomstig de normen van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Voor de in aanmerking te nemen proceshandelingen in beroep worden twee punten toegekend (één punt voor het indienen van het beroepschrift en één punt voor het verschijnen ter zitting) met een waarde van € 437,= per punt.

17. Tevens zal de rechtbank bepalen dat aan eiseres het betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,= dient te worden vergoed.

18. Mitsdien wordt beslist als volgt.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart het beroep gegrond;

vernietigt het bestreden besluit van verweerder van 8 juli 2011;

bepaalt dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;

veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiseres begroot op € 874,= (wegens kosten van rechtsbijstand), te vergoeden aan eiseres;

bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,= volledig vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.H. Machiels, rechter, in aanwezigheid van

mr. M.M.A. Akkers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2012.

w.g. mr. M.M.A. Akkers,

griffier w.g. mr. F.H. Machiels,

rechter

Voor eensluidend afschrift:

de griffier,

Afschrift verzonden aan partijen op: 13 juli 2012

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.

Partijen kunnen ook beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Dit is echter alleen mogelijk indien de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature