Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bedreiging van een portier van café De Nachtwacht in de binnenstad van Breda, ondanks ontkenning door de portier. Daarnaast veroordeling voor beledigingen en bedreigingen van verbalisanten tijdens de aanhouding van verdachte alsmede voor wederspanningheid. Beroep op noodweer, noodweerexces en psychische overmacht afgewezen. Gevangenisstraf van 4 maanden.

Uitspraak



RECHTBANK BREDA

Sector strafrecht

parketnummer: 02/811664-11

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 juli 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum]

wonende te [adres]

raadsman mr. E.M.J. Thomas, advocaat te Breda.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 juni 2012 en 26 juni 2012, waarbij de officier van justitie, mr. Van Delft, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in Breda:

op 13 augustus 2011 twee portiers heeft bedreigd (feit 1) en op 16 september 2011 twee politieagenten heeft bedreigd (feiten 2 en 6), twee agenten heeft beledigd (feiten 3 en 4) en zich heeft verzet bij zijn aanhouding (feit 5).

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle hem verweten feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op het navolgende.

De bedreiging van in ieder geval één portier van café [naam café] zowel in woord als door het tonen van een vuurwapen maar niet in vereniging gepleegd, op grond van de bevindingen van de verbalisant [naam verbalisanten 1, 2 en 3) de deels bekennende verklaring van verdachte en de verklaring van [naam persoon 1].

De bedreigingen, beledigingen en het verzet bij zijn aanhouding, allemaal gepleegd op 16 september 2011, acht de officier van justitie bewezen op grond van de bevindingen van de betrokken agenten, de beelden van de beveiligingscamera’s ter plaatse en de deels bekennende verklaring van verdachte.

4.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat ten aanzien van de bedreigingen bij café [naam café] de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Met betrekking tot de gebeurtenissen op 16 september 2011 bepleit de verdediging om, gezien de door het optreden van de politie veroorzaakte gemoedstoestand, verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging. De raadsman wijst daarbij op het navolgende.

De portier van café [naam café] heeft ten overstaan van de rechter-commissaris ontkend dat hij door verdachte werd bedreigd. Ook in het vervolgens opgestarte onderzoek naar mogelijk gepleegde meineed was die portier duidelijk en waren zijn verklaringen standvastig. Daarnaast kunnen bij de betrouwbaarheid van de bevindingen van de agenten, alsook de verklaring van[naam persoon 1] de nodige vraagtekens worden geplaatst en mogen de camerabeelden, die overigens geen bewijs van bedreiging tonen, niet aan het bewijs meewerken. In ieder geval is er geen sprake van het tonen van een vuurwapen, aldus de raadsman.

Op 16 september 2011 heeft verdachte zich niet verzet tegen zijn aanhouding. Desondanks werd hij in een nekklem genomen. Nadat hem de handboeien waren omgedaan, werd een nekslagader dichtgedrukt en daar heeft hij zich tegen verzet. Daardoor is sprake van psychische overmacht, dan wel noodweer of noodweerexces en dient verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

Feit 1

[naam verbalisant 1] heeft verklaard dat hij op 12 augustus 2011 was belast met de horecadienst en met zijn collega [naam verbalisant 2] door het uitgaansgebied in de Bredase binnenstad liep. Hij hoorde dat een portier van café [naam café] door het lint ging. Het was rond middernacht. Hij hoorde de portier zeggen dat hij al dertig jaar aan de deur stond en nog nooit zo bedreigd was als nu. De portier was bedreigd door mannen van de motorclub Satudarah (hierna ook: de MC). De portier zei tegen verbalisant dat hij door met name een man die zich [voornaam verdachte] noemde met de dood bedreigd was omdat hij de groep motorrijders aan de deur geweigerd had. Die [voornaam verdachte] had tegen de portier gezegd dat hij de man was en dat hij hem kapot zou maken. De portier zei verbalisant voorts dat de man had gezegd dat hij de groep binnen moest laten en hem anders af zou maken. De portier was erg boos, aldus de verbalisant, omdat hij zijn stem verhief, zijn armen druk bewoog en onrustig op en neer liep. Verbalisant hoorde de portier zeggen dat hij zich niet op deze manier liet bedreigen en dat hem dit nog nooit was overkomen.

Verbalisant [naam verbalisant 2] heeft verklaard dat hij op 13 augustus 2011 met verbalisant [naam verbalisant 1] toezicht hield in het horecagebied te Breda. Toen zij langs café [naam café] liepen, zag hij een portier geheel uit zijn dak gaan en hoorde hij de portier zeggen dat hij zojuist één van de leden van de MC had geweigerd en dat hij daarop door één van deze personen werd bedreigd. Verbalisant [naam verbalisant 2] hoorde de portier zeggen dat de man zei dat hij de portier kapot zou maken.

Hij hoorde de portier ook zeggen dat de man hem had gezegd dat niemand de Satudarah weigerde en dat zij ten koste van alles naar binnen gingen. Verbalisant zag dat dit emotioneel heel wat met de portier deed.

Verbalisant [naam verbalisant 3] heeft verklaard dat zij in de nacht van 12 op 13 augustus 2011 surveilleerde in het horecagebied van Breda. Bij café [naam café] ging een portier helemaal los. Zij zag dat de portier erg boos werd en met zijn armen ging zwaaien. Verbalisant [naam verbalisant 3] hoorde de portier zeggen: “jullie lafaards, als de Satudarah er zijn, zijn jullie nergens te bekennen. Als jullie bang zijn moeten jullie het gewoon zeggen.”

[naam persoon 1] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij die nacht werkzaam was in onder meer café [naam café] en dat na het bezoek van de MC-leden aan de deur van het café de portiers boos waren en dat zij door die groep bedreigd waren.

De betreffende portier, [naam portier 1], heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in de nacht van 12 op 13 augustus 2011 als portier werkte bij café [naam café] te Breda. Er kwamen leden van de MC aan zijn deur en hij heeft met een man, waarvan hij later begreep dat deze [voornaam verdachte] heette, een gesprek gehad omdat de MC-leden niet het café binnen mochten.

Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij die nacht bij de portier van café [naam café] verhaal is gaan halen omdat daar eerder die week een lid van de MC de toegang was geweigerd. Er was van beide kanten een woordenwisseling. Hij was dronken en weet dat hij ver kan gaan in zijn dronkenschap en druk kan overkomen.

De rechtbank acht op grond hiervan wettig bewezen dat verdachte portier [naam portier 1] heeft bedreigd met de dood.

[naam portier 2], de andere portier, is hieromtrent niet gehoord en ook uit andere bewijsmiddelen blijkt niet dat deze is bedreigd. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de bedreiging van voornoemde [naam portier 2].

De rechtbank acht evenmin bewijs voorhanden voor een bedreiging in vereniging. Dat verdachte onderdeel uitmaakte van een grotere groep, die zich in de onmiddellijke nabijheid bevond, maakt dit niet anders. Niet kan worden bewezen dat deze groep in strafrechtelijke zin heeft bijgedragen aan de geuite bedreiging door hun aanwezigheid of anderszins. Hierbij heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen dat de portier slechts spreekt over een gesprek met verdachte en volgens verbalisant [naam verbalisant 2] portier [naam portier 1] hem zei dat hij door één van de groepsleden was bedreigd.

Van dat deel van de tenlastelegging zal verdachte daarom worden vrijgesproken.

Dan ligt aan de rechtbank de vraag voor of zij ook de overtuiging heeft gekregen dat verdachte de portier heeft bedreigd.

Deze heeft immers nooit een verklaring bij de politie willen afleggen en heeft bij de rechter-commissaris ontkend dat er sprake was van een bedreiging. Volgens [naam portier 1] was hij alleen enorm boos en voelde hij zich niet gesteund door zijn baas. Om die reden is [naam portier 1] voortijdig vertrokken, waardoor café (naam café) vóór de toegestane sluitingstijd de deuren moest sluiten.

De rechtbank acht niet geloofwaardig dat een zeer ervaren portier, zoals [naam portier 1] met 30 jaar ervaring ongetwijfeld is, door een onenigheid met de (nog niet eens ter plekke aanwezige) baas voortijdig zou vertrekken. Hij zou mogelijk aankondigen voortaan niet meer daar aan de deur te willen staan, maar alleen al uit financiële overwegingen zou een portier het meest lucratieve deel van zijn werk, te weten de fooien van het bij sluitingstijd massaal vertrekkende publiek, niet laten schieten voor een onenigheid over het toelatingsbeleid. Dat deze portier desondanks voortijdig vertrok, wetende dat dan het café dicht zou moeten, is veeleer een indicatie dat hij zich inderdaad ernstig bedreigd voelde.

Ook het telefoongesprek dat [naam persoon 1] die nacht voerde met zijn neef [naam neef], lid van Satudarah chapter Tilburg, over “die portier die helemaal bedreigd” was en het gesprek van deze [naam neef] met ene (naam persoon 2) over een ping dat in Breda zojuist “de tering was uitgebroken” , wijst niet op een conflict tussen een portier en zijn baas, maar op een daadwerkelijke bedreiging.

De rechtbank heeft op grond daarvan ook de overtuiging gekregen dat verdachte portier [naam portier 1] heeft bedreigd. Met de verdediging acht de rechtbank het tonen van een vuurwapen niet bewezen, nu dit niet is aangetroffen en verdachte van aanvang af ten stelligste heeft ontkend een (vuur)wapen te hebben gehad of getoond. Evenmin acht de rechtbank de tweede bedreiging, later die nacht, bewezen. Uit het voorliggende dossier en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat verdachte degene is geweest die tegen [naam portier 1] heeft gezegd: “we treffen elkaar wel op jouw sportschool”. Ook van dit onderdeel van de tenlastelegging wordt verdachte vrijgesproken.

Nu de rechtbank de camerabeelden niet voor het bewijs heeft gebruikt, behoeft het verweer van de raadsman dat deze beelden onrechtmatig zijn verkregen en derhalve niet voor het bewijs gebruikt mogen worden, geen bespreking.

De feiten 4, 5 en 6

Verbalisant [naam verbalisant 4] heeft verklaard dat hij op 15 september 2011 op zijn, zoals dat heet, bikers-patrol mountainbike, toezicht hield in het horecagebied van Breda. Omstreeks 02.20 uur stond hij met collega biker [naam verbalisant 5] op de kop van de Haven te Breda en zag hij dat verdachte ruzie had met een man en deze sloeg. [naam verbalisant 4] ging met [naam verbalisant 5] ter plaatse en vroeg wat er aan de hand was. [naam verbalisant 5] vroeg verdachte om zijn legitimatiebewijs, waarop verdachte zei: “Kankerwous, ik laat jou helemaal niets zien!” [naam verbalisant 5] pakte de linkerarm van verdachte vast en zei hem dat hij was aangehouden. Gelet op het brede postuur van verdachte besloot [naam verbalisant 4] om van achteren een gecontroleerde halscontrole toe te passen, waarna zij verdachte de transportboeien om probeerden te doen. Verdachte probeerde daarbij zijn armen uit elkaar te houden, verzette zich hevig en trachtte weg te lopen. Uiteindelijk werd hij naar de achterzijde van de transportbus gebracht. [naam verbalisant 4] fouilleerde verdachte en zei hem, de bus in te stappen, waarop verdachte hem aankeek en zei: “Jij moet je kankerkop houden, ik sla je kop eraf. Ik sla je kop eraf.”

Verbalisant [naam verbalisant 5] heeft verklaard dat hij met [naam verbalisant 4] op de Haven van Breda zag dat verdachte ruzie had met een andere man. Hij zag dat verdachte de andere man een klap in het gelaat gaf. Verbalisant [naam verbalisant 5] vroeg verdachte wat er aan de hand was, waarop verdachte tegen hem zei: “Ik zeg helemaal niets tegen jou kankerwous”. Hierop heeft hij verdachte aangehouden. Verdachte bleef doorgaan met beledigingen en [naam verbalisant 5] hoorde hem in de richting van collega [naam verbalisant 4] zeggen dat hij zijn kop van zijn romp zou slaan.

Namens verbalisant [naam verbalisant 7] verklaarde [naam verbalisant 6] dat [naam verbalisant 7] samen met verbalisant [naam verbalisant 8] door de meldkamer werd verzocht te gaan naar het uitgaanscentrum te Breda. [naam verbalisant 7] heeft het politievoertuig waarin hij reed op de Haven geparkeerd. Tussen een ter hoogte van de Spinola geparkeerd politievoertuig en zijn voertuig stonden twee politiebikers. Ter hoogte van de Haven zag hij dat politiebikers een man aanspraken en hij reed met zijn dienstvoertuig daarheen. Ter plaatse zag hij dat de man tijdens zijn aanhouding tegen begon te stribbelen en met zijn armen ging zwaaien. [naam verbalisant 7] zag dat deze man zich agressief begon te gedragen. Uiteindelijk hebben [naam verbalisant 7] en [naam verbalisant 8] de man overgebracht naar het cellencomplex van bureau Mijkenbroek.

Verdachte heeft op de zitting toegegeven dat het goed mogelijk is dat hij in de vroege ochtend van 16 september 2011 bedreigende en beledigende woorden naar de politiebikers heeft geroepen. Nadat de beelden van zijn aanhouding waren getoond, heeft hij verklaard dat hij zich in eerste instantie niet verzette, maar toen hij werd overgebracht naar de achterzijde van de bus hij zich heeft verweerd.

Op de beelden van de beveiligingscamera’s heeft de rechtbank op de zitting gezien dat verdachte door de politie op mountainbikes is aangesproken, bij zijn linkerarm is gegrepen en door de andere agent in een nekklem is gegrepen. Verdachte heeft zich eerst verzet, maar dat verzet daarna gestaakt. Kort daarna heeft verdachte zich bij het overbrengen naar de achterzijde van de transportbus hevig verzet.

De rechtbank acht op grond hiervan wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in functie zijnde agenten heeft beledigd en zich heeft verzet tegen zijn aanhouding en overbrenging.

Het door de verdediging aangevoerde disproportionele politieoptreden is de rechtbank, met name uit de op de zitting bekeken camerabeelden, niet gebleken. Evenmin stroken die beelden met de geopperde mogelijkheid dat er sprake geweest zou kunnen zijn van het naar de keel grijpen en vasthouden door een van de betrokken politiemensen. Integendeel. Verdachte gedroeg zich tijdens een drukke uitgaansavond recalcitrant en werd daarop rechtmatig door de politie aangesproken. Zoals iedere andere burger hoort verdachte dan gewoon mee te werken. Dat hij mogelijk onder invloed van alcohol was maakt dit niet anders.

De feiten 2 en 3

Namens verbalisant [naam verbalisant 7] is aangifte gedaan van belediging en bedreiging, gepleegd op 16 september 2011 te Breda. Nadat verdachte was overgebracht naar het politiebureau, heeft [naam verbalisant 7] in de sluis op bureau Mijkenbroek te Breda verdachte gevraagd of hij mee wilde werken, waarop hij hoorde dat verdachte tegen hem riep “kankermongool, kankerhomo”. Vervolgens heeft [naam verbalisant 7] verdachte mede overgebracht naar zijn cel. Toen verdachte voorover op het bed werd weggezet, riep hij: “neuk me maar in mijn kont, kankerhomo, kale kankerhomo”. Toen verdachte werd ontdaan van zijn boeien keek hij hem aan en hoorde [naam verbalisant 7] hem roepen: “Jij bent mijn project, ik maak jou kapot, ik zweer het je”.

Verdachte keek hem daarbij agressief aan en wees naar hem. Vervolgens zag hij dat verdachte naar de muur van de cel liep en een aantal harde klappen met zijn hoofd tegen de muur gaf. [naam verbalisant 7] zag vervolgens dat verdachte zich weer tot hem richtte en zich vervolgens met zijn beide gebalde vuisten met kracht tegen zijn kaak sloeg. Verdachte bleef hem daarbij strak in de ogen aankijken en zei hem: "ik maak je kapot, ik ben hier de man, jij bent een homo. Ik pak jou en ik pak je familie. Van jou maak ik mijn project. Ik heb genoeg geld om jou van kant te laten maken, dat zweer ik op mijn vrouw en kinderen, vieze vuile kankerhomo".

Verbalisant [naam verbalisant 8] heeft gerelateerd dat zij verdachte in het cellencomplex aan de Mijkenbroek tegen collega [naam verbalisant 7] hoorde zeggen dat hij een homo was. Zij hoorde dat [verdachte] zijn woede richtte tegen [naam verbalisant 7] en naar [naam verbalisant 7] riep: “Homo, vuile kankerhomo”. Ook schreeuwde hij op een agressieve manier: “Ik pak je en je gezin, jij wordt mijn project, daar heb ik geld voor over, dat zweer ik op mijn kinderen. Ik heb honderd miljoen. Homo, jij kankerhomo”.

Verdachte heeft de belediging en bedreiging van verbalisant [naam verbalisant 7] ter terechtzitting van 19 juni 2012 bekend.

Op grond hiervan acht de rechtbank ook deze feiten wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank acht in navolging van de officier van justitie en de verdediging niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte politieambtenaar [naam verbalisant 7] heeft bedreigd met zware mishandeling door het geven van kopstoten naar/in diens richting, zodat zij verdachte in zoverre zal vrijspreken van het onder 2 tenlastegelegde.

De verdediging heeft ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6 betoogd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens noodweer/-exces dan wel psychisch overmacht.

De rechtbank stelt voorop dat overmatig alcoholgebruik geen rechtvaardigheidsgrond is om een politieambtenaar te beledigen en ernstig te bedreigen. Evenmin kan, nu het politie-optreden naar het oordeel van de rechtbank rechtmatig was, verdachte een beroep doen op noodweer of noodweerexces.

Dat er sprake zou zijn van psychisch overmacht, acht de rechtbank evenmin aannemelijk geworden. Niet is gebleken van een van buiten komende drang waartegen weerstand van verdachte redelijkerwijs niet kon worden gevergd.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ziet de rechtbank geen noodzaak tot het horen van de door de raadsman - subsidiair - gevraagde getuigen.

4.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

1.

op 13 augustus 2011 te Breda, [naam portier 1] (op dat moment werkzaam als portier bij horecagelegenheid [naam café]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is verdachte opzettelijk dreigend:

naar de ingang van (naam café), alwaar voormelde [naam portier 1] zich bevond, gelopen en heeft verdachte gezegd/geroepen - zakelijk weergegeven - :

- "ik ben de man" en

- "ik maak je kapot" en

- "niemand weigert de Satudarah" en

- dat hij geen mensen van de Satudarah meer mocht weigeren en

- "wij gaan ten koste van alles naar binnen"’;

2.

op 16 september 2011 te Breda [naam verbalisant 7], ambtenaar van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend

- die [naam verbalisant 7] recht aangekeken en (daarbij) [naam verbalisant 7] dreigend de woorden toegevoegd: "Jij bent mijn project, ik maak jou kapot, ik zweer het je", en

(nadat hij naar de muur van een politiecel was gelopen) zichzelf een paar harde kopstoten tegen de muur van die cel gegeven en

- (vervolgens) die [naam verbalisant 7] wederom recht aangekeken en zichzelf met gebalde vuisten tegen het gezicht geslagen en (daarbij) die [naam verbalisant 7] strak en intimiderend in de ogen blijven aankijken en

- (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd: "ik maak je kapot en ik ben hier de man, jij bent een homo en ik pak jou en ik pak je familie en van jou maak ik mijn project en ik heb genoeg geld om jou van kant te laten maken, dat zweer ik op mijn vrouw en kinderen, vieze vuile kankerhomo";

3.

op 16 september 2011 te Breda

opzettelijk beledigend een ambtenaar van politie, te weten [naam verbalisant 7], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankermongool" en "kankerhomo" en "kale kankerhomo" en "vieze vuile kankerhomo";

4.

op 16 september 2011 te Breda

opzettelijk beledigend een ambtenaar van politie, te weten [naam verbalisant 5], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "ik zeg helemaal niets tegen jou kankerwous", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking;

5.

op 16 september 2011 te Breda

toen de aldaar dienstdoende opsporingsambtenaren [naam verbalisant 4] en [naam verbalisant 5] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 267 van het Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, hadden aangehouden en vastgegrepen, teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau/cellencomplex gelegen aan de Mijkenbroek te Breda, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig weg te lopen en door met kracht zijn armen van elkaar weg te houden zodat die opsporingsambtenaren hem de transportboeien niet om konden doen;

6.

op 16 september 2011 te Breda

[naam verbalisant 4], ambtenaar van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte meermalen, opzettelijk voornoemde [naam verbalisant 4] dreigend de woorden toegevoegd :"ik sla je kop eraf", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

Voorzover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of omissies voorkomen, heeft de rechtbank deze verbeterd. De verdachte is hierdoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.

5 De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

De rechtbank verwijst naar hetgeen zij onder 4.3 heeft overwogen met betrekking tot het beroep van de verdediging op noodweer(exces) en psychisch overmacht.

6 De strafoplegging

6.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van

6 maanden.

6.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft, verwijzend naar de achteraf onterechte enorme media-aandacht, verzocht verdachte niet terug de cel in te sturen en te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf of een werkstraf.

6.3 Het oordeel van de rechtbank

Verdachte heeft een portier van een café in de Bredase binnenstad met de dood bedreigd. Het hoeft geen betoog dat portiers met de regelmaat van de klok met agressieve klanten te maken hebben en dus het nodige gewend zijn. Deze bedreiging was echter zodanig dat een portier, die al 30 jaar dit werk deed, onmiddellijk vertrok en ook nooit meer in Breda werkzaam heeft willen zijn.

Nog geen vijf weken later gedroeg verdachte zich, wederom in het Bredase uitgaansgebied, dermate agressief dat de politie genoodzaakt was in te grijpen. In plaats van gewoon mee te werken, zoals het iedere burger betaamt, verzette verdachte zich hevig, beledigde en bedreigde de betrokken agenten en had het politiekorps de grootste moeite om hun werk te doen. De bedreiging door verdachte heeft ertoe geleid dat politieambtenaar [naam verbalisant 7] gedurende een aantal maanden in de Ziektewet is beland, zich onder psychische behandeling heeft moeten stellen en zijn gezin en woning moesten worden beveiligd.

Er is sprake van twee forse geweldsincidenten binnen nagenoeg een maand, beide gepleegd in een druk uitgaanscentrum. Dit heeft voor grote gevoelens van onveiligheid gezorgd en had bovendien tot nog veel grotere escalaties kunnen leiden.

Voor de zaak van verdachte en zijn medeverdachten is veel aandacht geweest in de media. Voor de rechtbank speelt bij de bepaling van de hoogte van de straf de door de media aan deze zaak gegeven aandacht geen rol. Niet in positieve en ook niet in negatieve zin.

Verdachte had zich overigens bewust kunnen zijn van het risico van negatieve media-aandacht op het moment dat hij de confrontatie zoekt terwijl hij en zijn medeverdachten duidelijk zichtbaar als MC door het Bredase uitgaansleven flaneren. Te meer nu dit plaatsvond in de tijd dat er veel aandacht was voor het besluit van de gemeente om de jaarlijkse Harleydag in die maand geen doorgang te laten vinden, welk besluit volgens de media mede ingegeven was door vermeende gedragingen van de MC van verdachte.

Bovendien is het niet zo dat het Openbaar Ministerie de aandacht van de media zocht, maar is dat veeleer het geval geweest aan de zijde van de verdediging van verdachte.

Verdachte heeft 16 dagen in voorarrest doorgebracht, waarna deze is geschorst. Hij is in het verleden vaker voor geweldsgerelateerde delicten met justitie in aanraking geweest, maar deze dateren uit een ver verleden en de rechtbank houdt daarmee geen rekening.

Een planmatige bedreiging tegen een portier, terwijl verdachte nota bene zelf jarenlang als zodanig werkzaam is geweest, dient naar het oordeel van de rechtbank te leiden tot een gevangenisstraf van 2 maanden.

Een vergelijkbare straf wordt in de regel opgelegd voor deze ernstige vormen van verzet, belediging en bedreiging van politieagenten, zoals in dit geval bewezen is verklaard.

De rechtbank acht de feiten te ernstig om deze af te doen met een werkstraf of een voorwaardelijke straf. Zij zal verdachte daarom een gevangenisstraf opleggen van 4 maanden. De rechtbank legt een lagere straf op dan de officier van justitie heeft geëist, omdat zij het door verdachte tonen van een wapen aan portier [naam portier 1] onder feit 1 niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.4 De teruggave aan verdachte

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien die voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

7 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 57, 180, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht , zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

8 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feit 1: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

feit 2: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

feit 3: Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een

ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;

feit 4: Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een

ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;

feit 5: Wederspannigheid;

feit 6: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden;

- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;

- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;

Beslag

- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:

1 1.00 STK Mobiele telefoon

NOKIA C301

2 1.00 STK Mobiele telefoon

NOKIA C101

65 864 1.00 STK Mobiele telefoon Kl:zilverkl.

NOKIA SIN: AAEG2766NL

01D24, douche ruimte begane vloer

624364 1.00 STK Computer Kl:grijs

TARGA sin: aaeg2768nl

02A01, slaapkamer a 2e verdieping

624373 1.00 STK Computer Kl:zwart

ACER SIN: AAEG2793NL

02A02, slaapkamer a 2e verdieping bureau

624417 1.00 STK Videorecorder

SAMSUNG

03C03, zolder c 03

624422 1.00 STK Mobiele telefoon Kl:roze

BLACKBERRY SIN: AAEG2784NL

02C04, slaapkamer 2c

624424 1.00 STK Fototoestel

SAMSUNG SIN: AAEG2770NL

02C05 slaapkamer 2c

624428 1.00 STK Fototoestel

CANON SIN: AAEG2772NL

02C06, slaapkamer 2c

624431 1.00 STK Computertoebehoren

usb-stick SIN: AAEG2785NL

02C07, slaapkamer 2c

624435 1.00 STK Kleding Kl:zwart

02A08, slaapkamer a2, voorzien van satudarah

624438 1.00 STK Computer Kl:roze

notebook AAEG2789NL

02C09, slaapkamer 2c

624471 10.00 STK Medicijn

SIN: AAEG2927NL

SIN: AAEG2928NL buisjes + onbekende gele vlo

624526 1.00 STK Mobiele telefoon

SIN: AAEG2791NL

01C11.02, keuken hoek aanrecht

624530 1.00 STK Mobiele telefoon

SIN: AAEG2787NL

01C11.01

624532 1.00 STK Fototoestel

SIN: AAEG2788NL

01C11.03, keuken, hoek aanrecht

624535 1.00 STK Fototoestel

SIN: AAEG2786NL

01C11.04 kueken, hoek aanrecht

624558 1.00 STK Fototoestel

SIN:AAEG2786NL

01C11.05, keuken hoek aanrecht

624565 Geld Euro's

01C12, EUR 10.490,= keukenkast boven aanrech

624572 1.00 STK Armband

01C13, keukenkast, armband met oorsier

624572 1.00 STK Horloge

01C13, keukenkast, horloge

624572 1.00 STK Ring

SIERAAD

01C13,keukenkast, witkleurige ring

624572 1.00 DS Doos

01C13, keukenkast, doosje

624580 5.00 STK Brief

01C14,keukenlade, handgesch.briefjes

624590 1.00 STK Cd-Rom

01L15, in kastje hal, cd

624590 1.00 STK Ring

01L15, in kastje hal, ring (smc)

624590 1.00 STK Harddisk

01L15, in kastje hal, harddisk

624590 1.00 STK Brief

01L15, in kastje hal, div. brieven

624594 10.00 STK Briefpost

01C16, keukentafel, diverse brieven en kladb

624606 1.00 STK Computer

HP notebook SIN: AAEG2782NL

01C17, keukentafel

624617 5.00 STK Kleding

01D18, douche, div.soorten

624626 1.00 STK Mobiele telefoon

SIN: AAEG2765

01D19, doucheruimte

624628 1.00 STK Computer Kl:grijs

ACER portable SIN: AAEG2790NL

01F20, begane grond ruimte onder trap

624631 1.00 STK Kleding

01F21, ruimte achter de trap, 1 fictief

624634 1.00 STK Kleding

01B21, woonkamer, hesje opschr. Satudarah,

624643 1.00 STK Computer

ACER notebook SIN:AAEG2794NL

01F23, tegen de wand achter de trap

624649 1.00 STK Kleding

04A25, klpd breda, 1 fictief

624690 1.00 STK Tas Kl:rood

04C26,inhoud vermoedelijk medicijnen

624693 1.00 STK Kleding

bijgebouw, groene tas inh: diverse kleding.

Dit vonnis is gewezen door mr. Kok, voorzitter, mr. De Weert en mr. Schotanus, rechters, in tegenwoordigheid van Mertens, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 juli 2012. Mr. De Weert is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

1.

(ZD 01)

hij op of omstreeks 13 augustus 2011, in elk geval in de nacht van 12 op 13 augustus 2011 te Breda, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, [naam portier 2] en/of [naam portier 1] (beiden op dat moment werkzaam als portier bij horecagelegenheid [naam café]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend:

- met meerdere personen (gegroepeerd) naar de ingang van (naam café), alwaar voormelde [naam portier 2] en/of [naam portier 1] zich bevonden, gelopen en/of

- de in- en/of uitgang van (naam café) geblokkeerd en/of

- die [naam portier 2] en/of [naam portier 1] ingesloten en/of klemgezet en/of zich opgedrongen tegen voormelde [naam portier 2] en/of [naam portier 1] en/of

- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond aan die [naam portier 2] en/of [naam portier 1] en/of

- die [naam portier 2] en/of [naam portier 1] bij het hoofd vastgepakt en vastgehouden en/of

(daarbij) gezegd/geroepen - zakelijk weergegeven - :

- "ik ben de man" en/of

- "ik maak je kapot" en/of

- "niemand weigert de Satudarah" en/of

- dat hij/zij geen mensen van de Satudarah meer mochten weigeren en/of

- "wij gaan ten koste van alles naar binnen" en/of

- "het komt wel goed wel" en/of

- "we treffen elkaar wel op jouw sportschool"

althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;

2.

(ZD 19)

hij op of omstreeks 16 september 2011 te Breda [naam verbalisant 7], ambtenaar van politie, meermalen, althans eenmaal heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend

- zogeheten kopstoten gegeven naar en/of in de richting van die [naam verbalisant 7] en/of

- die [naam verbalisant 7] recht en/of agressief en/of indringend aangekeken en/of (daarbij) [naam verbalisant 7] dreigend de woorden toegevoegd: "Jij bent mijn project, ik maak jou kapot, ik zweer het je", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of

- (nadat hij naar de muur van een politiecel was gelopen) zichzelf een paar harde kopstoten tegen de muur van die cel gegeven en/of

- (vervolgens) die [naam verbalisant 7] wederom recht en/of agressief en/of indringend aangekeken en/of zichzelf met gebalde vuist(en) met grote kracht tegen het gezicht geslagen/gestompt en/of (daarbij) die [naam verbalisant 7] strak en intimiderend in de ogen blijven aankijken en/of

- en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd: "ik maak je kapot en/of ik ben hier de man, jij bent een homo en/of ik pak jou en ik pak je familie en/of van jou maak ik mijn project en/of ik heb genoeg geld om jou van kant te laten maken, dat zweer ik op mijn vrouw en kinderen, vieze vuile kankerhomo",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

3.

(ZD 19)

hij op of omstreeks 16 september 2011 te Breda

opzettelijk beledigend een ambtenaar van politie, te weten [naam verbalisant 7], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankermongool" en/of "kankerhomo" en/of "kale kankerhomo" en/of "vieze vuile kankerhomo",

althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

4.

hij op of omstreeks 16 september 2011 te Breda

opzettelijk beledigend een ambtenaar van politie, te weten [naam verbalisant 5], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "ik zeg helemaal niets tegen jou kankerwous",

althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

5.

hij op of omstreeks 16 september 2011 te Breda

toen de aldaar dienstdoende opsporingsambtenaren [naam verbalisant 4] en/of [naam verbalisant 5] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 267 van het wetboek van strafvordering, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau/ cellencomplex gelegen aan de Mijkenbroek te Breda,

zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig weg te lopen en/of te rukken en/of te trekken in een andere richting dan waar die [naam verbalisant 4] en [naam verbalisant 5] hem trachtten te geleiden en/of door met kracht zijn polsen en/of armen van elkaar weg te houden/duwen zodat die opsporingsambtena(a)r(en) hem de transportboeien niet om konden doen;

6.

(ter berechting gevoegd parketnummer 02/211687-11)

hij op of omstreeks 16 september 2011 te Breda

[naam verbalisant 4], ambtenaar van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal opzettelijk voornoemde [naam verbalisant 4] dreigend de woorden toegevoegd :"ik sla je kop eraf",

althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature