Uitspraak
Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 220516 / HA ZA 11-1314
Vonnis van 27 juni 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TO CONCEPT B.V.,
gevestigd te Dongen,
eiseres,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
de naamloze vennootschap
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. J.R. Meelker te Amersfoort.
Partijen zullen hierna To Concept en VGZ worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 december 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 8 maart 2012
- de akte van To Concept
- de antwoordakte, tevens uitlating producties van VGZ.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. To Concept heeft een assurantieconcept ontwikkeld, genoemd DonAid, waarbij goededoelenorganisaties een percentage verkrijgen van de provisie die deelnemers aan DonAid genereren bij het sluiten van collectieve zorgverzekeringen.
2.2. Op 2 november 2006 is tussen To Concept en de Nederlandse Hartstichting (hierna: NHS) een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarbij To Concept als facilitaire tussenpersoon en aanbieder van VGZ-verzekeringen is gaan optreden. Daarbij is overeengekomen dat 90% van de door To Concept van VGZ te ontvangen provisies voor aangebrachte zorgverzekeringen ten goede komt aan NHS, alsmede dat de directe werkzaamheden als assurantietussenpersoon voortvloeiend uit deze overeenkomst door To Concept zullen worden verricht en/of gecoördineerd. De overeenkomst is aangegaan voor de periode van 1 november 2006 tot 1 januari 2009.
2.3. Op 16 november 2006 is tussen To Concept als tussenpersoon en VGZ een assurantiebemiddelingsovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd.
De overeenkomst luidt onder meer als volgt:
Artikel 1 Algemeen
1. Portefeuille: de door de tussenpersoon gevormde kring van relaties ter zake waarvan hij krachtens de WFD rechten heeft jegens VGZ;
2. Portefeuillerecht: de voor de overdracht vatbare rechten van de tussenpersoon uit hoofde van de portefeuille;
3. Provisie: de door VGZ aan de tussenpersoon verschuldigde jaarlijkse beloning voor door hem verleende bemiddeling. Deze bedraagt 2% over de totale premie (basis en aanvullende verzekering)
4. Tussenpersoon: de in de aanhef van deze overeenkomst genoemde rechtspersoon, die bemiddelt ten behoeve van VGZ in de zin van de Wet Financiële Dienstverlening en waaraan een vergunning is verleend.
Artikel 2 Verplichting van VGZ
Het contact tussen VGZ en verzekeringnemers en/of verzekerden geschiedt door tussenkomst van de tussenpersoon, behoudens ingeval partijen hiervan in onderling overleg afwijken.
(…)
VGZ zal iedere verzekeringnemer en/of verzekerde vallende onder de portefeuille van de tussenpersoon administreren onder een collectiviteitsnummer.
Artikel 3 Verplichting van de tussenpersoon
(...)
Tevens zal de tussenpersoon VGZ duidelijk en herkenbaar vermelden op haar verschillende websites.
2.4. De verzekeringnemers/verzekerden die To Concept onder de NHS in het kader van Donaid voor VGZ heeft verworven, zijn ondergebracht in een collectiviteit die bij VGZ was geregistreerd onder nummer 106077 (hierna: de collectiviteit). Deze collectiviteit bestaat nog steeds.
2.5. VGZ heeft aan To Concept over de jaren 2006 tot en met 2008 de provisie over de collectiviteit voldaan.
2.6. Bij e-mail van 25 november 2008 heeft To Concept aan VGZ het volgende bericht:
(...)
Kun je de collectiviteit van de NHS aanpassen naar DonAid.nl (de collectiviteit is immers van ons) en ons alle relevante informatie doen toekomen. Daarnaast zien wij graag een afrekening van de provisie over 2008.
De collectiviteit kun je prolongeren op basis van de naam DonAid.nl. In de bijlage vind je de overenekomst tussen VGZ en to Concept. Graag zien wij deze als zodanig ook uitgevoerd.
(...)
2.7. De samenwerkingsovereenkomst tussen NHS en To Concept is na ommekomst van de termijn niet verlengd. NHS heeft aansluitend rechtstreeks met VGZ gecontracteerd.
2.8. Bij brief van 19 oktober 2009 heeft (de rechtsbijstandverzekeraar van) To Concept aan VGZ, onder verwijzing naar haar e-mail van 25 november 2008, onder meer geschreven:
(…)
Ondanks diverse telefonische contacten, bent u tot op heden in gebreke gebleven tot omzetting van de collectiviteit over te gaan. Ook de gevraagde gegevens zijn niet aangeleverd. Tenslotte heeft cliënte tot op heden geen voorschotprovisies 2009 over deze collectiviteit van u ontvangen.
(…)
Namens cliënte verzoek ik u dan ook binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief:
(a) cliënte de NAW-gegevens van deze collectiviteit ter beschikking te stellen.
(b) cliënte schriftelijk te bevestigen dat deze collectiviteit geprolongeerd wordt onder “Donaid.nl”.
(c) over te gaan tot betaling aan cliënte van voorschotprovisies 2009 over deze collectiviteit.
(…)
2.9. Bij brief van 3 maart 2009 (de rechtbank begrijpt: 2010) heeft VGZ To Concept verzocht om mee te werken aan een voor beide partijen bevredigende oplossing en heeft zij bij weigering daarvan To Concept in gebreke gesteld en nakoming gevorderd van de verplichtingen uit de overeenkomst binnen twee weken. Voorts heeft zij daarbij aangekondigd de overeenkomst te zullen ontbinden indien VGZ hieraan geen gehoor geeft.
2.10. Bij brief van 12 april 2010 heeft VGZ de assurantiebemiddelingsovereenkomst met To Concept buitengerechtelijk ontbonden.
3. Het geschil
3.1. To Concept vordert – samengevat – VGZ te veroordelen:
I) tot nakoming van de tussen partijen op 16 november 2006 gesloten assurantiebemiddelingsovereenkomst en betaling van de verschuldigde provisies, vermeerderd met de wettelijke rente;
II) tot verstrekking van de NAW-gegevens van de DonAid-collectiviteit (collectiviteitnummer 106077) telkens per 31 december over de jaren 2008, 2009 en 2010, op straffe van een dwangsom;
III) tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 3.200,00;
IV) in de proceskosten.
3.2. To Concept legt aan haar vordering ten grondslag, samengevat, dat de op basis van de samenwerkingsovereenkomst gevormde kring van verzekeringnemers/verzekerden een portefeuille vormt in de zin van de assurantiebemiddelingsovereenkomst, op grond waarvan To Concept krachtens de Wet financiële dienstverlening (WFD) rechten jegens VGZ kan ontlenen, waaronder het recht op provisie. Volgens To Concept is na beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst met NHS de hieruit gevormde collectiviteit blijven bestaan en heeft To Concept daarom (ook) vanaf 2009 aanspraak op uitbetaling van provisie over deze collectiviteit, zoals overeengekomen in de assurantiebemiddelingsovereenkomst. Daarnaast maakt To Concept aanspraak op de NAW-gegevens van de DonAid-verzekerden, zodat zij deze verzekerden kan benaderen en haar recht op provisie kan vaststellen. To Concept stelt dat VGZ vanaf 2009 in gebreke is gebleven haar deze gegevens te verstrekken.
Behalve de assurantiebemiddelingsovereenkomst legt To Concept ook de artikelen 4:102 en 4:103 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) aan haar vorderingen ten grondslag.
Omdat VGZ zelf is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de assurantiebemiddelingsovereenkomst, heeft To Concept eind 2009 haar verplichting tot de vermelding van het VGZ-logo op haar website opgeschort. Deze opschorting rechtvaardigt geen ontbinding van de assurantiebemiddelingsovereenkomst door VGZ, aldus To Concept.
3.3. VGZ voert verweer.
3.4. De rechtbank zal hierna – voor zover nodig – nader ingaan op de stellingen van partijen.
4. De beoordeling
4.1. De kern van het geschil is of VGZ, zoals zij stelt, de assurantiebemiddelingsovereenkomst tussen haar en To Concept terecht heeft ontbonden.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van één van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.2. In haar brief aan To Concept van 3 maart 2010 (zie onder 2.9) heeft VGZ als reden voor de ontbinding aangevoerd dat To Concept niet als (traditionele) bemiddelaar is opgetreden, terwijl To Concept daartoe op grond van de assurantiebemiddelingsovereenkomst wel was gehouden. Deze stelling van VGZ snijdt hout. Blijkens artikel 1:1 Wft bestaat de bemiddelingsrol in dit geval uit “alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een verzekering tussen een cliënt en een verzekeraar of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering”. To Concept stelt weliswaar dat zij die bemiddelingsrol daadwerkelijk heeft vervuld totdat zij eind 2009 haar verplichtingen opschortte, maar tegenover de uitdrukkelijke betwisting door VGZ heeft To Concept haar standpunt op geen enkele wijze onderbouwd. To Concept heeft zelf immers ter comparitie uiteengezet dat de aanmelding voor de verzekering verliep via een digitaal aanmeldingsformulier op de website van DonAid. Zodra een klant dat formulier invulde, gingen de gegevens rechtstreeks naar VGZ. To Concept had daardoor geen zicht op of gegevens van de klanten die zich aanmeldden. Zonder die gegevens kan dus ook geen sprake zijn van het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering. Het had op de weg van To Concept gelegen om aan te geven welke werkzaamheden zij specifiek wél verrichtte als assurantietussenpersoon. Dit heeft To Concept niet gedaan.
4.3. VGZ voert in bovengenoemde brief daarnaast als reden voor de ontbinding aan dat To Concept in strijd met de assurantiebemiddelingsovereenkomst VGZ niet op haar websites promoot. To Concept stelt daartegenover dat VGZ is tekortgeschoten in de nakoming van de assurantiebemiddelingsovereenkomst door in strijd met die overeenkomst op de website van VGZ geen melding te maken van de samenwerking met de NHS. Volgens To Concept is zij daardoor gefrustreerd in haar mogelijkheden om meer verzekerden voor VGZ te verwerven. To Concept voert aan dat zij op grond van deze tekortkoming van VGZ haar verplichting tot het vermelden van het VGZ-logo op haar website heeft opgeschort en dat deze opschorting de ontbinding van de assurantiebemiddelingsovereenkomst door VGZ niet rechtvaardigt.
4.4. De rechtbank verwerpt dit standpunt van To Concept. De omstandigheid dat VGZ op haar website geen melding maakte van de samenwerking met de NHS doet er immers niet aan af dat To Concept, zoals onder 4.2 is overwogen, haar traditionele bemiddelingsrol niet heeft vervuld. Bovendien is niet gebleken dat To Concept VGZ er ooit op heeft aangesproken dat zij de samenwerking met de NHS niet op haar website vermeldde.
4.5. Gezien het voorgaande is To Concept tekortgeschoten in de nakoming van de assurantiebemiddelingsovereenkomst. Gelet op de brief van 3 maart 2010 verkeerde To Concept ter zake in verzuim. De tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding. VGZ heeft de overeenkomst dan ook terecht ontbonden.
4.6. De ontbinding van de assurantiebemiddelingsovereenkomst leidt tot ongedaanmakingsverplichtingen (artikel 6:271 BW). De aard van de prestatie van To Concept sluit echter uit dat zij ongedaan wordt gemaakt. Immers, voor zover gedurende de samenwerking tussen To Concept en VGZ verzekeringsovereenkomsten tot stand zijn gekomen, kunnen die niet worden teruggedraaid. Artikel 6:272 BW bepaalt dat in dat geval voor de prestatie een vergoeding in de plaats treedt ten belope van haar waarde op het tijdstip van de ontvangst. Naar het oordeel van de rechtbank moet die vergoeding in dit geval worden gelijkgesteld aan de hoogte van de provisie die VGZ aan To Concept heeft uitgekeerd. Dat betekent dat To Concept geen aanspraak heeft op méér provisie dan zij al van VGZ heeft ontvangen.
4.7. De conclusie luidt dat de vordering onder I) moet worden afgewezen. De vorderingen onder II) en III) delen dat lot.
4.8. Hetgeen partijen meer of anders hebben aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel en blijft daarom buiten bespreking.
4.9. To Concept wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De kosten aan de zijde van VGZ worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 560,00
- salaris advocaat 1.130,00 (2,5 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.690,00
4.10. De door VGZ gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als in het dictum vermeld.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt To Concept in de proceskosten, aan de zijde van VGZ tot op heden begroot op € 1.690,00,
5.3. veroordeelt To Concept in de nakosten indien en voor zover To Concept in gebreke blijft om binnen veertien dagen na dit vonnis over te gaan tot voldoening van hetgeen waartoe To Concept bij dit vonnis is veroordeeld, waarbij deze nakosten worden begroot op € 131,00 zonder betekening en op € 199,00 met betekening van het vonnis,
5.4. verklaart de beslissingen onder 5.2 en 5.3 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2012.
Coll.: JC