Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 13 oktober 2010 hebben provinciale staten de luchthavenregeling voor de luchthaven Voorhout, gevestigd aan de 1e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen, vastgesteld.

Uitspraak



201100030/1/R1.

Datum uitspraak: 13 juni 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

het college van burgemeester en wethouders van Teylingen,

appellant,

en

provinciale staten van Zuid-Holland,

verweerders.

1. Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2010 hebben provinciale staten de luchthavenregeling voor de luchthaven Voorhout, gevestigd aan de 1e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen, vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 december 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 26 januari 2011.

Provinciale staten hebben een verweerschrift ingediend.

Provinciale staten hebben een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 februari 2012, waar het college, vertegenwoordigd door mr. E.J.M. Rietveld en ing . J. van Kampen, beiden werkzaam bij de gemeente, en provinciale staten, vertegenwoordigd door mr. S. Eekhout en C.J.A. Boogerd MSc, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord [eigenaar] van de luchthaven.

2. Overwegingen

2.1. De luchthavenregeling heeft betrekking op de luchthaven bestaande uit een grasbaan gelegen aan de 1e Elsgeesterweg te Voorhout, met afmetingen van ongeveer 150 m x 150 m, onderdeel uitmakend van een weiland. De luchthaven zal worden gebruikt voor gemotoriseerd schermvliegen. De luchthaven is reeds in gebruik op grond van een op 14 oktober 2009 door de minister van Verkeer en Waterstaat (thans: de minister van Infrastructuur en Milieu) verleende ontheffing ingevolge artikel 14 van de Luchtvaartwet .

2.2. Voor zover het college in het beroepschrift heeft verwezen naar de inhoud van zijn zienswijze, is het volgende van belang. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze en op de zienswijzen die het college in zijn zienswijze heeft herhaald en ingelast. Het college heeft in het beroepschrift noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijzen in het bestreden besluit onjuist zou zijn. In dit verband is van belang dat provinciale staten in het bestreden besluit, in reactie op ingediende zienswijzen, hebben aangegeven dat gelet op de ligging van de luchthaven in de nabijheid van een - in de Provinciale Structuurvisie als zodanig aangeduid - belangrijk weidevogelgebied is besloten met het oog op het zoveel mogelijk beperken van hinder in de overwinterings- en broedperiode te bepalen dat alleen in de periode tussen 1 juni en 31 oktober van de luchthaven gebruik mag worden gemaakt.

2.3. Het college stelt dat in het besluit geen rekening is gehouden met het feit dat het bestemmingsplan "Trappenberg-Kloosterschuur" in voorbereiding is. Door de luchthavenregeling worden de plannen voor uitbreiding van de glastuinbouw in het gebied geblokkeerd. Het had gezien die plannen voor de hand gelegen een bepaalde geldigheidsduur aan de luchthavenregeling te verbinden, aldus het college.

2.3.1. Provinciale staten stellen zich op het standpunt dat het ontwerpbestemmingsplan "Trappenberg-Kloosterschuur" voorziet in een herontwikkeling van het gebied Trappenberg-Kloosterschuur in verband met de beoogde realisatie van een kassencomplex. Alsdan is er volgens provinciale staten waarschijnlijk geen plaats meer voor luchtvaart aan de 1e Elsgeesterweg. In de toelichting behorende bij de luchthavenregeling is voorts vermeld dat provinciale staten de luchthavenregeling naar verwachting zullen intrekken, zodra met die plannen een aanvang wordt genomen. Gelet hierop hebben provinciale staten bij de vaststelling van de luchthavenregeling voldoende rekening gehouden met het ontwerpbestemmingsplan "Trappenberg-Kloosterschuur". Er bestaat voorts geen grond voor het oordeel dat provinciale staten gelet op dit ontwerpbestemmingsplan de geldigheidsduur van de luchthavenregeling hadden moeten beperken. In dit kader is van belang dat de vaststelling van het bestemmingsplan alsmede de inhoud daarvan onzekere toekomstige gebeurtenis betroffen ten tijde van de vaststelling van de luchthavenregeling.

2.4. In hetgeen het college heeft aangevoerd wordt geen aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond.

2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. E. Helder en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.

w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Kooten-Vroegindeweij

voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2012

490.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature