Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 16 september 2010 heeft de Belastingsdienst het aan [appellant] toegekende voorschot kinderopvangtoeslag 2007 gewijzigd en vastgesteld op € 2286,00.

Uitspraak



201107989/1/A2.

Datum uitspraak: 30 mei 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Alphen aan den Rijn,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 1 juni 2011 in zaak nr. 10/7776 in het geding tussen:

[appellant]

en

Belastingdienst/Toeslagen.

1. Procesverloop

Bij besluit van 16 september 2010 heeft de Belastingsdienst het aan [appellant] toegekende voorschot kinderopvangtoeslag 2007 gewijzigd en vastgesteld op € 2286,00.

Bij brief van 17 september 2010 heeft de Belastingdienst opnieuw medegedeeld dat het aan [appellant] toegekende voorschot kinderopvangtoeslag van 2007 is gewijzigd en vastgesteld op € 2286,00.

Bij besluit van 18 mei 2011 heeft de Belastingdienst het bezwaar van [appellant] gedeeltelijk gegrond verklaard en de ingangsdatum voor de kinderopvangtoeslag 2007 bepaald op 18 september 2007.

Bij mondelinge uitspraak van 1 juni 2011, waarvan het proces-verbaal is verzonden op 10 juni 2011, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 17 september 2010 vernietigd en de Belastingdienst opgedragen een nieuwe voorschotbeschikking kinderopvangtoeslag voor het berekeningsjaar 2007 af te geven met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 juli 2011, hoger beroep ingesteld.

[appellant] heeft nadere stukken ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 mei 2012, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. A. Sarioglu, advocaat te Amsterdam, is verschenen.

2. Overwegingen

2.1. De Afdeling stelt ambtshalve vast het primaire besluit is genomen op 16 september 2010, en het bezwaarschrift tegen deze beslissing is ingediend op 25 oktober 2010. De brief van de Belastingdienst van 17 september 2010, die dezelfde strekking heeft als het besluit van 16 september 2010, kan derhalve, anders dan in die brief is vermeld, niet de beslissing zijn op het tegen dat besluit ingediende bezwaarschrift. Nu ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht eerst bezwaar moet worden gemaakt, alvorens beroep bij een administratieve rechter kan worden ingesteld, had de rechtbank het beroep tegen de brief van 17 september 2010 niet-ontvankelijk moeten verklaren. Nu [appellant] al een bezwaarschrift had ingediend tegen het besluit van 16 september 2010, had de rechtbank voorts doorzending van het beroep naar de Belastingdienst ter behandeling als bezwaarschrift achterwege kunnen laten.

2.2. De Afdeling stelt voorts ambtshalve vast dat het besluit dat de Belastingdienst op 18 mei 2011 heeft genomen het eerste besluit op het tegen het besluit van 16 september 2010 gemaakte bezwaar betreft. In het besluit is ten onrechte vermeld dat dit een gewijzigd besluit op bezwaar betreft. Nu het besluit van 18 mei 2011 is genomen en op dezelfde dag bij de rechtbank is ingekomen, derhalve voordat de rechtbank uitspraak heeft gedaan, had de rechtbank moeten vaststellen dat het bij de rechtbank ingestelde beroep mede was gericht tegen dit besluit. Aangezien de rechtbank in de overwegingen van de aangevallen uitspraak een oordeel heeft gegeven over de rechtsvraag die ook in het besluit van 18 mei 2011 is beantwoord en [appellant] in hoger beroep dat oordeel heeft betwist, ziet de Afdeling, met het oog op de finale beslechting van het geschil, aanleiding om over de in hoger beroep aangevoerde gronden een inhoudelijk oordeel te geven en te bezien welke gevolgen dit oordeel heeft voor het besluit van 18 mei 2011.

2.3. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst de ingangsdatum van de kinderopvangtoeslag 2007 heeft vastgesteld op 18 september 2007.

2.3.1. Ingevolge artikel 1a, eerste lid, van de Wet kinderopvan g (hierna: de Wko), zoals deze wet luidde ten tijde hier van belang, is op deze wet de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: de Awir), met uitzondering van artikel 49, van toepassing.

Ingevolge artikel 5, eerste lid, voor zover hier van belang, heeft een ouder aanspraak op een kinderopvangtoeslag in de door hem of zijn partner te betalen kosten jegens het Rijk, indien het betreft gastouderopvang die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.

Ingevolge artikel 52 geschiedt kinderopvan g op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder.

Ingevolge artikel 14, eerste lid, van de Awir wordt een tegemoetkoming op aanvraag toegekend door de Belastingdienst.

Ingevolge artikel 16, eerste lid, verleent, indien de tegemoetkoming naar verwachting niet binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag zal worden toegekend, de Belastingdienst de belanghebbende een voorschot tot het bedrag waarop de tegemoetkoming vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Ingevolge het vierde lid kan de Belastingdienst het voorschot herzien.

Ingevolge artikel 18, eerste lid, verstrekken een belanghebbende, een partner en een medebewoner de Belastingdienst desgevraagd alle gegevens en inlichtingen die voor de beoordeling van de aanspraak op of de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming van belang kunnen zijn.

2.3.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (o.a. de uitspraak van 27 juli 2011 in zaak nr. 201100797/1/H2) bestaat geen recht op een voorschot kinderopvangtoeslag indien geen sprake is van een overeenkomst als bedoeld in artikel 52 van de Wko die de basis vormt voor de kinderopvang. Dit betekent, gelezen in samenhang met artikel 18, eerste lid, van de Awir , dat degene die stelt recht te hebben op een voorschot kinderopvangtoeslag dat aan de hand van een schriftelijke overeenkomst met de houder moet aantonen.

[appellant] heeft in hoger beroep een ongedateerde overeenkomst met het gastouderbureau Dar el Hanan te Gorinchem overgelegd. Deze kan niet als bewijs dienen, nu daaruit niet blijkt vanaf welke datum de kinderopvang geschiedt op basis van een met het gastouderbureau afgesloten schriftelijke overeenkomst. De rechtbank heeft om die reden met juistheid geoordeeld dat de Belastingdienst voor de bepaling van de ingangsdatum terecht aansluiting heeft gezocht bij de datum waarop de kinderopvangtoeslag is aangevraagd.

Het betoog faalt.

2.4. [appellant] betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat voor vergoeding van de kosten in bezwaar geen aanleiding bestaat, nu niet is gebleken van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

2.4.1. Het betoog slaagt. Bij brief van 27 oktober 2010 heeft mr. A. Sarioglu namens [appellant] bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 16 september 2011. Nu bij het besluit van 18 mei 2011 gedeeltelijk aan dit bezwaar tegemoet is gekomen, had de Belastingdienst moeten overgaan tot vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten.

2.5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het bij de rechtbank ingestelde beroep tegen de brief van 17 september 2010 niet-ontvankelijk verklaren en het beroep tegen het besluit van 18 mei 2011 gegrond verklaren. Dit besluit dient te worden vernietigd, voor zover daarbij geen vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten is toegekend. De Afdeling zal in de zaak voorzien door alsnog deze vergoeding van de kosten toe te kennen. De Afdeling zal bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 18 mei 2011, voor zover dit is vernietigd.

2.6. De Belastingdienst dient op de hierna aangegeven wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 1 juni 2011 in zaak nr. 10/7776;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk voor zover het is gericht tegen de brief van de Belastingdienst van 17 september 2010, kenmerk 2047.66.412.T.07.0.401;

IV. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep, voor zover dit is gericht tegen het besluit van 18 mei 2011, kenmerk 2047.66.412, gegrond;

V. vernietigt het onder IV genoemde besluit, voor zover daarbij geen vergoeding is toegekend van de in bezwaar gemaakte kosten;

VI. bepaalt dat aan [appellant] een vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten wordt toegekend tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VII. bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;

VIII. veroordeelt de Belastingdienst/Toeslagen tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.529,50 (zegge: vijftienhonderdnegenentwintig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

IX. gelast dat de Belastingdienst/Toeslagen aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 227,00 (zegge: tweehonderdzevenentwintig euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van staat.

w.g. Van Altena w.g. Lodder

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2012

17.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature