Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk (uitspraak medeverdachte onder LJN BW5047).

Uitspraak



RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer: 06/950632-11 (BVH-nr. 2011134645 afgesplitst op 21 februari 2012)

Uitspraak d.d.: 6 maart 2012

Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte A],

geboren op [1966 te plaats] (Duitsland),

thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Doetinchem, te Doetinchem.

Raadsman: mr. E.A.C. Sandberg, advocaat te Vorden.

Onderzoek van de zaak

De zaak met bovenstaand parketnummer is inhoudelijk behandeld op de openbare terechtzitting van 21 februari 2012. Op deze zitting is feit 7 uit de dagvaarding afgesplitst overeenkomstig artikel 285, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:

1.

(zaak 2)

hij op of omstreeks 9 juni 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan

de [adres 1] heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk HTC) en/of een

portemonnee met inhoud (ID-kaart en/of rijbewijs en/of geld en/of bankpassen)

en/of één of meer andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele

toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan

aan verdachte;

ALTHANS, dat

hij in of omstreeks de periode 9 juni 2011 tot en met 7 november 2011 in Gaanderen, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon (merk HTC) en/of een portemonnee met inhoud (id-kaart en/of rijbewijs en/of geld en/of bankpassen) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon en/of die portemonnee wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

2.

(zaak 3)

hij in of omstreeks 23 tot en met 27 juli 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen op het

perceel [adres 2]) heeft weggenomen een of meerdere (gouden) sierra(a)d(en) en/of een televisie (merk Grundig) een of een lade gevuld met centen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

ALTHANS, dat

hij in of omstreeks 23 juli tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente

Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere (gouden) sierra(a)d(en) en/of een televisie (merk Grundig) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat sierra(a)d(en) en/of die televisie wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

3.

(zaak 4)

hij in of omstreeks de periode 23 tot en met 24 augustus 2011 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kapsalon (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen een of meerdere tondeuse(s) en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het openbreken van een of meerdere ra(a)m(en));

ALTHANS, dat

hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 augustus tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere tondeuse(s) en/of een mobiele telefoon heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die tondeuse(s) en/of die mobiele telefoon wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

4.

(zaak 5)

hij in of omstreeks de periode van 04 tot en met 06 september 2011 te Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen op het perceel [adres 4]) heeft weggenomen een of meerdere sierra(a)d(en) en/of horloge(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het vernielen van een van de kelderramen);

ALTHANS, dat

hij op een of meerdere tijstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 september tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een horloge (merk Prisma) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat horloge wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

5.

(zaak 6)

hij in of omstreeks de periode van 27 tot en met 29 augustus 2011 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen op het perceel [adres 5]) heeft weggenomen een of meerdere hengel(s) en/of mobiele telefoon(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan

[slachtoffer F] en/of [slachtoffer G], in elk geval aan een ander of anderen

dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het verwijderen van het badkamerraam en/of het (vervolgens) naar

binnen klimmen door het geopende badkamerraam);

ALTHANS, dat

hij op een of meerdere tijstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 augustus tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere mobiele telefoon(s) en/of een of meerdere hengel(s) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die telefoon(s) en/of die hengel(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

6.

(zaak 7)

hij op of omstreeks 01 augustus 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk

geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen op het perceel [adres 6]) heeft weggenomen een kluis en/of een digitale camera (merk Medion) en/of een laptop en/of een horloge en/of een of meerdere sierra(a)d(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer H] en/of [slachtoffer I], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn

mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het ingooien van een ruit en/of het forceren van de tuindeuren aan de achterzijde van de woning);

ALTHANS, dat

hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een digitale camera (merk Medion) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die camera wist(en), althans redelijker wijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen

goed(eren) betrof;

Taal- en/of schrijffouten

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek

Sinds begin 2011 is er binnen het district Achterhoek sprake van een groot aantal woninginbraken. Hierop is een projectplan geschreven. Er is in diverse gevallen sprake van seriematigheid van woninginbraken, die aan één of meerdere daders zouden kunnen worden toegeschreven.

Op 14 september 2011 werd van de afdeling CIE een proces-verbaal ontvangen inhoudende de informatie dat [medeverdachte B] woninginbraken pleegt in Doetinchem en omgeving.

Uit onderzoek van de politie is, mede naar aanleiding van een aangifte van insluiping in een woning aan de [adres 1 te plaats], naar voren gekomen dat er sprake is van een nauwe relatie tussen de verdachte en [medeverdachte B].

Op 8 november 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woningen van medeverdachte [medeverdachte B] en verdachte aan de [locatie], inclusief de nummers [adres 8] en [adres 9], te [plaats] en zijn diverse goederen in beslag genomen. Diezelfde dag zijn de verdachte en zijn medeverdachte aangehouden en in verzekering gesteld.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair (diefstal), 2 subsidiair (schuldheling), 3 primair (gekwalificeerde diefstal), 4 subsidiair (schuldheling), 5 subsidiair (schuldheling) en 6 subsidiair (schuldheling) tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht en opgesomd.

Standpunt van de verdachte / de verdediging

De raadsman heeft - kort gezegd - aangevoerd dat de verdachte van de hem onder 1, 2, 4 primair, 5 primair en 6 primair tenlastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken. Voor wat betreft de onder 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair tenlastegelegde schuldheling zijn voldoende bewijsmiddelen voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen.

Beoordeling door de rechtbank

Vrijspraak

De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat op grond van de zich in het dossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting, onvoldoende wettig en overtuigend is komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem onder 1 primair tenlastegelegde diefstal, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Anders dan de officier van justitie heeft betoogd, kan niet worden vastgesteld dat verdachte reeds 20 minuten na de insluiping in de woning in het bezit was van de mobiele telefoon van aangever. Aangever heeft direct na ontdekking zijn mobiele nummer gebeld. Er werd opgenomen door een onbekend persoon die niets zei. Daaruit kan niet worden afgeleid dat verdachte degene moet zijn geweest die de telefoon heeft opgenomen. Evenmin kan uit het feit dat aangever, zoals hij heeft verklaard, 20 minuten na de insluiping door een mobiel nummer, waarvan later is ontdekt dat dat nummer op naam van (het klussenbedrijf van) verdachte staat, op zijn vaste telefoon werd gebeld of uit het feit dat aangever dat nummer vervolgens heeft teruggebeld waarna ene "[naam]" uit [plaats] opnam, worden afgeleid dat verdachte de gestolen mobiele telefoon reeds toen in zijn bezit had. Andere bewijsmiddelen waaruit zou moeten blijken dat verdachte de hem tenlastegelegde diefstal heeft gepleegd, bevinden zich niet in het dossier.

Naar het oordeel van de rechtbank is evenmin wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken, overeenkomstig de vordering van de officier van justitie.

Feit 1 subsidiair

Op 9 juni 2011 heeft [slachtoffer A] aangifte gedaan van diefstal door middel van insluiping in zijn woning aan de [adres 1 te plaats], gemeente Doetinchem. Daarbij is onder andere zijn mobiele telefoon, een HTC, weggenomen.2 Aangever heeft verklaard dat ongeveer twintig minuten na de insluiping de huistelefoon over ging en op het scherm het nummer 06-[nummer] verscheen.3 De politie heeft genoemd nummer in het politiesysteem gecontroleerd, waaruit bleek dat het aan de verdachte toebehoorde.4

De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de simkaart met telefoonnummer

06-[nummer] van hem is en dat hij de telefoon van een collega heeft gekregen.5 Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij op 9 juni 2011 een mobiele telefoon van het merk HTC van zijn medeverdachte [medeverdachte B] heeft gekregen, deze enige tijd in zijn bezit heeft gehad, daarmee heeft gebeld en de telefoon vervolgens heeft teruggegeven.6

De verdediging heeft betoogd dat verdachte de telefoon slechts heel kort voorhanden heeft gehad, in welk geval geen sprake is van heling. Dit betoog wordt gepasseerd. Reeds uit het enkele feit dat verdachte met de telefoon heeft gebeld, volgt dat hij een zodanige feitelijke zeggenschap over de telefoon had dat hij die in de zin van artikel 417bis Wetboek van Strafrecht voorhanden had.

Feit 2 subsidiair

[slachtoffer B] heeft aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan de [adres 2 te plaats]. Bedoelde inbraak heeft plaatsgevonden in de periode van 23 juli 2011 tot en met 27 juli 2011. Daarbij zijn verschillende sieraden weggenomen.7 Door een verbalisant is een onderzoek ingesteld naar de herkomst van enkele sieraden die bij de doorzoeking op 8 november 2011 in het perceel [adres 9] (de rechtbank begrijpt: de woning van de verdachte) te [plaats] werden aangetroffen en die vermoedelijk van diefstal afkomstig waren. Een aantal sieraden werd herkend door de bewoner(s) van de [adres 2 te plaats].8 De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [medeverdachte B] de sieraden in zijn kamer heeft gelegd. Verdachte heeft over de herkomst van de goederen geen vragen gesteld en de sieraden in zijn kamer laten liggen.9

Feit 3 primair

Op 24 augustus 2011 heeft [slachtoffer C] aangifte gedaan van inbraak in zijn kapsalon gelegen aan de [adres 3] te [plaats]. De ramen van het kantoor van de kapsalon waren opengebroken en een mobiele telefoon en meerdere tondeuses zijn weggenomen.10 11 Op 10 november 2011 is in de woning gelegen aan de [adres 8 te plaats] (de rechtbank begrijpt: de woning van verdachte) een tondeuse in beslag genomen.12

De verdachte heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte B] aan de achterkant van de kapsalon in [plaats] is geweest. [medeverdachte B] is toen op het dak geklommen. Op een gegeven moment riep [medeverdachte B] hem en is hij de trap opgelopen en heeft goederen van hem aangepakt. Dit waren een aantal tondeuses en een mobiele telefoon.13 Ter terechtzitting heeft de verdachte deze gang van zaken bevestigd en heeft hij verklaard dat [medeverdachte B] en hij de goederen verdeeld hebben.14

Feit 4 subsidiair

[slachtoffer D] heeft op 13 september 2011 aangifte gedaan van woninginbraak op 6 september 2011 in haar woning aan de [adres 4 te plaats].15 Haar echtgenoot

[slachtoffer E] heeft tegenover de politie verklaard dat hij in de Gelderlander had gelezen dat er goederen waren aangetroffen die van diefstal afkomstig waren, welke goederen op de site van de politie werden getoond. Het horloge met de verfspetters, dat tijdens de doorzoeking op 8 november 2011 in het perceel [adres 9 te plaats] (de rechtbank begrijpt: de woning van de verdachte) in beslag werd genomen, herkende [slachtoffer E] als het zijne.16 De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij het horloge, afgebeeld op pagina 455 van het dossier, van [medeverdachte B] heeft gekregen. Hij weet niet hoe [medeverdachte B] aan het horloge is gekomen en hij heeft daar ook niet naar gevraagd. Bedoeld horloge lag op zijn kamer.17 Verdachte heeft zijn verklaring ter terechtzitting bevestigd.18

Feit 5 subsidiair

Op 29 augustus 2011 heeft [slachtoffer F] namens zichzelf en [slachtoffer G] aangifte gedaan van inbraak in een woning aan de [adres 5] te [plaats], welke inbraak tussen 27 augustus 2011 en 29 augustus 2011 moet hebben plaatsgevonden.19 De politie heeft tijdens de doorzoeking op 8 november 2011 in het perceel [adres 9 te plaats] (de rechtbank begrijpt: de woning van de verdachte) een mobiele telefoon in beslag genomen van het merk Motorola welke bij een inbraak aan de [adres 5] te [plaats] gestolen moest zijn. [naam], die destijds samenwoonde met haar vriend [slachtoffer F], heeft de telefoon herkend als haar eigendom.20 De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de mobiele telefoon van het merk Motorola van [medeverdachte B] heeft gekregen en niet heeft gevraagd hoe deze aan die telefoon is gekomen. 21

Feit 6 subsidiair

[slachtoffer H] heeft aangifte gedaan van inbraak in een woning aan de [adres 6 te plaats] op 1 augustus 2011.22 Op 8 november 2011 vond er in het perceel [adres 9 te plaats] (de rechtbank begrijpt: de woning van de verdachte) een doorzoeking plaats waarbij een camcorder van het merk Medion in beslag is genomen. Bij het zien van de fotoafdrukken afkomstig van de camera herkende de verbalisant de toegangsdeur als zijnde die van de [adres 6 te plaats].23 [slachtoffer H] heeft de Medion camcorder op 16 november 2011 herkend als de hare.24 De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de Medion camcorder op zijn kamer lag en dat hij die van [medeverdachte B] had gekregen. Ook heeft de verdachte verklaard dat hij de camcorder heeft gebruikt voor het maken van opnamen. 25

Conclusie

De rechtbank is op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden - in onderling verband en samenhang bezien - van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan één gekwalificeerde diefstal en een vijftal schuldhelingen.

De rechtbank merkt voor wat betreft de bewezenverklaarde schuldhelingen op dat de verdachte door het aannemen van bedoelde goederen van [medeverdachte B], zonder daarbij na te gaan hoe [medeverdachte B] aan deze goederen was gekomen, aanmerkelijk onvoorzichtig geweest. Het ging hier immers om mobiele telefoons, sieraden, een horloge en een camcorder, zaken die in het algemeen niet zomaar worden weggegeven.

Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

1 subsidiair:

hij in de periode 9 juni 2011 tot en met 7 november 2011 in Gaanderen, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon (merk HTC) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

2 subsidiair:

hij in of omstreeks 23 juli tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, sieraden voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die sieraden redelijkerwijs moest vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;

3 primair:

(zaak 4)

hij in de periode 23 tot en met 24 augustus 2011 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kapsalon (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen meerdere tondeuses en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer C], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak (het openbreken van ramen);

4 subsidiair:

hij in of omstreeks de periode van 04 september tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, een horloge (merk Prisma) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat horloge redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

5 subsidiair:

hij in of omstreeks de periode van 27 augustus tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die telefoon redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

6 subsidiair:

hij in of omstreeks de periode van 01 augustus tot en met 08 november 2011 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, een digitale camera (merk Medion) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die camera redelijker wijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:

Ten aanzien van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en

6 subsidiair bewezenverklaarde:

telkens: Schuldheling.

Ten aanzien van het 3 primair bewezenverklaarde:

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de reclassering, zolang als die instelling dat nodig acht, ook als dat inhoudt: een dagbesteding bij Stichting Eigen Bedreivigheid te Doetinchem.

De raadsman heeft verzocht aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de reeds ondergane voorlopige hechtenis, eventueel in combinatie met een taakstraf in de vorm van een werkstraf.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een gekwalificeerde diefstal. Aldus heeft de verdachte de benadeelde overlast en financiële schade bezorgd. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een vijftal schuldhelingen. Door heling van gestolen goederen blijft het criminele circuit in stand en wordt overlast en financiële schade bij de benadeelde veroorzaakt.

Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 10 november 2011 is de verdachte eerder veroordeeld voor het plegen van (andersoortige) strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.

Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsadvies van 23 januari 2012.

Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de in (enigszins) vergelijkbare gevallen opgelegde straffen, alsmede met de Oriëntatiepunten van het LOVS.

De rechtbank is - alles overwegend - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur in combinatie met de na te noemen bijzondere voorwaarden, als door de reclassering in voormeld rapport geadviseerd, een passende en geboden reactie vormt.

Vorderingen tot schadevergoeding

De benadeelde partij [slachtoffer D] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van in totaal € 2.152,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.

Voorts heeft de benadeelde partij [slachtoffer A] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 150,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaringen van de benadeelde partijen in hun vordering.

De vorderingen zijn door en namens de verdachte betwist.

De benadeelde partij [slachtoffer D] moet niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu het weggenomen horloge reeds is geretourneerd en de overige gevorderde schade wegens verlies van sieraden niet het rechtstreekse gevolg is van het bewezenverklaarde feit.

De benadeelde partij [slachtoffer A] moet niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, nu de gevorderde schade niet het rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit, schuldheling van een mobiele telefoon.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14 a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 310, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:

* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 4 primair,

5 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;

* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 primair,

4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan;

* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:

Ten aanzien van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en

6 subsidiair bewezenverklaarde:

telkens: Schuldheling.

Ten aanzien van het 3 primair bewezenverklaarde:

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

* verklaart verdachte strafbaar;

* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden;

* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;

* stelt als bijzondere voorwaarden:

- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door Iriszorg te Doetinchem of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die door of namens de leiding van de reclassering of die andere instelling zullen worden gegeven;

- dat veroordeelde zich in contact zal stellen met de Stichting Eigen Bedreivigheid te Doetinchem en zal meewerken aan het (dag)programma van die stichting;

- dat veroordeelde zich volgens afspraken die met hem gemaakt zullen worden door de toezichthouder, zal melden bij de reclassering voor door de reclassering bepaalde perioden, zo frequent als de reclassering dat gedurende deze perioden nodig acht;

- dat veroordeelde op verzoek van de reclassering ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de onvoorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer D] niet-ontvankelijk in haar vordering;

* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] niet-ontvankelijk in zijn vordering.

Aldus gewezen door mr. Heenk, voorzitter, mr. Kleinrensink en mr. Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Wegter, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 maart 2012.

Voetnoten:

1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0640 2011071399-54, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 11 januari 2012.

2 Proces-verbaal aangifte, p. 92-94

3 Proces-verbaal verhoor aangever, p. 102-104

4 Proces-verbaal van bevindingen, p. 255-256

5 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 276 -277

6 Proces-verbaal terechtzitting 21 februari 2012

7 Proces-verbaal van aangifte, p. 299-301

8 Proces-verbaal van bevindingen, p. 321-323

9 Proces-verbaal terechtzitting 21 februari 2012

10 Proces-verbaal aangifte, p. 379-380

11 Proces-verbaal verhoor aangever, p. 393-394

12 Proces-verbaal van bevindingen, p. 386-387

13 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 418-420

14 Proces-verbaal terechtzitting 21 februari 2012

15 Proces-verbaal aangifte, p. 428-431

16 Proces-verbaal verhoor aangever, p. 443-444

17 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 452-454

18 Proces-verbaal van terechtzitting 21 februari 2012

19 Proces-verbaal aangifte, p. 458-460

20 Proces-verbaal van bevindingen, p. 463

21 Proces-verbaal van terechtzitting 21 februari 2012

22 Proces-verbaal aangifte, p. 520-524

23 Proces-verbaal van bevindingen p. 528-529

24 Proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 534-535

25 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 544-548


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature