Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Arbeidszaak: ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Fouten werknemer. Vertrouwensbreuk. Toekennen vergoeding.

Uitspraak



RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector kanton

Locatie Leeuwarden

zaak-/rolnummer: 381181 \ VZ VERZ 12-29

beschikking van de kantonrechter d.d. 27 maart 2012

inzake

De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

YARDEN UITVAARTFACILITEITEN B.V.,

gevestigd te Almere,

verzoekster,

gemachtigde: mr. S.J. de Jong,

tegen

[verweerder],

wonende te [plaats],

verweerder,

gemachtigde: mr. J.J. Achterveld.

Partijen zullen hierna Yarden en [verweerder] worden genoemd.

Procesverloop

1.1. Yarden heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 februari 2012, verzocht de tussen haar en [verweerder] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW .

1.2. Het verweerschrift van [verweerder] is binnengekomen op 5 maart 2012.

1.3. De griffie heeft op 9 maart 2012 aanvullende producties van Yarden ontvangen.

1.4. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 maart 2012. Partijen hebben hun standpunt ter zitting toegelicht. De gemachtigde van Yarden heeft hierbij gebruik gemaakt van een pleitnotitie. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.

Motivering

De feiten

In deze procedure zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.

2.1. [verweerder], geboren [datum], is sedert 1 juni 1988 in dienst bij (de rechtsvoorgangster van) Yarden, tegen een bruto salaris van € 2.844,00 per maand exclusief vakantiebijslag. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Crematoria van toepassing.

2.2. [verweerder] vervult de functie van Algemeen Assistent op het crematorium te [locatie].

Een Algemeen Assistent bij Yarden verricht werkzaamheden ter voorbereiding van diensten/plechtigheden. Voorts dient hij de dienst te begeleiden en regelt hij het verbrandingsproces zodanig dat dit volgens de wettelijke voorschriften verloopt. De Algemeen Assistent verzorgt verder de asverstrooiing, urnbijzetting en de verkoop van urnen.

2.3. Voor de houder van een crematorium geldt de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging. Deze wet en dit besluit zien onder andere op het kunnen identificeren van een overledene (na verbranding) en de wijze van verwijderen en ruimen -middels verstrooien- van een asbus. Op grond van de artikelen 80 en 81 van de Wet op de lijkbezorging is overtreding van wettelijke bepalingen betreffende voormelde punten strafbaar. Artikel 82 kwalificeert de strafbaar gestelde feiten als overtredingen.

2.4. Yarden heeft protocollen opgesteld om er zorg voor te dragen dat zij aan haar wettelijke verplichtingen als crematorium voldoet. [verweerder] heeft de protocollen gezien en ondertekend.

2.5. Op 20 juni 2008 heeft [A], teamleider van Yarden, met [verweerder] een functioneringsgesprek gevoerd. In het verslag staat onder andere vermeld dat [verweerder] aandacht moet blijven houden voor de protocollen.

2.6. Bij brief van 2 oktober 2008 heeft [A] aan [verweerder] geschreven:

(…)

Op maandag 22 september 2008 heeft uw collega de asbussen voor de afspraken voor de volgende dag klaargezet. Bij controle bleek dat bij een asbus het nummer op het crematiesteentje niet correspondeerde met de sticker op de asbus en de dossiergegevens. Dat is door uw collega diezelfde dag bij mij gemeld. Ik heb hier onderzoek naar gedaan en hieruit bleek dat er twee asbussen zijn verwisseld.

(…)

Uit mijn onderzoek is gebleken dat het protocol "Afhandelen as" en de afgesproken werkwijze in [locatie] op meerdere momenten niet is nagekomen en wel op de volgende onderdelen:

(…)

3.Bij het overstorten van de as van het asblik naar de asbus is het crematiesteentje niet of onvoldoende gecontroleerd met de gegevens op de sticker en de dossiergegevens;

4. Voor het sluiten van een van de asbussen is het crematiesteentje niet of onvoldoende gecontroleerd met de gegevens van het deksel en het dossier. ( Bij het controleren/openen van de als bussen zag ik het steentje niet boven op de as liggen zoals gebruikelijk is. Bij nader onderzoek bleek deze onderin te liggen).

Naar aanleiding van bovenstaande heb ik onderzoek gedaan naar wie, wat op enig moment heeft gedaan en hieruit blijkt dat u bij punt 3 en punt 4 het protocol niet of onvoldoende heeft opgevolgd.

(…)

Indien u zich nogmaals niet houdt aan de Yarden-protocollen m.b.t. asbestemming als ook de andere Yarden-procotollen, zal dit leiden tot een sanctie, waarbij wij schorsen of ontslag niet uitsluiten.

(…)

2.7. Op 5 juni 2009 heeft [A] met [verweerder] een functioneringsgesprek gevoerd.

In het verslag staat wederom vermeld dat [verweerder] aandacht moet blijven houden voor de protocollen.

2.8. Bij brief van 23 april 2010 heeft de locatiemanager van Yarden, [B], aan [verweerder] geschreven:

(…)

Op donderdag 22 april 2010 had u een afspraak met mevrouw (…)voor het afhalen van de as van haar overleden man. Rond circa 10 uur meldt u zich bij mij, om mij persoonlijk te informeren dat het crematienummer niet overeenstemt met het dossier. Als laatste schakel voor de asafgifte heeft u, zoals het protocol aangeeft, de eindverantwoordelijkheid. U had de gegevens van de sticker en het nummer van het crematiesteentje moeten controleren met het dossier alvorens naar de nabestaanden te gaan.

U heeft de nabestaanden in twijfel gebracht over de juistheid van de as van hun dierbare en daarmee de Yarden-organisatie in diskrediet gebracht.

(…)

Deze tweede waarschuwing wordt geregistreerd in uw personeelsdossier onder referentie aan de waarschuwing die u heeft ontvangen naar aanleiding van een vergelijkbare situatie in september 2008

(…)

Indien u zich nogmaals niet houdt aan Yarden-protocollen met betrekking tot asbestemming als ook de andere Yarden-protocollen, zal dit leiden tot een schorsing of ontslag.

(…)

2.9 In 2010 heeft [B] met [verweerder] een functioneringsgesprek gevoerd.

In het verslag staat vermeld:

(...)

Doelstellingen

Stand van zaken (visie medewerker)

[verweerder] vraagt zich af of leidinggevende hem wel vertrouwt. Ik geef hierop aan dat ik niet altijd kan volgen of zaken gedaan zijn. [verweerder] geeft aan dat hij een man is van een woord een woord.

(…)

Stand van zaken (visie leidinggevende)

Uitstraling: [verweerder] is vriendelijk en correct naar onze klanten en nabestaanden.

(…)

[verweerder] moet wel letten om de punten op de i te zetten.

(…)

Controle overledenen: Prima, maar ga niet uit van routine.

(…)

Protocollen (wetgeving kennen): [verweerder] je houden aan protocollen is belangrijk. In de korte periode die wij nu samenwerken hebben wij 2 incidenten gehad. Ga niet uit van routine, maar blijf alert en secuur. (noot ktr: Voor deze zin is door [verweerder] een plusje gezet, voorts is de "2 " door [verweerder] doorgestreept en vervangen door "1")

(…)

IC controle resultaatgebied adm: Verstrooien is een aandachtsgebied, waarover ik duidelijk afspraken wil gaan maken met iedere alg. as.

(…)

Stand van zaken kernwaarden

(visie leidinggevende)

(…)

[verweerder] heeft de neiging fouten af te schuiven naar collega's, communicatie is hierbij een aandachtspunt.

(…)

Professionaliteit tonen: Protocollen (zie hierboven)

(…)

[verweerder] voelt zich voor nabestaanden zeer verantwoordelijk.

(…)

[verweerder] heeft het verslag ondertekend waarbij hij onder zijn handtekening handgeschreven heeft genoteerd: "Heb twijfels over aangekruiste tekst!"

2.10. [B] en [verweerder] hebben in 2010 ook een beoordelingsgesprek gevoerd. [verweerder] heeft, gebaseerd op een oplopende schaal van 1 tot en met 5, als beoordeling een 2 (voldoet gedeeltelijk aan de verwachtingen) gekregen.

2.11. In 2011 heeft [B] met [verweerder] wederom een functioneringsgesprek gevoerd.

In het door [B] opgemaakte verslag staat vermeld:

(…)

Betrokkenheid tonen: [verweerder] is een rustige collega. Voert voor nabestaanden de diensten prima uit.

(…)

Professionaliteit tonen: [verweerder] stelt zich professioneel op naar klanten en nabestaanden. Heeft duidelijk stappen voorwaarts gemaakt na ons beoordelingsgesprek 2010.

(…)

[verweerder] voelt zich voor nabestaanden zeer verantwoordelijk.

(…)

2.12. Bij brief van 30 november 2011 heeft [B] aan [verweerder] en zijn collega's geschreven:

(…)

Zoals jullie eerder van mij hebben vernomen, staan de Yarden-crematoria in Friesland behoorlijk onder druk. (…) we weten dat de concurrentie in de komende jaren alleen maar zal leiden tot een verdere daling van het aantal crematies dat wij in [locatie] zullen hebben. Daarmee zal onze omzet eveneens dalen en worden onze personeelskosten relatief hoger. De enige manier om met deze hogere kosten om te gaan, zal zijn dat we onze personeelsformatie kleiner laten worden, bij voorkeur op vrijwillige basis.

(…)

2.13. Op woensdag 12 januari 2012 is, in strijd met de keuze van de nabestaanden, de as van een overledene verstrooid buiten de aanwezigheid van deze nabestaanden. Het was de taak van [verweerder] en twee collega's om de informatie op de verstrooilijst te vergelijken met het door de nabestaanden ingevulde keuzeformulier. Zowel [verweerder] als zijn collega's hebben de door de administratie onjuist ingevulde verstrooilijst van een paraaf "voor akkoord" voorzien.

2.14. Op 18 januari 2012 heeft op het kantoor van Yarden te [locatie] een bespreking plaatsgevonden tussen [B], [C] (P&O Adviseur van Yarden) en [verweerder]. Het gesprek betrof het incident dat op woensdag 12 januari 2012 had plaatsgevonden.

2.15. Bij brief van 23 januari 2012 heeft [C] aan [verweerder] geschreven:

(…)

Met uw laatste overtreding heeft u getoond zich niet te willen en/of kunnen houden aan strikte werkafspraken. Ondanks uw bekendheid met het belang van een volledige werken conform de geldende protocollen, de herhaalde nadruk hierop en eerdere waarschuwingen (waarbij u tevens is voorgehouden wat het gevolg is van een herhaalde overtreding), heeft u zich voor een derde keer niet gehouden aan de protocollen, in dit geval het (wederom) niet controleren van de verstrooilijst met het keuzeformulier in het dossier. Als gevolg daarvan is de as van de overledene niet overeenkomstig de wensen van de nabestaanden verstrooid. Een fout die niet kan worden hersteld en ernstig afbreuk doet aan de goede naam van Yarden. Ook ditmaal is Yarden niet door u, maar door een derde van de fout op de hoogte gesteld. Ofschoon ook door collega's fouten zijn gemaakt, geldt voor hen (anders dan voor u) dat zij niet in dezelfde mate eerder soortgelijke fouten hebben gemaakt, noch in gelijke mate dienaangaande officiële waarschuwingen hebben ontvangen.

(…)

Yarden streeft naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

(…)

In afwachting van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bent u - zo u tijdens onze bespreking op 18 januari jl. is verteld - op non-actief gesteld.

Tot slot. Na onze bespreking heeft uw echtgenote u op donderdag 19 januari jl. ziek gemeld.

(…)

Van arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 7:629 BW is geen sprake.

(…)

2.16. Op 1 februari 2012 is door [B] een beoordelingsverslag opgemaakt, welk verslag door [verweerder] niet is ondertekend. [verweerder] is met een 1 (voldoet geheel niet aan de verwachtingen) beoordeeld.

2.17. [verweerder] heeft tot op de dag van vandaag geen werkzaamheden voor Yarden meer verricht. Yarden heeft tot op heden het salaris doorbetaald.

Het standpunt van Yarden -samengevat en voor zover van belang-

3.1. Yarden heeft gesteld dat de door [verweerder] gemaakte fouten, gelet op de aard van haar onderneming, een dringende reden opleveren. [verweerder] is bij herhaling gewezen op het belang van secuur werken en het strikt naleven van protocollen. [verweerder] had bovendien tweemaal een schriftelijke waarschuwing ontvangen. Nu [verweerder] voor de derde maal de fout is ingegaan moet worden geconcludeerd dat [verweerder] in ernstige mate de bekwaamheid/geschiktheid mist om zijn functie naar behoren te kunnen uitoefenen. Voor zover het verzoek niet op de primaire grondslag wordt toegewezen stelt Yarden dat zij thans geen enkel vertrouwen meer heeft in [verweerder] als werknemer. De arbeidsovereenkomst moet ontbonden worden zonder toekenning van een vergoeding. In reactie op het na te melden verweer van [verweerder] stelt Yarden dat de twee collega's die net als [verweerder] het formulier niet juist hebben gecontroleerd, anders dan [verweerder], niet eerder soortgelijke fouten hebben gemaakt. Yarden betwist dat er sprake is van onaanvaardbare werkdruk. In dat verband betwist Yarden dat zij gesneden heeft in het personeelsbestand. Zij voert verder aan dat [verweerder] nimmer over werkdruk heeft geklaagd. Voorts wijst zij op de beoordelings- en functioneringsverslagen waaruit blijkt dat [verweerder] geen hinder ondervindt van de bestaande werkdruk. Zij wijst er voorts op dat het ziekteverzuim binnen haar vestiging te [locatie] nog nooit zo laag is geweest.

Het standpunt van [verweerder] -samengevat en voor zover van belang-

4.1. [verweerder] heeft verweer gevoerd. [verweerder] stelt allereerst dat hij ziek is en dat Yarden deze ziekmelding heeft genegeerd. [verweerder] doet een beroep op de reflexwerking van het opzegverbod wegens ziekte.

4.2. [verweerder] stelt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt ter zake het incident in 2008. Zijn taak bestond uit niet meer dan het afgeven van een asbus. Dit was bekend bij de leidinggevende. [verweerder] heeft uiteindelijk de schuld op zich genomen. Het incident in 2010 betreft eveneens een fout van een collega die tijdig door [verweerder] tijdens de controle is ontdekt. Het laatste incident is naar de mening van [verweerder] mede aan Yarden te wijten nu de keuzeformulieren die eind 2011 werden ingevoerd minder overzichtelijk zijn dan de oude keuzelijsten. [verweerder] stelt verder dat de werkdruk steeds hoger werd hetgeen ten koste ging van de nauwkeurigheid. Dit verhoging van de werkdruk werd onder andere veroorzaakt door het snijden in het personeelsbestand om de kosten te drukken. [verweerder] verwijst naar de brief van [B] van 30 november 2011. [verweerder] stelt dat hij de werkdruk meermaals onder de aandacht van zijn leidinggevende heeft gebracht maar dat Yarden hier niets mee heeft gedaan. [verweerder] is de mening toegedaan dat hem niets te verwijten valt en dat het verzoek moet worden afgewezen.

4.3. Voor het geval het verzoek wordt toegewezen, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding conform de kantonrechtersformule met een c-factor 2.

De beoordeling van het geschil

5.1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. [verweerder] heeft gesteld dat hij ziek is, doch niet is gebleken dat het verzoek daarin haar grondslag vindt. Evenmin is gesteld noch gebleken dat [verweerder] als gevolg van ziekte bemoeilijkt is bij het voeren van verweer. Het beroep op de reflexwerking van het opzegverbod wegens ziekte slaagt derhalve niet.

5.2. [verweerder] heeft verzocht, voor zover de arbeidsovereenkomst ontbonden wordt, rekening te houden met de fictieve opzegtermijn. De kantonrechter zal, voor zover zij tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal overgaan, bij de bepaling van de datum van ontbinding of het bepalen van de hoogte van een vergoeding echter geen rekening houden gehouden met de fictieve opzegtermijn van [verweerder]. Het is niet de bedoeling van de wetgever geweest om de gevolgen van het in acht moeten nemen van een fictieve opzegtermijn op de werkgever af te wentelen.

5.3. Yarden heeft de primaire en subsidiaire grondslag van haar verzoek gegrond op de incidenten in 2008, 2010 en 2012.

5.4. Het incident in 2008 betreft -samengevat- de verwisseling van asbussen waarbij aan een nabestaande een verkeerde asbus is meegegeven.

De kantonrechter overweegt dat blijkens de brief van 2 oktober 2008 de leidinggevende van [verweerder] naar aanleiding van het incident een onderzoek heeft ingesteld. In deze brief is in duidelijke bewoordingen het resultaat van het onderzoek weergegeven; het protocol "Afhandelen as" is niet nagekomen. Tevens staat in de brief vermeld ter zake welke onderdelen van het protocol [verweerder] een verwijt wordt gemaakt. Gesteld noch gebleken is dat [verweerder] destijds bij zijn leidinggevende kenbaar heeft gemaakt dat hij het niet eens was met hetgeen hem werd verweten. Dit had wel voor de hand gelegen, gezien de consequenties die aan de gemaakte verwijten werden verbonden, namelijk een aantekening in het personeelsdossier en een waarschuwing dat ontslag de volgende sanctie kan zijn. Gelet op deze omstandigheden ziet de kantonrechter in het verweer van [verweerder] -dat hem van het incident in 2008 geen verwijt treft- onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen zijn toenmalige leidinggevende na onderzoek heeft vastgesteld. De stelling van [verweerder] dat hij een collega in bescherming heeft genomen maakt het oordeel niet anders. In dat geval heeft hij bewust het besluit genomen om de sanctie te accepteren hetgeen betekent dat hij thans, na vier jaar, in redelijkheid niet op zijn beslissing kan terugkomen.

5.5. Het incident in 2010 betreft -samengevat- de afgifte van een ring (met as) en een asbus waarbij de asbus was verwisseld met een andere asbus. Bij afgifte van de ring en de asbus werd deze verwisseling door [verweerder] ontdekt. [verweerder] heeft ter zitting aangegeven dat hij in principe voor afgifte had moeten controleren of de asbus en de ring bij elkaar hoorden. De kantonrechter stelt vast dat [verweerder] niet ontkent dat hij de laatste controle had moeten uitvoeren. De door [verweerder] ter zitting aangevoerde omstandigheid, dat het protocol op dit punt nog niet zo scherp was als thans het geval is, maakt niet dat hem geen verwijt kan worden gemaakt van de verwisseling. Los van de vraag of het protocol in 2010 minder streng was dan het huidige protocol is het niet wel denkbaar dat de laatste identiteitscontrole in het bijzijn van nabestaanden wordt uitgevoerd. Van [verweerder] had dan ook verwacht mogen worden dat hij deze controle vooraf zou uitvoeren, hetgeen hij heeft nagelaten.

5.6. Het laatste incident (2012) betreft -samengevat- de omstandigheid dat in strijd met de wens van de nabestaanden as is verstrooid buiten de aanwezigheid van deze nabestaanden. Ten aanzien van dit incident staat vast dat drie personen de juistheid van hetgeen op de verstrooilijst staat vermeld moeten controleren aan de hand van de door de nabestaanden ingevulde keuzelijst. Tevens staat vast dat naast [verweerder] ook de twee andere controlerende medewerkers hun paraaf op de verstrooilijst hebben gezet waarop in afwijking van de keuzelijst stond vermeld dat de as buiten de aanwezigheid van nabestaanden kon worden verstrooid. De kantonrechter overweegt dat voor zover de stelling van [verweerder], dat het nieuwe keuzeformulier minder overzichtelijk is, moet worden gevolgd, deze stelling hem niet kan baten. In een dergelijk geval blijft staan dat het de taak van [verweerder] was om de keuzelijst met de strooilijst te vergelijken. Bovendien zou, als deze keuzelijst onoverzichtelijk zou zijn, extra oplettendheid bij de controle van het formulier op zijn plaats zijn geweest.

5.7. Gelet op het voorgaande moet worden vastgesteld dat [verweerder] bij herhaling een verwijt kan worden gemaakt van de verwisseling van as van een overledene en dat hij zijn taak, het op juistheid controleren van de verstrooilijst, niet goed heeft uitgevoerd. Naar de mening van Yarden leveren deze omstandigheden een dringende reden op. De kantonrechter overweegt dat hetgeen is geschiedt weliswaar zeer ernstig is, doch dat deze feiten, gelet op alle omstandigheden van het geval, onvoldoende zijn om de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden te ontbinden. Voor dit oordeel is redengevend:

- de lengte van het dienstverband (bijna 24 jaar) waarbij gesteld noch gebleken is dat [verweerder] voor 2008 fouten heeft gemaakt zoals hiervoor omschreven;

- de eenzijdige werkervaring;

- de leeftijd van [verweerder] (58);

- de arbeidsmarktpositie van [verweerder] die, gelet op voormelde punten, zodanig is dat het zeer onzeker is of [verweerder] ooit een andere dienstbetrekking zal vinden;

- gesteld noch gebleken is dat de fouten moedwillig zijn begaan dan wel zijn te herleiden tot een negatieve werkhouding van [verweerder]. In dit verband is van belang dat uit de verslagen -zoals deze onder de vaststaande feiten staan vermeld- voldoende blijkt dat [verweerder] een betrokken werknemer is die zijn werk zeer serieus neemt.

5.8. De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of er sprake is van veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen.

5.9. Bij de beantwoording van deze vraag staat voorop dat Yarden een bijzondere onderneming betreft waarbij het geen betoog behoeft dat het -voor de nabestaanden- van het grootste belang is dat de uitvoering van een crematie van begin tot eind foutloos verloopt. Door Yarden is in dat verband onweersproken gesteld dat haar goede naam in geval van fouten ernstige schade oploopt. Yarden heeft er dan ook alle belang bij -en moet er ook op kunnen vertrouwen- dat haar werknemers de door haar opgestelde protocollen strikt naleven. Het belang van Yarden blijkt ook uit de verslagen zoals deze in de vaststaande feiten zijn opgenomen. Yarden heeft [verweerder] er bij herhaling op gewezen dat hij aandacht moet blijven houden voor de protocollen. Los van het voorgaande vloeit uit de aard van de onderneming voort dat van de werknemers van Yarden mag worden verwacht dat zij de aan hen toevertrouwde werkzaamheden uiterst nauwkeurig en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitvoeren.

5.10. In het onderhavige geval moet worden vastgesteld dat [verweerder] in de uitoefening van zijn werkzaamheden in 2008 een fout heeft gemaakt door de protocollen niet na te leven. Yarden heeft hem ter zake dit incident een niet mis te verstane waarschuwing gegeven, inhoudende dat bij een volgende schending van protocollen ontslag kan volgen. Ondanks deze stevige waarschuwing en de nadruk die Yarden blijkens voormelde verslagen op het naleven van voorschriften en protocollen legt, is [verweerder] in 2010 wederom in de fout gegaan door geen controle uit te voeren vóór afgifte van een asbus. [verweerder] is door Yarden in dat verband gewezen op het eerdere incident en Yarden heeft [verweerder] daarbij duidelijk te verstaan gegeven dat schorsing of ontslag zal volgen bij een volgende overtreding van protocollen. Vast staat dat [verweerder], samen met twee andere collega's in 2012 opnieuw een fout heeft gemaakt, welke laatste fout als zeer ernstig moet worden gekwalificeerd, nu de gevolgen van deze fout onomkeerbaar waren.

5.11. [verweerder] heeft als rechtvaardigingsgrond voor de gemaakte fouten aangevoerd dat deze fouten veroorzaakt zijn door de extreem hoge werkdruk. Het causaal verband tussen de gemaakte fouten en de werkdruk bij Yarden blijkt echter niet uit de overgelegde stukken. Yarden heeft deze stelling ook gemotiveerd betwist, onder andere met verwijzing naar haar -lage- ziekteverzuimcijfers. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verweerder] onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die zijn standpunt aannemelijk zouden kunnen maken. Voor dit oordeel is mede redegevend dat [verweerder], blijkens de in de vaststaande feiten opgenomen verslagen, goed met de bij Yarden bekende werkdruk kon omgaan.

5.12. Resumerend moet worden vastgesteld dat [verweerder], ondanks de ernstige waarschuwingen aan zijn adres en ondanks het feit dat hij door zijn werkgever steeds is gewezen op het belang van naleving van protocollen en zorgvuldig werken, met een regelmaat van twee jaar fouten is blijven maken, welke fouten niet mogen voorkomen gezien de aard van de onderneming. Naar het oordeel van de kantonrechter is, gelet op het voorgaande, voldoende aannemelijk dat Yarden hierdoor het vertrouwen in het functioneren van [verweerder] is kwijtgeraakt. Naar het oordeel van de kantonrechter levert het gebrek aan vertrouwen, gezien de aard van het werk waarbij de werkgever volledig op de werknemer moet kunnen vertrouwen, dan ook veranderingen in omstandigheden op die ontbinding rechtvaardigen.

5.13. De vraag die vervolgens aan de orde komt is de vraag of [verweerder] een vergoeding moet worden toegekend. De kantonrechter overweegt als volgt.

5.14. In het onderhavige geval moet er van worden uitgegaan dat [verweerder] voldoende was doordrongen van het belang dat met strikte naleving van protocollen en zorgvuldig werken was gediend. Uit de verslagen zoals onder de vaststaande feiten zijn weergegeven komt ook het beeld naar voren van een toegewijde werknemer die zijn werk zeer serieus neemt. Gesteld noch gebleken is dat [verweerder] in de lange periode waarin hij voor 2008 in de functie van Algemeen Assistent werkzaam was eerder fouten heeft gemaakt als hierboven vermeld. Hoewel vastgesteld moet worden dat [verweerder] fouten heeft gemaakt die leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, kan, zoals reeds hiervoor is overwogen, niet worden vastgesteld dat de gemaakte fouten het gevolg zijn van desinteresse, onverschilligheid of een anderszins negatieve werkhouding. Gelet op deze omstandigheden is naar het oordeel van de kantonrechter het toekennen van een vergoeding op zijn plaats.

5.15. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding is naast het voorgaande, de leeftijd van [verweerder] en zijn lange eenzijdige dienstverband het navolgende van belang.

Zoals reeds hiervoor is overwogen is het maar zeer de vraag of [verweerder] er in zal slagen een nieuwe dienstbetrekking te vinden. Voldoende aannemelijk is derhalve dat de gevolgen van het beëindigen van het dienstverband voor [verweerder] zeer ingrijpend zullen zijn en dat het einde van de arbeidsovereenkomst grote -financiële- consequenties voor [verweerder] met zich meebrengt. Alles overwegende acht de kantonrechter een vergoeding, gebaseerd op de kantonrechtersformule, met een c-factor 0,8 in het onderhavige geval een billijke vergoeding. Concreet in cijfers uitgedrukt zal aan [verweerder] een brutovergoeding worden toegekend ten bedrage van -afgerond- € 81.100,00.

5.16. Nu een vergoeding wordt toegekend moet Yarden een termijn worden gegund om het verzoek in te trekken.

5.17. De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.

Beslissing

De kantonrechter:

ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 mei 2012, tenzij het ontbindingsverzoek voor na te noemen datum wordt ingetrokken.

kent aan [verweerder] ten laste van Yarden ter gelegenheid van voornoemde ontbinding een vergoeding toe ten bedrage van bruto € 81.100,00;

bepaalt dat Yarden tot uiterlijk 9 april 2012 om 12:00 uur het ontbindingsverzoek kan intrekken.

compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.

Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2012 door mr. E.Th.M. Zwart-Sneek, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.

c 152


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature