Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best strekkende tot afsluiting van de Zandstraat op het bedrijventerrein ’t Zand te Best. Doordat niet alle relevante stukken met het ontwerpbesluit ter inzage zijn gelegd, heeft eiseres het ontwerp niet goed kunnen beoordelen en haar zienswijze niet naar behoren naar voren kunnen brengen. De feitelijke onderbouwing van de gestelde geluidsoverlast ontbreekt en op geen enkele wijze is inzichtelijk gemaakt dat na afsluiting van de Zandstraat de capaciteit van de IBC-weg voldoende zal zijn en het verkeer de route via de IBC-weg zal verkiezen.

Uitspraak



RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/2765

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 april 2012 in de zaak tussen

Autobedrijf Speelheide B.V., te Best, eiseres,

(gemachtigde: mr. drs. F.K. van den Akker)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best, verweerder

(gemachtigden: drs. M.W.C.C. van Rooij en ing . L. Matthijssen).

<b>Procesverloop</b>

Bij besluit van 20 juni 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder besloten om de Zandstraat te Best ter hoogte van de aansluiting op de kruising van de Willem de Zwijgerweg met de Hinkelbrits fysiek af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer en de daarmee samenhangende verkeersborden en verkeerstekens overeenkomstig aan te passen.

Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en dit beroep nader aangevuld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 februari 2012, waar partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

<b>Overwegingen </b>

1. Het bedrijf van eiseres is gevestigd aan de Fabrieksweg 5-7 te Best. Zowel de Zandstraat als de Fabrieksweg zijn gelegen op bedrijventerrein ’t Zand. Verweerder heeft op 23 november 2010 door middel van een kennisgeving in weekblad Groeiend Best aangekondigd dat verweerder voornemens was de Zandstraat op het bedrijventerrein af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer. In de kennisgeving is opgenomen dat het ontwerpbesluit gedurende zes weken voor iedereen ter inzage zou liggen en dat belanghebbenden een zienswijze konden indienen bij verweerder.

2. Verweerder heeft ter inzage gelegd het ontwerpverkeersbesluit van 16 november 2010. Dit ontwerpbesluit houdt onder meer in dat de aansluiting van de Zandstraat met de Willem de Zwijgerweg wordt afgesloten en dat hierdoor en door het herinrichten van de IBC-weg er meer vrachtverkeer over de IBC-weg zal rijden, waardoor de geluidsoverlast en hinder voor de woonwijk Speelheide zullen afnemen en de veiligheid op de Willem de Zwijgerweg zal worden vergroot. Het ontwerpbesluit vermeldt tevens dat overleg heeft plaatsgevonden met de politie Zuid-Oost Brabant.

3. Eiseres heeft een zienswijze ingediend bij verweerder. Verweerder heeft schriftelijk gereageerd op de ingebrachte zienswijzen in de Consultatienota voornemen “afsluiten Zandstraat voor gemotoriseerd verkeer” vastgesteld op 7 juni 2011. Hierna heeft verweerder het bestreden besluit genomen.

4. Het bestreden besluit luidt, verkort weergegeven, als volgt. In de uitvoeringsnota van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) van december 2007 en de rapportage “Bestaande bedrijventerreinen Best, Visie en herstructurering” van 8 oktober 2007 is opgenomen dat de Zandstraat ter hoogte van de kruising Willem de Zwijgerweg – Hinkelbrits – Zandstraat voor gemotoriseerd verkeer kan worden afgesloten, nadat de IBC-weg is gereconstrueerd. De reconstructie van de IBC-weg is in maart 2011 voltooid. De Eindhovenseweg Zuid wordt in 2011 gereconstrueerd. De reconstructies zullen bijdragen aan een verbetering van de doorstroming en verhoging van de capaciteit op de Eindhovenseweg Zuid en de IBC-weg. Met het afsluiten van de Zandstraat zal de IBC-weg als hoofdontsluiting van het bedrijventerrein gaan fungeren, waardoor de verkeersintensiteit op de Willem de Zwijgerweg zal afnemen. Hierdoor zal de overlast voor bewoners van de wijk Speelheide afnemen. De route IBC-weg – Eindhovenseweg Zuid is dan de meest aantrekkelijke route voor het verkeer vanaf de A2, gelet op de vormgeving van het kruispunt Eindhovenseweg Zuid – Willem de Zwijgerweg – Oude Rijksweg en de grotere afrijdcapaciteit. Deze route is maximaal 550 meter langer dan de huidige route via de Willem de Zwijgerweg - Zandstraat, hetgeen acceptabel wordt geacht. De ingediende zienswijzen hebben niet geleid tot herziening van het voorgenomen besluit. Er heeft overleg plaatsgevonden met de politie Zuid-Oost Brabant. Het bestreden besluit verwijst naar de Consultatienota voornemen ‘afsluiten Zandstraat voor gemotoriseerd verkeer’ van 7 juni 2011.

5. Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot het verzekeren van de veiligheid van de weg.

6. Ingevolge artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, van de WVW 1994 kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade, alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer.

7. Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de WVW 1994 geschiedt de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, krachtens een verkeersbesluit.

8. Ingevolge artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d, van de WVW 1994 worden verkeersbesluiten, voor zover zij het verkeer op andere wegen dan onder beheer van het Rijk, een provincie of een waterschap betreffen, genomen door burgemeester en wethouders of, krachtens besluit van hen, door een door hen ingestelde bestuurscommissie of het dagelijks bestuur van een deelgemeente.

9. Ingevolge artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna: Babw) vermeldt de motivering van het verkeersbesluit in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de WVW 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de WVW 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

10. Ingevolge artikel 24, aanhef en onder a, van het Babw worden verkeersbesluiten genomen na overleg met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps.

11. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) (bijvoorbeeld de uitspraak van 10 januari 2007, www.rechtspraak.nl, LJN: AZ5844), komt het bestuursorgaan bij het nemen van een verkeersbesluit een ruime beoordelingsmarge toe. Het is aan het bestuursorgaan om alle verschillende bij het nemen van een dergelijk besluit betrokken belangen tegen elkaar af te wegen. De rechter dient zich bij de beoordeling van zo’n besluit dan ook terughoudend op te stellen en te toetsen of het besluit niet strijdig is met wettelijke voorschriften, dan wel of er een zodanige onevenwichtigheid in de afweging van de betrokken belangen is dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot dat besluit is kunnen komen.

12. Het betoog van eiseres dat verweerder de noodzaak tot afsluiting van de Zandstraat met het oog op het reduceren van geluidsoverlast niet aannemelijk heeft gemaakt en dat verweerder niet inzichtelijk heeft gemaakt wat de precieze aard, omvang en oorzaak van de geluidshinder is, noch wat de invloed van het te plaatsen geluidscherm en de invloed van de afsluiting van de Zandstraat op de geluidshinder zal zijn, stelt aan de orde of het bestreden besluit zorgvuldig is voorbereid en deugdelijk is gemotiveerd. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.

13. Verweerder heeft toepassing gegeven aan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. In artikel 3:11, eerste lid, van de Àlgemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat met het ontwerpbesluit de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp ter inzage moeten worden gelegd. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat alleen het ontwerpbesluit en de bijbehorende plattegrond ter inzage zijn gelegd. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het ontwerpbesluit in ieder geval mede is gebaseerd op de uitvoeringsnota van het GVVP van december 2007, de rapportage “Bestaande bedrijventerreinen Best, Visie en herstructurering” van 8 oktober 2007, het overleg met de politie Zuid-Oost Brabant (waarvan een verslag is gemaakt) en het actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai van 1 juli 2008. Deze stukken zijn niet met het ontwerpbesluit ter inzage gelegd. Hierdoor heeft eiseres het ontwerpbesluit niet goed kunnen beoordelen en haar zienswijzen niet naar behoren naar voren kunnen brengen.

14. Voorts stelt de rechtbank op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat verweerder de noodzaak tot afsluiting van de Zandstraat weliswaar heeft gebaseerd op geluidsoverlast die bewoners in de wijk Speelheide stellen te ondervinden, maar dat iedere feitelijke onderbouwing hiervan in het bestreden besluit ontbreekt. Deze feitelijke onderbouwing is, zoals uit het voorgaande volgt, evenmin terug te vinden in de door verweerder ter inzage gelegde stukken.

15. De rechtbank stelt verder vast dat verweerder in de bestuurlijke fase op geen enkele wijze inzichtelijk heeft gemaakt, laat staan heeft onderbouwd dat na afsluiting van de Zandstraat de capaciteit van de IBC-weg voldoende zal zijn en dat het verkeer de route via de IBC-weg zal verkiezen boven de route via de Willem de Zwijgerweg. Bij het verweerschrift heeft verweerder weliswaar tabellen en figuren van omrijdafstanden gevoegd (bijlage 1), maar eiseres heeft een en ander gemotiveerd weersproken.

16. Uit het voorgaande vloeit voort dat verweerder de uniforme openbare voorbereidingsprocedure op een onjuiste wijze heeft toegepast, dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en niet berust op een kenbare en deugdelijke motivering. Dit betekent dat dit besluit in strijd is met afdeling 3.4 van de Awb en de artikelen 3:2 en 3.46 van de Awb .

17. Gelet op de aard van de hiervoor geconstateerde gebreken in de besluitvorming ziet de rechtbank geen mogelijkheden om het geschil finaal te beslechten dan wel om toepassing te geven aan de bestuurlijke lus.

18. Voor zover verweerder ter zake een nieuw besluit wil nemen overweegt de rechtbank dat, hoewel na een vernietiging van een besluit het een bestuursorgaan in beginsel vrijstaat om terug te vallen op de procedure die aan het vernietigde besluit ten grondslag lag dan wel de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw te doorlopen, hier, gelet op de aard van de hiervoor geconstateerde gebreken in de besluitvorming, moet worden geoordeeld dat verweerder de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw dient te doorlopen. Voor eiseres is van belang dat zij in dat geval opnieuw haar zienswijze naar voren brengt binnen de daartoe gestelde termijn.

19. De rechtbank acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal € 874,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:

• 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) beroepschrift;

• 1 punt voor het verschijnen ter zitting;

• waarde per punt € 437,00;

• wegingsfactor 1.

20. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.

<b>Beslissing</b>

De rechtbank,

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 152,00 aan eiseres te vergoeden;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 874,00, te betalen aan eiseres.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Venekamp, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W.A. Kap-Knippels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2012.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

<HR NOSHADE>

<i>Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.</i>


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature