Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Meervoudige strafkamer. Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel.

Bij vonnis van 5 maart 2012 is verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde verdenking van het medeplegen van diefstal met geweld (overval juwelier).

Volgens vaste jurisprudentie (HR 17 februari 2009, NJ 2009,121) moet uit het wettelijk systeem, meer in het bijzonder uit artikel 511e, eerste lid, jo artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering , worden afgeleid dat het ontbreken van een veroordeling wegens een strafbaar feit in de hoofdzaak aan de ontvankelijkheid van een ontnemingsvordering in de weg staat. De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vordering.

Uitspraak



RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht

Meervoudige Kamer

Tegenspraak

Parketnummer: 15/740401-11

Uitspraakdatum : 5 maart 2012

beslissing (ex artikel 36e Sr)

1. Vordering

Deze beslissing heeft betrekking op de vordering van de officier van justitie d.d. 12 september 2011 ten aanzien van het strafbare feit in de zaak onder bovenstaand parketnummer, strekkende tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e lid 2 van het Wetboek van Strafrecht tot een maximum van € 13.000,-- in de zaak tegen:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1992 te Amsterdam,

wonende te [adres]8.

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder het met deze vordering samenhangende straf- en ontnemingsdossier.

Deze beslissing is genomen naar aanleiding van het onderzoek ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2011, 12 oktober 2011, 14 oktober 2011, 9 februari 2012 en 20 februari 2012.

2. Overwegingen

Bij vonnis van 5 maart 2012 van deze rechtbank is voornoemde [verdachte] vrijgesproken van de hem ten laste gelegde verdenking van het medeplegen van diefstal met geweld.

Volgens vaste jurisprudentie (HR 17 februari 2009, NJ 2009,121) moet uit het wettelijk systeem, meer in het bijzonder uit artikel 511e, eerste lid, jo artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering , worden afgeleid dat het ontbreken van een veroordeling wegens een strafbaar feit in de hoofdzaak aan de ontvankelijkheid van een ontnemingsvordering in de weg staat. Dientengevolge acht de rechtbank het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vordering.

3. Beslissing

De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

4. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Deze beslissing is gegeven door:

mr. Ph. Burgers, voorzitter,

mr. A. Eichperger en mr. K.G. Witteman, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 maart 2012.

Parketnummer: 740401-11 (36e Sr)

Inzake: [verdachte]

beslissing


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature