Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Eco-Nova GmbH en L hebben als bestuurders van Sterrenschoon hun taak kennelijk onbehoorlijk vervuld door vanaf eind 2008 dan wel begin 2009 de inkopen aan Eco-Nova GmbH stop te zetten, de verkoper van Sterrenschoon op non-actief te stellen en de klanten van Sterrenschoon over te nemen, met achterlating van schulden in de vennootschap. Daarmee hebben Eco-Nova GmbH en L de schuldeisers van Sterrenschoon benadeeld. L dient als bestuurder een ernstig verwijt te worden gemaakt. Volgens rechtspraak van de Hoge Raad is in ieder geval sprake van een ernstig verwijt van een bestuurder, indien deze wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat door zijn toedoen de vermogenspositie van de vennootschap zodanig wordt aangetast dat zij haar verplichtingen niet kan nakomen en ook geen verhaal kan bieden voor de opgetreden schade. Dat verwijt is L als bestuurder van Eco-Nova GmbH te maken. Hij had behoren te begrijpen dat door de beslissingen die hij omtrent het bestuur van Sterrenschoon (het stopzetten van de leveringen met achterlating van schulden in de vennootschap en het overnemen van klanten) zij geen verhaal zou kunnen bieden voor de opgetreden schade

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ALMELO

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 115782 / HA ZA 10-1123

datum vonnis: 15 februari 2012 (w)

Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:

Mark Wullink q.q.,

in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sterrenschoon B.V.,

wonende te Borne en kantoorhoudende te Saasveld,

verder te noemen de curator,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. drs. M. Wullink te Saasveld,

tegen

1. de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar buitenlands recht

Eco-Nova Handels GmbH,

gevestigd en kantoorhoudende te Schüttorf, Duitsland,

verder te noemen Eco-Nova GmbH,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [plaats] [land],

verder te noemen [gedaagde sub 2],

gedaagden in conventie,

eisers in reconventie,

advocaat mr. L.J. Steenbergen te Epe.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding;

- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;

- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;

- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;

- de akte uitlating en overlegging van producties in conventie en conclusie van dupliek in reconventie;

- de akte overlegging van een productie in conventie en reconventie;

- de akte uitlating producties in conventie en reconventie.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sterrenschoon B.V., tot 1 mei 2009 handelend onder de naam Eco-Nova Nederland B.V. (hierna: Sterrenschoon), werd in 2004 opgericht. Sterrenschoon leverde reinigingsmiddelen voor industriële toepassing en grootgebruik. Zo leverde zij onder andere autowasmiddelen aan diverse garages in Nederland. Enig aandeelhouder en bestuurder van Sterrenschoon is Eco-Nova GmbH. [gedaagde sub 2] is enig aandeelhouder en bestuurder van Eco-Nova GmbH.

2.2. Bij vonnis van 4 november 2009 van deze rechtbank is Sterrenschoon in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. M.L.J. Koopmans tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. M. Wullink tot curator.

2.3. De winst- en verliescijfers van Sterrenschoon zijn als volgt (bedragen in euro’s):

2009 (t/m 10-06-09) 2008 2007 2006 2005

Netto omzet 33.581 395.123 257.889 215.408 124.766

Inkopen 16.062 158.120 81.202 77.676 44.117

Bruto-omzetresultaat 17.519 237.003 176.687 104.316 80.449

Bedrijfskosten 52.939 322.360 185.958 194.795 145.904

Bedrijfsresultaat -/- 35.421 -/- 85.357 -/- 9.271 -/- 90.479 -/- 65.255

Rentelasten/-baten 0 -/- 11.356 -/- 9.521 -/- 7.475 -/- 1.643

Resultaat -/- 35.421 -/- 96.713 -/- 18.792 -/- 97.954 -/- 66.898

3. Het geschil

in conventie

3.1. De curator vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

primair

I . te verklaren voor recht dat Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hun taak als bestuurder onbehoorlijk hebben vervuld en dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement;

II. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan de curator van het bedrag van de schulden van Sterrenschoon, daaronder mede begrepen de boedelschulden, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;

subsidiair

III. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 120.000,-, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;

primair en subsidiair

IV. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen om tegen een behoorlijk bewijs van kwijting aan de curator te voldoen de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 2.842,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;

V. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen in proceskosten en de nakosten.

3.2. De curator stelt daartoe – kort samengevat – primair dat het faillissement van Sterrenschoon in belangrijke mate is veroorzaakt door kennelijk onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur. Zo heeft Eco-Nova GmbH volgens de curator onverplicht de kosten die zij moest betalen aan andere onderdelen van het concern (inkoop, beheer en huisvesting) verhoogd. Vanaf begin 2009 is begonnen met de ontmanteling van de verkooporganisatie van Sterrenschoon, terwijl volgens de curator in 2008 nog een positief resultaat na belastingen mogelijk was. Bovendien heeft Eco Nova het klantenbestand van Sterrenschoon naar zichzelf overgeheveld, zodat het voor Sterrenschoon onmogelijk werd om zelf omzet te genereren. De curator stelt zich op het standpunt dat Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] ingevolge artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het gehele boedeltekort.

Subsidiair stelt de curator zich op het standpunt dat Eco-Nova GmbH paulianeus heeft gehandeld door het klantenbestand van Sterrenschoon naar zichzelf over te hevelen. Hij roept de vernietiging in van die rechtshandeling en vordert dat Eco-Nova GmbH een goodwillvergoeding voldoet voor de overname van het klantenbestand ad € 120.000,-.

3.3. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] betwisten – kort samengevat – dat zij hun taak als bestuurder onbehoorlijk zouden hebben vervuld. Het bestuur heeft juist diverse maatregelen genomen om Sterrenschoon te behouden. Dit blijkt uit de jaarlijkse bijdrage die de bestuurders aan Sterrenschoon hebben voldaan, de kostenbeperkende maatregelen (zoals het opheffen van de buitendienst) die zij hebben getroffen en de pogingen die zij hebben ondernomen om het tij te keren door een samenwerking met Maxeco B.V. aan te gaan. Die samenwerking is de reden voor het stijgen van de (huisvestings)kosten enerzijds, maar de stijging van de omzet dankzij de overdracht van het klantenbestand van Maxeco anderzijds. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] betwisten dat het klantenbestand van Sterrenschoon zou zijn overgeheveld naar Eco-Nova GmbH. Eco-Nova GmbH heeft nimmer klanten van Sterrenschoon actief benaderd om klant bij Eco-Nova GmbH te worden. Voorts zijn de bestuurders zelf de grootste schuldeisers in het faillissement van Sterrenschoon. Voor het geval de rechtbank tot het oordeel zou komen dat sprake is van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, stellen Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] zich op het standpunt dat het geenszins aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Voorts beroepen Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] zich op de matigingsbevoegdheid van de rechtbank ingevolge artikel 2:284 lid 4 en 5 BW. Van paulianeus handelen is evenmin sprake volgens Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2], nu er geen klantenbestand is overgeheveld van Sterrenschoon naar Eco-Nova GmbH en daar ook geen rechtshandeling aan ten grondslag ligt. Voorts betwisten Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] de hoogte van de gevorderde goodwillvergoeding. De berekening is gebaseerd op onjuiste cijfers.

in reconventie

3.4. Eco-Nova GmbH vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van de curator tot betaling van € 1.757,09, te vermeerderen met wettelijke rente en de proceskosten.

3.5. Daartoe stelt Eco-Nova GmbH dat een aantal klanten van Eco-Nova GmbH bedragen voor haar leveringen per abuis heeft overgemaakt op de bankrekening van Sterrenschoon. Het totaalbedrag van de betreffende de door Eco-Nova GmbH verzonden facturen bedraagt € 1.757,09.

3.6. De curator voert verweer. Volgens hem is aannemelijk dat de betreffende betalingen het gevolg zijn van het overnemen van klanten van Sterrenschoon, zodat het gevorderde bedrag ziet op een deel van de omgeleide omzet die in conventie ter discussie staat en dient te worden afgewezen. Subsidiair beroept de curator zich op verrekening met zijn vordering in conventie.

4. De beoordeling

in conventie

Kennelijk onbehoorlijk bestuur

4.1. De rechtbank stelt voorop dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur zoals bedoeld in artikel 2:248 BW , indien geen redelijk denkend bestuurder – onder dezelfde omstandigheden – zo gehandeld zou hebben (Vgl. HR 8 juni 2001, NJ 2001, 454). Dit moet worden beoordeeld naar hetgeen het bestuur voorzag of kon voorzien op het moment dat het die taak vervulde. De bedoeling van artikel 2:248 BW is niet bestuurders te straffen voor onopzettelijke domheden en beleidsfouten. De bestuurder moet van zijn handelen en/of nalaten een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt.

4.2. De curator heeft ter onderbouwing van zijn vordering onder meer aangevoerd dat Eco-Nova GmbH onverplicht de kosten van Sterrenschoon heeft verhoogd en dat zij begin 2009 is begonnen met het ontmantelen van Sterrenschoon, wat heeft geleid tot het faillissement. Eco-Nova GmbH heeft erkend dat zij eind 2008 dan wel begin 2009 alle verkopen aan Sterrenschoon heeft gestaakt, omdat – naar eigen zeggen – de cijfers over 2008 slecht bleken te zijn. Voorts heeft Eco-Nova GmbH de verkoper van Sterrenschoon op non-actief gesteld. Daarmee is enige serieuze verkoop door Sterrenschoon illusoir gemaakt. Sterrenschoon is immers op deze wijze niet langer in de gelegenheid gesteld om omzet te genereren. Een redelijk denkend bestuurder zou naar het oordeel van de rechtbank onder dezelfde omstandigheden niet zo hebben gehandeld. Op zich is het legitiem te besluiten een verliesgevende onderneming te staken, maar die behoort dan wel behoorlijk te worden afgewikkeld. Het strippen van een onderneming ten faveure van een andere vennootschap is niet als behoorlijke afwikkeling te kwalificeren. Uit de door Eco-Nova GmbH overgelegde brieven van klanten in de periode januari 2009 tot en met juli 2009 blijkt dat Sterrenschoon in 2009 nog (extra) omzet had kunnen behalen, maar dat haar klanten in strijd met de waarheid werd voorgehouden dat Sterrenschoon begin 2009 al failliet was verklaard althans dat haar producten niet meer konden worden geleverd, zodat de betreffende klanten geen producten meer van Sterrenschoon konden afnemen.

4.3. Bovendien is uit diverse bij conclusie van antwoord overgelegde brieven gebleken dat een aantal (vaste) klanten van Sterrenschoon zich tot Eco-Nova GmbH heeft gewend voor nieuwe leveringen. De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat Eco-Nova GmbH het klantenbestand van Sterrenschoon naar haar vennootschap heeft overgeheveld, hetgeen door Eco-Nova GmbH wordt betwist. De rechtbank overweegt als volgt. Op twee bij dagvaarding (productie 5) en diverse bij conclusie van antwoord (productie 2) overgelegde facturen van Eco-Nova GmbH aan Nederlandse klanten staan gegevens van de vertegenwoordiger van Sterrenschoon vermeld. Op een aantal van die facturen is tevens vermeld dat sprake is van een ‘nieuw bankrekeningnummer’. Voorts heeft de curator diverse verzendrapporten overgelegd (productie 6 bij dagvaarding) van zendingen aan Nederlandse klanten die Eco-Nova GmbH door H.S.T. Transmission B.V. heeft laten uitvoeren in de maand september 2009. Dezelfde Nederlandse bedrijven waren blijkens door de curator overgelegde facturen (productie 7 bij dagvaarding) in 2008 nog klant bij Sterrenschoon. Voorts blijkt uit de door de curator overgelegde brief van de Belastingdienst dat de handelsactiviteiten van Eco-Nova GmbH met Nederlandse klanten eind 2009 significant zijn toegenomen ten opzichte van 2008. Weliswaar werd, zoals Eco-Nova GmbH heeft gesteld, reeds in 2008 geleverd aan Nederlandse klanten, maar het totaalbedrag is toegenomen van € 2.687,00 in het tweede kwartaal van 2008 en € 13.589,00 in het derde kwartaal van 2008 tot € 54.757,00 in het tweede kwartaal van 2009 en € 55.077,00 in het derde kwartaal van 2009. Deze toename kan niet enkel worden verklaard uit het feit dat Eco-Nova GmbH, zoals zij stelt, ook zelf rechtstreeks aan Nederlandse bedrijven verkocht, althans naast de omzet van Sterrenschoon. Hiermee is voldoende komen vast te staan dat Eco-Nova GmbH klanten heeft overgenomen van Sterrenschoon. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank niet van belang of die klanten actief door Eco-Nova GmbH zijn benaderd. De overname van de klanten is met name tot stand gekomen door het stopzetten van de verkopen aan Sterrenschoon, terwijl Sterrenschoon voor haar inkopen geheel afhankelijk was van Eco-Nova GmbH. Daarvan waren Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] als bestuurders op de hoogte en zij hebben geprofiteerd van de overname door de extra omzet die zij blijkens de door de curator verstrekte gegevens hebben gegenereerd. Tevens hebben de bestuurders door op een dergelijke wijze te handelen ervoor gezorgd dat de huidige crediteuren benadeeld worden, nu Sterrenschoon omzet heeft misgelopen en er geen klantenbestand meer is dat zou kunnen worden overgedragen tegen een vergoeding.

4.4. Voorts zijn de inkoop- en bedrijfskosten van Sterrenschoon in 2008 in verhouding tot de jaren daarvoor sterk gestegen, waardoor de behaalde hogere omzet in 2008 niet tot een positief resultaat heeft geleid. De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat Eco-Nova GmbH die kosten onverplicht heeft verhoogd. Eco-Nova GmbH heeft dat betwist. Volgens Eco-Nova GmbH is de stijging van de bedrijfskosten te verklaren door het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met Maxeco in 2008, waarbij Maxeco een klantenbestand in de onderneming heeft ingebracht en Sterrenschoon een beheersvergoeding diende te betalen voor het gebruik van het bedrijfspand. Zij heeft bewijs aangeboden voor die stelling. De rechtbank ziet echter, gelet op hetgeen hiervoor reeds is vastgesteld omtrent de vervulling van de bestuurstaken door Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2], geen aanleiding om op dit punt nog bewijs op te dragen.

4.5. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] als bestuurders van Sterrenschoon hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld door vanaf eind 2008 dan wel begin 2009 de inkopen aan Eco-Nova GmbH stop te zetten, de verkoper van Sterrenschoon op non-actief te stellen en de klanten van Sterrenschoon over te nemen, met achterlating van schulden in de vennootschap. Daarmee hebben Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] de schuldeisers van Sterrenschoon benadeeld. [gedaagde sub 2] dient als bestuurder een ernstig verwijt te worden gemaakt. Volgens rechtspraak van de Hoge Raad is in ieder geval sprake van een ernstig verwijt van een bestuurder, indien deze wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat door zijn toedoen de vermogenspositie van de vennootschap zodanig wordt aangetast dat zij haar verplichtingen niet kan nakomen en ook geen verhaal kan bieden voor de opgetreden schade. Dat verwijt is [gedaagde sub 2] als bestuurder van Eco-Nova GmbH te maken. Hij had behoren te begrijpen dat door de beslissingen die hij omtrent het bestuur van Sterrenschoon (het stopzetten van de leveringen met achterlating van schulden in de vennootschap en het overnemen van klanten) zij geen verhaal zou kunnen bieden voor de opgetreden schade. Het verweer dat Eco-Nova GmbH zelf de grootste schuldeiser van Sterrenschoon zou zijn – hetgeen door de curator wordt betwist – doet aan het vorenstaande niets af. Het gaat immers om het handelen als bestuurder van Sterrenschoon en de benadeling van alle crediteuren.

Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling belangrijke oorzaak van het faillissement

4.6. Nu is vastgesteld dat sprake is van een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur van Sterrenschoon, dient de rechtbank te beoordelen of dit een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Daarbij overweegt de rechtbank dat het niet de enige oorzaak van het faillissement van de vennootschap behoeft te zijn, maar dat het daaraan wel in belangrijke mate moet hebben bijgedragen. De curator dient het causaal verband tussen de onbehoorlijke taakvervulling en het faillissement aannemelijk te maken.

4.7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de curator dit causaal verband voldoende aannemelijk gemaakt. Door het stopzetten van de verkopen door Eco-Nova GmbH aan Sterrenschoon – terwijl Sterrenschoon voor haar voorraad geheel afhankelijk is van haar Duitse moedervennootschap – is Sterrenschoon niet meer in staat gesteld om zelf inkomsten te genereren, terwijl dat overigens wel mogelijk was. Nu de klanten van Sterrenschoon vervolgens (grotendeels) zijn overgenomen door Eco-Nova GmbH, was er voor Sterrenschoon geen andere mogelijkheid dan een faillissement. Er was in 2008 en de jaren daaraan voorafgaand weliswaar sprake van negatieve resultaten, maar onvoldoende is gebleken dat er sprake was van een onomkeerbare noodlijdende situatie, waarbij Sterrenschoon reeds op de rand van haar faillissement stond en niet meer aan haar schulden kon voldoen.

Primaire vordering

4.8. De primair gevorderde verklaring voor recht zal derhalve worden toegewezen. Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] zullen tevens hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling aan de curator van het bedrag van de schulden van Sterrenschoon, daaronder mede begrepen de boedelschulden, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan. De omvang van dit boedeltekort staat echter nog niet vast. Uit de lijst met voorlopig erkende schuldvorderingen, behorende bij het derde openbaar verslag van de curator (productie 8 bij dagvaarding), blijkt dat er sprake is van één preferente crediteur (voormalig werknemer) met een vordering van € 18.413,50, twee concurrente crediteuren met vorderingen ten bedrage van € 20.546,43 en twee voorlopig betwiste vorderingen van € 100.366,96. Uit het verslag blijkt voorts dat nog niet alle vorderingen zijn ingediend. Nu de omvang van het tekort nog niet vaststaat, zal de rechtbank Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk veroordelen tot betaling aan mr. Wullink q.q. van het gehele faillissementstekort van Sterrenschoon B.V. zoals dit zal komen vast te staan na een te houden verificatievergadering, te vermeerderen met de faillissementskosten en overige boedelschulden.

4.9. De rechtbank ziet – anders dan door Eco-Nova GmbH en [gedaagde sub 2] is gesteld – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de aard en de ernst van de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, geen aanleiding om het bedrag waartoe zij zal worden veroordeeld te matigen op grond van het vierde lid van artikel 2:248 BW .

4.10. Nu de primaire vordering zal worden toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de subsidiaire vordering van de curator.

Buitengerechtelijke kosten en proceskosten

4.11. Met betrekking tot de meegevorderde buitengerechtelijke incassokosten overweegt de rechtbank als volgt. Wil er sprake zijn van afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten, dan zal het moeten gaan om verrichtingen die meer omvatten dan (herhaalde) aanmaningen, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Onvoldoende gesteld of gebleken is dat de curator werkzaamheden heeft verricht die meer omvatten dan voornoemde werkzaamheden, zodat de buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen.

4.12. Eco-Nova Handels Gmbh en [gedaagde sub 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van de curator worden begroot op:

- dagvaarding € 112,92

- griffierecht 3.490,00

- salaris advocaat 2.842,00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00)

Totaal € 6.444,92

in reconventie

4.13. Eco-Nova GmbH heeft van de curator de betaling gevorderd van een viertal facturen inzake leveringen van Eco-Nova GmbH aan Nederlandse klanten. Die klanten hebben de facturen aan Sterrenschoon voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank staat als onvoldoende betwist vast dat Eco-Nova GmbH met de betreffende Nederlandse klanten overeenkomsten heeft gesloten tot het leveren van de in de factuur genoemde goederen, dat die goederen geleverd zijn en dat de klanten gehouden waren tot betaling van die facturen aan Eco-Nova GmbH. Nu de facturen niet aan Eco-Nova GmbH zijn voldaan, maar aan Sterrenschoon, is Sterrenschoon ten koste van Eco-Nova GmbH ongerechtvaardigd verrijkt en dient de curator het totaalbedrag van de facturen ad € 1.757,09 terug te betalen aan Eco-Nova GmbH. Het verweer van de curator dat de facturen het gevolg zijn van het overnemen van klanten, doet aan het vorenstaande niet af. Dit verandert immers niet aan de verschuldigdheid van de klanten om aan Eco-Nova GmbH en niet aan Sterrenschoon te betalen.

4.14. Ten aanzien van het beroep van de curator op verrekening, overweegt de rechtbank als volgt. Aan de voorwaarden voor verrekening door de curator als bedoeld in artikel 6:127 BW is voldaan. De hoogte van het boedeltekort waarvoor Eco-Nova GmbH (hoofdelijk) aansprakelijk is, staat echter nog niet vast. Dit is naar het oordeel van de rechtbank geen reden om ingevolge artikel 6:136 BW de vordering van Eco-Nova GmbH ondanks het beroep op verrekening alsnog toe te wijzen, nu zeker is dat de hoogte van het boedeltekort de vordering van Eco-Nova GmbH ruim zal overstijgen - mede gelet op het derde openbaar verslag van de curator en de daarbij behorende crediteurenlijst. Het beroep op verrekening van de curator zal derhalve worden toegewezen. Dit betekent dat het nader vast te stellen hoogte van het boedeltekort dient te worden verminderd met de tegenvordering van Eco-Nova GmbH ad € 1.757,09. Nu Eco-Nova GmbH en [eiser sub 2]] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het boedeltekort en dit boedeltekort zal worden verminderd met de vordering van Eco-Nova GmbH wegens verrekening, wordt [eiser sub 2] ingevolge artikel 6:7 BW ook bevrijd ten opzichte van de curator ter hoogte van dat bedrag.

4.15. Nu partijen ten dele in het gelijk en ten dele in het ongelijk zijn gesteld, zal de rechtbank de proceskosten compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5. De beslissing

De rechtbank

in conventie

I. verklaart voor recht dat Eco-Nova Handels GmbH en [gedaagde sub 2] hun taak als bestuurder van Sterrenschoon B.V. onbehoorlijk hebben vervuld en dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement van Sterrenschoon B.V.;

II. veroordeelt Eco-Nova Handels GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk – zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd – tot betaling aan mr. Wullink q.q. van het gehele faillissementstekort van Sterrenschoon B.V. zoals dit zal komen vast te staan na een te houden verificatievergadering te vermeerderen met de faillissementskosten en overige boedelschulden;

III. veroordeelt Eco-Nova Handels GmbH en [gedaagde sub 2] hoofdelijk – des de één betalende de ander zal zijn gekweten – in de proceskosten, aan de zijde van mr. Wullink q.q. tot op heden begroot op € 3.602,92 aan verschotten en € 2.842,00 aan salaris advocaat;

IV. veroordeelt Eco-Nova Handels GmbH en [gedaagde sub 2] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak indien Eco-Nova Handels GmbH en [gedaagde sub 2] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;

V. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

VI. wijst het meer of anders gevorderde af;

in reconventie

VII. bepaalt dat het nader vast te stellen bedrag zoals genoemd onder veroordeling II. dient te worden verminderd met een bedrag wegens verrekening ad € 1.757,09 (éénduizendzevenhonderdzevenenvijftig euro en negen eurocent) en met de wettelijke handelsrente over € 1.757,09 vanaf 1 oktober 2010;

VIII. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

IX. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

X. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature