Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verdachte is betrokken geweest bij een verkeersongeval waarbij een 79-jarige man ernstig gewond is geraakt. Verdachte heeft de plaats van het ongeval verlaten en het slachtoffer in hulpeloze toestand achtergelaten. Werkstraf van 180 uur en ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer 09/645172-11

Datum uitspraak: 24 januari 2012

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] 1986 te [plaats],

adres: [adres].

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 10 januari 2012.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. H. Mol, en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. E.H. Bokhorst, advocaat te Veenendaal, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2. De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 11 oktober 2011 te 's-Gravenhage, als bestuurder van een motorrijtuig (auto), die bij een verkeersongeval was betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, de plaats van het ongeval, te weten de Rijswijkseweg, heeft verlaten, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en/of schade was toegebracht en die [slachtoffer] in hulpeloze toestand werd achtergelaten.

art 7 lid 1 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994

3. Bewijsoverwegingen

3.1 Inleiding1

Op 11 oktober 2010 bevond [getuige 1]zich omstreeks 23:00 uur op de kruising van de Rijswijkseweg met de Wenckebachstraat te 's-Gravenhage toen hij een harde klap hoorde. Hij zag dat een man enkele meters door de lucht vloog en vervolgens terecht kwam op de rijbaan van de Rijswijkseweg. [getuige 1] zag vervolgens dat bij de man een Volkswagen Golf in de richting van de Haagweg in Rijswijk wegreed. De auto was voorzien van het kenteken [KENTEKEN]. [getuige 1] zag verder geen andere voertuigen op de betreffende rijbaan rijden.2

Naar aanleiding van de melding van deze gebeurtenis door de politiemeldkamer zijn verbalisanten [verbalisant 1]en [verbalisant 2] naar de Haagweg in Rijswijk gereden. Op de Herenstraat in Rijswijk zagen zij een Volkswagen Golf met bovengenoemd kenteken een parkeerplaats inrijden. De bestuurder van de auto verliet vervolgens haastig zijn voertuig, zonder zijn auto af te sluiten. Hierop is de bestuurder -dit bleek verdachte te zijn- staande gehouden. Op de motorkap van de auto was een plek zichtbaar waarop geen vuil zat en de voorbumper van de auto zat aan de rechterzijde in het geheel los. Op basis van deze feiten en omstandigheden werd verdachte om 23:17 uur aangehouden.3

Het letsel van het slachtoffer, [slachtoffer], bestond uit een hersenkneuzing, gebroken ribben, een gebroken schouderblad, een longkneuzing en een hersenbloeding.4 Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis is het slachtoffer uit zijn bed gevallen waardoor hij zijn rechter heup heeft gebroken. Op 31 oktober 2010 is [slachtoffer]als gevolg van zijn verwondingen komen te overlijden.5

De rechtbank dient de volgende vragen te beantwoorden:

(i) Heeft er een verkeersongeval plaatsgevonden?

(ii) Was verdachte daarbij betrokken?

(iii) Wist verdachte of moest hij redelijkerwijs vermoeden dat hij betrokken was bij een verkeersongeval?

(iv) Heeft verdachte de plaats van het ongeval verlaten?

3.2 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle hierboven genoemde vragen positief kunnen worden beantwoord. Volgens de officier van justitie kan tot geen andere conclusie worden gekomen dan dat er een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waarbij, nu er geen andere auto's in de buurt waren, verdachte betrokken was.

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.

3.3 Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit nu uit het dossier niet volgt dat er een verkeersongeval waarbij verdachte betrokken was, heeft plaatsgevonden. [getuige 1] heeft namelijk alleen een klap gehoord, maar geen ongeval gezien. Voorts zijn er op de plaats waar het slachtoffer is terechtgekomen geen sporen van een ongeval aangetroffen en ten aanzien van de veeg op de motorkap van de auto die verdachte bestuurde, kan niet worden vastgesteld dat deze is veroorzaakt door een verkeersongeval.

3.4 De beoordeling van de tenlastelegging

Heeft er een verkeersongeval plaatsgevonden?

De rechtbank heeft in het dossier voldoende bewijs aangetroffen voor de stelling dat er op 11 oktober 2010 een verkeersongeval heeft plaatsgevonden. Uit de verklaring van [getuige 1] volgt, dat hij een klap hoorde, zich omdraaide en iemand door de lucht zag vliegen. Deze waarneming kan niet anders worden verklaard dan dat er een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waarbij [slachtoffer]door een auto is aangereden. Deze conclusie wordt bevestigd door de omstandigheid dat [getuige 1] een auto heeft zien wegrijden bij het slachtoffer en de omstandigheid dat [slachtoffer]gewond was.

Was verdachte daarbij betrokken?

[getuige 1] heeft verklaard dat hij direct na de klap een rode Volkswagen Golf met het kenteken [KENTEKEN] heeft zien wegrijden. Dit was het kenteken van de auto die verdachte bestuurde. Verder heeft [getuige 1] op de betreffende rijbaan geen andere voertuigen zien rijden.

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij die avond over de Rijswijkseweg heeft gereden en dat hij daar geen andere voertuigen heeft zien rijden. Ook heeft hij op de plattegrond aangeduid gereden te hebben op de plaats waar [slachtoffer]is aangereden.6

Voorts heeft [getuige 1] verklaard, dat hij zag dat de auto snelheid minderde en vervolgens weer doorreed.7 Dit stemt overeen met de verklaring van verdachte, dat hij, nadat hij iemand 'ho' had horen schreeuwen, het gas los heeft gelaten om in zijn binnenspiegel te kijken.8

Nu het slachtoffer onmiskenbaar is aangereden, de auto die verdachte bestuurde het enige voertuig op de plaats van het ongeval was en het weggedrag van de betrokken auto overeenkomt met verdachtes weggedrag kan het niet anders dan dat de auto die door verdachte werd bestuurd betrokken was bij het ongeval.

Wist verdachte of moest hij redelijkerwijs vermoeden dat hij betrokken was bij een verkeersongeval en heeft verdachte de plaats van het ongeval verlaten?

[getuige 1] heeft verklaard dat hij zag dat het slachtoffer enkele meters door de lucht vloog. Daarnaast had [slachtoffer]ernstig letsel. Hieruit volgt dat er sprake moet zijn geweest van een harde klap. Verdachte moet deze klap hebben opgemerkt. Deze omstandigheden tezamen maken reeds dat verdachte op zijn minst redelijkerwijs heeft moeten vermoeden dat hij bij een verkeersongeval betrokken was waarbij aan een ander letsel was toegebracht. Bovendien heeft hij, zo heeft hij ter terechtzitting verklaard9, toen hij over de Rijswijkseweg reed en het zebrapad (ter hoogte waarvan het slachtoffer is aangereden) was gepasseerd iemand 'ho' horen schreeuwen. Verdachte is vervolgens -hij heeft zelf verklaard dat hij in zijn binnenspiegel heeft gekeken, niets zag en daarom zijn weg heeft vervolgd10- doorgereden, het slachtoffer in een hulpeloze toestand achterlatend.

3.5 De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart mitsdien wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

op 11 oktober 2011 te 's-Gravenhage, als bestuurder van een motorrijtuig (auto), die bij een verkeersongeval was betrokken, de plaats van het ongeval, te weten de Rijswijkseweg, heeft verlaten, terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht en die [slachtoffer] in hulpeloze toestand werd achtergelaten.

4. De strafbaarheid van het feit

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.

5. De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6. De strafoplegging

6.1. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van vijf jaar.

6.2. Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.

6.3. Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

Verdachte is betrokken geweest bij een verkeersongeval waarbij een 79-jarige man ernstig gewond is geraakt. Verdachte heeft de plaats van het ongeval verlaten en het slachtoffer in hulpeloze toestand achtergelaten. De rechtbank rekent verdachte dit ernstig aan. Door aldus te handelen heeft verdachte het slachtoffer aan zijn lot overgelaten hetgeen zeer kwalijk kon zijn voor diens gezondheid. Verdachte mocht in dat opzicht van geluk spreken dat een getuige direct de hulpdiensten in heeft geschakeld, zodat erger leed voor het slachtoffer (in ieder geval op dat moment) kon worden voorkomen. De rechtbank onderkent dat het ongeval noch het gevolg ervan de strafwaardigheid van dit feit bepalen. Wel weegt mee dat hoe ernstiger het ongeval en hoe groter de mogelijke gevolgen, hoe kwalijker het doorrijden is. Het doorrijden na een ongeval als dit behoort tot de ernstigste varianten.

Het door verdachte gepleegde feit wordt bedreigd met een gevangenisstraf van maximaal drie maanden. De ernst van het door verdachte gepleegde feit, zoals zojuist beschreven, kan zeker rechtvaardigen dat een dergelijke straf wordt opgelegd. Toch zal de rechtbank daar in dit geval van afzien. Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Evenmin is gebleken dat verdachte zich eerder in het verkeer ernstig heeft misdragen. De rechtbank zal in dit geval daarom een werkstraf van aanzienlijke duur aan verdachte opleggen.

Voorts zal de rechtbank aan verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen. Verdachte is betrokken geweest bij een verkeersongeval, maar heeft zijn verantwoordelijkheid niet genomen. De rechtbank ziet hierin aanleiding verdachte zijn rijbevoegdheid voor een jaar te ontnemen. De door de officier van justitie geëiste periode van ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen acht de rechtbank niet passend. Ook daarvoor geldt dat de rechtbank bij de bepaling van de hoogte van de straf niet anders kan dan zich beperken tot het bewezenverklaarde feit, doorrijden na een ongeval, en niet de zonder meer ernstige gevolgen van het ongeval bepalend kan laten zijn.

7. De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:

- 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;

- 7, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8. De beslissing

De rechtbank,

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding tenlastegelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

overtreding van artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van 180 (honderdtachtig) UREN;

beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 90 (negentig) DAGEN;

veroordeelt verdachte voorts tot:

ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 (één) JAAR.

Dit vonnis is gewezen door

mr. G.H.M. Smelt, voorzitter,

mrs E.J. van As en A.J.J.M. Weijnen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. W. Gunnewegh, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 januari 2012.

1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit de pagina's van het ongenummerde proces-verbaal d.d. 15 juni 2011 met het nummer 2010-208767, van de regiopolitie Haaglanden.

2 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], d.d. 11 oktober 2010, proces-verbaalnummer PL1531 2010208767-4.

3 Proces-verbaal van aanhouding, d.d. 12 oktober 2010, proces-verbaalnummer

PL1531 2010208767-2.

4 Een geschrift inhoudende een Aanvraagformulier medische informatie.

5 Proces-verbaal schouw stoffelijk overschot d.d. 31 oktober 2010.

6 Verklaring verdachte ter terechtzitting.

7 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], proces-verbaalnummer PL1531 2010208767-4.

8 Verklaring verdachte ter terechtzitting.

9 Verklaring verdachte ter terechtzitting.

10 Verklaring verdachte ter terechtzitting.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature