Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 23 juni 2009 heeft de Belastingdienst het aan [appellant] toegekende voorschot kinderopvangtoeslag over 2008 herzien en vastgesteld op nihil.

Uitspraak



201104646/1/H2.

Datum uitspraak: 21 december 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Breda,

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 9 maart 2011 in zaak nr. 10/4578 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

1. Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2009 heeft de Belastingdienst het aan [appellant] toegekende voorschot kinderopvangtoeslag over 2008 herzien en vastgesteld op nihil.

Bij besluit van 20 september 2010 heeft de Belastingdienst het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 9 maart 2011, verzonden op 14 maart 2011, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 20 september 2010 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van dit besluit in stand gelaten. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 april 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 18 mei 2011.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting van 5 december 2011 aan de orde gesteld.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 1a, eerste lid, van de Wet kinderopvan g (hierna: de Wko), zoals deze wet luidde ten tijde hier van belang, is op deze wet de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: de Awir), met uitzondering van artikel 49, van toepassing.

Ingevolge artikel 5, eerste lid, voor zover hier van belang, heeft een ouder aanspraak op een kinderopvangtoeslag in de door hem of zijn partner te betalen kosten jegens het Rijk, indien het betreft gastouderopvang die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.

Ingevolge artikel 7, eerste lid, is de hoogte van de kinderopvan gtoeslag afhankelijk van:

a. de draagkracht, en

b. de kosten van kinderopvang per kind die worden bepaald door:

1˚ het aantal uren kinderopvang per kind in het berekeningsjaar,

2˚ de voor die kinderopvang te betalen prijs, met inachtneming van het bedrag, bedoeld in het tweede lid, en

3˚ de soort kinderopvang.

Ingevolge artikel 16, vierde lid, van de Awir kan de Belastingdienst het voorschot herzien.

Ingevolge artikel 18, eerste lid, verstrekken een belanghebbende, een partner en een medebewoner de Belastingdienst desgevraagd alle gegevens en inlichtingen die voor de beoordeling van de aanspraak op of de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming van belang kunnen zijn.

2.2. De Belastingdienst heeft aan [appellant] een voorschot kinderopvangtoeslag over het jaar 2008 verleend. Bij besluit van 23 juni 2009, gehandhaafd bij het besluit op bezwaar van 20 september 2010 heeft de Belastingdienst dit voorschot herzien en vastgesteld op nihil.

2.3. De rechtbank heeft het besluit van 20 september 2010 vernietigd en de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten, omdat zij van oordeel is dat de Belastingdienst zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 2008 kosten voor kinderopvang heeft gemaakt.

2.4. Het hoger beroep van [appellant] is gericht tegen het in stand laten van de rechtsgevolgen.

2.5. Het betoog van [appellant], dat de rechtbank, door de rechtsgevolgen in stand te laten, de aan het besluit van 20 september 2010 ten grondslag gelegde motivering heeft gewijzigd en buiten haar bevoegdheid is getreden, faalt. Ingeval een besluit wordt vernietigd, dient de rechtbank de mogelijkheden van finale beslechting van het geschil te onderzoeken, waarbij onder meer aan de orde is of er aanleiding is om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten.

De rechtbank heeft overwogen dat de Belastingdienst door zich in het verweerschrift van 6 december 2010 onder meer op het standpunt te stellen dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij kosten voor kinderopvang heeft gemaakt, alsnog heeft gemotiveerd welke overwegingen tot het besluit van 20 september 2010 hebben geleid. Derhalve was er aanleiding voor de rechtbank te onderzoeken of op grond van deze nadere toelichting de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand konden worden gelaten. Evenmin is de rechtbank hiermee buiten de omvang van het geschil getreden, nu het geschil ziet op het al dan niet terecht op nihil vaststellen van een voorschot kinderopvangtoeslag over 2008 en de rechtbank heeft bezien of de inhoud van het vernietigde besluit na de door de Belastingdienst kenbaar gemaakte motivering de rechterlijke toets kan doorstaan. Anders dan [appellant] betoogt, heeft hij zich hierover in voldoende mate kunnen uitlaten.

2.6. Ook het betoog van [appellant], dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij kosten voor kinderopvang heeft gemaakt, faalt.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 22 juni 2011 in zaak nr. 201010918/1/H2), volgt uit artikel 18, eerste lid, van de Awir , gelezen in samenhang met artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wko , dat degene die kinderopvangtoeslag ontvangt, moet kunnen aantonen dat hij kosten voor kinderopvang heeft gemaakt en wat de hoogte is van deze kosten. De Belastingdienst mocht dan ook [appellant] om (nadere) gegevens vragen waaruit blijkt welke bedragen hij heeft betaald aan de gastouder.

De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat [appellant] aan de door hem op 6 april 2009 overgelegde verklaring niet de betekenis kan hechten die hij daaraan gehecht wenst te zien. Het betreft een verklaring van de gastouder van [appellant] dat hij maandelijks vergoedingen heeft ontvangen en dat deze in overleg contant zijn uitbetaald en een verklaring van [appellant] dat hij de vergoedingen in overleg contant heeft uitbetaald. Deze verklaring kan niet als voldoende bewijs van betaling worden aangemerkt, nu daarin geen bedrag is vermeld. Ook anderszins heeft [appellant] niet aannemelijk gemaakt dat hij de gastouder contant heeft betaald en kosten voor kinderopvang heeft gemaakt. Dat het voor hem en zijn toeslagpartner mogelijk was om de kosten van kinderopvang te betalen, betekent evenmin dat hij ook kosten van kinderopvang heeft gemaakt.

[appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rechtbank heeft miskend dat de Belastingdienst wat betreft de bewijsstukken van de kosten voor kinderopvang in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. De enkele stelling van [appellant] dat hem bekend is dat de Belastingdienst in veel gevallen betalingsbewijzen heeft geaccepteerd, waarbij geen sprake was van girale betalingen en waarbij geen aanvullende bankafschriften hoefden te worden overgelegd, is hiervoor onvoldoende.

2.7. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank terecht de rechtsgevolgen van het besluit van 20 september 2010 in stand gelaten.

2.8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

2.9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, ambtenaar van staat.

w.g. Troostwijk w.g. Bindels

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 21 december 2011

85-680.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature