U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Huur appartement. Vordering verhuurder tot verwijdering van door huurder geplaatste schotelantenne. Oordeel dat huurder uit hoofde van art. 5:120 lid 2 BW is gebonden aan bepalingen in huishoudelijk reglement, is onjuist, nu hof niet heeft vastgesteld dat dit reglement deel uitmaakt van splitsingsreglement of enig modelreglement waarnaar in splitsingsreglement wordt verwezen (art. 5:111 onder d, art. 5:112 BW).

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



10 februari 2012

Eerste Kamer

10/03328

EV/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [Eiser 1],

2. [Eiseres 2],

beiden wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

advocaat: mr. K.T.B. Salomons,

t e g e n

WONINGSTICHTING DE WOONPLAATS,

gevestigd te Enschede,

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en De Woonplaats.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 353146/CV EXPL 08-2003 van de kantonrechter te Oost Gelre van 6 april 2009;

b. het arrest in de zaak 200.034.118 van het gerechtshof te Arnhem van 13 april 2010.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen De Woonplaats is verstek verleend.

De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot vernietiging en verwijzing.

3. Beoordeling van de middelen

3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) De Woonplaats is eigenares van een aantal appartementsrechten die deel uitmaken van een gebouw te [plaats]. [Eiser] c.s. huren met ingang van 5 december 2007 een van deze appartementen van De Woonplaats.

(ii) Het huishoudelijk reglement van de Vereniging van Eigenaren (hierna: VvE), dat op 26 februari 2002 is vastgesteld, bepaalt in artikel 2 van hoofdstuk H (antennes):

"[Schotel]antennes e.d. mogen niet worden geplaatst of bevestigd op of aan het gebouw."

De inhoud van dit huishoudelijk reglement maakt geen deel uit van de huurovereenkomst.

(iii) De Woonplaats heeft [eiser] c.s. toestemming verleend een schotelantenne te plaatsen onder de voorwaarden dat de aangebrachte antenne, om aantasting van het aanzicht van het gebouw zoveel mogelijk te voorkomen, zodanig wordt aangebracht dat de optredende verstoring minimaal is en dat de schotel niet op het dak noch aan de voorzijde van de woning geplaatst wordt.

De Woonplaats heeft geconcludeerd dat het onder deze voorwaarden enkel mogelijk was de schotelantenne op het balkon van het appartement van [eiser] c.s. te installeren.

(iv) [Eiser] c.s., die vanaf de zijgevel van het appartementencomplex geteld het derde appartement bewonen, hebben vervolgens een schotelantenne van 60 cm doorsnee aan die zijgevel laten plaatsen, waarbij vanaf de antenne over de gevelmuur en de muur van de twee aangrenzende appartementen een naar hun appartement leidende verbindingskabel is aangebracht.

(v) [Eiser] c.s. hebben niet voldaan aan een door De Woonplaats schriftelijk aan hen gericht verzoek de antenne te verwijderen.

3.2.1 De Woonplaats vordert in dit geding dat [eiser] c.s. worden veroordeeld de schotelantenne met de daarbij behorende bedradingen te verwijderen en de buitenmuren in oude toestand te herstellen, een en ander onder verbeurte van een dwangsom. De Woonplaats legt aan deze vordering ten grondslag, dat [eiser] c.s. in strijd handelen met de verplichtingen die de huurovereenkomst hun oplegt en dat De Woonplaats, als eigenares van het appartementsrecht van het verhuurde appartement, moet voldoen aan de regels van de VvE en daarop door de VvE ook is aangesproken.

De rechtbank heeft de vordering afgewezen. Het hof heeft dit vonnis vernietigd en [eiser] c.s. veroordeeld binnen twee maanden na betekening van het arrest de schotelantenne te verwijderen en de buitenmuren in oude toestand te herstellen, op verbeurte van de gevorderde dwangsom tot een maximum van € 6.000,--.

3.2.2 Het hof overwoog daartoe als volgt.

Het in de huurovereenkomst opgenomen verbod om zonder schriftelijke toestemming veranderingen aan het gehuurde aan te brengen is niet aan de orde nu de zijgevel waaraan de schotelantenne is bevestigd geen deel uitmaakt van het gehuurde appartement (rov. 5.3). De kantonrechter heeft evenwel miskend dat de bepalingen in het reglement van de VvE met betrekking tot gebruik, beheer en onderhoud op grond van artikel 5:120 lid 2 BW rechtstreeks op [eiser] c.s. van toepassing zijn. [Eiser] c.s. hadden jegens De Woonplaats daarom de bepaling van artikel 2 hoofdstuk H van het reglement in acht moeten nemen. Door het plaatsen van de schotelantenne zijn [eiser] c.s. aldus tekortgeschoten in de nakoming van de verplichting zich tegenover De Woonplaats als goede huurders te gedragen; reeds die tekortkoming maakt De Woonplaats bevoegd tot het instellen van onderhavige vordering (rov. 5.4).

De bevoegdheid die de VvE uit hoofde van art. 5:126 lid 3 BW toekomt om [eiser] c.s. rechtstreeks aan te spreken op naleving van het reglement, ontneemt De Woonplaats niet de mogelijkheid als verhuurster [eiser] c.s. aan te spreken op overtreding van het reglement (rov. 5.5).

3.3.1 Middel I keert zich in de onderdelen 3 - 8 met rechts- en motiveringsklachten tegen rov. 5.4.

Deze klachten houden in dat art. 5:120 lid 2 ziet op het splitsingsreglement als bedoeld in artikel 5:111, aanhef en onder d, en art. 5:112 BW, en niet op een huishoudelijk reglement; ofschoon het onderhavige huishoudelijk reglement bepaalt dat het moet worden beschouwd als een aanvulling op het splitsingsreglement, kan hieruit niet worden afgeleid dat het huishoudelijk reglement onderdeel is van het splitsingsreglement.

Nu het hof niet heeft vastgesteld dat [eiser] c.s. uit anderen hoofde aan het huishoudelijk reglement zijn gebonden, is zijn oordeel onjuist dan wel onbegrijpelijk.

3.3.2 De rechtsklacht van middel I is terecht voorgesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bepaling waarop De Woonplaats zich beroept, is opgenomen in het huishoudelijk reglement van de VvE, en dat dat reglement geen deel uitmaakt van de huurovereenkomst; dit een en ander is in hoger beroep niet bestreden.

Het hof heeft geoordeeld dat [eiser] c.s. uit hoofde van art. 5:120 BW aan het huishoudelijk reglement zijn gebonden. Dit artikel bepaalt in lid 2 onder meer dat voorschriften van 'het reglement' omtrent gebruik, beheer en onderhoud ook van toepassing zijn op degene die het gebruik van de appartementseigenaar verkrijgt.

Het in art. 5:120 lid 2 vermelde reglement is het reglement, bedoeld in art. 5:111 onder d en art. 5:112 BW; van een ander reglement in de genoemde en tussenliggende bepalingen is ook geen sprake.

Dat reglement is het splitsingsreglement, dat ingevolge art. 5:111, aanhef en onder d, opgenomen moet zijn in de splitsingsakte.

3.3.3 Het in de splitsingsakte opgenomen reglement mag - blijkens art. 5:111 onder d - weliswaar verwijzen naar een nauwkeurig aangeduid, in de openbare registers ingeschreven, modelreglement en hoeft derhalve niet alle van toepassing zijnde voorschriften zelf te bevatten, maar het hof heeft niet vastgesteld dat het reglement waarop De Woonplaats zich beroept - het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de VvE op 26 februari 2002 - deel uitmaakt van het splitsingsreglement of enig modelreglement waarnaar in het splitsingsreglement wordt verwezen. Dat is door De Woonplaats ook niet gesteld.

3.3.4 Nu het hof de veroordeling van [eiser] c.s. uitsluitend heeft doen steunen op zijn oordeel dat [eiser] c.s. ingevolge art. 5:120 lid 2 gebonden zijn aan het genoemde huishoudelijk reglement, welk oordeel blijkens het vorenstaande onjuist is, kan de bestreden uitspraak niet in stand blijven.

Middel II behoeft geen behandeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt het arrest van het gerechtshof te Arnhem van 13 april 2010;

verwijst het geding naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing;

veroordeelt De Woonplaats in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] c.s. begroot op € 3.083,11 in totaal, waarvan € 3.004,61 op de voet van art. 243 (oud) Rv. te betalen aan de Griffier, en € 78,50 aan [eiser] c.s.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion en G. Snijders en in het openbaar uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel op 10 februari 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature