Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Mondeling verzoek tot wraking op grond van art. 512 Sv. Verzoek afgewezen. Het wrakingsverzoek heeft betrekking op leden van de meervoudige strafkamer die zijn belast met de behandeling van de strafzaak tegen de verdachte.

Het verzoek berust op de stelling dat de rechtbank een bevel tot medebrenging heeft gelast zonder dat er een deugdelijk medisch rapport was opgemaakt van de toestand waarin verzoeker zich bevond. Daaruit blijkt dat de rechtbank verzoeker niet gelooft voor wat betreft zijn ziekte. Het voorgaande doet bij verzoeker de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechters ontstaan, althans de schijn daartoe is bij verzoeker gewekt.

Naar het oordeel van de wrakingskamer staat de juistheid van de door de rechtbank genomen beslissing over de aanhouding van de zitting niet ter beoordeling van de wrakingskamer. Het doel van een verzoek tot wraking is om verzoeker de mogelijkheid te bieden op te treden tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid. In een wrakingsprocedure kan niet worden opgekomen tegen onwelgevallige beslissingen. Gezien hetgeen daaromtrent door de voorzitter van de rechtbank ter zitting naar voren is gebracht en hetgeen na verder onderzoek ter zitting is gebleken, in het bijzonder het advies van de verpleegkundige, mede gebaseerd op de aanwezigheid van verzoeker in de bibliotheek en het bezoekuur, is de door de rechtbank genomen beslissing ook niet onbegrijpelijk.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Zaaknummer 468889 / HA RK 10-859

Beschikking op het verzoek tot wraking ex artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering in de strafzaak met parketnummer 13 /845028-08 van:

[ ],

geboren te [ ] op [ ],

zonder vaste- woon of verblijfplaats,

gedetineerd in het Huis van Bewaring “[ ]”te [ ],

verzoeker tot wraking,

raadsman mr. W.H. Boomstra, advocaat te Amsterdam,

welk verzoek strekt tot wraking van mrs. [ ] (voorzitter), [ ]en [ ], leden van de meervoudige kamer, hierna: de voorzitter en gezamenlijk de rechters, belast met de behandeling van een tegen verzoeker aanhangige strafzaak.

Verloop van de procedure

Ter zitting van 8 september 2010 heeft de raadsman van verzoeker een mondeling verzoek tot wraking van de rechters gedaan.

De rechters hebben medegedeeld niet in de wraking te berusten.

Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van heden, waar de rechtbank verzoeker, diens raadsman, de rechters en de officier van justitie heeft gehoord.

De rechtbank heeft ter zitting kennis genomen van de door de raadsman van verzoeker aan de voorzitter van de rechtbank en de officier van justitie verzonden brieven waarin wordt medegedeeld dat verzoeker niet in staat was ter zitting te verschijnen.

Na behandeling ter zitting is na schorsing en hervatting van de behandeling mondeling op het verzoek tot wraking beslist.

De beslissing op het verzoek is in het openbaar uitgesproken, waarbij is meegedeeld dat de schriftelijke uitwerking zou volgen.

Deze beschikking vormt die uitwerking.

Gronden van de beslissing

1. Het verzoek en de gronden daarvan

Aan het verzoek heeft de raadsman van verzoeker het volgende ten grondslag gelegd. In deze zaak heeft op 16 juni 2010 een eerdere zitting plaatsgevonden. Omdat deze zitting plaats had in een te kleine zaal en verzoeker van mening was dat hij in verband met de aanwezigheid in de zaal van benadeelde partijen en publiek niet in alle vrijheid zou kunnen verklaren, is de behandeling verplaatst naar heden. Hiermee is aangetoond dat verzoeker niet onwillig is een verklaring ter zitting af te leggen.

Gisteren, op de dag voor de zitting, is verzoeker flauwgevallen. Hij voelde zich niet goed. De raadsman heeft de voorzitter hiervan telefonisch op de hoogte gesteld.

Naderhand heeft verzoeker gemeld dat hij niet in staat was vandaag ter zitting te verschijnen. De voorzitter is hiervan telefonisch en schriftelijk op de hoogte gesteld. Desondanks heeft de rechtbank een bevel tot medebrenging gelast zonder dat er een deugdelijk medisch rapport was opgemaakt van de toestand waarin klager zich bevond. Daaruit blijkt dat de rechtbank verzoeker niet gelooft voor wat betreft zijn ziekte. Door de beslissing is bij verzoeker ernstige twijfel gezaaid omtrent de door de rechters in acht te nemen onbevangenheid en onafhankelijkheid bij de beoordeling van de verdere procedure. Het voorgaande doet bij verzoeker de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechters ontstaan, althans de schijn daartoe is bij verzoeker gewekt.

3. De reactie van de rechters

De rechters hebben bij monde van de voorzitter het verzoek ter zitting bestreden. De rechters hebben aangevoerd dat de raadsman van verdachte telefonisch contact heeft gehad met de voorzitter en heeft medegedeeld dat zijn cliënt ziek was en het maar de vraag was of zijn cliënt de volgende dag ter zitting zou kunnen verschijnen. De voorzitter heeft de advocaat daarop verzocht een bijdrage te willen leveren aan het verkrijgen van een medische verklaring van cliënt. Vervolgens heeft de voorzitter de officier van justitie daarvan op de hoogte gesteld en haar verzocht bij te dragen aan het verkrijgen van een medische verklaring. Op enig moment heeft de voorzitter de officier gebeld met de vraag of er al iets bekend was. De officier van justitie deelde mede dat er geen medische verklaring was maar dat zij een medewerker had gesproken van de medische dienst. Die heeft de officier medegedeeld dat een verpleegkundige verzoeker had gezien in de bibliotheek en dat verzoeker ook nog bezoek had gehad. Er leek weinig aan de hand te zijn met de gezondheidstoestand van verzoeker. Hij zou nog zijn opgeroepen voor de medische dienst. De voorzitter is vervolgens gebeld door de raadsman die hem mededeelde dat verzoeker niet ter zitting zou verschijnen omdat hij ziek was. De voorzitter heeft de officier van justitie hiervan mededeling gedaan. Daarna heeft de rechtbank zich beraden wat te doen en besloten een bevel tot medebrenging uit te vaardigen. De rechtbank heeft daarbij de belangen van alle bij de procedure betrokken personen en dus ook de belangen van de verdachte afgewogen. De voorzitter heeft de officier hiervan op de hoogte gesteld en medegedeeld dat indien zou blijken dat de er medische omstandigheden zouden zijn die zouden maken dat de verdachte niet zou kunnen worden vervoerd, het bevel niet uitgevoerd zou dienen te worden. Dit laatste heeft de voorzitter ook aan de advocaat van verzoeker mede¬gedeeld. Hedenochtend bij aanvang van de behandeling is verzoeker nog gevraagd of hij in staat was de zitting bij te wonen. Voordat daarop een toelichting kon worden gegeven is het verzoek tot wraking gedaan.

4. Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft hieraan toegevoegd dat zij telefonisch op de hoogte is gesteld van het feit dat verzoeker niet in staat was de zitting bij te wonen. De officier heeft getracht de medische dienst te bereiken. Uiteindelijk is dat gelukt. Een verpleegkundige heeft medegedeeld dat zij verzoeker in de bibliotheek had getroffen en dat er niets aan de hand leek te zijn. De officier heeft daarop verzocht een en ander op schrift te zetten. De verpleegkundige wenste dat in verband met het medisch beroepsgeheim niet te doen. Vervolgens heeft de officier het bevel medebrenging in handen gesteld gekregen. Het was de bedoeling dat op het moment dat de politie verzoeker kwam ophalen een verpleegkundige aanwezig zou zijn om te beoordelen op verzoeker in staat was. Of dat zo is gebeurd is niet nagegaan. De officier van justitie is van mening dat de rechters in alle redelijkheid tot de gewraakte beslissing hebben kunnen komen en dat het verzoek tot wraking moet worden afgewezen.

5. De beoordeling van het verzoek

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering dient in een wrakingprocedure te worden beslist of er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

5.2 Daarbij staat voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een procespartij vooringenomen is, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Het (subjectieve) standpunt van verzoeker daarover is belangrijk, maar niet doorslaggevend; de vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn.

5.3 De vraag of sprake is van rechterlijke partijdigheid moet worden beantwoord aan de hand van twee criteria: het subjectieve criterium en het objectieve criterium. Bij het subjectieve criterium gaat het om de vraag of sprake is van een gebleken persoonlijke overtuiging en/of zodanig gedrag van een specifieke rechter dat de conclusie moet worden getrokken dat deze rechter partijdig is. Bij het objectieve criterium gaat het om de vraag of onafhankelijk van het gedrag van een specifieke rechter, vastgesteld moet worden dat er sprake is van een bij verzoeker objectief gerechtvaardigde vrees dat de onpartijdigheid bij deze rechter ontbreekt.

5.4 Onderzocht dient te worden of de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de door verzoeker geuite vrees dat de rechters jegens hem een vooringenomenheid koesteren – objectief – gerechtvaardigd is.

5.5 De rechtbank is van oordeel dat aan de door verzoeker aangevoerde omstandigheden geen enkele aanwijzing is te ontlenen dat de rechters - subjectief - partijdig waren. Ook overigens is voor zodanig oordeel geen aanknopingspunt gevonden.

5.6 De juistheid van de door de rechtbank genomen beslissing over de aanhouding van de zitting staat niet ter beoordeling van de wrakingskamer. Het doel van een verzoek tot wraking is om verzoeker de mogelijkheid te bieden op te treden tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid. In een wrakingsprocedure kan niet worden opgekomen tegen onwelgevallige beslissingen. Het is immers niet de taak van de wrakingskamer om te beoordelen of deze beslissingen en de daaraan ten grondslag liggende motivering inhoudelijk juist zijn, maar te onderzoeken of deze beslissingen en motiveringen feiten en omstandigheden opleveren waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen leiden.

5.7 Dat laatste kan – nu verzoeker zelf geen andere feiten of omstandigheden heeft genoemd die zijn vrees zouden rechtvaardigen - naar het oordeel van de wrakingskamer slechts het geval zijn als in het licht van de feiten en omstandigheden van het geval de door de rechters genomen beslissing zo onbegrijpelijk is, dat daarvoor redelijkerwijze geen andere verklaring is te geven dan dat de beslissing door vooringenomenheid van de rechters is ingegeven.

5.8 Gezien hetgeen daaromtrent door de voorzitter van de rechtbank ter zitting naar voren is gebracht en hetgeen na verder onderzoek ter zitting is gebleken, in het bijzonder het advies van de verpleegkundige, mede gebaseerd op de aanwezigheid van verzoeker in de bibliotheek en het bezoekuur, getuigt de door de rechtbank genomen beslissing daarvan niet. Bijzondere omstandigheden die maken dat anders moet worden geoordeeld zijn niet gebleken.

5.9 Nu van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, niet is gebleken, hebben de rechters geen grond gegeven voor de vrees dat het hen bij de behandeling van de zaak jegens verzoeker aan onpartijdigheid ontbreekt, zodat het wrakingsverzoek als zijnde ongegrond dient te worden afgewezen.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

B E S L I SS I NG

De rechtbank:

? wijst het verzoek tot wraking af;

Aldus gegeven door mrs. F.G. Bauduin, G.H. Marcus en Y.A.A.G. de Vries, leden van genoemde kamer, en uitgespro¬ken ter open¬bare terecht¬zitting van 8 september 2010, in tegen¬woor¬dig¬heid van de grif¬fier.

Tegen deze beslissing staat op grond van artikel 515 lid 5 Sv geen voorziening open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature