Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Deze rechterlijke uitspraak is tegenwoordig bekend onder ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6863 , LJN BT6863

Inhoudsindicatie:

Wederrechtelijk verblijf op politiebureau: De publieksruimte van een politiebureau dient te worden beschouwd als een voor de openbare dienst bestemd lokaal dat onder meer tot doel heeft dat aangiftes van strafbare feiten worden opgenomen. Het tijdens openingstijden binnentreden of vertoeven in deze publieksruimte om aangifte te doen kan daarom in beginsel niet wederrechtelijk worden geacht. Dit beginsel lijdt echter uitzondering in geval van verstoring van de rust en orde.

Uitspraak



parketnummer: 23-005397-10

datum uitspraak: 13 september 2011

VERSTEK

VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 december 2010 in de strafzaak onder parketnummer 13-215616-10 tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1986],

adres: [adres], [woonplaats].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 21 december 2010 en op de terechtzitting in hoger beroep van 30 augustus 2011.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

zij op of omstreeks 27 september 2010 te Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk vertoevende in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, te weten het politiebureau te Lijnbaansgracht, zich niet op de vordering(en) van de bevoegde ambtena(a)r(en) dhr. [verbalisant 1] en/of mw. [verbalisant 2], aanstonds heeft verwijderd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt nu het tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

De verdachte heeft in haar appelschriftuur onder meer betoogd dat zij vanwege het ontbreken van wederrechtelijkheid, opgenomen als bestanddeel in de delictsomschrijving en ook tenlastegelegd, had moeten worden vrijgesproken.

Hoewel de verdachte niet ter terechtzitting in hoger is verschenen en derhalve voornoemd betoog niet als verweer naar voren heeft gebracht, ziet het hof in de aard van de zaak aanleiding voornoemde kwestie te bespreken.

Uit de stukken in het dossier, in het bijzonder het proces-verbaal van aanhouding van 27 september 2010 (dossierpagina 3-4), kan worden afgeleid dat de verdachte op 27 september 2010 het politiebureau aan de Lijnbaansgracht betrad met het doel aangifte te doen van mishandeling. Door de daar aanwezige verbalisanten werd haar viermaal gewezen op een aan haar gerichte brief van 9 juli 2010 van hoofdcommissaris van politie [naam] (dossierpagina 12). De eerste alinea van die brief luidt aldus:

"In de afgelopen tijd heeft u meerdere malen contact gehad met medewerkers van het korps Amsterdam-Amstelland. Deze contacten waren in persoon aan een bureau, telefonisch of schriftelijk.

Omdat u kennelijk telkens niet tevreden was over de wijze waarop u behandeld bent, heeft u meerdere malen een klacht ingediend en/of aangifte gedaan tegen de desbetreffende politieambtenaren".

Verder blijkt uit die brief dat de behandeling van bedoelde klachten en aangiften evenmin tot tevredenheid was van de verdachte. In de brief wordt op grond daarvan geconcludeerd dat het opnemen van klachten en aangiften door medewerkers van het korps geen zin heeft en dat de verdachte deze daarom in het vervolg slechts schriftelijk kan indienen bij de officier van justitie.

Voordien had de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Amsterdam bij brief van 25 juni 2010 de verdachte laten weten dat zij, door zeer frequent telefonisch en per e-mail contact te zoeken met medewerkers van het parket, een te zwaar beslag legde op de tijd van die medewerkers.

De verdachte heeft de verbalisanten laten weten dat zij op de hoogte was van de brief van [naam] en de inhoud daarvan, maar gesteld zij tóch aangifte op het bureau wilde doen. Op last van de chef van dienst hebben de verbalisanten vervolgens tweemaal gevorderd dat de verdachte de publieksruimte van het politiebureau zou verlaten. De verdachte heeft hierop beide keren geantwoord dat zij niet weg zou gaan en dat zij aangifte wilde doen. Na een bezoek aan het toilet is zij door de verbalisanten opnieuw tweemaal gewezen op de door hen gedane vorderingen om het politiebureau te verlaten. Hierop reageerde de verdachte met de woorden "Nee, ik ga niet weg. Ik wil aangifte doen".

De publieksruimte van een politiebureau dient te worden beschouwd als een voor de openbare dienst bestemd lokaal dat onder meer tot doel heeft dat aangiftes van strafbare feiten worden opgenomen. Het tijdens openingstijden binnentreden of vertoeven in deze publieksruimte om aangifte te doen kan daarom in beginsel niet wederrechtelijk worden geacht. Dit beginsel lijdt echter uitzondering in geval van verstoring van de rust en orde. Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte de orde en rust in de publieksruimte van het politiebureau verstoord door te handelen als hiervoor beschreven en dient haar voortdurende verblijf aldaar te worden aangemerkt als wederrechtelijk. Het ten laste gelegde feit kan dan ook bewezen worden verklaard.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

zij op 27 september 2010 te Amsterdam wederrechtelijk vertoevende in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, te weten het politiebureau aan de Lijnbaansgracht, zich niet op de vorderingen van de bevoegde ambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] aanstonds heeft verwijderd.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

het bewezen verklaarde levert op:

wederrechtelijk in een voor de openbare dienst bestemd lokaal vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijderen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft het ten laste gelegde feit bewezen en strafbaar geacht maar de verdachte niet strafbaar. Zij is ontslagen van alle rechtsvervolging.

Tegen dat vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte en haar draagkracht.

Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich wederrechtelijk opgehouden op het politiebureau en zich niet verwijderd nadat twee agenten dit meermalen van haar gevorderd hadden. De verdachte wist dat zij geen aangifte kon doen op het bureau, maar dat zij dat nog wel schriftelijk kon doen. Toch heeft zij verzuimd zich op de vorderingen van de agenten te verwijderen. Door aldus te handelen heeft zij de orde op het politiebureau verstoord en het gezag van de politieagenten ondermijnd.

Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 12 augustus 2011 is de verdachte één maal eerder veroordeeld (wegens belaging), maar deze veroordeling is niet onherroepelijk, zodat deze niet ten nadele van de verdachte wordt meegewogen.

Het hof acht onder deze omstandigheden een voorwaardelijke geldboete van de hierna te noemen hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c, 63 en 139 van het Wetboek van Strafrecht .

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 (vier) dagen hechtenis.

Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Dit arrest is gewezen door de eerste meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. M.J.L. Mastboom en mr. E.C.M. Bouman, in tegenwoordigheid van mr. N. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 september 2011.

Mr. E.C.M. Bouman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature