Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Vrijspraak van verdachte ter zake van schending van de inlichtingenplicht van de WWB. Het hof heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte een gezamenlijke huishouding voerde met Van de Worp, dan wel dat hij zijn hoofdverblijf had op verdachtes adres.

Uitspraak



GERECHTSHOF ARNHEM

NEVENZITTINGSPLAATS LEEUWARDEN

Sector strafrecht

Parketnummer: 24-000080-11

Uitspraak d.d.: 9 september 2011

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 januari 2011 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1981],

wonende te [woonplaats], [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 26 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde tot een werkstraf van 90 uren, subsidiair te vervangen door 45 dagen hechtenis, waarvan 30 uren voorwaardelijk, subsidiair te vervangen door 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,

mr. E. Schriemer, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

zij in of omstreeks de periode van 2 mei 2002 t/m 30 april 2005 te [plaats], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) in strijd met een haar bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 van de Wet werk en bijstand (WWB), opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten verdachtes WWB-uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming,

immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk nagelaten om onverwijld uit eigen beweging de eenheid Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente [gemeente], althans de burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente], er tijdig en/of volledig van op de hoogte te stellen dat verdachte met [naam] op verdachtes adres een gezamenlijke huishouding voerde, althans dat die [naam] op verdachtes adres zijn hoofdverblijf had.

In de tenlastelegging zijn taal- en/of schrijffouten verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat verdachte ten tijde van de ten laste gelegde periode een gezamenlijke huishouding voerde met [naam], dan wel dat hij op verdachtes adres zijn hoofdverblijf had. In het bijzonder heeft het hof daarbij gelet op het feit dat verdachte telkens consequent heeft verklaard omtrent de aanwezigheid van [naam] in verband met de kinderen, terwijl zich in het dossier voor deze verklaring van verdachte meerdere aanknopingspunten bevinden. Verdachte dient vrijgesproken te worden van het haar ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.

Aldus gewezen door

mr. S. Zwerwer, voorzitter,

mr. O. Anjewierden en mr. J. Dolfing, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. K.J. Reinke, griffier,

en op 9 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature