Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Poging tot afpersing. In 7 sms-berichten wordt het slachtoffer verteld dat ze 25.000 euro moet betalen. Anders ziet zij haar kinderen niet meer terug.

De officier van justitie eist onder meer een werkstraf van 240 uur. De rechtbank acht een werkstraf uit generaal preventief oogpunt ontoereikend en legt in plaats van een werkstraf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 6 maanden.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/660316-11 (Promis)

Datum uitspraak: 20 september 2011

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1982],

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres] [woonplaats].

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 september 2011.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.E. Woudman en van wat verdachte en haar raadsman, mr. M.G. van Westrenen, naar voren hebben gebracht.

2. Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat

zij op of omstreeks 01 april 2011 te [plaats], binnen de gemeente [gemeente], en/of te [woonplaats], in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 25.000 EURO, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), een of meerdere SMS-bericht(en) heeft

verzonden aan die [slachtoffer] met de volgende inhoud: "Hallo [slachtoffer], vandaag nog voor 6 uur ga je naar de bank en stort je 25.000 op het rekeningnummer ING [rek.nr.]. reden van storten is auto gekocht. Dit is geen grap dus neem het serieus! Je begrijpt dat dit een gestolen telefoon is en dat we een rekening gebruiken van een onschuldig meisje... En na het storten halen we het gelijk van haar rekening en zijn we weg." en/of "De gevolgen als je (niet) stort en de politie informeert: Je zoon tennist nooit meer en je dochter komt niet meer thuis na school... hou dit voor je zelf. Stort het en vergeet het!! Geen politie of iemand anders informeren." en/of "Het enige wat er gebeurd is je kinderen en het onschuldige meisje zijn de pineut!! Want zij gaat naar de gevangenis terwijl wij er toch met het geld vandoor gaan." en/of "Dus stort het zonder politie. Stort je het helemaal niet dan vermist iemand vanavond hun dochter!!!" en/of "En jij alsnog ook je kids. Ik hoop dat je kinderen meer waard zijn voor jou dan geld!!!" en/of "Geen grapjes [slachtoffer] geen politie!! Voor 6 uur!!" en/of "Nogmaals geen grap!!! Doe geen domme dingen !!! red de kinderen en hou dit meisje uit de gevangenis!! Groet [naam]", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

3. Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4. Waardering van het bewijs

4.1 Redengevende feiten en omstandigheden

4.1.1 De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.i

4.1.2 Op 1 april 2011 ontvangt aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) een aantal sms-berichten. Ze zijn afkomstig van verdachte. [slachtoffer] bevindt zich op dat moment in haar woning in [plaats], binnen de gemeente [gemeente].ii Verdachte bevindt zich op dat moment in haar woning in [woonplaats].iii De zeven verstuurde sms-berichten bevatten de volgende inhoud:

"Hallo [slachtoffer], vandaag nog voor 6 uur ga je naar de bank en stort je 25.000 op het rekeningnummer ING [rek.nr.]. Reden van storten is auto gekocht. Dit is geen grap dus neem het serieus! Je begrijpt dat dit een gestolen telefoon is en dat we een rekening gebruiken van een onschuldig meisje... en na het storten halen we het gelijk van haar rekening en zijn we weg." en

"De gevolgen als je stort en de politie informeert: je zoon tennist nooit meer en je dochter komt niet meer thuis na school... Hou dit voor jezelf!! Stort het en vergeet het!! Geen politie of iemand anders informeren!!" en

"Het enige wat er gebeurd is je kinderen en het onschuldige meisje zijn de pineut!!! Want zij gaan naar de gevangenis terwijl wij er toch met het geld vandoor gaan." en

"Dus stort het zonder politie. Stort je het helemaal niet dan vermist iemand vanavond hun dochter!!!" en

"En jij alsnog ook je kids. Ik hoop dat de kinderen meer waard zijn voor jou dan geld!!!" en

"Geen grapjes [slachtoffer] geen politie!! Voor 6 uur!!" en

"Nogmaals geen grap!!! Doe geen domme dingen!!! Red de kinderen en hou dit meisje uit de gevangenis!! Groet [naam]".

Als gevolg van de sms-berichten raken zowel [slachtoffer], als haar man en kinderen, angstig en in paniek.iv

Verdachte bekent het feit en verklaart tegenover de politie dat zij op de bewuste dag het idee kreeg om [slachtoffer] de bedreigende berichten te sturen. Het was de bedoeling dat [slachtoffer] het geld, te weten € 25.000, op haar rekening zou storten. Zij had het voornemen om van het geld een ticket naar Sint Maarten te boeken en om haar schulden af te betalen.v

4.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie is van mening dat op grond van de aangifte van [slachtoffer], het proces-verbaal van bevindingen omtrent de sms-berichten en de bekennende verklaring van verdachte tot bewezenverklaring van het feit kan worden overgegaan. Verdachte heeft alleen geopereerd. Er zijn geen mededaders.

4.3 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak verzocht van het ten laste gelegde 'medeplegen'. De verdediging heeft zich voor het overige deel van de tenlastelegging aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd, nu verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend.

4.4 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat op grond van de onder 4.1. vervatte bewijsmiddelen, alsmede op grond van de bekentenis van verdachte ter zitting, bewezen kan worden dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd. Verdachte zal daarom van 'medeplegen' worden vrijgesproken.

5. Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

op 01 april 2011 te [plaats], binnen de gemeente [gemeente], en te [woonplaats], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 25.000 EURO, toebehorende aan [slachtoffer], meerdere sms-berichten heeft verzonden aan die [slachtoffer] met de volgende inhoud: "Hallo [slachtoffer], vandaag nog voor 6 uur ga je naar de bank en stort je 25.000 op het rekeningnummer ING [rek.nr.]. Reden van storten is auto gekocht. Dit is geen grap dus neem het serieus! Je begrijpt dat dit een gestolen telefoon is en dat we een rekening gebruiken van een onschuldig meisje... En na het storten halen we het gelijk van haar rekening en zijn we weg." en "De gevolgen als je (niet) stort en de politie informeert: Je zoon tennist nooit meer en je dochter komt niet meer thuis na school... hou dit voor je zelf. Stort het en vergeet het!! Geen politie of iemand anders informeren." en "Het enige wat er gebeurd is je kinderen en het onschuldige meisje zijn de pineut!! Want zij gaat naar de gevangenis terwijl wij er toch met het geld vandoor gaan." en "Dus stort het zonder politie. Stort je het helemaal niet dan vermist iemand vanavond hun dochter!!!" en "En jij alsnog ook je kids. Ik hoop dat je kinderen meer waard zijn voor jou dan geld!!!" en "Geen grapjes [slachtoffer] geen politie!! Voor 6 uur!!" en "Nogmaals geen grap!!! Doe geen domme dingen!!! red de kinderen en hou dit meisje uit de gevangenis!! Groet [naam]".

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in haar verdediging geschaad.

6. De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7. De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8. Motivering van de straf

8.1. De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis rekening gehouden met de volgende omstandigheden.

De sms-berichten hebben enorme impact gehad op aangeefster [slachtoffer] en haar gezin. Bij haar was niet bekend of verdachte aan haar bedreigingen daadwerkelijk uitvoering zou geven. Het is eens te meer beangstigend als de bedreiging gericht is op je kinderen, omdat het erg moeilijk is je hiertegen te verweren. In het algemeen ondervinden slachtoffers van een dergelijk feit gedurende lange tijd een gevoel van onveiligheid.

Voorts heeft de officier van justitie mee laten wegen dat verdachte first offender is zodat er geen sprake is van een delictpatroon. Bovendien is zij, volgens het Pro Justitia rapport, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Er is daarnaast rekening gehouden met de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte.

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door hem bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest met een proeftijd van 2 jaren en tot een werkstraf van 240 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen.

8.2. Het standpunt/strafmaatverweer van de verdediging

De verdediging heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met het feit dat verdachte first offender is en dat de kans op herhaling zeer klein is. Verdachte is enorm geschrokken van de gevolgen van haar daad en heeft spijt. Zij was enigszins ontoerekeningsvatbaar ten tijde van het delict. Zij heeft zich doordrongen van de noodzaak van therapie en heeft een aantal sessies bij De Waag achter de rug. De verdediging heeft de oplegging van een gevangenisstraf verzocht gelijk aan de duur van het voorarrest. Verdachte is sinds kort moeder geworden van een derde kind en is in behandeling bij een psycholoog. De rechtbank wordt in overweging gegeven naast twaalf dagen (zijnde de duur van het voorarrest) onvoorwaardelijke gevangenisstraf een geheel voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact.

8.3. Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Verdachte heeft, door middel van zeven sms-berichten, geprobeerd mevrouw [slachtoffer] af te persen. Deze sms-berichten zijn op 1 april 2011 op meerdere tijdstippen binnengekomen op de mobiele telefoon van [slachtoffer], die op dat moment thuis was. [slachtoffer] en haar man zijn angstig geworden en in paniek geraakt. Ook de kinderen van [slachtoffer] raakten in paniek en waren bang. Het was voor [slachtoffer] niet duidelijk of de afperser de bedreigingen daadwerkelijk zou uitvoeren. Die onvoorspelbaarheid is angstaanjagend geweest en zorgde voor een gevoel van machteloosheid. Verdachte heeft door haar handelen een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de privésfeer van [slachtoffer].

De rechtbank heeft, naast de ernst van het feit, rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit haar verklaring ter terechtzitting blijkt dat verdachte de bewuste dag gespannen en emotioneel was. Zij dacht niet na over de gevolgen die de sms-berichten voor [slachtoffer] zouden kunnen hebben.

In het Pro Justitia rapport van 23 juni 2011 wordt verdachte beschreven als een egocentrisch, gemakzuchtig en impulsief persoon die moeite heeft met planmatigheid en met het overzien van de gevolgen van haar handelen. Ze ontloopt verantwoordelijkheden, heeft een ontwijkende stijl en lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Het recidiverisico kan worden teruggedrongen als zij intensieve therapie volgt bij een instelling als De Waag, zodat zij leert omgaan met haar impulsiviteit en afhankelijkheid. De psycholoog concludeert dat verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict. De rechtbank maakt de conclusie uit het rapport de hare.

De rechtbank zal afwijken van de eis van de officier van justitie, nu de rechtbank van oordeel is dat bij de eis onvoldoende rekening is gehouden met de grote ernst van het feit.

Bedreigingen waar het hier om gaat zijn angstaanjagend. Zij vormen een ernstige aantasting van de privé levenssfeer en van het vermogen van het slachtoffer. Daarbij weten slachtoffers van dit soort acties in het algemeen niet wie de dader(s) is (zijn) en waartoe deze nog meer in staat is (zijn), hetgeen leidt tot gevoelens van machteloosheid bij de beoogde slachtoffers. De rechtbank wil wel aannemen dat deze verdachte wellicht niet voornemens was uitvoering te geven aan haar dreigementen, nu het door haar in de sms-berichten opgegeven bankrekeningnummer waarop het geld gestort moest worden en het gebruikte telefoonnummer haar eigen bankrekeningnummer en telefoonnummer waren, waardoor deze wel naar haar moesten leiden. Absolute zekerheid bestaat daarover echter niet en bestond zeker niet ten tijde van het begaan van het delict bij het slachtoffer en haar gezin. De door de officier van justitie voorgestelde werkstraf moge aanvaardbaar zijn als het gaat om de verwezenlijking van het strafdoel speciale preventie bij deze verdachte, gezien haar persoonlijkheid. Dat is echter niet het enige doel van een straf. Met een straf wordt tevens generale preventie beoogd, namelijk het anderen van het plegen van dit soort ernstige feiten te weerhouden. Gezien hun ernst moet het plegen van dit soort feiten leiden tot het opleggen van een gevangenisstraf. Een werkstraf alleen - van welke duur ook - is niet afschrikwekkend genoeg.

Daarom zal de rechtbank verdachte in plaats van de gevorderde werkstraf een gevangenisstraf opleggen en wel voor de duur van zes maanden. Op zichzelf is deze duur gematigd te noemen, omdat de rechtbank hierbij rekening houdt met de persoon van verdachte. Daarnaast wordt ook een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar, om verdachte er in de toekomst van te weerhouden dit soort feiten opnieuw te begaan.

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht . Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10. Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

afpersing.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 9 (zegge negen) maanden.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Beveelt dat een gedeelte, groot 3 (zegge drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.

Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.

De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.

Dit vonnis is gewezen door

mr. F. Salomon, voorzitter,

mrs. W.H. van Benthem en B. Poelert, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. M. Stam, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 september 2011.

i Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

ii Een proces-verbaal aangifte door [slachtoffer] met nummer 2011015624-2 van 2 april 2011, doorgenummerde pagina's 44-45.

iii Een proces-verbaal verhoor verdachte met nummer 2011015624-15 van 2 april 2011, doorgenummerde pagina 49.

iv Idem [eindnoot ii].

v Een proces-verbaal verhoor verdachte met nummer 2011015624-36 van 3 april 2011, doorgenummerde pagina's 59-60.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature