Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Ingangsdatum WAO-uitkering. Geen bijzonder geval. In elk geval had van de echtgenote van betrokkene mogen worden verwacht dat zij de belangen van betrokkene zou hebben waargenomen en eerder een aanvraag zou hebben gedaan.

Uitspraak



10/7074 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

de erven en/of rechtsverkrijgenden van [Appellant], laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (Marokko) (hierna: appellanten)

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 november 2010, 09/3958

(hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellanten

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 26 augustus 2011

I. PROCESVERLOOP

Namens appellanten heeft mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juli 2011. Voor appellanten is verschenen mr. De Roy van Zuydewijn. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Sluijs.

II. OVERWEGINGEN

1.1. Uit de gedingstukken leidt de Raad af dat [Appellant], hierna: betrokkene, in 1987 vanuit Marokko naar Nederland is gekomen. Hij heeft hier (schoonmaak)werkzaamheden in loondienst verricht. Medio 1992 heeft betrokkene psychische klachten gekregen. Hij heeft zijn werkzaamheden gestaakt op 30 juli 1993. Per einde wachttijd zijn aan hem arbeidsongeschiktheidsuitkeringen toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Met ingang van 12 augustus 1995 zijn deze uitkeringen ingetrokken op de grond dat hij per die datum minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Tegen dit besluit heeft betrokkene beroep ingesteld. Per 14 augustus 1995 is aan hem een uitkering toegekend ingevolge de Werkloosheidswet. Per 26 oktober 1995 heeft betrokkene zich ziek gemeld. De aanvraag om een uitkering ingevolge de Ziektewet is afgewezen omdat betrokkene per die datum niet wegens ziekte ongeschikt was voor zijn werk. Betrokkene heeft het beroep tegen het besluit van 12 augustus 1995 ingetrokken. In 1996 is hij geremigreerd naar Marokko.

1.2. Bij schrijven van 21 juni 2002 is door of namens betrokkene aan het Uwv een groot aantal, met name ook medische, stukken toegezonden. Op 24 februari 2003 is door de Caisse Nationale de Sécurité Sociale (CNSS) namens betrokkene een arbeidsongeschiktheidsuitkering uitkering aangevraagd. Bij schrijven van 10 maart 2003 heeft de echtgenote van betrokkene die aanvraag herhaald. Vervolgens heeft mr. De Roy van Zuydewijn zich als gemachtigde gesteld en het Uwv bericht dat betrokkene als eerste arbeidsongeschiktheidsdag claimt 1 april 1996. Door betrokkene is een rapportage overgelegd van de behandelend psychiater dr. C. Kebdani. Kebdani deelt mee dat betrokkene sedert 1996 bij hem in behandeling is voor psychiatrische problemen in de zin van dissociatie met polymorfe wanen, waardoor zijn sociaal gedrag ernstig wordt verstoord. Betrokkene is vervolgens op verzoek van het Uwv in Marokko onderzocht onder meer door de psychiater dr. M.A. Boukili. Uit diens rapportage van 5 september 2006 blijkt dat betrokkene vindt dat zijn toestand sinds de eerste aanval in Nederland nog steeds hetzelfde is. Hij heeft visuele en gehoorhallucinaties en hoort stemmen. Boukili constateerde een ernstige symptomatologie, waardoor werkhervatting onmogelijk is. Als diagnose stelde hij paranoïde schizofrenie. Als GAF-score vermeldde hij 35. Verzekeringsarts D.L. Bouwman heeft in een rapportage van 3 augustus 2007 een onvermogen vastgesteld tot persoonlijk en sociaal functioneren op alle niveau’s (micro, meso en macro). Hij heeft geconcludeerd dat betrokkene geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft. Bij besluit van 27 september 2007 is aan betrokkene met ingang 24 februari 2002 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

2.1. In bezwaar is onder meer de ingangsdatum van de uitkering bestreden. Betoogd is dat er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de WAO, op grond waarvan het Uwv bevoegd is bij de toekenning van de uitkering verder terug te gaan dan een jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag. Gewezen is op de rapportage van de verzekeringsarts Bouwman, waarmee vaststaat, aldus betrokkene, dat hem niet verweten kan worden dat hij de aanvraag tot heropening van zijn uitkering per 1 april 1996 pas later heeft ingediend. Subsidiair is opgemerkt dat het Uwv uitgegaan is van een onjuiste aanvraagdatum. De aanvraag dateerde immers van 21 juni 2001.

2.2. Betrokkene is op 18 januari 2009 overleden.

2.3. In een rapportage van 26 maart 2009 heeft bezwaarverzekeringsarts W.M. Koek geconcludeerd dat de stelling van de gemachtigde dat er sprake is van een bijzonder geval, niet kan worden gevolgd. Zij heeft er daartoe op gewezen dat betrokkene tot hij Nederland verliet in staat is gebleken afspraken na te komen, een uitkering aan te vragen, een beroepsprocedure te starten en zelf weer in te trekken. Er zijn geen meldingen of aanwijzingen dat zijn medische situatie in 2002, ten tijde van de aanvraag, dusdanig verbeterd was dat betrokkene toen wel een aanvraag kon indienen en daarvoor niet. Koek heeft erop gewezen dat betrokkene in Marokko vanaf 1996 onder behandeling was van een psychiater. Daarvoor moest hij ook afspraken nakomen. Daaraan is door Koek toegevoegd dat betrokkene in Marokko in gezinsverband leefde met zijn moeder en zijn echtgenote. Hij had derhalve ook hun hulp kunnen inroepen. Als betrokkene in 2002 de CNSS heeft weten te vinden is er geen plausibele verklaring voor de stelling dat hij of derden dat niet eerder hadden kunnen doen.

3.1. Bij besluit van 17 juli 2009 is het bezwaar met betrekking tot de ingangsdatum van de uitkering ongegrond verklaard.

3.2. Namens appellanten is tegen het besluit van 17 juli 2009 beroep ingesteld. Hangende dit beroep heeft het Uwv bij besluit van 24 maart 2010, hierna: bestreden besluit, het bezwaar tegen de ingangsdatum alsnog gegrond verklaard. De ingangsdatum van de arbeidsongeschiktheidsuitkering is bepaald op 21 juni 2001.

3.3. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep met betrekking tot de ingangsdatum van de uitkering ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vooropgesteld dat betrokkene bekend was met de weg naar de uitkeringsinstanties. Daar komt bij dat in 1995 zijn psychische toestand klaarblijkelijk zodanig was verbeterd dat hij niet meer arbeidsongeschikt werd geacht. Vanaf 1 april 1996 was betrokkene weliswaar volledig arbeidsongeschikt, maar de medische rapportage biedt geen aanknopingspunten voor de stelling dat het betrokkene als gevolg van zijn problemen ontbrak aan ziekte-inzicht en dat hij om die reden heeft nagelaten een uitkering aan te vragen. Er zijn namens appellanten desgevraagd geen andere concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit kan worden afgeleid dat de uitkering niet eerder had kunnen worden aangevraagd, aldus de rechtbank.

4. In hoger beroep hebben partijen in essentie hun in bezwaar en beroep aangevoerde argumenten herhaald.

5.1. Het gaat in het onderhavige geding om de beantwoording van de vraag of de rechtbank, evenals het Uwv, met recht heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de WAO .

5.2. Naar vaste rechtspraak van de Raad kan van een bijzonder geval in de zin van artikel 35, tweede lid, van de WAO , sprake zijn, indien de betrokken verzekerde wat de verlate aanvraag betreft redelijkerwijs gesproken niet kan worden geacht in verzuim te zijn geweest. Dat zal onder meer het geval zijn, indien de verzekerde - mede als gevolg van zijn medische situatie - het aan inzicht in de ernst, de aard en de duurzaamheid van zijn met name psychische problematiek heeft ontbroken en om die reden heeft nagelaten eerder een aanvraag in te dienen, tenzij van een zeer nauw bij de verzekerde betrokken persoon kon en mocht worden verwacht dat die bij het Uwv melding zou hebben gemaakt van bij betrokkene toegenomen arbeidsongeschiktheid dan wel om die reden een aanvraag om een arbeidsongeschiktheidsuitkering zou hebben ingediend (vgl. CRvB 17 september 2010, LJN BN7819).

5.3. De Raad kan in het midden laten of in het onderhavige geval de psychische toestand van betrokkene dermate ernstig was dat - als gevolg daarvan - betrokkene heeft nagelaten eerder dan 16 juni 2001 een aanvraag in te dienen. Met het Uwv is de Raad van oordeel dat in elk geval van de echtgenote van betrokkene had mogen worden verwacht dat zij de belangen van betrokkene in dit opzicht zou hebben waargenomen. De Raad merkt in dit verband op dat de echtgenote van betrokkene bij schrijven van 23 maart 2003 daadwerkelijk contact heeft opgenomen met het Uwv over de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering aan betrokkene. Niet valt in te zien waarom de echtgenote van betrokkene, die met zijn gestelde psychisch onvermogen dagelijks te maken had, niet eerder ten behoeve van betrokkene een aanvraag had kunnen indienen. Met de rechtbank, zij het deels op andere gronden, is de Raad dan ook van oordeel dat van een bijzonder geval, als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de WAO , in het onderhavige geval geen sprake is.

6. De Raad ziet geen aanleiding toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht .

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door H.J. Simon als voorzitter en H. Bolt en J.J.T. van den Corput als leden, in tegenwoordigheid van T. Dolderman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2011.

(get.) H.J. Simon.

(get.) T. Dolderman.

EV


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature