Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verzoek tot vaststelling van de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens (met name de geboortedatum) in twee instanties afgewezen.

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Uitspraak : 11 mei 2011

Zaaknummer : 200.076.188/01

Rekestnr. rechtbank : 09-10429

[De man],

wonende te [woonplaats],

man in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. J.C. Sorbi te Dordrecht.

Als belanghebbende zijn aangemerkt:

1. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,

zetelend te ’s-Gravenhage,

verweerder in hoger beroep,

vertegenwoordigd door de heer A.R. Baptiste,

hierna te noemen: de ambtenaar;

2. het Openbaar Ministerie, ressortsparket ‘s-Gravenhage,

zetelend te ‘s-Gravenhage,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: het Openbaar Ministerie.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 28 oktober 2010 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 2 augustus 2010 van de rechtbank ’s-Gravenhage.

De ambtenaar heeft op 9 december 2010 een verweerschrift ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de man:

- op 29 oktober 2010 een faxbericht van diezelfde datum met bijlage;

- op 9 november 2010 een brief van diezelfde datum met bijlagen;

- op 19 november 2010 een brief van diezelfde datum met bijlage;

- op 18 maart 2011 een brief van diezelfde datum met bijlagen;

- op 29 maart 2011 een faxbericht met bijlagen.

Op 30 maart 2011 is bij het hof de civiele conclusie van het Openbaar Ministerie ingekomen. Daarbij is medegedeeld dat de Advocaat-Generaal niet ter zitting aanwezig kan zijn.

De zaak is op 31 maart 2011 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- namens de gemeente de heer A.R. Baptiste en mevrouw L.I. Holtus.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de man, tot vaststelling van de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens zoals door hem beoogd, afgewezen.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. In geschil is met betrekking tot de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens, de geboortedatum van de man.

2. De man verzoekt primair de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zijn verzoek om de volgende gegevens vast te stellen ten behoeve van de nieuw aan te maken geboorteakte, toe te wijzen:

Achternaam: [naam];

Voornaam: [voornaam];

Geboortedatum: [een datum in] 1947 (Europese jaartelling);

Geboorteplaats: [geboorteplaats]

Voornaam en achternaam vader [naam], [voornaam];

Geboortedatum vader: [een datum in] 1908 ([buitenlandse] kalender)

[een datum in] 1916 (Europese kalender)

Voornaam en achternaam moeder: [voornaam en achternaam],

Geboortedatum moeder: onbekend.

3. De ambtenaar bestrijdt het beroep en verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.

4. Het Openbaar Ministerie verzoekt de bestreden beschikking bij bewezen echtheid van de geboorteakte te vernietigen en de geboortedatum van de man te wijzigen zoals door hem verzocht. Indien de echtheid niet kan worden vastgesteld verzoekt het Openbaar Ministerie de bestreden beschikking te bekrachtigen. Subsidiair kan de zaak volgens het Openbaar Ministerie worden aangehouden om nader (medisch) onderzoek te doen naar de leeftijd van de man.

5. De man stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij onvoldoende overtuigend bewijs heeft geleverd om aan te nemen dat hij volgens de Europese jaartelling op [een datum in] 1947 is geboren. De man heeft in aanvulling op de in eerste aanleg overgelegde bewijsstukken in hoger beroep een geboorteakte overgelegd, afgegeven door het stadsbestuur van [een plaats] in [het buitenland], welke akte door het ministerie van buitenlandse zaken van [het buitenland] is geautoriseerd. Deze akte maakt volgens de man een einde aan de discussie op welke datum hij is geboren. Nog afgezien daarvan heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het duplicaat doopcertificaat, student report cards en getuigenverklaringen onvoldoende bewijs opleveren om aan te nemen dat hij op [een datum in] 1947 is geboren.

De man stelt voorts dat de rechtbank ten onrechte veel waarde heeft gehecht aan het door hem onbesproken laten van zijn geboortedatum, zoals zijn verzoek om toelating als vluchteling van [een datum in] 1979 vermeldt. In 1979 was het enige belang van de man om als vluchteling te worden toegelaten in Nederland en hij ondervond op dat moment geen voor- of nadeel van zijn officiële in Nederland vastgelegde geboortedatum. Het verzoek van de man is niet ingegeven door beoogd financieel voordeel maar vanwege het feit dat hij moet voldoen aan maatschappelijke verwachtingen waartoe hij - vanwege zijn echte leeftijd - fysiek niet langer in staat is.

De man stelt dat juist de vervanging van zijn geboortedatum door opname van de correcte datum noodzakelijk is voor het betrouwbaar houden van de registers van de burgerlijke stand.

6. De ambtenaar stelt dat, indien de thans door de man overgelegde geboorteakte naar zijn aard vatbaar zou zijn voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand, artikel 1:25c lid 2 van het Burgerlijk Wetboek , hierna: BW, aan de vaststelling van zijn geboortegegevens per definitie in de weg staat. De ambtenaar voert daartoe aan dat niet is gebleken dat de volledige legalisatieketen is doorlopen zodat niet kan worden vastgesteld dat het document door een daartoe bevoegde instantie is afgegeven. Los daarvan zou een volledige legalisatie volgens de ambtenaar alleen duidelijkheid verschaffen over de formele echtheid van een stuk maar kan het geen garantie bieden ten aanzien van de juistheid van de inhoud.

De ambtenaar stelt dat de man sinds zijn datum van vestiging in Nederland op [een datum in] 1979 tot heden met de door hem verstrekte gegevens aan het maatschappelijk verkeer heeft deelgenomen en voor het eerst in 2009 een beroep heeft gedaan op de onjuistheid van de geregistreerde geboortedatum. Ten bewijze van de onjuistheid heeft de man een doopcertificaat, een drietal schoolrapporten en thans een geboorteakte overgelegd. De ambtenaar stelt dat het doopcertificaat, naast het feit dat niet blijkt op welke bron de inhoud berust, niet beschouwd kan worden als een bewijsstuk voor het vastleggen van juiste persoonsgegevens.

Met betrekking tot de overgelegde student report cards merkt de ambtenaar op dat niet bekend is wanneer deze zijn opgemaakt en afgegeven. Evenmin blijkt op welke bron de inhoud berust. Bovendien bevatten de rapporten geen exacte geboortedatum.

Met betrekking tot de verklaringen van familieleden merkt de ambtenaar op dat zij niet uit eigen wetenschap hebben kunnen verklaren op welke datum de man geboren zou zijn zodat die verklaringen niet als bewijs kunnen dienen. Gelet op het vorenstaande verzoekt de ambtenaar de bestreden beschikking te bekrachtigen.

7. Het hof verenigt zich met het oordeel van de rechtbank en de gronden waarop dat berust. Weliswaar beroept de man zich op het bij brief van 29 maart 2011 overgelegde doopcertificaat en op een reeds eerder afgegeven doopcertificaat maar uit niets blijkt welk onderzoek aan de afgifte van die doopakten ten grondslag heeft gelegen. Ten aanzien van de geboorteakte is het hof van oordeel dat de man een verzoek kan indienen om deze te doen inschrijven in de registers van de burgerlijke stand, doch dat daarvoor een andere procedure dient te worden gevolgd. De onderhavige procedure is juist bedoeld om gegevens te doen vaststellen, in het geval geen geboorteakte voorhanden is. Indien de man met het overleggen van de geboorteakte beoogt dat deze mee dient te wegen als bewijs van zijn stellingen, is het hof van oordeel dat deze niet tot bewijs kan dienen, daar voorshands onduidelijk is op welke bron de inhoud van de akte berust. Het hof neemt verder nog in aanmerking dat de man in [het buitenland] is gehuwd [in] 1987 en ook deze huwelijksakte melding maakt van de geboortedatum zoals deze in de gemeentelijke basisadministratie is opgenomen.

Het hof is derhalve van oordeel dat hetgeen de man heeft aangevoerd en aan bescheiden heeft overgelegd er niet toe kan leiden dat zijn verzoek wordt ingewilligd, nu niet is komen vast te staan dat de geboortedatum van de man een andere is dan de thans in de gemeentelijke basisadministratie geregistreerde datum.

8. Het vorenstaande leidt ertoe dat het hof de bestreden beschikking zal bekrachtigen.

BESLISSING OP HET HOGER BEROEP

Het hof:

bekrachtigt de bestreden beschikking.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Dijk, Mink en Van Veen, bijgestaan door Suderée als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature