Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Beschikking, Afwijzing eigen aangifte tot faillietverklaring. Misbruik van bevoegdheid. Onevenredigheid tussen belang verzoeker tot faillietverklaring en te benoemen curator.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht

zaak-/rekestnummer: 489567/FT-EA 11.168

uitspraakdatum: 11 mei 2011

Afwijzing faillietverklaring

Ter griffie van deze rechtbank is op 4 mei 2011 een verzoekschrift, met bijlagen, strekkende tot het doen van eigen aangifte tot faillietverklaring, ingekomen van:

[A],

geboren op -- te --,

woonadres: --.

Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 10 mei 2011.

Ter terechtzitting is het volgende gebleken. Verzoeker heeft een schuldenlast van

€ 35.000,--. Verzoeker is op 18 juli 2005 toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Bij vonnis van deze rechtbank van 24 mei 2006 is de schuldsaneringsregeling van verzoeker tussentijds beëindigd en is hij in staat van faillissement verklaard. Het faillissement is op 1 augustus 2006 opgeheven bij gebrek aan baten. Plangroep Amsterdam heeft verzoeker in februari 2010 bericht dat schuldhulp niet kan worden verleend omdat een regeling treffen niet mogelijk is en gebruikmaking van de wettelijke schuldsaneringsregeling pas weer in 2016 kan worden verzocht.

Verzoeker heeft ter terechtzitting toegelicht dat hij eigen aangifte heeft gedaan omdat hij gedurende zijn faillissement omzetting daarvan in een schuldsaneringsregeling wil vragen. Voorts heeft verzoeker verklaard dat hij een uitkering heeft van ongeveer € 700,-- per maand waarvan hij moeilijk rond kan komen. Verzoeker heeft tevens verklaard dat hij geen bezittingen heeft.

De rechtbank overweegt als volgt. Vaststaat dat er geen actief is. De kosten van het faillissement zullen derhalve niet kunnen worden voldaan. Reeds nu staat derhalve vast dat indien het faillissement zal worden uitgesproken een curator wordt belast met het beheer en de vereffening van een boedel, waarvan deze zelf volledig de kosten moet dragen.

Het belang van verzoeker, zoals ter terechtzitting is uiteengezet, is gelegen in de hoop dat hij via een faillissement alsnog kan worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Echter, op grond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet kan verzoeker pas weer in mei 2016 een verzoek doen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Een ander belang bij faillietverklaring heeft verzoeker niet gesteld en daarvan is ook niet gebleken.

Gelet op de onevenredigheid tussen het belang van verzoeker bij de uitoefening van zijn bevoegdheid tot het aanvragen van zijn faillissement en het belang van een te benoemen curator om verschoond te blijven van een benoeming in een faillissement, waarbij op voorhand vaststaat dat alle kosten voor rekening van de curator zullen komen, heeft verzoeker in redelijkheid niet kunnen komen tot de eigen aangifte tot faillietverklaring en dient die aangifte te worden aangemerkt als misbruik van bevoegdheid.

Het verzoek tot faillietverklaring zal derhalve worden afgewezen.

De beslissing

De rechtbank:

- wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.P. Bleeker en in raadkamer uitgesproken op

11 mei 2011 te 11:00 uur.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature