Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 17 maart 2011 heeft het college ingestemd met het verslag als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Wet bodembescherming , opgemaakt van de bodemsanering op de [locatie] te Rockanje (hierna: het evaluatieverslag).

Uitspraak



201104899/1/H4.

Datum uitspraak: 13 juli 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker], wonend te Rockanje, gemeente Westvoorne,

en

het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 17 maart 2011 heeft het college ingestemd met het verslag als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Wet bodembescherming , opgemaakt van de bodemsanering op de [locatie] te Rockanje (hierna: het evaluatieverslag).

Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt.

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 april 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 juni 2011.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

2.2. Met het verzoek beoogt [verzoeker] te voorkomen dat een in een notariële akte van kavelruil en levering van 10 september 2009 nader overeengekomen bedrag naar het Waterschap Hollandse Delta overgaat. In dit verband wijst hij erop dat in de notariële akte met het Waterschap Hollandse Delta is overeengekomen dat het desbetreffende bedrag overgaat op het moment dat de saneringswerkzaamheden ten aanzien van de ondergrond van een ligboxenstal op de [locatie] te Rockanje zijn afgerond. Volgens hem zijn de saneringswerkzaamheden echter nog niet afgerond, omdat sprake is van restverontreiniging.

2.3. In dit geding gaat het om het besluit tot instemming met het evaluatieverslag. In de notariële akte van kavelruil en levering van 10 september 2009 is niet vermeld dat de saneringswerkzaamheden zijn afgerond op het moment dat met het evaluatieverslag is ingestemd. Hierdoor staat niet vast dat het besluit tot instemming met het evaluatieverslag de gevolgen heeft die [verzoeker] beoogt te voorkomen. Voorts betekent de omstandigheid dat, zoals hij aanvoert, nog sprake is van restverontreiniging, niet zonder meer dat het college niet op grond van artikel 39c, tweede lid, van de Wet bodembescherming heeft kunnen instemmen met het evaluatieverslag.

2.4. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter na afweging van de betrokken belangen aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van staat.

w.g. Brink w.g. Van Grinsven

voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2011

462-584.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature