Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Onrechtmatig verkregen bewijs met bewijsuitsluiting en vrijspraak (voor feit 3) als gevolg.

De rechtbank stelt voorop dat een machtiging binnentreden conform vaste jurisprudentie slechts een bevoegdheid tot ‘zoekend rondkijken’ geeft en niet tot ‘doorzoeken’. Uit het dossier blijkt dat de verbalisanten zich toegang tot de elektriciteitsmeter hebben verschaft door het openen van de (louvre)deuren van de meterkast. De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten door deze kastdeuren te openen, verder zijn gegaan dan ‘zoekend rondkijken’ en zodoende hun bevoegdheden hebben overschreden.

Uitspraak



RECHTBANK MAASTRICHT

Sector strafrecht

parketnummer: 03/853035-10

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 april 2011

in de strafzaak tegen

[naam verdachte],

geboren te [geboortegegevens verdachte],

wonende te [adresgegevens verdachte].

Raadsman is mr. M.M.H. Zuketto, advocaat te Maastricht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 april 2011, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun respectieve standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat:

Feit 1 primair: verdachte samen met een ander, anderen of alleen opzettelijk een

hennepplantage heeft gehad;

subsidiair: een ander of anderen opzettelijk een hennepplantage heeft/hebben gehad en

verdachte hieraan medeplichtig is geweest door daarvoor een pand ter

beschikking te stellen;

Feit 2 primair: verdachte samen met een ander, anderen of alleen opzettelijk 1414

hennepplanten aanwezig heeft gehad;

subsidiair: een ander of anderen opzettelijk 1414 hennepplanten aanwezig

heeft/hebben gehad en verdachte hieraan medeplichtig is geweest door

daarvoor een pand ter beschikking te stellen.

Feit 3 primair: verdachte samen met een ander, anderen of alleen elektriciteit

heeft gestolen door middel van braak en/of verbreking;

subsidiair: verdachte samen met een ander, anderen of alleen [E.] heeft

opgelicht door de stand van de elektriciteitsmeter terug te zetten dan wel te

bewerkstelligen dat het telwerk langzamer ging lopen;

meer subsidiair: verdachte samen met anderen, een ander of alleen heeft gepoogd

[E.] op te lichten door de stand van de elektriciteitsmeter terug te

zetten dan wel te bewerkstelligen dat het telwerk langzamer ging lopen.

3 De voorvragen

3.1 De geldigheid van de dagvaarding ten aanzien van feit 3

3.1.1 Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de dagvaarding ten aanzien van feit 3 nietig moet worden verklaard, omdat deze onvoldoende specifiek is en daardoor niet voldoet aan de eisen der wet. Verdachte heeft meerdere elektriciteitsmeters aanwezig in zijn pand, namelijk een in de woning en een in de aangebouwde loods. Uit de tenlastelegging blijkt niet welke meter wordt bedoeld.

3.1.2 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat het verwijt dat verdachte wordt gemaakt, namelijk diefstal van elektriciteit dan wel (poging tot) oplichting van [E.], duidelijk blijkt uit de tenlastelegging. Nu in het pand van verdachte slechts één elektriciteitsmeter is gemanipuleerd, namelijk die in de woning, acht zij het voldoende duidelijk op welke meter in de tenlastelegging wordt gedoeld. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met dien verstande dat verdachte de feiten alléén heeft gepleegd. Zij baseert haar standpunt op de melding van verbalisant Tijdink en op het proces-verbaal van de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2], die drie afzonderlijke hennepplantages hebben aangetroffen in de panden, gelegen aan de [adres]en [adres]te Spaubeek. Feit 3 subsidiair acht zij wettig en overtuigend te bewijzen, omdat verbalisanten de betreffende elektriciteitsmeter hebben aangetroffen met een daarop bevestigde magneet. Deze meter bevond zich achter zogenaamde louvredeurtjes. Volgens de officier van justitie is het mogelijk om door deze deurtjes heen te kijken en is er dus geen sprake van een afgesloten kast, zodat de deurtjes mogen worden geopend zonder dat er sprake is van doorzoeking.

De officier van justitie acht het binnentreden van de panden rechtmatig. Nader onderzoek aan beide panden was gerechtvaardigd, omdat op basis van een melding en een netmeting een redelijk vermoeden bestond dat in het pand aan de [adres]een hennepplantage aanwezig was. Nadat verbalisanten met een machtiging tot binnentreden in het pand [adres]waren binnengetreden, zagen zij een open doorgang naar het pand met nummer 66 en rees bij hen het gerechtvaardigde vermoeden dat ook daar een hennepplantage aanwezig was. Zij hebben ook dit pand betreden met een machtiging tot binnentreden. Het binnentreden in beide panden heeft aldus op rechtmatige wijze plaatsgevonden.

4.2 Het standpunt van de verdediging

Op de eerste plaats heeft de raadsman van verdachte aangevoerd dat het dossier slordig is opgesteld. Hij heeft deze slordigheden op schrift gesteld en de aantekeningen hieromtrent aan de rechtbank overhandigd. Op grond van deze slordigheden is hij van mening dat bij de beoordeling van het dossier voorzichtigheid geboden is.

Daarnaast heeft hij aangevoerd dat het bewijs in deze zaak op onrechtmatige wijze is verkregen, omdat de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] op onrechtmatige wijze zijn binnengetreden. Hij licht dit toe als volgt.

Op 4 maart 2009 hebben verbalisanten een onderzoek ingesteld in het perceel, gelegen aan de [adres]te Spaubeek. Zij hebben in drie verschillende ruimten hennepplantages aangetroffen.

Ten aanzien van ruimte 1 is het binnentreden op onrechtmatige wijze geschied omdat dit pand, gezien de kadastrale indeling, is gelegen in de [K.] en verbalisanten daarvoor geen machtiging tot binnentreden hadden.

Ten aanzien van de ruimten 2 en 3 is het binnentreden onrechtmatig geweest, omdat deze ruimten onderdeel waren van het pand [adres]. Voor dit pand was er weliswaar een machtiging tot binnentreden afgegeven, maar dit had niet mogen gebeuren. Ten aanzien van het pand [adres]was er namelijk onvoldoende verdenking van een strafbaar feit. Anders dan de officier van justitie heeft gesteld was er geen sprake van een open doorgang in de kelder van de panden gelegen aan de [adres]en de [adres], maar was er slechts een afsluitbare deur.

Ook de bevindingen van verbalisanten ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde moeten van het bewijs worden uitgesloten, omdat verbalisanten de betreffende elektriciteitsmeter hebben aangetroffen nadat zij een kast hadden geopend. Het openen van een kast valt niet onder “zoekend rondkijken”, maar moet gerangschikt worden onder het begrip ”doorzoeking”. Tot een doorzoeking waren de verbalisanten echter niet bevoegd.

Ten aanzien van de in de tenlastelegging genoemde pleegperiode heeft de raadsman nog aangevoerd dat voor een deel van deze periode onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is.

De tenlastegelegde periode lijkt enkel en alleen gebaseerd te zijn op een berekening van verbruikte elektriciteit, opgesteld door [E.]. Uit het rapport van de heer [OdC.], rapporteur van [E.], is gebleken dat zijn berekening van de door verdachte verbruikte elektriciteit is gebaseerd op de periode van 17 april 2008 tot 27 april 2008. De raadsman acht deze periode niet representatief om het elektriciteitsverbruik van verdachte vast te stellen, omdat een gemiddeld verbruik niet kan worden gebaseerd op een dergelijke korte periode. Een hoger elektriciteitsverbruik gedurende deze termijn kan dan ook niet dienen als bewijs van het in werking hebben van een hennepplantage op dat moment. Bovendien is de berekening gebaseerd op een foutief opgenomen meterstand. Bij dit alles komt dat de vervuiling van de apparatuur die is aangetroffen (stof en kalk) volgens de raadsman is ontstaan ten gevolge van de kweek van moederplanten.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

Ter inleiding

Verdachte woont op het adres [adres]te Spaubeek. Achter zijn woning in hetzelfde gebouw ligt een loods, die ten gevolge van splitsing in appartementsrechten aan een ander kadastraal adres is gelegen, namelijk aan de [K.] te Spaubeek. Het woonhuis van verdachte en de woning van verdachtes moeder, [adres], bevinden zich in hetzelfde pand. De kelders van beide woningen zijn gescheiden door een muur met daarin een, volgens verdachte, afsluitbare deur. Op 4 maart 2009 is de politie met twee afzonderlijke machtigingen in beide woningen binnengetreden.

In de woning [adres]bevindt zich een fitnessruimte met spiegels, bevestigd aan een railsysteem. De spiegels waren opzij geschoven. Hierdoor was een deur zichtbaar. Achter deze deur troffen de verbalisanten een hennepplantage aan. In de kelder van de woning [adres]troffen de verbalisanten in twee verschillende ruimten een stekkenplantage met moederplanten aan. In ruimte 1 werden 359 hennepplanten aangetroffen. In ruimte 2 werden 40 “moeder”hennepplanten aangetroffen en 850 stekken van hennepplanten. In ruimte 3 ten slotte werden 165 hennepplanten aangetroffen. In totaal derhalve 1414 hennepplanten. Uit een door de politie uitgevoerde MCC test blijkt dat het inderdaad om hennepplanten ging. Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat alle drie de plantages van hem waren en dat hij de enige was die deze plantages exploiteerde.

Ten aanzien van de door de raadsman gevoerde verweren merkt de rechtbank het volgende op.

Ten aanzien van de slordigheden in het dossier:

De rechtbank is het met de raadsman eens dat er een aantal storende slordigheden in het dossier zitten, maar is van oordeel dat deze slordigheden niet van dien aard zijn dat hierdoor de verdere inhoud van het dossier onbetrouwbaar is geworden.

Ten aanzien van de rechtmatigheid van het bewijs dat betrekking heeft op feit 3:

Ten aanzien van het bewijs met betrekking tot het onder feit 3 tenlastegelegde stelt de rechtbank voorop dat een machtiging binnentreden conform vaste jurisprudentie slechts een bevoegdheid tot “zoekend rondkijken” geeft en niet tot “doorzoeken”. Uit het dossier blijkt dat de verbalisanten zich toegang tot de elektriciteitsmeter hebben verschaft door het openen van de (louvre)deuren van deze meterkast. De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten, door deze kastdeuren te openen, verder zijn gegaan dan “zoekend rondkijken” en zodoende hun bevoegdheden hebben overschreden. Het feit dat het hier om zogenoemde louvredeuren ging maakt dit niet anders.

Gelet op het vorenstaande is de rechtbank, evenals de raadsman, van oordeel dat het bewijs betreffende feit 3 op onrechtmatige wijze is verkregen. Dit is een vormverzuim dat bewijsuitsluiting met zich mee dient te brengen. Dit laatste brengt met zich dat er ten aanzien van feit 3 onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de rechtmatigheid van het bewijs dat betrekking heeft op de feiten 1 en 2:

De rechtbank is van oordeel dat verbalisanten de woning aan de [adres]te Spaubeek op rechtmatige wijze zijn binnengetreden. De verdenking dat zich in deze woning een hennepplantage zou bevinden was gerechtvaardigd omdat verbalisant Tijding een sterke hennepgeur bij de voordeur van deze woning had geroken. Er is dan ook terecht een machtiging tot binnentreden voor deze woning afgegeven.

Door de verbalisanten is gerelateerd dat er tussen de panden met de nummers [adres]en 66 een open verbinding is. Verdachte heeft ter terechtzitting bestreden dat er een volledig open verbinding is. Hij heeft echter wel bevestigd dat zich in de kelder een deur tussen beide panden bevindt, waardoor van het ene naar het andere pand kan worden gelopen en waarvan hij de sleutel in zijn bezit heeft. Gelet op dit laatste is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een vrije doorgang van het ene naar het andere pand en hadden verbalisanten voldoende aanleiding te veronderstellen dat ook in het andere pand een hennepplantage of voorwerpen die met een dergelijke plantage in verband kon worden gebracht, aanwezig konden zijn. Dit leverde voldoende verdenking op om ook voor het pand [adres]te Spaubeek een machtiging tot binnentreden te vragen en te krijgen.

De rechtbank overweegt bovendien dat, nu verdachte heeft verklaard dat niet hij, maar zijn moeder ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij woonachtig was in de woning gelegen aan de [adres]te Spaubeek, de Schutznorm niet op hem van toepassing was. Dit betekent dat, indien de rechtbank tot het oordeel zou zijn gekomen dat er sprake was van onrechtmatig binnentreden in de woning op het perceel nummer 66, dit niet had geleid tot uitsluiting van het bewijs, nu verdachte, doordat hij geen bewoner was van de woning, door het onrechtmatig binnentreden niet is geschaad in de belangen die de overtreden norm – te weten de belangen van de bewoner – beoogt te beschermen.

Dit brengt de rechtbank bij het verweer dat de plantage die in ruimte 1 is aangetroffen volgens de raadsman eigenlijk is gelegen aan de [K.]. De rechtbank verwerpt ook dit verweer, aangezien uit het dossier voldoende bewijs naar voren komt dat de deze plantage is aangetroffen achter een spiegelwand op de bovenverdieping van het pand [adres]en gewoon via een deur in dit pand te betreden was.

Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de panden [adres]en [adres]te Spaubeek hennep heeft geteeld en op 4 maart 2009 aldaar 1414 planten aanwezig heeft gehad. Rest de vraag gedurende welke periode de teelt heeft plaatsgevonden.

Ten aanzien van de periode

Bij verdachte zijn een aantal briefjes aangetroffen, met hierop verschillende data, beginnend op 27 april 2008, met hierachter meterstanden. Ook is een handgeschreven briefje aangetroffen waarop is vermeld: Start 15 januari, POOT. De officier heeft met name in de datum 27 april 2008 aanleiding gezien voor een bewezenverklaring van de gehele tenlastegelegde periode.

Verdachte heeft ten aanzien van de periode ter terechtzitting verklaard dat de aangetroffen planten bijna konden worden geoogst en dat dit de eerste oogst was. Wel was hij in 2008 al begonnen met het kweken van moederplanten. Het duurde een aantal weken voordat van een moederplant stekjes konden worden geknipt. De eerste serie stekken had hij gepoot op 15 januari 2009. Daar zag ook het aangetroffen briefje op. In de tussentijd had hij weer andere stekjes geknipt en gepoot. Deze waren echter nog klein.

Verdachte heeft ten aanzien van de briefjes met daarop de diverse meterstanden verklaard dat hij - ter voorbereiding op het telen - in april 2008 is begonnen meterstanden te noteren, om zo na te gaan wat hij zonder plantage aan elektriciteit gebruikte. Daarna heeft hij de apparatuur aangelegd en heeft hij op 1, 2 en 3 november 2008 “proefgedraaid” met de aangesloten plantage en met een magneet op de meter, maar nog zonder planten.

Ook nu heeft hij de standen van de elektriciteitsmeter weer genoteerd.

De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet volstrekt onaannemelijk. Deze lijkt te passen in hetgeen in de ruimten waarin de hennepplantages zich bevonden, is aangetroffen, namelijk een oogst die bijna gereed was en een aantal stekken dat na het knippen van de oogst weer kon worden uitgeplant.

Daar komt bij dat in het proces-verbaal van bevindingen is vermeld dat van het aantal representatieve moederplanten de littekens – veroorzaakt door het knippen van stekken – kan worden geteld, waarna het gemiddelde aantal littekens per moederplant kan worden gebruikt voor de berekening van het aantal planten waarmee gaat worden geteeld. Daarbij wordt uitgegaan van een uitvalpercentage van 20%. De politie heeft op 5 willekeurige moederplanten het aantal aanwezige littekens geteld. De verbalisant heeft berekend dat het gemiddelde aantal littekens van alle moederplanten 2144 is. Bij een uitval van 20% levert dit aldus 1715 stekken op. Het aantal littekens in de moederplanten kwam min of meer overeen met het aantal planten en stekken dat verdachte aanwezig had.

Bovendien is de rechtbank het met de raadsman eens dat de berekening van [E.] niet representatief is en dat hierbij inderdaad vanuit een verkeerd genoteerde meterstand is gerekend, terwijl de op de apparatuur aangetroffen kalk en stof in dit geval kunnen worden verklaard uit het feit dat verdachte gedurende enkele maanden moederplanten heeft gekweekt met behulp van deze apparatuur.

Gezien het bovenstaande gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte eerst in januari 2009 is gestart met het telen van hennepplanten met de bedoeling hiervan te oogsten, en dat hij vóór deze tijd, ongeveer vanaf 1 november 2009, moederplanten heeft gekweekt. De rechtbank zal daarom de tenlastegelegde periode inkorten.

4.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

1. primair

in de periode van 1 november 2008 tot en met 3 maart 2009 te Spaubeek, in de gemeente Beek, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de Adres], hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;

2. primair

op 4 maart 2009 te Spaubeek, in de gemeente Beek, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de Adres]) 1414 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5 De strafbaarheid

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

1.

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;

2.

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. De verdachte is strafbaar.

6 De strafoplegging

6.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht, gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.

6.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft gepleit voor vrijspraak van zijn cliënt. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat, indien de rechtbank tot een ander oordeel zal komen, hij een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden noch qua duur, noch qua strafmodaliteit passend acht. Gezien de persoonlijke omstandigheden van zijn cliënt acht hij een beperkte en eventueel deels voorwaardelijke taakstraf passend.

6.3 Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.

Verdachte heeft gedurende een korte periode hennepplanten gekweekt. Hij heeft een zeer professionele zelfvoorzienende plantage aangelegd en heeft de door hem gekweekte stekken op drie plaatsen in diverse panden in een door hem opgebouwde plantage geplaatst. Op het moment dat de politie in deze panden is binnengetreden had hij de aanzienlijke hoeveelheid van 1414 planten aanwezig. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.

Nu de rechtbank verdachte van het onder 3 tenlastegelegde zal vrijspreken, komt zij tot een een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS). Het oriëntatiepunt bij 500-1000 planten is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 weken, het oriëntatiepunt bij 100-500 planten is 6 weken gevangenisstraf. Bij een hoeveelheid van 1414 planten dient volgens de oriëntatiepunten derhalve een gevangenisstraf voor de duur van 18 weken te worden opgelegd.

Gezien de persoonlijke omstandigheden van verdachte zal de rechtbank geen gevangenisstraf opleggen maar een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.

Zij acht dit een passende sanctie om verdachte de onjuistheid van zijn handelen te laten inzien.

7 Het beslag

7.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen hennepplanten en de

3 hennepkwekerijen te onttrekken aan het verkeer en de inbeslaggenomen papieren terug te geven aan de eigenaar.

7.2 Het standpunt van de raadsman

De raadsman heeft aangevoerd dat zijn cliënt de in beslag genomen kalender graag terug zou willen krijgen.

7.3 Het oordeel van de rechtbank

De inbeslaggenomen hennepplanten, de hennepkwekerijen en de inbeslaggenomen briefjes zijn als gezamenlijkheid van voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan. Deze voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken.

8 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet , zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9 De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

- spreekt verdachte vrij van het onder 3 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde;

Bewezenverklaring

- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;

- verklaart verdachte strafbaar;

Straffen

- veroordeelt verdachte tot werkstraf voor de duur van 240 uren;

- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;

Beslag

- verklaart aan het verkeer onttrokken de volgende voorwerpen:

- 1414 stuks verdovende middelen, hennepplanten;

- 3 hennepkwekerijen;

- papier, onder andere kalender, groeischema, blaadje met aantekeningen.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. M.E. Kramer en

mr. E.W.A. van den Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Schuwirth, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 april 2011.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

1.

hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 3 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (in een of meer panden aan de Adres]) en/althans in een of meerdere (bedrijfs)ruimtes en/of kelders en/of loodsen en/of garages (van deze genoemde panden) gelegen aan de [K.] (een) hoeveelheid/hoeveelheden hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:

een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 3 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement

Maastricht, met elkaar, althans één van hen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (in een of meer panden aan de Adres]) (een) hoeveelheid/hoeveelheden hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 3 maart 2009, te Spaubeek, in de

gemeente Beek, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)

opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen (of meerdere ruimtes) voornoemd(e) pand(en) en/althans ruimtes en/of kelders en/of loodsen en/of garages voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;

2.

hij op of omstreeks 4 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een of meer panden aan de Adres]) een hoeveelheid van ongeveer 1414 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:

een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 4 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een of meer panden aan de Adres]) een hoeveelheid van ongeveer 1414 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks voornoemde datum, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven

persoon/personen voornoemd pand te verhuren en/of aan die onbekend gebleven

persoon/personen (of meerdere ruimtes) voornoemd(e) pand(en) en/althans ruimtes en/of kelders en/of loodsen en/of garages ter beschikking te stellen;

3.

hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 4 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het

oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [E.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:

dat hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 4 maart 2009 te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander wederrechtelijk te bevoordelen, door een of meer listige kunstgrepen, [E.] te bewegen tot het teniet doen van een inschuld ter zake van geleverde electriciteit in het pand gelegen aan de [adres]en/of in het pand gelegen aan de [adres]en/of in de bedrijfsruimtes en/of kelders en/of loodsen en/of garages (van deze/dit genoemde pand(en) te Spaubeek, met dat oogmerk vals, listig en/of bedrieglijk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, de stand van het telwerk van de electriciteitsmeter in (een of meer van) voornoemde pand(en) heeft teruggezet, althans heeft bewerkstelligd dat het telwerk van die/deze electriciteitsmeter(s) langzaam ging lopen, zodat de registratie van de geleverde electriciteit, gerekend over het aantal eenheden waarmee de stand van het telwerk werd teruggezet, althans werd beïnvloed, ongedaan werd gemaakt;

meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of

zou kunnen leiden, dat:

hij in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 4 maart 2009, te Spaubeek, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door een of meer listige kunstgrepen, [E.] te bewegen tot het teniet doen van een inschuld ter zake van geleverde electriciteit in het pand gelegen aan de [adres]A, te Spaubeek, met dat oogmerk vals, listig en/of bedrieglijk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, de stand van het telwerk van de electriciteitsmeter in voornoemd pand heeft teruggezet, althans heeft bewerkstelligd dat het telwerk van die electriciteitsmeter langzamer ging lopen, zodat de registratie van de geleverde elektriciteit, gerekend over het aantal eenheden waarmee de stand van het telwerk werd teruggezet, althans werd beïnvloed, ongedaan werd gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen

misdrijf niet is voltooid.

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Strafrecht

parketnummer: 03/853035-10

proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 18 april 2011 in de zaak tegen:

[naam verdachte],

geboren te [geboortegegevens verdachte],

wonende te 6176 [adresgegevens verdachte].

Tegenwoordig:

mr. , rechter,

mr. , officier van justitie,

dhr./mevr. , griffier.

De rechter doet de zaak uitroepen.

De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.

De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.

Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.

Raadsman mr. M.M.H. Zuketto, advocaat te Maastricht.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature