Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Daargelaten dat het leerstuk van de gedekte verweren niet in de verzoekschriftprocedure geldt, gaat het hof aan het verweer op dat punt voorbij, nu de vrouw heeft aangegeven wat zij heeft bedoeld met hetgeen zij naar voren heeft gebracht met betrekking tot de behoefte van de minderjarige.

Uitspraak



Beschikking d.d. 21 juni 2011

Zaaknummer 200.073.484

HET GERECHTSHOF ARNHEM

Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Beschikking in de zaak van

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellante,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. W.J. Eusman, kantoorhoudende te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. M. Gunter, kantoorhoudende te Amsterdam.

Het geding in eerste aanleg

Bij beschikking van 15 juni 2010 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, de beschikking van 20 september 2000 van de rechtbank Amsterdam gewijzigd en de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 1] (hierna: [kind 1]), geboren [in 1998], met ingang van 1 juli 2009 bepaald op € 117,- per maand.

Het geding in hoger beroep

Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie op 13 september 2010, heeft de vrouw verzocht de beschikking van 15 juni 2010 te vernietigen en te bepalen, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man aan de vrouw in verband met de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] met ingang van 1 juli 2009 een bedrag van € 260,- per maand zal betalen.

Bij verweerschrift, binnengekomen bij de griffie op 26 oktober 2010, heeft de man het verzoek bestreden en verzocht, voor zover wettelijk toegestaan uitvoerbaar bij voorraad, de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken, althans deze verzoeken af te wijzen en de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen.

Het hof heeft tevens kennisgenomen van de overige stukken, waaronder een brief met bijlagen van 13 oktober 2010 van mr. Eusman, een faxbericht van 1 maart 2011 van mr. Gunter en een brief met bijlagen van 14 maart 2011 van mr. Eusman.

Ter zitting van 25 maart 2011 is de zaak behandeld. Verschenen zijn mr. Eusman, de man en mr. Gunter. De vrouw is - hoewel behoorlijk opgeroepen - niet verschenen.

De beoordeling

Vaststaande feiten

1. Uit de vrouw is de minderjarige [kind 1] geboren. De man is de verwekker.

2. Bij beschikking van 20 september 2000 van de rechtbank Amsterdam is aan de man voor de periode van 1 november 1999 tot 1 juni 2000 een bedrag van fl. 180,- (€ 81,68) per maand en met ingang van 1 juni 2000 een bedrag van fl. 150,- (€ 68,07) opgelegd als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1].

3. Ingevolge de wettelijke verhogingen bedraagt de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] met ingang van 1 januari 2009 € 86,37 per maand.

4. Bij inleidend verzoekschrift, binnengekomen bij de griffie van de rechtbank op 11 november 2009, heeft de vrouw verzocht de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] te wijzigen en deze met ingang van 1 juli 2009 op € 250,- per maand te bepalen.

5. Bij de beschikking waarvan beroep heeft de rechtbank daarop beslist als hiervoor vermeld onder het kopje "Het geding in eerste aanleg".

6. Niet in geschil is dat zich na de beschikking van 20 september 2000 een wijziging van omstandigheden in de zin van artikel 1:401, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek heeft voorgedaan.

7. Partijen zijn het erover eens dat de behoefte van [kind 1] dient te worden vastgesteld.

De geschilpunten

8. De geschilpunten tussen partijen betreffen de behoefte van [kind 1] en het aandeel van elk van partijen in de behoefte van [kind 1].

Het oordeel van het hof

De behoefte van [kind 1]

9. De vrouw heeft in haar appelschrift de door de rechtbank bepaalde behoefte van [kind 1] bestreden, omdat de behoefte niet alleen op het inkomen van de vrouw gebaseerd moet worden, maar ook op het inkomen van de man.

10. De man is van mening dat er sprake is van een gedekt verweer, aangezien de vrouw in haar beroepschrift stelt dat het huidige inkomen van de man bij het inkomen van de vrouw moet worden opgeteld bij de bepaling van de behoefte van [kind 1], terwijl zij eerder in haar pleitnota ten behoeve van de zitting in eerste aanleg op 6 mei 2010 heeft aangegeven dat het inkomen van partijen niet bij elkaar moet worden opgeteld. Daargelaten dat de man van mening is dat er sprake is van een gedekt verweer, stelt de man zich primair op het standpunt dat alleen het inkomen van de vrouw maatgevend is voor de bepaling van de behoefte van [kind 1]. Subsidiair is de man van mening dat de behoefte van [kind 1] kan worden bepaald op € 162,50 per maand, dat wil zeggen het gemiddelde van de behoefte berekend op basis van het inkomen van de vrouw en de behoefte berekend op basis van het inkomen van de man.

11. Nog daargelaten dat het leerstuk van de gedekte weren niet in de verzoekschriftprocedure geldt, gaat het hof voorbij aan de stelling van de man dat er sprake is van een gedekt verweer, nu de vrouw ter zitting heeft aangegeven dat zij heeft bedoeld te stellen dat de behoefte moet worden bepaald op basis van het gemiddelde van de behoefte berekend op basis van het inkomen van de vrouw en de behoefte berekend op basis van het inkomen van de man.

12. Het hof zal in navolging van de Tremanormen de behoefte van een kind dat nooit in gezinsverband met beide ouders heeft geleefd zoals hier het geval is, bepalen door - anders dan de man primair heeft gesteld - niet uitsluitend uit te gaan van de behoefte op basis van het inkomen van de vrouw, maar door het gemiddelde te nemen van de behoefte berekend op basis van het inkomen van de vrouw én de behoefte op basis van het inkomen van de man. Het hof ziet geen reden om in de onderhavige zaak van dit uitgangspunt af te wijken. Het hof zal bij het bepalen van de behoefte uitgaan van het besteedbare inkomen verminderd met de door werkgever of uitkeringsinstelling vergoede inkomensafhankelijke bijdrage ZVW en daarbij de fiscale voordelen als gevolg van fiscale aftrek van hypotheekrente , premie lijfrente en premie arbeidsongeschiktheidsverzekering en dergelijke buiten beschouwing laten.

13. Voor het geval het hof zowel het inkomen van de vrouw als dat van de man van belang acht bij de bepaling van de behoefte, is de man uitgegaan van een netto inkomen van € 819,- per maand van de vrouw over het jaar 1999. De vrouw heeft ter zitting aangegeven akkoord te gaan met dit bedrag. Het hof zal daarom voor wat betreft het inkomen van de vrouw uitgaan van dit bedrag.

14. Tussen partijen is niet in geschil dat het netto inkomen van de man thans hoger is dan zijn netto inkomen in 1999. Het netto inkomen van de man bedraagt over 2009 € 2.499,- per maand ((€ 46.872,- (jaaropgaaf 2009) - € 14.654,-(ingehouden loonheffing) - € 2.234,- (ingehouden bijdrage ZVW)) / 12).

15. Volgens de Tremanormen behoort verhoging van het inkomen van een ouder voor zover dit hoger is dan het (gezins)inkomen tijdens het huwelijk in beginsel wel invloed uit te oefenen op de vaststelling van de behoefte. De achterliggende gedachte is dat kinderen mogen meeprofiteren van het hogere inkomen van de ouder omdat, indien het huwelijk zou hebben voortgeduurd, die verhoging immers ook een positieve invloed zou hebben uitgeoefend op het bedrag dat ten behoeve van de kinderen zou zijn uitgegeven. Voor het geval het inkomen van een ouder het voormalige gezinsinkomen overschrijdt, is daarom dat hogere inkomen de maatstaf voor de bepaling van de kosten van de kinderen. Ook in het geval de ouders nooit hebben samengewoond of een affectieve relatie hebben gehad is de verhoging van het inkomen van (een van) beide ouders van belang voor de beoordeling van de omvang van de behoefte van het kind. Omdat [kind 1] nooit met beide ouders in gezinsverband heeft geleefd en het inkomen van de man is verhoogd, past het hof deze richtlijn van de Tremanormen naar analogie toe. Dit betekent dat een verhoging van het inkomen in aanmerking wordt genomen indien het inkomen van (een van) beide partijen hoger is dan het gezamenlijke inkomen van partijen in 1999. Niet in geschil is dat het netto inkomen van de man in 1999 € 1.279,- bedroeg. Omdat het gezamenlijke inkomen van partijen in 1999 € 2.098,- (€ 1.279,- + € 819,-) per maand bedroeg, staat naar het oordeel van het hof vast dat het netto inkomen van de man over 2009 (€ 2.499,-) hoger is dan het gezamenlijke inkomen in 1999. Gelet op het voorgaande zal het hof de behoefte van [kind 1] vaststellen op het gemiddelde van de behoefte berekend op basis van het inkomen van de man in 2009 én de behoefte op basis van het inkomen van de vrouw in 1999.

16. Uitgaande van de CBS-Nibud tabel met betrekking tot het eigen aandeel van de ouders in de kosten van kinderen, de leeftijd van [kind 1] (2 kinderbijslagpunten) en het hiervoor genoemde inkomen van de man en de vrouw, waarbij het hof het inkomen van de vrouw heeft geïndexeerd op € 1.065,- (1 januari 2009), berekent het hof de behoefte op basis van het inkomen van de man op € 355,- per maand en de behoefte op basis van het inkomen van de vrouw op € 119,-. De behoefte van [kind 1] bedraagt derhalve € 237,- (€ 355,- + € 119,- / 2).

Het aandeel van partijen in de behoefte van [kind 1]

17. De rechtbank heeft de draagkracht van de vrouw vastgesteld op € 244,-- per maand en van de man op € 760,-- per maand. Deze draagkracht is tussen partijen niet in geschil, naar ter zitting nogmaals is komen vast te staan. De vrouw stelt zich echter op het standpunt dat de volledige financiële lasten van [kind 1] voor rekening van de man dienen te komen. Zij wijst daarbij op het feit dat [kind 1] telkenmale letterlijk kind van de rekening is geworden en alle lasten in zijn nadeel aan hem zijn toegerekend ten gunste van zijn verwekker. Het hof zal de draagkrachtberekeningen van beide partijen vergelijken ter bepaling van ieders aandeel, omdat het hof in hetgeen de vrouw heeft aangevoerd geen aanleiding ziet af te wijken van het uitgangspunt dat de onderhoudsplichtigen naar rato van hun draagkracht moeten voorzien in de kosten van de kinderen. Daarbij acht het hof mede van belang dat niet is gebleken dat de man in de eerste procedure bij de rechtbank Amsterdam tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] bewust een lager inkomen heeft opgegeven dan hij daadwerkelijk genoot.

18. Het aandeel van partijen in de behoefte wordt berekend door de behoefte van het kind te delen door de gehele draagkracht en vervolgens te vermenigvuldigen met ieders draagkracht. Het hof gaat uit van de hiervoor vastgestelde behoefte van [kind 1] van € 237,- per maand. Het aandeel van de man bedraagt derhalve € 179,- per maand (€ 760,- / € 1004,- x € 237,-).

19. Gelet op het voorgaande zal het hof de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] wijzigen en met ingang van 1 juli 2009 vaststellen op € 179,- per maand.

Slotsom

20. Op grond van het voorgaande dient de beschikking waarvan beroep te worden vernietigd. Er zal opnieuw worden beslist als na te melden.

De beslissing

Het gerechtshof:

vernietigt de beschikking waarvan beroep;

en opnieuw beslissende:

wijzigt de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 20 september 2000 en bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 1], geboren [in 1998], met ingang van 1 juli 2009 op € 179,- per maand;

bepaalt dat deze bijdrage, voor zover de termijnen niet zijn verstreken, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw dient te worden voldaan;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. G.M. van der Meer, voorzitter, J.D.S.L. Bosch en M.P. den Hollander, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 21 juni 2011 in bijzijn van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature