Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Arubaanse zaak. Volgens het Hof is er geen reden om het begrip 'een goede strafrechtsbedeling' van art. 43 Sv in beperkte betekenis te lezen. Ook de tenuitvoerlegging van een onherroepelijke vrijheidsstraf betreft het belang van een goede strafrechtsbedeling Verzoeker heeft als degene die voorwaardelijk in vrijheid wenst te worden gesteld een rechtstreeks hem aangaand belang bij het vragen van deze voorziening. Het wetboek geeft zelf geen regeling waarmee tegen gewraakte beslissing van de minister kan worden opgekomen en evenmin daarbuiten bestaat een bijzondere regeling. Verzoek wordt afgewezen. Verzoeker is op rechtmatige wijze gedetineerd en daarom in casu geen inbreuk op artt. 5, 6 of 13 EVRM. De wet heeft bevoegdheid tot verlening van voorwaardelijke invrijheidstelling toegekend aan de minister. Uit de stukken blijkt dat verzoeker zich tot tweemaal toe tijdens zijn detentie heeft misdragen, daarom is de ministeriële beschikking niet in strijd met geschreven of ongeschreven recht.

Uitspraak



Zaaknummer: SRKG-3 van 2008

Beschikking van 12 november 2008

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA

B E S C H I K K I N G

in de zaak van:

[verzoeker],

geboren in Aruba op [datum] 1963,

wonende in Aruba, thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba,

hierna te noemen verzoeker,

bijgestaan door zijn advocaat mr. C.R. Foy

tegen:

de Minister van Justitie alhier,

voor wie in appèl optreedt de procureur-generaal.

1. De procedure

1.1 Namens verzoeker is op 17 oktober 2008 een verzoek ex artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) ter griffie van het gerecht in eerste aanleg ingediend, strekkende tot –kort gezegd– vernietiging c.q. schorsing van de bestreden beschikking van de Minister van Justitie (hierna te noemen: de minister) d.d. 6 oktober 2008 en voorwaardelijke invrijheidstelling van verzoeker.

Bij beschikking d.d. 22 oktober 2008 heeft de rechter in dat gerecht verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

1.2 Verdachte heeft op 27 oktober 2008 een verzoek ex artikel 43 lid 9 Sv ter griffie van dit Hof ingediend ter verkrijging van verlof tot het instellen van hoger beroep tegen voormelde beschikking. Bij beschikking d.d. 28 oktober 2008 is door het Hof aan verzoeker verlof verleend tot het instellen van dit beroep.

1.3 Het beroep is behandeld in raadkamer van 5 november 2008. Daarbij zijn de (fgd) procureur-generaal, mr. J.C. Gras, verzoeker en zijn raadsman, mr. C.R. Foy, ver-schenen. Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen verzoeker, bij monde van zijn raadsman, en de procureur-generaal naar voren hebben gebracht.

1.4 De beslissing is bepaald op heden.

2. De standpunten

2.1 Verzoeker heeft bij monde van zijn raadsman betoogd dat hij per 10 oktober 2008 in aanmerking zou komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, welke invrijheidstelling hem bij ministeriële beschikking d.d. 6 oktober 2008 is geweigerd. Volgens verzoeker is de afwijzende beslissing van de minister in strijd met de artikelen 5, 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), zodat een rechterlijke voorziening in casu dringend noodzakelijk is. Verzoeker meent ingevolge artikel 43 Sv de strafrechter te kunnen adi ëren, nu er geen rechtsmiddel tegen de onderwerpelijke ministeriële beslissing kan worden aangewend.

Verzoeker is dan ook van mening dat de rechter in eerste aanleg hem ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzoek.

2.2 Tevens voert verzoeker aan dat de weigering van de minister tot verlening van de voorwaardelijke invrijheidstelling in strijd is met artikel 16 van de Landsverordening penitentiaire beginselen, nu er onvoldoende aanwijzingen bestonden dat hij gebruik heeft gemaakt van verdovende middelen -er is één (1) marihuanasigaret in zijn cel aangetroffen- en er daarom geen reden was tot het geven van het bevel tot afstaan van lichaamsvocht door de penitentiaire autoriteiten.

Voorts betoogt verzoeker dat er sprake is van disproportionaliteit tussen de disciplinaire bestraffing die hij heeft moeten ondergaan en de door hem overtreden penitentiaire gedragsregels.

Tenslotte brengt verzoeker naar voren dat hij met gezondheidsproblemen (een niet adequaat functionerende nier en een hoog cholesterolgehalte) kampt, die in de gevangenis niet naar behoren worden behandeld.

2.3 De procureur-generaal concludeert tot bevestiging van de bestreden beschikking, dan wel tot ongegrondverklaring van het beroep.

3. De beoordeling

3.1 Met betrekking tot de ontvankelijkheid van verzoeker overweegt het Hof als volgt. Blijkens artikel 43 Sv kan in alle gevallen, waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt en het wetboek zelf daaromtrent geen regeling bevat, een verzoek om zodanige voorziening worden gedaan door de verdachte of degene die daarbij een rechtstreeks hem bepaaldelijk aangaand belang heeft. In de beroepen beschikking is tot uitgangspunt genomen dat het onderhavige verzoek, waarin de tenuitvoerlegging van een onherroepelijke vrijheidsstraf aan de orde wordt gesteld, niet het belang van een goede strafrechtsbedeling betreft.

Er bestaat echter geen aanleiding om dit begrip in de beperkte betekenis te lezen, die de eerste rechter daaraan heeft gegeven. In het enkele feit dat de wetstekst de veroordeelde niet afzonderlijk noemt (maar wel de verdachte) ziet het hof daartoe onvoldoende redenen, doordat het wetboek dat in de wetstekst wordt bedoeld, dat is het Wetboek van Strafvordering, ook de bepalingen geeft volgens welke de tenuitvoerlegging van straffen moet plaatsvinden terwijl ook de memorie van toelichting op artikel 43 Sv met de tussen haakjes geplaatste tekst “van opsporing tot en met executie” duidelijk maakt dat de tenuitvoerlegging van straffen tot de “strafrechtsbedeling” wordt gerekend. Zie bijvoorbeeld ook de beschikking van dit hof van 17 oktober 2007, zaaknummer 800.027/07 (inzake L.A. Kani) uitgesproken op Curaçao.

Verzoeker bevindt zich thans in laatstgenoemde fase en heeft als degene die voorwaardelijk in vrijheid wenst te worden gesteld derhalve een rechtstreeks hem aangaand belang bij het vragen van deze voorziening. Voor deze situatie geeft het wetboek zelf geen regeling waarmee tegen de gewraakte beslissing van de minister kan worden opgekomen en er bestaat evenmin daarbuiten een bijzondere regeling, waarmee die beslissing ter toetsing aan een rechter kan worden voorgelegd, zodat verzoeker in zijn verzoek kan worden ontvangen.

3.2 Dit plaatst het hof voor de vraag of in dit geval het belang van een goede strafrechtsbedeling de invrijheidstelling van verzoeker dringend noodzakelijk maakt.

3.2.1 Voorop staat dat verzoeker op rechtmatige wijze is gedetineerd. Verzoeker bevindt zich immers in de fase van de executie van een veroordelend vonnis gegeven door een bevoegde rechter. Er is daarom in casu, door de ministeriële beschikking, geen inbreuk gemaakt op de artikelen 5 en 6 EVRM. Verzoekers rechten zoals vervat in bovenstaande artikelen zijn de rhalve door de gewraakte beslissing niet geschonden, evenmin als dit het geval is met andere door het EVRM beschreven rechten, zodat er ook geen ruimte is voor toepassing van artikel 13 EVRM .

3.2.2 De rechtsfiguur van de voorwaardelijke invrijheidstelling is door de wetgever in het leven geroepen en vastgelegd in artikel 18 Sr e.v. Door deze aan voorwaarden gebonden (vroegtijdige) invrijheidstelling aan de veroordeelde in het vooruitzicht te stellen wordt getracht het gedrag van de veroordeelde tijdens zijn detentie positief te beinvloeden. Enerzijds om de orde, rust en veiligheid in de penitentiaire inrichting te handhaven en anderzijds om hem voor te bereiden op zijn terugkeer in de maatschappij als een gecorrigeerd persoon, waardoor zijn kansen op herhaling van soort-gelijke feiten worden geminimaliseerd. De wet heeft de bevoegdheid tot verlening van deze invrijheidstelling toegekend aan de minister.

Uit de stukken blijkt dat verzoeker op 4 augustus 2008 aan een urinetest is onderworpen, welke het gebruik van marihuana aangaf. Verzoeker is hiervoor disciplinair gestraft en ook deze beslissing is thans onherroepelijk. Vorig jaar heeft verzoeker zich ook misdragen, waarvoor hij –onherroepelijk– disciplinair is gestraft.

Op grond van het vorenstaande heeft het Centraal College voor de Reclassering de minister negatief geadviseerd ter zake van het verlenen van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan verzoeker, nu er sprake was van contra-indicaties.

3.3 Uit het bovenstaande volgt dat verzoeker zich –tot tweemaal toe– tijdens zijn detentie heeft misdragen. Dit brengt mee dat de ministeriële beschikking niet in strijd is met het geschreven of ongeschreven recht. Een verdergaande toets van die beschikking valt buiten het domein van de rechter.

3.4 Niet aannemelijk is dat de medische verzorging van verzoeker zodanig tekort schiet, dat verzoeker deswege in vrijheid gesteld moet worden.

3.5 Uit het bovenstaande volgt dat zich in casu geen situatie voordoet, waarin kan worden gezegd dat de verweerder niet in redelijkheid na afweging van alle in aanmerking komende belangen tot de beslissing heeft kunnen komen om verzoeker niet in vrijheid te stellen. Dit is niet een geval waarin een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt.

Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het verzoek dient te worden afgewezen.

4. De beslissing

Het Hof,

Vernietigt de beschikking waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek.

Wijst het verzoek af.

Aldus gegeven in raadkamer te Aruba op 12 november 2008 door mrs. H.E. de Boer, J.A. van Voorthuizen en J. Recourt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature