Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De man is niet-ontvankelijk in zijn beroep, nu hij onvoldoende procesbelang heeft. De bestreden besluiten zijn ingetrokken en kunnen daarom niet vernietigd worden. Het enkele standpunt van de man dat het huisverbod ten onrechte was opgelegd is onvoldoende.

Uitspraak



uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector Civiel

zaaknummer / rekestnummer: 470242/ FA RK 10-7887 FH RW

Uitspraak van 30 maart 2011 betreffende tijdelijk huisverbod

(artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht)

in de zaak tussen

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser (hierna: de man),

advocaat mr. M.W. Bouwman te Amsterdam,

en

De burgemeester van de gemeente Amsterdam,

zetelende te Amsterdam,

verweerder,

gemachtigde mr. E. Pans.

in welke zaak belanghebbenden zijn:

[echtgenote], de echtgenote van de man, en de minderjarige kinderen [kind 1], [kind 2] en [kind 3], geboren respectievelijk [geboortedatum] 2005, [geboortedatum] 2002 en [geboortedatum] 2001, verblijvende op een geheim adres.

1. Het procesverloop

Bij besluit van 4 september 2010 heeft verweerder aan de man een tijdelijk huisverbod opgelegd.

Verweerder heeft het huisverbod bij besluit van 14 september 2010 verlengd tot

2 oktober 2010.

Tegen deze besluiten (hierna ook: de bestreden besluiten) heeft man op 16 september 2010 beroep ingesteld en tevens verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.

Verweerder heeft beide bestreden besluiten bij besluit van 20 september 2010 ingetrokken.

Hierop heeft de man de verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen ingetrokken.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2011. Verweerder heeft zich

daar doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voorts was daar aanwezig de man, bijgestaan door zijn advocaat.

2. De overwegingen

2.1 De feiten

Bij de beoordeling van het verzoek gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

De man woonde met bovengenoemde belanghebbenden in de woning aan de [adres] te [woonplaats]. Daar is op 4 september 2009 de politie ter plaatse gekomen naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld.

Bij bestreden besluit van 4 september 2010 heeft de hulpofficier namens verweerder besloten om aan de man een tijdelijk huisverbod op te leggen. Dit besluit, gedateerd 4 september 2010, houdt in dat de man de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] vanaf

4 september 2010 te 17.26 uur tot 14 september 2010 te 17.26 uur niet mag betreden, noch daarin aanwezig mag zijn of zich daarbij mag ophouden, alsmede een verbod gedurende die periode contact op te nemen met de vrouw en de kinderen. Verweerder heeft dit besluit gebaseerd op artikel 2 van de Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod, Stb 2008, 421, hierna: Wth).

Op 13 september 2010 is door de Blijfgroep coördinatiepunt Tijdelijk Huisverbod een advies uitgebracht tot verlenging van het huisverbod.

Bij besluit van 14 september 2010 heeft verweerder verlenging van het huisverbod van

4 september 2010 gelast, namelijk over de periode van 14 september 2010 te 17.26 uur tot en met 2 oktober 2010 te 17.26 uur. Verweerder heeft dit besluit gebaseerd op artikel 9 Wth .

De man heeft tegen de besluiten van 4 en 14 september 2010 beroep ingesteld met het verzoek de besluiten te vernietigen en tevens verzocht om bij wijze van voorlopige voorziening deze besluiten te schorsen.

Op 18 september 2010 is door de Blijfgroep coördinatiepunt Tijdelijk Huisverbod een advies uitgebracht tot intrekking van het huisverbod, omdat de vrouw en de kinderen niet langer in de woning verbleven en waren vertrokken naar een opvangadres elders in het land.

Bij besluit van 20 september 2010 heeft verweerder op basis van dit advies intrekking gelast van het huisverbod dat werd opgelegd bij besluit van 4 september 2010 en werd verlengd bij besluit van 14 september 2010.

2.2 De beoordeling

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep

Volgens vaste rechtspraak bestaat slechts voldoende procesbelang indien het resultaat, dat de indiener van een beroepschrift met het instellen van beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het resultaat voor deze indiener feitelijke betekenis kan hebben. De man heeft in dit verband aangevoerd dat hij bij zijn standpunt blijft dat het huisverbod ten onrechte is opgelegd.

De rechtbank is van oordeel dat de man geen procesbelang meer heeft bij vernietiging van de bestreden besluiten, aangezien deze zijn ingetrokken en derhalve niet meer bestaan. Het belang bij beroep tegen beide bestreden besluiten is daaraan komen te ontvallen.

De man is dan ook niet-ontvankelijk in zijn beroep.

3. De beslissing

De rechtbank:

- verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Deze uitspraak is gedaan door F. Hoogendijk, rechter, en op 30 maart 2011 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. R. Wiersma, griffier..

De griffier: De rechter:

1 Afschrift verzonden op:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature