Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Vordering tot uitbetaling van depot onder notaris. Overeenkomstenrecht.

[] stort geld in depot bij notaris ten behoeve van eiser. Tussen eiser en [] zijn de voorwaarden overeengekomen waaronder de notaris tot uitkering dient over te gaan. Deze voorwaarden zijn voor het faillissement van [] ook ingetreden. Desondanks weigert de curator van [] de notaris toestemming te verlenen tot uitbetaling van het depot aan eiser. Eiser spreekt vervolgens de notaris aan uit nakoming van de depotovereenkomst. Tevergeefs; nu tussen eiser en de notaris geen overeenkomst tot stand is gekomen. Het enkele feit dat het depot 'ten behoeve' van eiser werd aangehouden is daarvoor onvoldoende.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK TE ALKMAAR

Sector civiel recht

JR/SNS

zaaknummer / rolnummer: 120665 / HA ZA 10-557

Vonnis van 20 april 2011

in de zaak van

1.eiser sub 1,

wonende te [woonplaats],

2.eiser sub 2,

wonende te [woonplaats],

eisers in conventie,

verweerders in reconventie,

advocaat mr. L.C.A.C. Hoogewerf te Hoorn,

tegen

de naamloze vennootschap

ACTUS NOTARISSEN N.V.,

gevestigd te Heerhugowaard,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. P.F. Keuchenius te Hoorn.

Partijen zullen hierna Eiser sub 1 en 2 en Actus Notarissen genoemd worden.

1.De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 15 juni 2010

- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie

- het tussenvonnis van 29 september 2010

- de conclusie van antwoord in reconventie

- het proces-verbaal van comparitie van 7 februari 2011.

1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.Eiser sub 1 en 2 wonen te Spanbroek. Ze zijn de buren van Buurman. Begin 2007 vernamen Eiser sub 1 en 2 dat Buurman een bouwvergunning had aangevraagd om tegenover hen een stolpboerderij te bouwen. Hiervoor was een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig, waardoor Eiser sub 1 en 2 schade zouden leiden.

2.2.Buurman - handelend als bestuurder van [] en [] - en Eiser sub 1 en 2 zijn overeengekomen dat eerstgenoemde aan Eiser sub 1 en 2 een schadevergoeding van euro 57.000,- zou betalen. Na tussenkomst van hun respectieve advocaten is een planschadeovereenkomst opgesteld die op 13 maart 2008 door partijen is ondertekend.

2.3.Deze overeenkomst behelst - voor zover van belang - de volgende bepalingen ("verzoeker" is Buurman, "belanghebbende" zijn Eiser sub 1 en 2.):

"1. Verzoeker verbindt zich jegens belanghebbende om aan belanghebbende een bedrag ter grote van euro 57.000,00 (zegge zevenenvijftigduizend euro) als totale compensatie van de schade als bedoeld in artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening die voortvloeit uit de maatregel /het besluit dat noodzakelijk is ter realisatie van het bouwplan.

2. Het in artikel 1 genoemde bedrag zal binnen 7 dagen na ondertekening van onderhavige overeenkomst in depot bij Actus Notarissen te Opmeer worden gestort.

3. Het in artikel 1 genoemde bedrag is slechts verschuldigd door verzoeker indien er een rechtens onaantastbare bouwvergunning is verleend voor de realisatie van het bouwplan.

4. Indien de voorwaarden voor betaling van het overgekomen bedrag vervuld zijn, zal het overeengekomen bedrag door verzoek aan belanghebbende uit depot betaald worden binnen 14 dagen na het rechtens onaantastbaar worden van de bouwvergunning voor het bouwplan.

5. De overeenkomst vervalt zodra onherroepelijk komt vast te staan dat de gevraagde wijziging of vrijstelling van het bestemmingsplan ten behoeve van het bouwplan niet wordt vastgesteld, respectievelijk niet in werking zal treden, waardoor geen bouwvergunning wordt verleend. Deze overeenkomst vervalt tevens zodra onherroepelijk komt vast te staan dat geen bouwvergunning wordt verleend.

6. In het geval onherroepelijk komt vast te staan dat de gevraagde wijziging of vrijstelling van het bestemmingsplan niet wordt vastgesteld of de bouwvergunnig niet wordt verleend, dan vervalt het in depot gehouden bedrag binnen 14 dagen aan verzoeker."

2.4.Het bedrag is door [] Beheer B.V. en [] Art B.V., overeenkomstig artikel 2 van de planschadeovereenkomst, op een depotrekening bij Actus Notarissen gestort. Op 8 juni 2009 is de bouwvergunning onherroepelijk geworden.

2.5.Op 20 oktober 2009 hebben Eiser sub 1 en 2 Actus Notarissen verzocht tot uitbetaling van het depot. Op 21 oktober 2009 is [] Beheer B.V. failliet verklaard. Op 18 november 2009 is [] Art B.V. failliet verklaard.

2.6.Desgevraagd heeft de curator van [] Beheer B.V. en [] Art B.V. zich op het standpunt gesteld dat het bedrag in de boedel van de failliete B.V.'s valt. De curator heeft Actus Notarissen bericht dat het haar niet vrijstaat het depot uit te keren, en haar bij voorbaat aansprakelijk gesteld indien ze dit toch doet.

2.7.Actus Notarissen heeft het bedrag thans nog in depot.

3.Het geschil

in conventie

3.1.Eiser sub 1 en 2 vorderen - samengevat - veroordeling van Actus Notarissen tot betaling van euro 57.000,-, vermeerderd met rente en (buitengerechtelijke) kosten. Een en ander uitvoerbaar te verklaren bij voorraad.

3.2.Actus Notarissen voert gemotiveerd verweer.

3.3.Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.4.Actus Notarissen vordert - samengevat - veroordeling van Eiser sub 1 en 2 tot betaling van euro 1.594,99, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten. Een en ander uitvoerbaar te verklaren bij voorraad.

3.5.Eiser sub 1 en 2 voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De vordering in conventie

4.1.De grondslag van de vordering is nakoming. Eiser sub 1 en 2 stellen dat Actus Notarissen op grond van de depotovereenkomst gehouden is het depot aan hen te betalen. Volgens Eiser sub 1 en 2 maakt de planschadeovereenkomst onderdeel uit van de depotovereenkomst. Nu vast staat dat de voorwaarde die in de planschadeovereenkomst aan uitbetaling is gesteld - te weten het onherroepelijk worden van de bouwvergunning - zich heeft voorgedaan, is Actus Notarissen gehouden tot betaling aan Eiser sub 1 en 2 van het depot.

4.2.Actus Notarissen betwist het bestaan van een overeenkomst met Eiser sub 1 en 2 Volgens Actus Notarissen is het haar niet geoorloofd zonder toestemming van de curator tot uitbetaling over te gaan. Eiser sub 1 en 2 dient, nu de curator zijn toestemming niet geeft, deze in rechte te betrekken.

4.3.De rechtbank zal de vordering afwijzen. Zij overweegt daartoe met Actus Notarissen dat niet is gebleken dat tussen Eiser sub 1 en 2 en Actus Notarissen een overeenkomst tot stand is gekomen. Dhr. J.G.B. Langedijk heeft namens Actus Notarissen ter comparitie namelijk onbetwist verklaard hoe het depot feitelijk tot stand gekomen is. In maart 2008 werd Actus Notarissen gebeld door mr. R. van der Hoofd; volgens Langedijk 'de advocaat van Buurman'. Van der Hoofd deelde mee dat hij een bedrag van euro 57.000,- op een derdenrekening van Actus Notarissen wilde storten en vroeg daartoe het rekeningnummer aan een secretaresse. Blijkens een brief van Actus Notarissen aan Van der Hoofd van 27 maart 20081 is daarbij door Van der Hoofd kennelijk medegedeeld dat dit depot ten behoeve van Eiser sub 1 en 2 werd aangehouden. Daarmee is echter nog niet gebleken van de voor het ontstaan van een overeenkomst vereiste situatie van aanbod en aanvaarding tussen Eiser sub 1 en 2 en Actus Notarissen.

4.4.Ook is niet gebleken van een derdenbeding als bedoeld in artikel 6:253 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ten behoeve van Eiser sub 1 en 2, op grond waarvan Eiser sub 1 en 2 een eigen recht zouden hebben om van Actus Notarissen nakoming te vorderen. Eerst op 20 oktober 2009 - dus ruim zeven maanden na ondertekening van de planschadeovereenkomst - hebben Eiser sub 1 en 2 contact met Actus Notarissen opgenomen met de vraag of het depot aan hen kon worden uitgekeerd. De stelling van Actus Notarissen dat deze eerst toen vernam van het bestaan van de aan het depot ten gron[]lag liggende planschadeovereenkomst is door Eiser sub 1 en 2 niet betwist, zodat de rechtbank daarvan uitgaat. In tegenstelling tot Eiser sub 1 en 2 hecht de rechtbank dan ook geen bijzondere betekenis aan de mededeling van Actus Notarissen in haar brief van 8 maart 20102 dat de planschadeovereenkomst kan worden beschouwd "als een dépot-overeenkomst nu in de overeenkomst uitdrukkelijk is vermeld dat het in de overeenkomst genoemde bedrag in depot bij Actus Notarissen wordt gestort". Actus Notarissen zegt hier in feite niet meer dan dat Buurman en Eiser sub 1 en 2 hebben afgesproken een bedrag in depot te storten. Dat enkele feit brengt echter noch een overeenkomst tussen Eiser sub 1 en 2 en Actus Notarissen, noch een derdenbeding tot stand. Immers is gesteld noch gebleken dat Van der Hoofd bij het sluiten van de overeenkomst met Actus Notarissen van Actus Notarissen het recht van Eiser sub 1 en 2 om betaling van Actus Notarissen te vorderen is overeengekomen, laat staan onder welke voorwaarden. Dat het depot door Actus Notarissen 'ten behoeve' van Eiser sub 1 en 2 werd aangehouden maakt hen nog geen derden in de zin van artikel 6:253 BW . Eiser sub 1 en 2 hebben onvoldoende feiten gesteld die - zo al bewezen - tot een andersluidende conclusie kunnen leiden.

4.5.Eiser sub 1 en 2 zal worden veroordeeld in de proceskosten van Actus Notarissen. Deze kosten worden begroot op:

- betaald griffierecht 1.295,00

- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × factor 1,0 × tarief euro 894,00)

Totaal euro 3.083,00

5.De vordering in reconventie

5.1.Actus Notarissen vordert veroordeling van Eiser sub 1 en 2 in haar werkelijke proceskosten. De grondslag hiervoor is onrechtmatige daad. Op zich is niet ondenkbaar dat een ingestelde vordering zo kansloos is, dat reeds het uitbrengen van een dagvaarding een onrechtmatige daad oplevert. Deze onrechtmatige daad zou alsdan echter gepleegd worden door de advocaat van Eiser sub 1 en 2, en niet door Eiser sub 1 en 2 zelf (zie LJN AU7488). Nu de vordering slechts is ingesteld tegen Eiser sub 1 en 2, wie niet zonder nadere toelichting kan worden toegedicht dat zij de slagingskansen van een door hen te entameren juridische procedure glashelder voor ogen hebben, zal de vordering worden afgewezen.

5.2.Actus Notarissen zal worden veroordeeld in de proceskosten van Eiser sub 1 en 2. Deze kosten worden begroot op euro 384,00 voor salaris advocaat.

6.De beslissing

De rechtbank

in conventie

6.1.wijst de vorderingen af,

6.2. veroordeelt Eiser sub 1 en 2, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten, aan de zijde van Actus Notarissen tot op heden begroot euro 3.083,00,

6.3. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

in reconventie:

6.3.wijst de vorderingen af,

6.4. veroordeelt Actus Notarissen in de proceskosten, aan de zijde van Eiser sub 1 en 2 tot op heden begroot op euro 384,00.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature