Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 10 februari 2010 heeft het college de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Amstelveense Vastgoed Maatschappij B.V. (hierna: AVM B.V.) onder aanzegging van bestuursdwang gelast met onmiddellijke ingang alle bouwwerkzaamheden op het perceel Dorpsstraat 106 te Amstelveen te staken en gestaakt te houden.

Uitspraak



201009569/1/H1.

Datum uitspraak: 25 mei 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2010 in zaken nrs. 10/2648 en 10/2651 in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bloemendal Bouw B.V.

en

het college.

1. Procesverloop

Bij besluit van 10 februari 2010 heeft het college de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Amstelveense Vastgoed Maatschappij B.V. (hierna: AVM B.V.) onder aanzegging van bestuursdwang gelast met onmiddellijke ingang alle bouwwerkzaamheden op het perceel Dorpsstraat 106 te Amstelveen te staken en gestaakt te houden.

Bij besluit van 17 maart 2010 heeft het college het verzoek van Bloemendal B.V. om het besluit van 10 februari 2010 in te trekken, de verzegeling te verbreken en haar toe te staan de bouwwerkzaamheden voort te zetten, niet-ontvankelijk verklaard.

Bij onderscheiden besluiten van 22 april 2010 heeft het college het door Bloemendal B.V. tegen het besluit van 10 februari 2010 gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en het door Bloemendal B.V. tegen het besluit van 17 maart 2010 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard, waarbij dat besluit in stand is gelaten.

Bij uitspraak van 21 september 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank de door Bloemendal B.V. tegen de besluiten van 22 april 2010 ingestelde beroepen gegrond verklaard, deze besluiten vernietigd en het college opgedragen binnen 4 weken na dagtekening van de uitspraak een beslissing te nemen op de bezwaarschriften van Bloemendal B.V. met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is bepaald. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 oktober 2010, hoger beroep ingesteld.

Bloemendal B.V. heeft een verweerschrift ingediend.

Bij onderscheiden besluiten van 19 oktober 2010 heeft het college opnieuw beslist op de door Bloemendal B.V. tegen de besluiten van 10 februari 2010 en 17 maart 2010 gemaakte bezwaren. Hierbij heeft het college die bezwaren ongegrond respectievelijk gegrond verklaard, waarbij het besluit van 17 maart 2010 is herroepen en het verzoek van Bloemendal B.V. om de verzegeling op te heffen alsnog is geweigerd.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 maart 2011, waar het college, vertegenwoordigd door drs. D.J.D. van Miert en mr. A.J. Tielbeke, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Aan de bij de rechtbank bestreden besluiten op bezwaar van 22 april 2010 ligt ten grondslag dat Bloemendal B.V. als aannemer slechts een afgeleid belang heeft bij het besluit van 10 februari 2010 omdat een contractuele relatie met AVM B.V. bestaat.

2.2. Het college betoogt, samengevat weergegeven, dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat Bloemendal B.V. een rechtstreeks betrokken belang heeft bij de besluiten van 10 februari en 17 maart 2010.

2.2.1. Vooropgesteld wordt dat het bezwaar en beroep van Bloemendal B.V., anders dan het college veronderstelt, moet worden opgevat als gericht tegen het gehele besluit van 10 februari 2010 en niet slechts tegen de daarbij aangekondigde verzegeling van het perceel om verdere bouwwerkzaamheden te voorkomen.

2.2.2. Bloemendal B.V. is aannemer van de bouwwerkzaamheden en bouwt in opdracht van AVM B.V. een appartementencomplex op het perceel. Voor de bouw van het appartementencomplex heeft het college aan AVM B.V. bouwvergunning onder voorwaarden verleend. Bloemendal B.V. heeft, anders dan de rechtbank heeft overwogen, slechts een afgeleid belang bij het ten aanzien van AVM B.V. genomen besluit van 10 februari 2010 tot stillegging van de bouwwerkzaamheden. De belangen die Bloemendal B.V. stelt te hebben, vloeien immers voort uit een contractuele relatie die zij met AVM B.V. heeft. Het betoog van Bloemendal B.V. dat zij haar materiaal niet van het perceel kon weghalen, hetgeen het gevolg is van de verzegeling van het perceel, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Het college heeft onweersproken gesteld dat Bloemendal B.V. door middel van overleg met het college toegang kon krijgen, en ook verschillende malen heeft gekregen, tot het bouwterrein, zodat zij kon beschikken over haar op het bouwterrein aanwezige eigendommen.

Gelet op het vorenstaande heeft het college zich bij besluit van 17 maart 2010, anders dan de rechtbank heeft overwogen, terecht op het standpunt gesteld dat Bloemendal B.V. niet om opheffing van het besluit van 10 februari 2010 kon verzoeken, omdat zij door dat besluit niet rechtstreeks in haar belangen wordt getroffen.

Het betoog slaagt.

2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen de besluiten van het college van 22 april 2010, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, alsnog ongegrond verklaren.

2.4. Bij besluiten van 19 oktober 2010 heeft het college, gevolg gevend aan de aangevallen uitspraak, opnieuw beslist op de door Bloemendal B.V. gemaakte bezwaren. Deze besluiten worden, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht , gelezen in samenhang met de artikelen 6: 18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van die wet, geacht eveneens onderwerp te zijn van dit geding.

2.5. Uit het voorgaande volgt dat aan de besluiten van 19 oktober 2010 de grondslag is komen te ontvallen. Het beroep tegen de besluiten van 19 oktober 2010 is derhalve gegrond. Deze besluiten dienen te worden vernietigd.

2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2010 in zaken nrs. 10/2648 en 10/2651;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond;

IV. verklaart het beroep tegen de besluiten van 19 oktober 2010, kenmerk Z-2010/027420 en Z-2010/007678, alsmede kenmerk Z-2010/027415 en Z-2010/016108 gegrond;

V. vernietigt deze besluiten.

Aldus vastgesteld door mr. R. van der Spoel, voorzitter, en mr. S.F.M. Wortmann en mr. F.C.M.A. Michiels, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van staat.

w.g. Van der Spoel w.g. Montagne

voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 25 mei 2011

374.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature