Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

bestemmingsplan "Gedeelte landelijk gebied", paardenbak

Uitspraak



RECHTBANK DORDRECHT

Sector Bestuursrecht

procedurenummer: AWB 09/1071

uitspraak van de meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

inzake

[naam eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

gemachtigde: mr. A.M.H. Dellaert, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht, verweerder,

gemachtigde: A.A. de Bruijn, werkzaam bij het Servicecentrum Drechtsteden/Juridisch Kenniscentrum te Dordrecht,

derde partij: [naam derde partij], wonende te [woonplaats].

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft eiser bij besluit van 6 augustus 2008 meegedeeld dat ten aanzien van de aanwezigheid van de paardenbak en het hobbymatig gebruik van de gronden op het perceel [adres] niet onmiddellijk handhavend zal worden opgetreden.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 12 september 2008 bezwaar gemaakt bij verweerder.

Bij besluit van 8 juli 2009 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 17 augustus 2009 beroep ingesteld bij de rechtbank Dordrecht.

De zaak is op 21 september 2010 ter zitting van een meervoudige kamer behandeld. Eiser heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld van [naam], echtgenote van eiser. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. [naam derde partij] is eveneens verschenen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst teneinde verweerder en [naam derde partij] in de gelegenheid te stellen te reageren op de brief van eiser van 2 september 2010. Tevens is verweerder verzocht om toezending van in het dossier ontbrekende stukken.

Het beroep is op 7 december 2010 ter nadere zitting van de meervoudige kamer behandeld.

Eiser heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld van [naam], echtgenote van eiser. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. [naam derde partij] is eveneens verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Gedeelte landelijk gebied".

Blijkens de plankaart van dit bestemmingsplan geldt op het perceel [adres] de bestemming "Agrarische doeleinden B".

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de bij het bestemmingsplan behorende voorschriften (hierna: planvoorschriften) zijn de voor agrarische doeleinden B aangewezen gronden bestemd voor het aan de grond gebonden agrarische bedrijf. Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

Ingevolge de planvoorschriften is het verboden de gronden en opstallen in strijd met de bestemming te gebruiken.

Ingevolge artikel 100 van de Woningwet dragen burgemeester en wethouders zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met IV.

Ingevolge artikel 100c, eerste lid, van de Woningwet maken burgemeester en wethouders jaarlijks hun voornemens bekend met betrekking tot de wijze waarop in het komende jaar uitvoering zal worden gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met IV.

Ingevolge het tweede lid, voor zover van belang, doen burgemeester en wethouders jaarlijks verslag aan de gemeenteraad van de wijze waarop in het voorgaande jaar uitvoering is gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met IV, alsmede van het door hen gevoerde beleid bij de uitvoering van die hoofdstukken. Burgemeester en wethouders zenden gelijktijdig met de aanbieding van het verslag aan de gemeenteraad een afschrift ervan aan de inspecteur.

Ingevolge artikel 125, eerste lid, van de Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Ingevolge het tweede lid wordt de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.

2.2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat hij een handhavingsprogramma heeft vastgesteld. In dit programma heeft verweerder een hoge prioriteit toegekend aan zaken die in het geval van een calamiteit veel schade voor de omgeving kunnen veroorzaken, alsmede aan zaken waarbij de veiligheid van mensen in het geding is. Handhavend optreden tegen gebruik door particulieren van gronden in het buitengebied heeft in algemene zin lage prioriteit gekregen. Verweerder heeft [naam derde partij] in een wrakingsbrief meegedeeld dat hij de regelgeving overtreedt en hem verzocht de overtredingen op te heffen. Verder heeft verweerder in deze brief aangekondigd op dit moment nog niet handhavend te zullen optreden maar hier in een later stadium op terug te zullen komen. Naar de mening van verweerder is er dan ook geen sprake van het geheel afzien van handhavend optreden.

2.3. Eiser stelt in beroep dat verweerder feitelijk wel degelijk afziet van handhavend optreden en de overtredingen de facto gedoogt. Eiser wijst er in de eerste plaats op dat verweerder in ieder geval sinds het verzoek om handhaving van 10 april 2007 op de hoogte is van de overtredingen. Sindsdien heeft verweerder niet meer actie ondernomen dan de wrakingsbrief van 23 september 2008. Er is echter geen sprake van beëindiging van de geconstateerde overtredingen. Sinds de wrakingsbrief is zelfs sprake van nieuwe overtredingen. Eiser wijst in de derde plaats op de handhavinghistorie met [naam derde partij]. Eiser is voorts van mening dat het prioriteringsbeleid, gelet op de duur van de overtreding, de uitbreiding van de overtreding en de mate van de overlast, geen rechtvaardigingsgrond kan zijn voor het afzien van handhavend optreden. Eiser merkt in dit kader nog op dat niet duidelijk is wanneer verweerder wel handhavend gaat optreden.

2.4. De rechtbank oordeelt als volgt.

2.4.1. Tussen partijen is niet in geschil en de rechtbank heeft vastgesteld dat de op het perceel aanwezige paardenbak in strijd is met de planvoorschriften en dat [naam derde partij] het perceel in strijd met de planvoorschriften hobbymatig gebruikt. Verweerder is dus bevoegd om handhavend op te treden.

2.4.2. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich voordien indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

2.4.3. Vorenbedoelde beginselplicht tot handhaving staat er niet aan in de weg dat verweerder enige prioritering aanbrengt in de uitvoering daarvan. Naar de kennelijke opvatting van eiser gaan verweerders beleidsregels bij die prioritering evenwel de grenzen van een redelijke beleidsbepaling te buiten. Deze beroepsgrond treft doel omdat verweerders beleid geen concreet zicht op handhaving biedt. In het "Beleidsplan Vergunningverlening en Handhaving Bouwregelgeving Gemeente Dordrecht 2006-2010" (hierna: het handhavingsbeleidplan) schept verweerder onvoldoende duidelijkheid over het te volgen traject na de indiening van een verzoek om handhaving. Het handhavingsbeleidplan bevat geen indicatief tijdschema voor de verdere behandeling van een verzoek om handhaving nadat verweerder zoals in deze zaak het besluit heeft genomen dat niet onmiddellijk handhavend zal worden opgetreden. Evenmin bevat het handhavingsbeleidplan voor die situatie een indicatief schema over het toenemen in prioriteit naarmate meer tijd verstrijkt, gerelateerd aan het jaarlijks door verweerder vast te stellen handhavingprogramma. De vereiste duidelijkheid over het vervolgtraject wordt evenmin in voldoende mate geboden door het memorandum "Programmering toezicht en handhaving bouwzaken" van 17 april 2008 van de Milieudienst Zuid-Holland-Zuid, aan welke dienst de taken van de voormalige afdeling Bouwen en Wonen van onder meer de gemeente Dordrecht zijn overgedragen (daargelaten hoe dit memorandum zich verhoudt tot voormelde beleidstukken). In dit memorandum merkt de milieudienst in algemene zin op dat verzoeken om handhaving, gelet op de in de jurisprudentie ontwikkelde beginselplicht, altijd met voorrang dienen te worden opgepakt. Naar de rechtbank begrijpt moet onder het oppakken van een verzoek om handhaving als bedoeld in dit memorandum tevens worden verstaan het nemen en verzenden van een besluit dat niet onmiddellijk handhavend zal worden opgetreden.

2.4.4. Voorts treft doel eisers beroepsgrond met de strekking dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan niet van het bestuur kan worden gevergd handhavend op te treden. De stelling van verweerder dat er een wijziging van het bestemmingsplan in voorbereiding is die het bestreden gebruik mogelijk maakt, biedt onvoldoende concreet zicht op legalisering. Evenmin is gebleken van omstandigheden die handhavend optreden onevenredig maken in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

2.4.5. Eiser heeft ter zitting van 21 september 2010 en ter nadere zitting van 7 december 2010 [Naam x] als getuige meegenomen. Eiser heeft evenwel niet dan wel onvoldoende aangegeven in welk opzicht hetgeen deze getuige te verklaren heeft een bijdrage kan leveren aan de beoordeling van het geschil. Derhalve heeft de rechtbank geen aanleiding gezien het verzoek [Naam x] als getuige te horen te honoreren.

2.4.6. Gelet op het in 2.4.1 - 2.4.4 overwogene is het beroep gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd. Verweerder zal het nieuwe besluit op bezwaar met inachtneming van deze uitspraak moeten nemen.

Nu het beroep gegrond wordt verkaard, dient verweerder op grond van het bepaalde in artikel 8:74, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden.

De rechtbank ziet voorts aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, van de Awb te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Op 1 oktober 2009 is het Besluit houdende aanpassing proceskosten bestuursrecht in verband met de indexering van bedragen in die bijlage in werking getreden. Artikel II van het besluit bepaalt dat ten aanzien van bezwaar of beroep dat vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit is ingesteld, de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht van toepassing blijft zoals die luidde vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De kosten in verband met de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn op grond van het Besluit proceskosten bestuurecht en de bijlage zoals die luidde vóór 1 oktober 2009, vastgesteld op € 805,00 (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en 0,5 punt voor het verschijnen ter nadere zitting met een waarde per punt van € 322,00). Eiser heeft de rechtbank tevens verzocht om vergoeding van de kosten in bezwaar. Nu verweerder een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen, komt de rechtbank aan een beslissing op dit verzoek niet toe. De rechtbank is niet gebleken dat eiser in beroep nog andere kosten heeft moeten maken die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.

Gezien het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt.

3. Beslissing

De rechtbank Dordrecht,

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van

€ 150,00 vergoedt;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten die eiser in verband met de behandeling van dit beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, welke kosten worden begroot op

€ 805,00 ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Aldus gegeven door mr. W.M.P.M. Weerdesteijn, voorzitter, en mrs. P. Putters en C.F.J. de Jongh, leden, en door de voorzitter en mr. J.V. Baan-de Vries, griffier, ondertekend.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature