Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch
Sector civiel recht
Uitspraak: 3 mei 2011
Zaaknummer: HV 200.082.269/01
Zaaknummer eerste aanleg: 75331/ JE RK 10-703
in de zaak in hoger beroep van:
[X.],
thans verblijfplaats hebbende te [verblijfplaats],
appellante,
hierna te noemen: [X.],
advocaat: mr. R. Oude Breuil,
tegen
Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel,
gevestigd te Almelo,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de stichting.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
- de heer [Y.], wonende te [woonplaats], hierna te noemen: de vader;
- mevrouw [Z.], wonende op een geheim adres, hierna te noemen: de moeder;
- de Raad voor de Kinderbescherming te Almelo, hierna te noemen: de raad.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Middelburg van 24 november 2010.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 15 februari 2011, heeft [X.] verzocht voormelde beschikking te vernietigen. Het beroepschrift is aangevuld op 1 maart 2011.
2.2. De mondelinge behandeling ter zake de ontvankelijkheid van het hoger beroep heeft plaatsgevonden op 12 april 2011. Bij die gelegenheid is uitsluitend mr. R. Oude Breuil, namens [X.], gehoord.
2.2.1. [X.], de stichting, de raad, de vader en de moeder zijn met bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
3. De beoordeling
3.1. [X.] is geboren op [geboortedatum] 1994 als kind van [Y.] (de vader) en [Z.] (de moeder). De moeder is belast met het gezag over [X.].
3.2. [X.] staat sinds 25 november 2009 onder toezicht van de stichting en is sinds 9 december 2009 uit huis geplaatst in een accommodatie van een zorgaanbieder.
[X.] verblijft thans in Frankrijk in het kader van een project, maar heeft haar gewone verblijfplaats in de leefgroep Snellius van de instelling Jarabee te [vestigingsplaats].
3.3. Bij de bestreden – uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking is de termijn van de ondertoezichtstelling verlengd met ingang van 25 november 2010 tot 25 november 2011 en is de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een zorgaanbieder eveneens verlengd met ingang van 25 november 2010 tot 25 november 2011.
3.3.1. [X.] kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.4. Het hof overweegt het volgende.
Ontvankelijkheid
[X.] heeft zelfstandig hoger beroep ingesteld tegen de bestreden beschikking.
Als minderjarige is [X.] procesonbekwaam voor zover de wet niet anders bepaalt - hetgeen zich hier niet voordoet -, zodat zij in haar appel niet kan worden ontvangen.
Anders dan door de advocaat van [X.] ter zitting is bepleit, is artikel 29a lid 2 van de Wet op de Jeugdzorg (hierna: WJZ) niet van toepassing. Ten aanzien van [X.] geldt immers niet een machtiging (tot gesloten plaatsing) in de zin van artikel 29b lid 1 WJZ , maar een (reguliere) machtiging tot uithuisplaatsing in de zin van artikel 1:261 van het Burgerlijk Wetboek .
Artikel 358 Rv biedt evenmin een zelfstandige rechtsingang aan een minderjarige.
Het hof zal [X.] derhalve niet-ontvankelijk verklaren in haar beroep.
4. De beslissing
Het hof:
verklaart [X.], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994, niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Middelburg van 24 november 2010.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Bijleveld-van der Slikke, Brants en Van der Spoel en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2011.