Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Verzoek om informatieregeling voor het eerst in hoger beroep gedaan;

Appellant niet-ontvankelijk op grond van artikel 362 Rv .

Dit laat echter de wettelijke informatieplicht onverlet.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

Uitspraak: 19 april 2011

Zaaknummer: HV 200.070.472/01

Zaaknummer eerste aanleg: 136728/FA RK 09-44

in de zaak in hoger beroep van:

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: mr. J.L. Crutzen,

tegen

[Y.],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. H.D.G. Thissen-van Zwijndregt.

5. De beschikking d.d. 2 november 2010

Bij die beschikking heeft het hof:

de raad verzocht een onderzoek in te stellen conform hetgeen onder rechtsoverweging 3.7.1. is overwogen;

de raad verzocht tijdig vóór de hierna genoemde pro forma datum rapport en advies uit te brengen aan het hof, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen;

iedere verdere beslissing aangaande het verzoek tot omgang en een informatieregeling aangehouden tot 8 maart 2011 PRO FORMA.

6. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

6.1. Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:

- de brief van de raad d.d. 7 februari 2011 met als bijlagen het rapport van de raad d.d. 4 februari 2011 en de brief van de Mondriaan Zorggroep (hierna: Mondriaan) d.d. 13 december 2010;

- de brief van de advocaat van de moeder d.d. 15 februari 2011;

- de brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 23 februari 2011.

7. De verdere beoordeling

7.1. De raad heeft in zijn raadsrapport d.d. 4 februari 2011 het hof geadviseerd om de vader het recht op omgang met [dochter] te ontzeggen, nu omgang anderszins in strijd is met de zwaarwegende belangen van [dochter] en de moeder een informatieplicht op te leggen waarbij zij de vader één keer per drie maanden informeert over de ontwikkeling van [dochter], haar welzijn en haar vorderingen op school.

7.2. De advocaat van de moeder heeft bij brief d.d. 15 februari 2011 het hof - kort samengevat - medegedeeld dat de moeder zich niet kan verenigen met het conceptrapport van de raad van 21 januari 2011. De advocaat van de moeder voert hiertoe zijdens de moeder onder meer aan dat door de vader is gelogen. Hetgeen in het concept-rapport is weergegeven komt niet met de waarheid overeen. De moeder kan zich wel verenigen met het advies van de raad om de vader omgang met [dochter] te ontzeggen. De moeder is echter tegen het opleggen door het hof van een informatieplicht waarbij zij één keer per drie maanden de vader moet informeren over de ontwikkeling, het welzijn en de vorderingen op school van [dochter]. Zij verzoekt het hof hiermee rekening te houden bij zijn uitspraak.

7.3. De advocaat van de vader heeft het hof bij brief met bijlagen d.d. 23 februari 2011 - kort samengevat - bericht dat het uitgangspunt van de raad, dat er momenteel geen mogelijkheden voor omgang met [dochter] zijn, onjuist is. Volgens de vader baseert de raad dit op de aanwezige angstbeleving en het negatieve vaderbeeld bij [dochter], maar de raad gaat er wel aan voorbij dat dit vermoedelijk het gevolg is van beïnvloeding door de moeder. De contra-indicaties welke de omgang zouden belemmeren zijn gebaseerd op leugens en onjuistheden. Verder wordt volgens de vader [dochter] de omgang met de vader onthouden omdat de moeder nog moet beginnen met de verwerking van haar eigen problemen. Dit is niet in het belang van [dochter]. In het rapport van de raad d.d. 10 november 2009 werd de moeder reeds geadviseerd [dochter] op een adequate manier te ondersteunen in het vormen van een positief vaderbeeld. Er blijkt dus op dit punt nog steeds niets gebeurd te zijn. Dit zou voor [dochter] in de toekomst kunnen betekenen dat zij psychische problemen ontwikkelt door het negatieve vaderbeeld dat door de moeder bewust bij [dochter] in stand wordt gehouden en dat zal leiden tot vervreemding van de vader. De vader stelt dat omgang in het belang van [dochter] is en dat daarom onmiddellijk met een omgangsregeling gestart dient te worden. De omgang dient in het begin, bijvoorbeeld driemaal, plaats te vinden onder toezicht van bijvoorbeeld stichting Bureau Jeugdzorg teneinde zekerheid te verkrijgen over hoe [dochter] de omgang met haar vader ervaart. De vader verzoekt het hof om een extra zitting, nu hij van mening is dat hij in deze procedure steeds gedwongen wordt leugens en onjuistheden welke door de moeder worden verspreid te weerleggen.

7.4. Het hof heeft bij brief van 28 februari 2011 de advocaat van de vader, de advocaat van de moeder en de raad bericht dat er geen mondelinge behandeling meer zal plaatsvinden en dat het hof uitspraak zal doen op 19 april 2011.

7.5. Het hof overweegt als volgt.

de omgang:

7.5.1. Aangezien de vader [dochter] heeft erkend, is hij de juridische ouder van [dochter].

Ingevolge artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek (BW) stelt de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast dan wel ontzegt, al dan niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang.

7.5.2. Ingevolge artikel 1:377a lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ontzegt de rechter het recht op omgang indien:

a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind;

b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang;

c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken;

d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

7.5.3. Het hof overweegt dat er sinds oktober 2008 - derhalve al tweeëneenhalf jaar - geen contact meer is geweest tussen [dochter] en de vader. Uit het psychodiagnostisch onderzoek dat door Mondriaan in 2010 bij [dochter] is verricht, blijkt onder meer dat de beleving van [dochter] van de vader negatief wordt gekleurd, waarbij [dochter] de vader als “monster” aanduidt. Tevens blijkt uit dit onderzoek dat er vanuit [dochter] weinig betrokkenheid naar de vader toe wordt ervaren. Ook lijkt zij weinig veiligheid en bescherming van haar vader te ervaren. [dochter] herinnert zich duidelijk enkele gewelddadige feiten in de relatie tussen de vader en de moeder. Door Mondriaan wordt aangegeven dat er bij [dochter] sprake is van een zekere onderliggende angstbeleving.

7.5.4. Het hof is, evenals de raad, van oordeel dat omgang tussen [dochter] en haar vader op dit moment in strijd is met de zwaarwegende belangen van [dochter] - gezien de bij [dochter] nog aanwezige angstbeleving en het negatieve vaderbeeld -, waardoor een herstelcontact met de vader nu nog niet in haar belang is. Derhalve zal het hof het recht op omgang van de vader met [dochter] ontzeggen. Gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad is elke afwijzing van een dergelijk verzoek tot omgang tijdelijk van aard, in die zin dat de vader in ieder geval na verloop van een jaar desgewenst opnieuw een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling kan indienen bij de rechtbank. Uit het raadsrapport d.d. 4 februari 2011 blijkt echter onder meer dat [dochter] een herstelcontact als hiervoor bedoeld met haar vader alleen zal aankunnen als zij bevrijd is van haar angstgevoelens en als de moeder [dochter] kan steunen bij een herstelcontact met de vader. De weg die is gekozen - om eerst emotionele rust en stabiliteit te creëren voor [dochter] om vandaar uit actief te werken aan het wegwerken van haar angsten en haar negatieve vaderbeeld - is op dit moment de enige juiste weg. Voor [dochter] is het van groot belang dat haar moeder haar op een adequate manier kan ondersteunen in het afbouwen van haar angsten en haar negatieve vaderbeeld. Uit de informatie van Alcander blijkt dat de moeder daar tot nu toe nog niet aan toe is gekomen, aangezien zij nog niet aan haar eigen verwerking heeft kunnen beginnen. Het is van groot belang dat de moeder hier hard mee aan de slag gaat, zodat in de toekomst herstel van contact tussen de vader en [dochter] kan plaatsvinden en [dochter] op basis van eigen ervaringen een reëel vaderbeeld kan vormen. Voor [dochter] is het van groot belang dat de vader de rust die nu voor [dochter] is gecreëerd respecteert en zorgt dat de situatie van [dochter] rustig blijft.

de informatieregeling:

7.5.5. Het verzoek van de vader leidt het hof tot de conclusie dat de vader op grond van het bepaalde in artikel 362 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek tot vaststelling van een informatieregeling, nu de vader dit verzoek voor het eerst in hoger beroep heeft gedaan. Dit oordeel van het hof laat onverlet dat de moeder ingevolge het bepaalde in artikel 1:377b lid 1 BW , is gehouden de vader op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen. Immers uit het raadsrapport zijn geen contra-indicaties gebleken die vereisen dat de wettelijke informatieplicht buiten toepassing dient te blijven.

7.6. Op grond van het vorenstaande zal het hof de vader niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek om een informatieregeling waarbij de moeder de vader iedere drie maanden informeert over het welzijn en de ontwikkeling van [dochter], en de beschikking waarvan beroep bekrachtigen.

8. De beslissing

Het hof:

verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vaststelling van een informatieregeling zoals door hem verzocht;

bekrachtigt de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank Maastricht van 20 april 2010;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Brants, Lamers en Van Dijkhuizen en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature