Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Kort geding. Vordering tot herstel van weggebroken rookafvoerkanaal toegewezen, nu dit zonder overleg en zonder noodzaak en in strijd met het Reglement door gedaagden is verwijderd.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: 388199 / KG ZA 11-227

Vonnis in kort geding van 31 maart 2011

in de zaak van

1. [eiser sub 1],

2. [eiseres sub 2],

beiden wonende te [woonplaats],

eisers,

advocaat mr. N.P.O. Ruysch te Delft,

tegen:

1. [gedaagde sub 1],

2. [gedaagde sub 2],

beiden wonende te [woonplaats],

gedaagden,

advocaat mr. J.M.L. van Duin te 's-Gravenhage.

1. De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 21 maart 2011 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

1.1. Eisers zijn eigenaren van het appartement op de begane grond aan de [adres 1]. De woning wordt verhuurd.

1.2. Gedaagden zijn eigenaren van de boven het appartement van eisers gelegen bovenwoning (eerste en tweede verdieping) aan de [adres 2]. De bovenwoning is (na verbouwing) opgedeeld in vier appartementen, bestemd voor de verhuur.

1.3. De woningen aan de [straat] zijn gebouwd in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Het betreft een bouw in metselsteen, waarbij de woningen zijn voorzien van gemetselde rookgasafvoeren voor de rookgasafvoer van gashaarden of (kolen)kachels.

1.4. In de betreffende woningen bevond zich een gemetseld rookafvoerkanaal met een doorsnede van ten minste 15x15 centimeter. De rookkanalen waren deels in en deels op de zijmuren van de panden gemetseld. Op de begane grond begon het rookkanaal van de begane grond, op de eerste etage kwam het rookkanaal van die etage erbij en op de tweede etage het rookkanaal van de tweede etage, waarna de drie kanalen afzonderlijk door het dak gingen.

1.5. In het 'Reglement van splitsing' van 3 september 1962 is in lid 4 van artikel 2 het volgende opgenomen:

"4. Ieder der eigenaren zal binnen zijn appartement veranderingen mogen aanbrengen en hierin mogen slopen, mits geen schade wordt toegebracht aan de gemeenschappelijke gedeelten, aan andere appartementen of aan de hechtheid van het gebouw; zulks in afwijking van het bepaalde in de laatste volzin van artikel 638j van het Burgerlijk Wetboek; door eventuele afscheiding zal het gesloopte in eigendom overgaan aan de betrokken eigenaar. (...)"

Voorts is in lid 1 van artikel 7 van het Reglement bepaald:

"1. De eigenaren en de gebruikers zijn verplicht hun appartementen behoorlijk te onderhouden en meer in het bijzonder er voor te zorgen, dat alle zich hierin bevindende zaken, installaties en dergelijke, waarbij tevens andere eigenaren of gebruikers belang hebben, zich voortdurend in goede staat bevinden. Zij zullen de bestemming van hun appartementen, zoals die uit de akte van splitsing in appartementen blijkt, niet mogen wijzigen zonder toestemming van de vergadering."

1.6. Eisers en gedaagden zijn ongeveer gelijktijdig in het najaar van 2009 begonnen met de verbouwing van hun woningen.

1.7. Bij de verbouwing van de bovenwoning is het rookafvoerkanaal op de eerste en de tweede verdieping weggebroken. Hierbij is ook het rookafvoerkanaal van de begane grond weggehaald.

1.8. Na het verwijderen van het rookafvoerkanaal heeft er een uitgebreide correspondentie plaatsgevonden tussen (de advocaat van) eisers en gedaagden.

1.9. Bij brief van 14 februari 2010 hebben gedaagden een voorstel gedaan aan eisers, het volgende inhoudende:

"(...)

Wij stellen het volgende voor.

We gaan een koof aanbrengen op verdieping één en twee, zodat er een enkelwandige pijp van 10 cm diameter doorheen kan.

Verder gaan wij er ook voor zorgen dat de genoemde pijp wordt aangelegd vanaf uw plafond tot en met het dak. Tevens bieden wij aan de dakdoorvoer op onze kosten te bevestigen.

(...)"

Dit voorstel is niet door eisers geaccepteerd, nu het voorgestelde niet overeenstemt met de oude situatie.

1.10. Gedaagden hebben daarna een ander voorstel gedaan bij brief van 16 februari 2010:

"(...)

Wij zullen ons voorstel aanpassen. Dat houdt in dat wij een enkelwandige pijp zullen aanbrengen met een diameter, die praktisch overeenkomt met de oorspronkelijke maat van 15x15 cm. De koof daar omheen wordt uiteraard gemaakt volgens de geldende normen van brandwerendheid. We zullen dit rookkanaal aanleggen tot boven uw plafond en tot aan het dak. U kunt deze dan zelf gebruiksklaar maken, voor toegestane doeleinden.

(...)"

1.11. De discussie in de correspondentie spitst zich daarna met name toe op de functionaliteit van het rookafvoerkanaal.

1.12. Gedaagden hebben hun aanbod bij brief op 24 maart 2010 (voorlopig) ingetrokken.

1.13. Op 1 mei 2010 heeft er bij [bedrijf] een gesprek plaatsgevonden tussen eisers en gedaagden, in aanwezigheid van een deskundige van het [bedrijf]. Eiseres heeft toen een verklaring ondertekend met de volgende inhoud:

"Mevrouw [eiseres] verklaart hierbij dat een rond 15 cm enkelwandige pijp, goed geïsoleerd en deskundig gemonteerd een vergelijkbaar rookkanaal is met het verwijderde gemetselde, 80 jaar oude rookkanaal."

1.14. Gedaagden hebben in juli 2010 en in november 2010 de woning aan de [adres 2] aan eisers te koop aangeboden via hun makelaar.

2. Het geschil

2.1. Eisers vorderen - zakelijk weergegeven - gedaagden te veroordelen om binnen één maand na betekening van dit vonnis het oorspronkelijke rookafvoerkanaal van de woningen aan de [adressen 1 & 2] voor hun rekening te doen herstellen in de oorspronkelijke toestand, althans voor wat betreft de functionaliteit van dat kanaal, op straffe van een dwangsom.

2.2. Daartoe voeren eisers onder meer het volgende aan. Gedaagden hebben onrechtmatig, zonder overleg en toestemming, het rookafvoerkanaal op de eerste en tweede verdieping weggebroken. Door het wegbreken van het rookkanaal kunnen eisers geen haard of kachel in hun woning op de begane grond plaatsen. Eisers wensen ten volle gebruik te kunnen maken van hun eigendom, inclusief het rookafvoerkanaal.

Voorts zijn gedaagden doende (geweest) de appartementsrechten aan de [adres 2] te verkopen, waarbij alsdan het risico bestaat dat eisers geconfronteerd worden met een nieuwe eigenaar die mogelijk niet door gedaagden op de hoogte is gesteld van de situatie.

2.3. Gedaagden voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

3. De beoordeling van het geschil

3.1. Het spoedeisend belang van eisers is gelegen in het feit dat zij ten volle gebruik moeten kunnen maken van hun eigendomsrecht, inclusief rookafvoerkanaal. Aan het verweer ten aanzien van de spoedeisendheid gaat de voorzieningenrechter dan ook voorbij.

3.2. Gedaagden menen dat het rookafvoerkanaal mocht en moest worden verwijderd, omdat eisers het kanaal op de begane grond al hadden weggebroken en hiervoor geen (vervangende) ondersteuning of andere constructieve aanpassing in de plaats hadden aangebracht. Hierdoor was een gevaarlijke situatie ontstaan, met het risico op scheurvorming en instorting, aldus gedaagden. Gedaagden hebben, zo stellen zij, op advies van hun aannemer en een haardenexpert de rookkanalen op de eerste en de tweede verdieping met het oog op de veiligheid zo snel mogelijk verwijderd.

3.3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben gedaagden geenszins aannemelijk gemaakt, laat staan aangetoond, dat de noodzaak bestond om, zonder daartoe eerst te overleggen met eisers, de rookafvoerkanalen te verwijderen. De door gedaagden overgelegde verklaringen van 15 maart 2011 van de aannemer van gedaagden, de heer [aannemer], en van 4 maart 2011 van de heer [X] van de firma in traditionele haardenopbouw en renovatie rookkanalen [firma], overtuigen de voorzieningenrechter niet van de juistheid van de stellingen van gedaagden. Daarbij blijkt ook uit de overgelegde correspondentie niet dat de veiligheid de reden is geweest voor het verwijderen van de rookafvoerkanalen.

3.4. Het beroep van gedaagden op artikel 5:119 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 2 lid 4 van het Reglement slaagt evenmin. Dat eisers het rookkanaal op de begane grond hebben verwijderd, betekent niet dat gedaagden wijzigingen mogen aanbrengen aan hun appartement die evident nadeel toebrengen aan een ander gedeelte, zoals het verwijderen van het rookafvoerkanaal afkomstig van de begane grond,

3.5. Gedaagden hebben zonder overleg en zonder noodzaak en in strijd met het Reglement het rookafvoerkanaal verwijderd. Dit betekent dat gedaagden in beginsel moeten zorgen voor herstel van het oorspronkelijke rookafvoerkanaal, te weten een enkelwandige ronde pijp van 15 centimeter. Nu op de plaatsen waar zich voorheen op de eerste en de tweede verdieping het rookafvoerkanaal bevond thans badkamers zijn geplaatst, is het voor gedaagden echter zeer ingrijpend als zij worden gedwongen het rookafvoerkanaal op dezelfde plaats terug te brengen. Ter zitting heeft eiseres aangegeven akkoord te gaan met een rookafvoerkanaal dat niet op de oorspronkelijke plek zal zijn aangebracht. Het (nieuwe) rookafvoerkanaal zal dienen te worden geplaatst op de plek die voor beide partijen het minst bezwarend is. Partijen zullen hierover met elkaar afspraken dienen te maken.

3.6. Indien en voor zover eisers ongerechtvaardigd worden verrijkt doordat zij op kosten van gedaagden een nieuw rookafvoerkanaal krijgen, is het aan gedaagden dit aan te tonen. Aan toewijzing van de voorliggende vordering staat dit niet in de weg.

3.7. Uit het voorgaande volgt dat het gevorderde zal worden toegewezen. Wel is er aanleiding om voor de uitvoering een langere termijn dan gevorderd te bepalen, op de wijze als hierna vermeld.

3.8. Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal worden gemaximeerd. Voorts zal er worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.

3.9. Gedaagden zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

4. De beslissing

De voorzieningenrechter:

- veroordeelt gedaagden hoofdelijk om binnen drie maanden na betekening van dit vonnis het oorspronkelijke rookafvoerkanaal in de woningen aan de [adres 2] voor hun rekening te doen herstellen voor wat betreft de functionaliteit, middels het plaatsen van een kanaal met een gelijke functionaliteit, zijnde een ronde 15 cm enkelwandige pijp, goed geïsoleerd en deskundig gemonteerd door [bedrijf], op de voor beide partijen minst bezwaarlijke plaats;

- bepaalt dat gedaagden een dwangsom verbeuren van € 500,- per dag of gedeelte daarvan dat gedaagden in gebreke blijven aan de hiervoor vermelde veroordeling te voldoen, zulks met een maximum van € 50.000,-;

- bepaalt dat bovenstaande dwangsom vatbaar is voor matiging op de wijze zoals onder 3.8. is vermeld;

- veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van eisers begroot op € 1.171,81, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 258,-- aan griffierecht en € 97,81 aan dagvaardingskosten;

- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2011.

mph


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature