Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Ingevolge artikel 11 lid 1 a van de Uitvoeringswet is de kinderrechter van de rechtbank binnen wier rechtsgebied het kind zijn werkelijke verblijfplaats heeft, bevoegd tot de kennisneming van alle zaken met betrekking tot de toepassing van het Haagse Verdrag. Nu de minderjarige bij haar moeder in Budel, gemeente Cranendonck, verblijft, is niet de rechtbank 's-Gravenhage bevoegd van het onderhavige verzoek kennis te nemen, maar de rechtbank 's-Hertogenbosch.

De zaak wordt op grond van artikel 270 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering naar de rechtbank 's-Hertogenbosch verwezen.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector familie- en jeugdrecht

Enkelvoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 11-373

Zaaknummer: 385207

Datum beschikking: 18 januari 2011

Internationale kinderontvoering

Beschikking op het op 17 januari 2011 ingekomen verzoek van:

[de vader],

hierna: de vader,

wonende te [woonplaats A] te Noorwegen,

advocaat: mr. H.A. Schipper te 's-Gravenhage.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder],

hierna: de moeder,

wonende te [woonplaats B].

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van het verzoekschrift.

Verzoek

De vader verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad:

- met toepassing van artikel 13 van de Wet van 2 mei 1990 (Stb. 202; hierna: de Uitvoeringswet) tot uitvoering van het Haagse Verdrag betreffende burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering van kinderen (trb. 1987, 139; hierna: het Haagse Verdrag) te bevelen dat de minderjarige [de minderjarige] onmiddellijk, dan wel uiterlijk op een door de rechtbank vast te stellen datum, zal worden afgegeven aan de vader;

- de moeder te veroordelen tot betaling aan de vader van alle door hem in verband met de ontvoering en de teruggeleiding van de minderjarige gemaakte kosten.

Beoordeling

Ingevolge artikel 11 lid 1 a van de Uitvoeringswet is de kinderrechter van de rechtbank binnen wier rechtsgebied het kind zijn werkelijke verblijfplaats heeft, bevoegd tot de kennisneming van alle zaken met betrekking tot de toepassing van het Haagse Verdrag. Nu de minderjarige bij haar moeder in [woonplaats B], verblijft, is niet de rechtbank 's-Gravenhage bevoegd van het onderhavige verzoek kennis te nemen, maar de rechtbank 's-Hertogenbosch.

De rechtbank 's-Gravenhage zal zich derhalve onbevoegd verklaren om van het verzoek kennis te nemen en de zaak op grond van artikel 270 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verwijzen naar de rechtbank 's-Hertogenbosch.

Beslissing

De kinderrechter:

verklaart zich onbevoegd van het verzoekschrift kennis te nemen;

verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt ter verdere behandeling naar de rechtbank te 's-Hertogenbosch.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. L.F.A. Bos als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature