Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Terwijl erflaatster in het buitenland verblijft, verdwijnt er € 125.000 van haar bankrekening naar de rekening van haar voormalige (gedaagde) bedrijf. Eiser vertegenwoordigt de dochter van erflaatster, de erfgename. Vordering wordt beoordeeld in het licht van art. 4:183 BW (hereditatis petitio) erfgenaam kan goederen van de nalatenschap opvorderen van ieder die deze zonder recht houdt. Gedaagde moet haar verweer (wel met recht gehouden) motiveren. Hier is zij voor een deel niet in geslaagd. Voor het andere deel mag nog een akte worden genomen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK DORDRECHT

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 84332 / HA ZA 09-2877

Vonnis van 30 maart 2011

in de zaak van

[Eiser]

in zijn hoedanigheid van ouder c.q. wettelijke vertegenwoordiger van de

minderjarige

wonende te Papendrecht,

eiser in conventie,

verweerder in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. A. ter Meulen,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SIRTEC EUROPE B.V.,

gevestigd te Dordrecht,

gedaagde in conventie,

eiseres in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. L.K. Tsui.

Partijen zullen hierna [eiser] en Sirtec genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 23 december 2009 en de daarin genoemde stukken;

- het proces-verbaal van comparitie van 21 april 2010 en de daarin genoemde stukken;

- de brief van 27 april 2010 van Sirtec en de aan deze brief gehechte stukken.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

1.3. De rechter, ten overstaan van wie de comparitie van partijen heeft plaatsgevonden, wijst dit vonnis niet, aangezien zij thans niet meer werkzaam is in deze rechtbank.

2. De feiten

2.1. [eiser] had vanaf september 1997 een relatie met [vrouw] (hierna: [de vrouw]). [eiser] en [de vrouw] waren niet getrouwd. Evenmin hadden zij een samenlevingscontract gesloten.

2.2. Uit de relatie tussen [eiser] en [de vrouw] is op 8 november 2004 een dochter geboren, genaamd [minderjarige] (hierna: de dochter).

2.3. In mei 2008 heeft [de vrouw] te horen gekregen dat zij zeer ernstig ziek was. Zij is op 2 juni 2008 samen met [eiser] naar Taiwan gereisd om daar medisch behandeld te worden. Op 12 september 2008 is [de vrouw] in een ziekenhuis in Taipei (Taiwan) overleden.

2.4. [de vrouw] was tot 5 juni 2008 directeur van Sirtec. [betrokkene 1] is haar als directeur opgevolgd.

2.5. Een medewerkster van Sirtec, [betrokkene 2], is tijdens de periode dat [de vrouw] in Taiwan verbleef, in de woning van [de vrouw] geweest.

2.6. [de vrouw] had een girorekening bij de Postbank met nummer 79.37.263 (hierna: de girorekening). Tijdens het verblijf van [de vrouw] in Taiwan is er via overschrijvingsformulieren in totaal een bedrag van € 125.000 van de girorekening overgemaakt naar de ABN Amro bankrekening met nummer 40.57.51.001 ten name van Sirtec (hierna: de bankrekening van Sirtec). Op die wijze is er op 8 augustus 2008, op 3 september 2008 en op 5 september 2008 steeds een bedrag van € 30.000 en op 15 september 2008 een bedrag van € 35.000 overgemaakt naar de rekening van Sirtec.

2.7. Sirtec heeft als productie 6 bij conclusie van antwoord een aantal bankafschriften overgelegd die betrekking hebben op de bankrekening van Sirtec in 2008. Uit deze bankafschriften blijkt dat er onder meer de volgende betalingen door Sirtec zijn gedaan:

13-08 EM1308003653742

PAID EUR € 30.000

/ 96035136851100

X

Y

YOUR REF. 08130023000010

30-09 EM3009003784763

PAID EUR € 90.000

/ 000000353003

X / Y

YOUR REF. 09300037000010

25-09 EM2509003672019

PAID EUR € 5.000

/ 52965115710800

X

YOUR REF. 09250034000010

2.8. Op 28 november 2008 heeft [eiser] namens de dochter aangifte van verduistering van € 125.000 gedaan bij de politie. De politie heeft de formulieren waarmee de overschrijvingen zijn gedaan aan het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) toegezonden voor een onderzoek naar de echtheid van de handtekeningen op deze formulieren.

2.9. [eiser] heeft ter verzekering van verhaal conservatoir derdenbeslag doen leggen op het bedrijfspand van Sirtec aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: het bedrijfspand).

2.10. Na de comparitie van partijen heeft Sirtec bij brief van 27 april 2010 een document in het geding gebracht, waarvan zij stelt dat het een kopie van de genotarizeerde vertaling van het in Taiwan opgemaakte testament van [de vrouw] betreft. In dit document is – voor zover relevant – onder meer bepaald:

‘[…]

Will

I have a recoverable investment yield of about USD 250.000. I authorize my executor on behalf of myself to collect all money belonging to me and deposit the recovered money into an bank on behalf of [minderjarige] a who shall not withdraw or use the deposit. When [minderjarige] is over 18 years old, the executor shall transfer all the bank deposit to [minderjage] after deducting all the necessary cost and expenses incurred for performing the obligation by the executor. […]

Signed by [de vrouw], (AKA [de vrouw])

[belanghebbende 1]

[belanghebbende 2]

[belanghebbende 3]

September 5, 2008

Executors:

1. [X]

[…]

2. [Y]

[…]’

2.11. Tijdens de comparitie van partijen heeft [eiser] aanhouding van de zaak verzocht teneinde de resultaten van het onderzoek door het NFI te kunnen overleggen. Bij rolbericht van 15 december 2010 heeft [eiser] de rechtbank medegedeeld dat er thans geen rapport van het NFI kan worden verkregen, aangezien het NFI het te druk heeft om het onderzoek op korte termijn uit te voeren. [eiser] heeft de rechtbank daarom verzocht (tussen)vonnis te wijzen. Sirtec heeft naar aanleiding van dit rolbericht niet gereageerd.

3. Het geschil

in conventie

3.1. [eiser] vordert dat de rechtbank Sirtec bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 125.000, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 augustus 2008, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, met veroordeling van Sirtec in de proceskosten, waaronder de kosten van het gelegde beslag. [eiser] stelt daartoe het volgende.

3.2. Gedurende het verblijf van [de vrouw] in Taiwan heeft een onbekende derde door het plaatsen van een valse handtekening op de overschrijvingsformulieren van [de vrouw] een totaal bedrag van € 125.000 overgemaakt van de girorekening van [de vrouw] naar de bankrekening van Sirtec. Sirtec had geen recht op dit bedrag. Er is daarom € 125.000 zonder rechtsgrond aan Sirtec betaald. Dit bedrag valt in de nalatenschap van [de vrouw]. Nu [de vrouw] geen testament heeft opgesteld, komt de nalatenschap geheel toe aan de dochter, die de enige erfgename van [de vrouw] is. Sirtec dient dit bedrag dan ook terug te betalen aan [eiser], die zijn dochter in deze procedure wettelijk vertegenwoordigt.

Het verweer

3.3. De conclusie van Sirtec strekt – samengevat – primair tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], althans afwijzing van de vordering van [eiser]. Subsidiair strekt de conclusie tot toewijzing van de vordering zonder het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, althans aan de uitvoerbaarverklaring bij voorraad de voorwaarde te verbinden dat [eiser] zekerheid stelt tot een bedrag van € 150.000, althans tot een door de rechtbank te bepalen bedrag. Dit alles met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, waaronder de nakosten ten bedrage van € 1.788, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag. Sirtec voert als verweer het volgende aan.

3.4. Betwist wordt dat [eiser], als wettelijke vertegenwoordiger van zijn dochter, aanspraak zou kunnen maken op de gelden van [de vrouw], nu [eiser] niet heeft aangetoond dat de dochter de erfenis van [de vrouw] heeft aanvaard.

3.5. [de vrouw] beschikte niet over internetbankieren en kon in Taiwan geen gelden

overmaken van haar girorekening naar het buitenland. Om die reden heeft zij ervoor gekozen om haar geld – in totaal € 125.000 – eerst over te maken van haar girorekening naar de bankrekening van Sirtec. Vervolgens heeft zij Sirtec verzocht het geld over te maken naar het buitenland. [betrokkene 1] heeft dit voor [de vrouw] gedaan. Het bedrag van € 125.000 is niet meer in het bezit van Sirtec. Sirtec heeft, zoals blijkt uit de bankafschriften die als productie 6 bij de conclusie van antwoord zijn overgelegd, het volledige bedrag aan en voor [de vrouw] voldaan:

- Op 13 augustus 2008 heeft Sirtec een bedrag van € 30.000 overgemaakt op de Taiwanese bankrekening van [de vrouw] met nummer 08130023000010. Sirtec heeft dit op verzoek van [de vrouw] gedaan.

- Op 25 september 2008 en 30 september 2008 zijn er bedragen van € 5.000 respectievelijk € 90.000 overgemaakt aan [Y] en [X]. In het testament van [de vrouw], dat zij vlak voor haar overlijden in Taiwan heeft laten opmaken, heeft zij [Y] en [X] als executeurs van haar testament aangewezen en zijn zij gemachtigd om Sirtec te verzoeken het geld van [de vrouw], dat zich onder Sirtec bevond, aan hen over te maken.

3.6. Indien de vordering zou worden toegewezen, zal Sirtec in hoger beroep gaan. Executie van het vonnis zal er zonder meer toe leiden dat Sirtec te gronde gaat. Het is te verwachten dat [eiser], bij een geslaagd hoger beroep van Sirtec, financieel niet bij machte zal zijn om de gevolgen van de executie ongedaan te maken. Om die reden dient het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te worden verklaard, althans dient aan een uitvoerbaarverklaring bij voorraad de voorwaarde wordt verbonden dat door [eiser] zekerheid wordt gesteld.

in voorwaardelijke reconventie

3.7. Sirtec vordert dat, indien in conventie zou blijken dat het conservatoir beslag op het bedrijfspand onrechtmatig zou zijn, de rechtbank [eiser] ertoe veroordeelt de kosten en de schade als gevolg van dit beslag, op te maken bij staat, volledig te vergoeden, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het beslag is gelegd. Sirtec stelt daartoe het volgende.

3.8. Sirtec heeft om haar moverende redenen besloten haar bedrijfspand te verkopen. Een spoedige vrije levering van het pand wordt echter belemmerd door het conservatoir beslag. Sirtec zou hierdoor schade kunnen lijden, onder meer omdat het niet ondenkbeeldig is dat Sirtec, door het niet optimaal kunnen verkopen van het pand, verplichtingen jegens andere schuldeisers niet of niet volledig zal kunnen nakomen. Dit niet nakomen zou kunnen leiden tot kosten en schade, welke toe te rekenen zijn aan het conservatoir beslag. Ook is het niet ondenkbeeldig dat de schade (mede) wordt veroorzaakt doordat het pand noodgedwongen zou moeten worden verkocht voor een lagere prijs om zo de negatieve gevolgen van het niet nakomen te beperken.

3.9. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

in conventie

4.1. Bij brief van 7 april 2010 heeft [eiser] een document, getiteld ‘volmacht tot beneficiaire aanvaarding’ overgelegd, ondertekend op 25 november 2008. Uit dit document blijkt dat [eiser] de nalatenschap van [de vrouw] namens de dochter onder het voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard. Nu Sirtec de volmacht tot beneficiaire aanvaarding niet heeft betwist, faalt het verweer dat de dochter de nalatenschap van [de vrouw] niet zou hebben aanvaard. [eiser] is dan ook bevoegd om namens de dochter in rechte aanspraak te maken op de nalatenschap van [de vrouw].

4.2. Vast staat dat er op 8 augustus 2008, op 3 september 2008, op 5 september 2008 en op 15 september 2008 geldbedragen tot een totaal bedrag van € 125.000 zijn overgeschreven van de girorekening van [de vrouw] naar de bankrekening van Sirtec. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat deze bedragen zonder rechtsgrond aan Sirtec zijn betaald en om die reden tot de nalatenschap van [de vrouw] (zijn blijven) behoren. Daarom dienen deze gelden in de visie van [eiser] aan hem, als wettelijk vertegenwoordiger van de dochter, te worden terugbetaald.

4.3. Gelet op de vordering en de daaraan door [eiser] ten grondslag gelegde feiten, dient – zoals ter comparitie ook door de rechter aan partijen is voorgehouden – te worden aangenomen dat [eiser] zich heeft willen beroepen op artikel 4:183 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Op grond van deze bepaling kan een erfgenaam, kort samengevat, de goederen van de nalatenschap opvorderen van iedere derde die deze goederen zonder recht houdt. Sirtec heeft zich op het standpunt gesteld dat zij het totale geldbedrag van € 125.000 van [de vrouw] heeft gekregen en vervolgens aan of voor [de vrouw] heeft betaald. Daarmee heeft Sirtec in feite betwist dat zij dit geldbedrag zonder recht houdt (hier: heeft gehouden). Hoewel [eiser] niet expliciet een beroep op artikel 4:183 BW heeft gedaan, hebben partijen hun processuele debat dus feitelijk wel op deze rechtsgrond toegespitst. De rechtbank zal de vordering dan ook in het licht van artikel 4:183 BW beoordelen.

4.4. In de visie van [eiser] houdt Sirtec het bedrag van € 125.000 zonder recht. Voor zover Sirtec betwist dat zij dit bedrag zonder recht heeft gehouden, dient zij haar verweer te motiveren, door te stellen welk recht zij pretendeert, onder welke titel en hoe zij het door haar ingeroepen recht heeft verkregen. Sirtec meent het bedrag van € 125.000 niet zonder recht te hebben gehouden, omdat zij het geld van [de vrouw] heeft gekregen en aan [de vrouw] of voor [de vrouw] heeft voldaan.

4.5. De vraag of het [de vrouw] is geweest die het bedrag van € 125.000 via overschrijvingsformulieren heeft overgemaakt op de bankrekening van Sirtec, zou beantwoord kunnen worden aan de hand van een handschriftonderzoek door het NFI. De rechtbank acht het echter, gelet op het navolgende, niet aangewezen om op de uitslag van het door het NFI ingestelde handschriftonderzoek te wachten.

4.6. De op 25 september 2008 en op 30 september 2008 door Sirtec overgemaakte bedragen van € 5.000 respectievelijk € 90.000

4.6.1. Het grootste gedeelte van het bedrag, in totaal € 95.000, is volgens Sirtec in opdracht van [Y] overgemaakt aan hem en aan [X]. Nu de betalingsopdracht niet van [de vrouw], maar van [Y] afkomstig was, dient op andere wijze te blijken dat Sirtec het bedrag voor [de vrouw] aan [Y] en aan [X] heeft betaald. Sirtec heeft in dat verband gewezen op het onder 2.10 genoemde document, dat volgens haar het testament van [de vrouw] is. In de visie van Sirtec blijkt uit het testament dat het geld van [de vrouw] overgemaakt diende te worden aan [Y] en aan [X], die in het testament als executeurs zijn aangewezen.

4.6.2. [eiser] heeft uitdrukkelijk betwist dat [de vrouw] in Taiwan een testament heeft laten opmaken. Ter comparitie heeft [eiser] gesteld dat [de vrouw] vlak voor haar overlijden met Sirtec was overeengekomen dat Sirtec een trustfonds voor de dochter zou oprichten, waarin Sirtec de winst uit onderneming, die zij nog aan [de vrouw] verschuldigd was, ter hoogte van ongeveer € 213.000 zou storten. Dit trustfonds zou tot het achttiende levensjaar van de dochter worden beheerd door [Y]. Sirtec heeft dit alles ontkend, maar de tekst van het door haar ná de comparitie ingezonden document – waarmee [eiser] ter comparitie niet bekend was – strookt met de stellingen van [eiser], nu daarin het volgende voorop wordt gesteld:

‘I have a recoverable investment yield of about USD 250.000.’

Deze zin maakt duidelijk dat het in het onder 2.10 aangehaalde document betrekking heeft op het door [de vrouw] te verhalen rendement van gedane investeringen. Tussen partijen staat vast dat het bedrag van € 95.000 behoort tot de nalatenschap van [de vrouw], en geen betrekking heeft op rendement van door [de vrouw] gedane investeringen. Dat het document onder 2.10 niettemin (ook) betrekking zou hebben op de nalatenschap van [de vrouw], blijkt op geen enkele wijze uit de tekst van het document en is ook niet op andere wijze door Sirtec onderbouwd. Bij brief van 12 april 2010 heeft Sirtec aangekondigd ondertekende verklaringen van de testament-executeurs aan de rechtbank toe te zenden. Dit heeft zij echter niet gedaan. Sirtec heeft voorts niet bestreden dat [eiser] sinds het overlijden van [de vrouw] niets van [Y] en [X] heeft vernomen, hetgeen gebruikelijk zou zijn indien zij inderdaad testament-executeurs zouden zijn. Dit alles brengt mee dat niet kan worden aangenomen dat Sirtec het bedrag van € 95.000 voor [de vrouw] heeft betaald.

4.6.3. In zoverre heeft Sirtec onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij genoemd bedrag zonder recht heeft gehouden. Dat betekent dat het beroep van [eiser] op artikel 4:183 BW in zoverre slaagt. Het bedrag van € 95.000 ligt voor toewijzing gereed.

4.6.4. De wettelijke rente over dit bedrag is niet betwist. Deze zal echter niet worden toegewezen vanaf 8 augustus 2008, omdat toen het gehele bedrag van € 95.000 nog niet door Sirtec was ontvangen. De rechtbank zal de wettelijke rente toewijzen vanaf 30 september 2008, toen het gehele bedrag van € 95.000 door Sirtec aan [Y] en [X] was overgemaakt.

4.7. Het op 13 augustus 2008 door Sirtec overgemaakte bedrag van € 30.000

4.7.1. Sirtec stelt dit bedrag te hebben overgemaakt op de Taiwanese bankrekening van [de vrouw], met nummer 08130023000010. Een aanwijzing daarvoor lijkt te zijn dat het betreffende bankafschrift bij deze afschrijving de naam en de voornamen van [de vrouw] vermeldt.

4.7.2. [eiser] heeft ter comparitie verklaard dat hij aan de hand van de stukken met

betrekking tot de Taiwanese bankrekening van [de vrouw], die hij thuis in zijn bezit heeft, zou moeten nakijken of de Taiwanese bankrekening van [de vrouw] nummer 08130023000010 heeft. [eiser] zal in de gelegenheid worden gesteld om zich, onderbouwd aan de hand van genoemde stukken, uit te laten over de vraag of de Taiwanese bankrekening van [de vrouw] inderdaad nummer 08130023000010 heeft. Sirtec zal op de akte van [eiser] mogen reageren.

4.7.3. Voor zover zal blijken dat het bedrag van € 30.000 op de Taiwanese bankrekening van [de vrouw] is gestort, zal de vordering in zoverre worden afgewezen. In dat geval is immers duidelijk dat dit bedrag uiteindelijk weer aan [de vrouw] ten goede is gekomen, zodat Sirtec in zoverre voldoende gemotiveerd heeft betwist dat zij dit bedrag zonder recht heeft gehouden.

4.7.4. Indien komt vast te staan dat het bedrag van € 30.000 niet op de Taiwanese bankrekening van [de vrouw] is gestort, ligt ook dit deel van de vordering voor toewijzing gereed. De wettelijke rente over dit bedrag is niet betwist en zal in dat geval worden toegewezen vanaf 8 augustus 2008.

4.7.5. In afwachting van het nemen van aktes door partijen zal de rechtbank elke beslissing aanhouden.

in voorwaardelijke reconventie

4.8. Op [eiser], als beslaglegger, rust een risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen van het door hem gelegde conservatoir beslag indien de vordering waarvoor beslag is gelegd geheel ongegrond is . Die situatie doet zich in het onderhavige geval niet voor, nu vast staat dat de vordering in ieder geval tot € 95.000 voor toewijzing gereed ligt.

4.9. Indien na de aktewisseling door partijen vast zou komen te staan dat de vordering ter hoogte van € 30.000 dient te worden afgewezen, heeft dit niet tot gevolg dat het conservatoir beslag ten onrechte is gelegd. In dat geval dient de vraag, of [eiser] aansprakelijk is voor de gevolgen van het conservatoir beslag, omdat het voor een te hoog bedrag is gelegd, te worden beantwoord aan de hand van criteria die gelden voor misbruik van recht. Sirtec heeft geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd, die met zich zouden brengen dat [eiser] misbruik van recht heeft gemaakt door conservatoir beslag op het bedrijfspand te leggen. De vordering in reconventie ligt daarom voor afwijzing gereed.

4.10. In afwachting van het nemen van aktes door partijen zal de rechtbank ook in reconventie elke beslissing aanhouden.

5. De beslissing

De rechtbank

in conventie:

- verwijst de zaak naar de rol van 11 mei 2011 voor het nemen van een akte zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.7.2., eerst aan de zijde van [eiser];

- houdt elke nadere beslissing aan;

in voorwaardelijke reconventie:

houdt elke nadere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van Spengen en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature