Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Beschikking op ex parte verzoek. [X] heeft in 2008 een kunstuiting gebruikt om de aandacht te vestigen op de situatie in Darfur en daarin het Model van Louis Vuitton gebruikt. De impact van de kunstuiting heeft ook bijgedragen aan de bekendheid van [X] als kunstenares. Verzoekster (Louis Vuitton) voert aan dat [X] haar kunstwerk thans gebruikt als blikvanger voor haar eigen producten en werk. De voorzieningenrechter zal in het midden laten of voor het ongeautoriseerde gebruik van het Model in 2008 een rechtvaardigingsgrond bestond. In de situatie van nu, en gelet op het gebruik van nu is onaannemelijk dat voor de aanprijzing en merchandising voor eigen werk een rechtvaardigingsgrond bestaat. Dit brengt mee dat het verbod zoals verzocht zal worden gegeven op de wijze als [in de beschikking onder 3.] verwoord.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

rekestnummer: KG RK 10-214

Beschikking van 27 januari 2011

in de zaak van

1. de vennootschap naar vreemd recht

LOUIS VUITTON MALLETIER SA

gevestigd te Parijs, Frankrijk,

verzoekster,

advocaten: mr. B.J. van den Broek en mr. L. Fresco te Amsterdam,

tegen

1. [X], tevens handelend onder de naam GEMININK,

wonend te Winkel, gemeente Nieuwe-Niedorp,

2. [Y], tevens handelend onder de naam GALLERI ESPLANADEN, zaakdoend te Kopenhagen, Denemarken,

gerekwestreerden.

1. Het verzoek

1.1. Op 26 januari 2011 is bij het bureau algemene zaken van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift tot het geven van een onmiddellijke voorziening bij voorraad houdende een bevel om dreigende inbreuk op de rechten van intellectuele eigendom te voorkomen ex artikel 1019e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

1.2. De raadsman van verzoekster is in de gelegenheid gesteld het verzoekschrift telefonisch toe te lichten. Het verzoekschrift is daarop aangepast en de aangepaste versie is op 27 januari 2011 toegezonden aan de rechtbank.. Het aangepaste verzoekschrift is - voor zover van belang - hieronder opgenomen.

_______________________________________________________________________________________________

Verzoekschrift ex artikel 1019e Rv tot het treffen van een onmiddellijke voorziening bij voorraad zonder oproeping van gerekwestreerden om inbreuk op rechten van intellectuele eigendom te voorkomen

Aan de Edelachtbare Vrouwe/Heer

Voorzieningenrechter van de Rechtbank

's-Gravenhage

Verzoekster is:

de vennootschap naar vreemd recht LOUIS VUITTON MALLETIER SA, gevestigd, althans kantoorhoudende aan de 2 rue du Pont-Neuf te (F-75001) Parijs, Frankrijk, te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam (1096 HA) aan het Amstelplein 1, ten kantore van de advocaten Mr. B.J. van den Broek en Mr. L. Fresco die deze zaak inhoudelijk behandelen.

Gerekwestreerden zijn:

1. [X], tevens handelend onder de naam GEMININK, woonachtig resp. gevestigd aan het Veldwachterspad 1 te Winkel (1731 XL);

2. [Y], tevens handelend onder de naam GALLERI ESPLANADEN gevestigd, althans kantoorhoudende aan de Esplanaden 1C te (1263) Kopenhagen, Denemarken;

De achtergrond van het geschil

1. Eiseres (hierna: "Louis Vuitton") is in 1854 opgericht en is een toonaangevend modehuis gespecialiseerd in het ontwerpen van tassen, koffers en modeaccessoires.1

2. In 2003 heeft Louis Vuitton een nieuw dessin geïntroduceerd bestaande uit een patroon van veelkleurige grafische elementen, dat ook wel wordt aangeduid met de naam "Multicolor Canvas" (hierna ook: het "Multicolor Canvas-dessin"). In april 2005 is Louis Vuitton met een nieuwe tas op de markt gekomen onder de naam "Audra" (hierna: de "Audra Bag"). De Audra Bag heeft een uitgesproken vormgeving en is voorzien van het Multicolor Canvas-dessin. De tas is zeer succesvol.

3. Hieronder is een afbeelding opgenomen van de Audra Bag:

Audra Bag

4. Louis Vuitton is houdster van onder meer de Europese modelregistratie no. 84223-0001 (gedeponeerd op 6 oktober 2003) waarin het Multicolor Canvas-dessin onder bescherming wordt gesteld (hierna: het "Model"; Productie 1).2

Model

5. Gerekwestreerde sub 1 ("[X]") houdt zich bezig met het vervaardigen en verkopen van kunstvoorwerpen. Als Productie 2 wordt een uittreksel uit het handelsregister van de KvK overgelegd van de eenmanszaak die [X] voert onder de naam "Geminink".

6. In 2008 heeft Louis Vuitton moeten constateren dat [X] t-shirts en posters verhandelde onder de naam "Simple Living" met daarop een afbeelding van de Audra Bag van Louis Vuitton (hierna: de "Simple Living Producten") (Productie 3).

7. De Simple Living Producten worden hieronder weergegeven:

t-shirt poster

8. [X] verkocht deze producten in het kader van haar campagne voor Darfur. Volgens [X] was er een gebrek aan aandacht voor de misstanden in de wereld en daarom had zij een afbeelding gemaakt waarin de "cruel reality" werd gecombineerd met "showbiz elements", waartoe [X] kennelijk de Audra Bag van Louis Vuitton rekende.

9. Hoewel zij de campagne voor Darfur op zichzelf prijzenswaardig achtte, verzette Louis Vuitton zich tegen het ongeautoriseerde gebruik door [X] van haar intellectuele eigendomsrechten. Zij verzocht [X] daarom bij herhaling om het gebruik van haar intellectuele eigendomsrechten in de Simple Living Producten te staken. Toen [X] weigerde om vrijwillig aan deze verzoeken te voldoen, zag Louis Vuitton zich genoodzaakt om rechtsmaatregelen te treffen teneinde haar intellectuele eigendomsrechten te beschermen.

10. Hiertoe wendde Louis Vuitton zich op 25 maart 2008 tot de Tribunal de Grande Instance te Parijs, die een (ex parte) verbod oplegde wegens inbreuk op de rechten met betrekking tot het Model en het door Louis Vuitton gevorderde symbolische bedrag aan schadevergoeding toewees (Productie 4). Vgl. de beslissing van de Franse rechter in Nederlandse vertaling (blz. 7 van de Beschikking vanaf "Vu la requête ..."):

"Gezien het voorafgaande verzoek en de stukken ter onderbouwing hiervan, die aantonen dat de inbreuk niet betwist kan worden, en dat er een groot risico bestaat dat de inbreukmakende voorwerpen verspreid zullen worden via een website die geëxploiteerd wordt door een in Nederland woonachtige persoon:

* Verbieden mevrouw Nadia PLESNER door te gaan met het presenteren, te koop aanbieden en de exploitatie van de producten die inbreuk maken op het gemeenschapsmodel geregistreerd onder nummer 000084223-0001, onder verbeurte van een dwangsom van 5.000 Euro per dag van niet-nakoming na de betekening van deze beschikking.

* Veroordelen mevrouw Nadia PLESNER aan de vennootschap LOUIS VUITTON MALLETIER een provisioneel bedrag van 1 euro te betalen als schadevergoeding."

11. Ondanks deze veroordeling bleef [X] doorgaan met het aanbieden en verhandelen van de Simple Living Producten. Bovendien zocht zij op agressieve wijze de publiciteit, waarbij zij Louis Vuitton ervan beschuldigde haar campagne voor Darfur te willen stoppen. Door deze handelwijze heeft Louis Vuitton grote schade geleden.

12. In een laatste poging om verdere escalatie van het conflict te voorkomen, heeft Louis Vuitton in mei 2008 [X] nogmaals uitgenodigd om het conflict buiten rechte op te lossen en het verdere gebruik van Louis Vuitton's intellectuele eigendomsrechten vrijwillig te staken. Hieraan heeft [X] uiteindelijk begin juni 2008 gehoor gegeven. Zij wijzigde de opdruk van de Simple Living Producten door hierop een afbeelding op te nemen zonder de Audra Bag. Ook overigens staakte zij het gebruik hiervan; [X] verwijderde de afbeeldingen van de Audra Bag van haar websites en verwijderde ook de diverse teksten op haar sites waarin Louis Vuitton door het slijk werd gehaald. Hiermee leek het geschil opgelost.3

13. Tot haar ontsteltenis heeft Louis Vuitton vorige week moeten constateren dat [X] opnieuw is begonnen met het gebruik van de hierboven getoonde afbeelding van de Audra Bag.

14. Zo heeft [X] de afbeelding opgenomen in een schilderij dat gerekwestreerde sub 2 ("Galleri Esplanaden"; Productie 5) sinds kort te koop aanbiedt (prijs: 500.000 DKK = € 67.000,--) (Productie 6). Tijdens deze verkooptentoonstelling worden naast dit schilderij nog verschillende andere werken van [X] te koop aangeboden. De verkooptentoonstelling loopt (in elk geval) tot eind januari 2011.

15. Daarnaast is [X] opnieuw begonnen met de verkoop van de Simple Living Producten - i.e. de t-shirts en de posters -, waarop de afbeelding met de Audra Bag is opgenomen (Productie 7). Voor zover Louis Vuitton heeft kunnen nagaan, worden de van [X] afkomstige Simple Living Producten momenteel in elk geval tijdens voornoemde verkooptenstoonstelling verkocht door gerekwestreerde sub 2. Het is echter geenszins uitgesloten dat deze producten momenteel ook via andere kanalen in Europa worden verkocht of zullen worden verkocht (zie hierna).

16. De afbeelding met de Audra Bag wordt door gerekwestreerden bovendien op verschillende van hen afkomstige uitingen gebruikt, zoals op de uitnodigingen voor de verkooptentoonstelling (Productie 8). De afbeelding met de Audra Bag van Louis Vuitton wordt aldus ingezet als "blikvanger" voor de tentoonstelling, waar, zoals gezegd, naast het schilderij met de Audra Bag nog vele andere kunstwerken van [X] worden verkocht.4

17. Voorts wordt de afbeelding met de Audra Bag van Louis Vuitton gebruikt op diverse plaatsen op [X]'s websites, waaronder op de website www.nadiaplesner.com, waarop [X] onder de naam "Geminink" haar producten te koop aanbiedt.5 Als Productie 9 wordt de homepage van deze site overgelegd, i.e. de eerste pagina die de bezoekers van [X]'s website te zien krijgen. Ook hierop is de afbeelding met de Audra Bag van Louis Vuitton prominent opgenomen.

18. Het is duidelijk dat gerekwestreerden door gebruikmaking van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton de eigen producten onder de aandacht van het publiek beogen te brengen, daarbij aanhakend bij de naamsbekendheid van Louis Vuitton en de media-aandacht die het geschil tussen Louis Vuitton en [X] in 2008 heeft gegenereerd.6

19. Voor dit (hernieuwde) ongeautoriseerde gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton bestaat geen grond. Louis Vuitton verzoekt U dan ook om hieraan zo spoedig mogelijk een einde te maken.

Inbreuk op de rechten met betrekking tot het Model

20. Hieronder is het Model van Louis Vuitton afgebeeld (links) met daarnaast het door [X] gebruikte dessin (rechts):

Het Model van Louis Vuitton en Het door [X] gebruikte dessin

21. Duidelijk is te zien dat in het door [X] gebruikte dessin hetzelfde veelkleurige motief van grafische elementen wordt gebruikt als in het Model van Louis Vuitton. Dit motief bestaat in het dessin van [X] uit dezelfde gekleurde elementen als in het Model van Louis Vuitton en deze elementen zijn op exact dezelfde regelmatige wijze in het dessin van [X] geordend. Daarnaast komt ook (op dezelfde plaats) een monogram voor met de gemeenschappelijke letter "L" (LV resp. SL), welk monogram in het Model en in het dessin van [X] op dezelfde wijze is vormgegeven.

22. Het dessin van [X] is nagenoeg identiek aan het Model. In elk geval wekt het dessin van [X] dezelfde algemene indruk als het Model van Louis Vuitton, zoals bedoeld in artikel 10 Verordening (EG) nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen (hierna: de Gemeenschapsmodellenverordening).

23. Nu Louis Vuitton aan gerekwestreerden geen toestemming heeft gegeven om het inbreukmakende dessin te gebruiken resp. producten met het inbreukmakende dessin aan te bieden, in de handel te brengen of ter zake hiervan enige andere aan Louis Vuitton voorbehouden handeling te verrichten, is sprake van inbreuk op de rechten met betrekking tot het Model zoals bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Gemeenschapsmodellenverordening.

24. De afbeelding met het inbreukmakende dessin wordt in Nederland en de rest van Europa gebruikt. Dat gebeurt onder meer door het gebruik hiervan op de websites van gerekwestreerde sub 1 die in Nederland en de rest van Europa toegankelijk zijn en waarop [X] resp. haar eenmanszaak met het Nederlandse vestigingsadres wordt genoemd (vgl. Productie 9). Voorts gebeurt dit door gebruikmaking van het dessin op de hiervoor genoemde producten die door gerekwestreerden worden aangeboden en verkocht, waaronder de Simple Living Producten en de diverse uitingen die zijn verspreid in verband met de verkooptentoonstelling in Denemarken.

25. Voor zover voornoemde producten nog niet in andere Europese landen worden aangeboden of verkocht, bestaat daartoe een reële en concrete dreiging nu [X] voornemens is de tentoonstelling waar de inbreukmakende producten worden aangeboden en verkocht, ook elders in Europa te organiseren.

26. Op grond hiervan heeft Louis Vuitton recht op en belang bij een verbod jegens beide gerekwestreerden dat zich uitstrekt tot het gehele grondgebied waarvoor haar Gemeenschapsmodel is verleend.

Verweer gerekwestreerden

27. Louis Vuitton is niet bekend met enig verweer van gerekwestreerden met betrekking tot de hernieuwde inbreuk op het Model.

28. In 2008 stelde [X] zich aanvankelijk op het standpunt dat het dessin in haar afbeelding niet overeen kwam met het Model van Louis Vuitton. Hierboven is uiteengezet dat deze stelling onjuist is. Het dessin in de afbeelding van [X] is (nagenoeg) identiek aan het Model van Louis Vuitton en het gebruik hiervan resulteert zonder meer in inbreuk op de rechten van Louis Vuitton (zoals de Franse rechter terecht heeft vastgesteld).

29. Daarnaast beriep [X] zich op de vrijheid van meningsuiting. Ook dit verweer gaat niet op.

30. Intellectuele eigendomsrechten worden in het algemeen beschouwd als gerechtvaardigde beperkingen op de vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 lid 2 EVRM: ze zijn (i) voorgeschreven bij wet (ii) noodzakelijk in een democratische samenleving en (iii) bestemd ter bescherming van de reputatie of rechten van anderen.7 Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een intellectueel eigendomsrecht (buiten de in de betreffende IE-wetten al opgenomen beperkingen) terzijde worden gesteld op grond van de vrijheid van meningsuiting.8 Aan de strenge vereisten die hiervoor gelden, wordt in casu om verschillende redenen niet voldaan.

31. In de eerste plaats ontbreekt een noodzaak de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton te gebruiken.9 Louis Vuitton heeft met de genocide in Darfur niets van doen en het is dan ook niet noodzakelijk (en ongegrond) om Louis Vuitton hiermee in verband te brengen en haar intellectuele eigendomsrechten hiervoor te gebruiken. Ook voor zover de boodschap van [X] is dat het publiek slechts oog zou hebben voor "showbiz elements" en niet voor de misstanden in de wereld (vgl. hiervoor in paragraaf 8), ontbreekt een noodzaak om de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton te gebruiken. Er zijn talloze manieren om deze boodschap over te brengen zonder gebruik te maken van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton (bijvoorbeeld als ervoor gekozen zou worden de afbeelding van het Afrikaanse kindje te handhaven: het kindje af te beelden met een grote diamanten ring, met op de achtergrond een blinkende auto, onderuit gezakt voor de televisie etc. etc.).

32. Dat deze boodschap ook zonder gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton kan worden overgedragen, bewijst [X] zelf met de afbeelding "Miss Size Zero", die zij vanaf 2008 heeft gebruikt nadat zij het gebruik van het Model had gestaakt (vgl. Productie 7, eerste en derde foto: meisje met kroontje en sjerp met daarop de tekst "Miss Size Zero 2008"). Er is geen enkele noodzaak of rechtvaardiging voor gerekwestreerden om zich de IE-rechten van Louis Vuitton toe te eigenen teneinde de door [X] verkozen boodschap te verspreiden. Dat kan ook zonder gebruikmaking hiervan en reeds dit staat aan een beroep op de vrijheid van meningsuiting in de weg.

33. Dit geldt a fortiori voor de hernieuwde inbreuk die het onderwerp vormt van het onderhavige verzoek. Zoals hiervoor is besproken, is de afbeelding met de Audra Bag na meer dan twee jaar door [X] weer uit de kast gehaald en wordt deze nu op ruime schaal gebruikt om de aandacht te vestigen op haar producten en werkzaamheden. [X] gebruikt talloze afbeeldingen van het kind met de Audra Bag (in verschillende afmetingen) op haar facebook pagina en, zoals gezegd, wordt de afbeelding ook op diverse plaatsen gebruikt op de website van [X] waarop zij haar kunst te koop aanbiedt, waaronder op de homepage en op de pagina waarop haar contactgegevens staan (Productie 9). Met de vrijheid van meningsuiting heeft dit niets van doen. Wél met het onrechtmatig gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton en het aanhaken bij de naam en reputatie van Louis Vuitton, waarmee zij zichzelf in 2008 op de kaart heeft gezet en waarmee zij nu de aandacht op haar producten en werkzaamheden beoogt te vergroten.10

34. Daarbij geldt bovendien dat door het ongeautoriseerde (en onnodige) gebruik van het Model de rechten resp. de naam en reputatie van Louis Vuitton en haar producten ook nog eens ernstig worden geschaad. Zonder dat Louis Vuitton ook maar iets met de genocide in Darfur te maken heeft, wordt er een koppeling gemaakt tussen Louis Vuitton en haar producten enerzijds en de situatie in Darfur anderzijds. Voor Louis Vuitton is dit (onnodige) gebruik uiteraard zeer schadelijk en dit kan op geen enkele wijze worden gerechtvaardigd met een beroep op de vrijheid van meningsuiting11. Dat kon niet in 2008 en dat kan ook zeker niet met betrekking tot de hernieuwde inbreuk in 2011.

Onherstelbare schade en spoedeisend belang

35. Uit het voorgaande moge blijken dat de belangen van Louis Vuitton bij een snelle beëindiging van de hernieuwde inbreuk groot zijn.

36. In 2008 heeft het maanden geduurd voordat [X] haar inbreukmakende activiteiten uiteindelijk (naar nu blijkt: slechts tijdelijk) staakte. Gedurende deze periode heeft zij Louis Vuitton veel schade berokkend, niet alleen door zonder toestemming van Louis Vuitton en in strijd met de beslissing van de Franse rechter gebruik te blijven maken van de intellectuele eigendomsrechten van Louis Vuitton, maar ook door Louis Vuitton gedurende die periode publiekelijk te beschadigen.

37. Deze situatie dreigt zich nu te herhalen. Zoals gezegd, is [X] sinds kort opnieuw begonnen met de inbreuk (onder meer) door het te koop aanbieden van dezelfde inbreukmakende producten, waarvan zij de verkoop in 2008 stelde te hebben gestaakt. Bovendien gebruikt zij de inbreukmakende afbeelding nu ook in andere producten en gebruikt zij deze op zeer ruime schaal als "blikvanger" voor haar eigen producten en werkzaamheden. De tentoonstelling waar de verkoop van de inbreukmakende producten momenteel plaatsvindt, is nog gedurende beperkte tijd open, zodat een spoedvoorziening noodzakelijk is om de rechten van Louis Vuitton te beschermen.

38. Bovendien is het voor Louis Vuitton onduidelijk op welke plaatsen en via welke kanalen de producten van [X] momenteel verder nog worden of zullen worden aangeboden en verkocht. Dát dit gebeurt staat vast, maar waar en wanneer de producten en afbeeldingen met de Audra Bag opduiken is voor Louis Vuitton volstrekt ongrijpbaar en onbeheersbaar. Ook om die reden is een onmiddellijke voorziening bij voorbaat voor haar van het grootste belang.

39. Tenslotte is onmiddellijk optreden van groot belang om de schade aan de naam en reputatie van Louis Vuitton zo veel mogelijk te beperken. Niet alleen worden haar rechten opnieuw willens en wetens geschonden, maar bovendien zal bij een voortduren hiervan eenzelfde schadelijke situatie ontstaan als in 2008 toen het maanden duurde voordat [X] haar inbreukmakende activiteiten en de beschadiging van Louis Vuitton's reputatie uiteindelijk (tijdelijk) staakte. Met de verzochte spoedvoorziening wordt aan de inbreuk direct een einde gemaakt. Door het aan het verbod verbinden van dwangsommen wordt bovendien voorkomen dat [X] in de toekomst opnieuw (en opnieuw) inbreuk pleegt.

Bevoegdheid

Gerekwestreerde sub 1 is woonachtig in Nederland en ten aanzien van haar is de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage bevoegd op grond van artikel 81 resp. artikel 82 lid 1 van de Gemeenschapsmodellenverordening. Op grond van artikel 90 lid 3 strekt deze bevoegdheid zich uit tot alle Lid-Staten van de Europese Unie.

Met betrekking tot gerekwestreerde sub 2 volgt de bevoegdheid uit artikel 6(1) van de EEX-Verordening. De zaken tussen de beide gerekwestreerden zijn (zeer) verknocht nu het hier gaat om dezelfde inbreukmakende producten en inbreuk op hetzelfde (unitaire) gemeenschapsmodel. Om te voorkomen dat met betrekking tot ditzelfde Model in verschillende landen moet worden geprocedeerd met het risico van onverenigbare beslissingen als gevolg, heeft Louis Vuitton ervoor gekozen de zaak in zijn geheel voor te leggen aan de rechter van de vestigingsplaats van gerekwestreerde sub 1 die de "bron" vormt van de inbreukmakende producten. Deze situatie leent zich bij uitstek voor toepassing van artikel 6(1) EEX en Louis Vuitton verzoekt U dan ook om uit hoofde van deze bepaling ook ten aanzien van gerekwestreerde sub 2 een verbod op te leggen wegens inbreuk op het Model in de Europese Unie.

WESHALVE:

Louis Vuitton zich wendt tot U, Edelachtbare, met het eerbiedige verzoek:

Gerekwestreerden te bevelen onmiddellijk na betekening van de op grond van dit verzoek te wijzen beschikking iedere inbreuk op het Gemeenschapsmodel met nummer 84223-0001 in de Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen de handelingen genoemd onder nr. 14 t/m 17 resp. nrs. 23 t/m 25 van dit verzoekschrift;

Gerekwestreerden te veroordelen tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Euro 10.000,-- (zegge: tienduizend Euro) per overtreding van het Sub A genoemde bevel, dan wel, ter keuze van Louis Vuitton, van Euro 5.000,-- (zegge: vijfduizend Euro) per betrokken product of per dag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat de inbreuk na de betekening van de op grond van dit verzoek te wijzen beschikking zal voortduren.

de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv binnen welke de eis in de hoofdzaak dient te worden ingesteld te bepalen op drie maanden na betekening van de op grond van dit verzoek te wijzen beschikking, althans op een door de Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn.

de hierbij verzochte beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Amsterdam, 27 januari 2011

Advocaat

_______________________________________________________________________________________________

2. De beoordeling

2.1. De voorzieningenrechter te 's-Gravenhage is op grond van artikel 81 jo. 82 lid 1 GModVo12 bevoegd om van het ex parte verzoek kennis te nemen, omdat gerekwestreerde sub 1 woonachtig is te Nederland. Gelet op hetzelfde inbreukmakend handelen dat gerekwestreerden verweten wordt en het unitaire karakter van het ingeroepen Gemeenschapsmodelrecht, is de voorzieningenrechter op grond van artikel 6 lid 1 EEX-Vo13 eveneens bevoegd kennis te nemen van het verzoek dat zich richt tegen gerekwestreerde sub 2.

2.2. Het door gerekwestreerde sub 1 toegepaste dessin stemt in hoge mate overeen met het Model van verzoekster en maakt daardoor eenzelfde algemene indruk. Inbreuk op het Gemeenschapsmodelrecht is voldoende aannemelijk gemaakt.

2.3. Gerekwestreerde sub 1 heeft in 2008 een kunstuiting gebruikt om de aandacht te vestigen op de situatie in Darfur, welke als genocide kan worden omschreven. Zij heeft daartoe de aandacht willen vestigen op, zo begrijpt de voorzieningenrechter, een schrijnend verschil tussen enerzijds luxe en welvaart en anderzijds armoede en hongersnood in Darfur. Het aspect van luxe heeft zij tot uitdrukking gebracht door in haar kunstuiting het Model van verzoekster te gebruiken. In deze opzet is zij geslaagd. Mede door haar kunstuiting is in 2008 de genocide in Darfur onder de aandacht van het algemene publiek gekomen.

De impact van de kunstuiting heeft ook bijgedragen aan de bekendheid van gerekwestreerde sub 1 als kunstenares. Verzoekster voert aan dat gerekwestreerde sub 1 haar kunstwerk thans gebruikt als blikvanger voor haar eigen producten en werk. Zij heeft overgelegd als productie 8 een weergave van het gebruik van het kunstwerk als uithang bord voor haar lopende tentoonstelling in Kopenhagen. De als blikvanger gebruikte afbeelding, zoals overgelegd bij productie 8, wordt hieronder weergegeven.

blikvanger

2.4. De voorzieningenrechter zal in het midden laten of voor het ongeautoriseerde gebruik van het Model in 2008 een rechtvaardigingsgrond bestond. In de situatie van nu, en gelet op het gebruik van nu is onaannemelijk dat voor de aanprijzing en merchandising voor eigen werk een rechtvaardigingsgrond bestaat. Dit brengt mee dat het verbod zoals verzocht zal worden gegeven op de wijze als hieronder verwoord. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummer 35 e.v. is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor verzoekster zal veroorzaken.

2.5. De dwangsom zal worden gematigd en worden toegewezen zoals hieronder verwoord.

2.6. Op grond van het voorgaande kunnen de verzochte maatregelen worden verleend als hierna vermeld.

3. De beslissing

De voorzieningenrechter:

3.1. beveelt gerekwestreerden ieder afzonderlijk onmiddellijk na betekening van deze beschikking iedere inbreuk op het Gemeenschapsmodel met nummer 84223-0001 in de Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen de handelingen genoemd onder nr. 14 t/m 17 resp. nrs. 23 t/m 25 van het verzoekschrift;

3.2. veroordeelt gerekwestreerden ieder afzonderlijk tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Euro 5.000,-- (zegge: vijfduizend Euro) per dag dat de overtreding van het in 3.1. genoemde bevel voortduurt, dan wel, ter keuze van Louis Vuitton, van Euro 1.000,-- (zegge: duizend Euro) per betrokken product;

3.3. bepaalt dat de dwangsom vatbaar zal zijn voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin door de gerekwestreerde die het aangaat aan de beschikking is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding;

3.4. bepaalt dat verzoeksters deze beschikking, alsmede de bij het verzoekschrift behorende producties, aan gerekwestreerden zullen doen betekenen uiterlijk op vrijdag 28 januari 2011 om 16.00 uur;

3.5. bepaalt de termijn bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na dagtekening van deze beschikking;

3.6. bepaalt dat voor het geval gerekwestreerden of een van hen de opheffing van het in sub 3.1. gegeven verbod willen vorderen, de voorzieningenrechter daartoe tijd heeft gereserveerd op donderdag 10 februari 2011, 14:00 uur, en bepaalt voorts dat gerekwestreerden of de gerekwestreerde die het aangaat, indien zij van de gereserveerde dag en uur gebruik willen maken, zij dat zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op dinsdag 1 februari 2011, 16:00 uur, zullen melden aan de griffie van de afdeling kort geding van deze rechtbank en dat zij de dagvaarding voor het aflopen van die termijn zullen doen betekenen;

3.7. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. Chr.A.J.F.M. Hensen en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2011 in aanwezigheid van de griffier.

1 Op de website van Louis Vuitton (www.louisvuitton.com) is een uitgebreide beschrijving opgenomen van Louis Vuitton en haar activiteiten.

2 Louis Vuitton is daarnaast rechthebbende op verschillende andere intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de Audra Bag, waaronder op het auteursrecht met betrekking tot de vormgeving van de tas. Om de onderhavige procedure niet te compliceren, wordt in dit verzoekschrift uitsluitend een beroep gedaan op het Model. Louis Vuitton behoudt zich echter uitdrukkelijk alle rechten voor met betrekking tot de inbreuk door gerekwestreerden op haar overige intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de Audra Bag, alsmede met betrekking tot de (overige) onrechtmatige handelingen van gerekwestreerden.

3 Naar aanleiding van [X]'s staking van het gebruik van de Audra Bag heeft Louis Vuitton de bodemprocedure ingetrokken die zij bij de Franse rechter tegen [X] had aangespannen ten vervolge op de opgelegde voorlopige voorziening. Tot een formele vaststellingsovereenkomst is het niet gekomen omdat [X] in de brief d.d. 6 juni 2008 waarin zij aangaf per direct haar activiteiten te zullen staken, verdere gesprekken met Louis Vuitton afbrak.

4 Op de aankondiging van de verkooptenstoonstelling op de website van gerekwestreerde sub 2 (laatste blz. Productie 6) wordt ook bijvoorbeeld vermeld: "Het Darfur kind van de Simple Living T-shirts leeft voort in een moderne Guernica: Dafurica".

5 Louis Vuitton heeft inmiddels achterhaald dat de afbeelding met de Audra Bag ook is opgenomen op de facebook-pagina van [X] en op haar website www.nadiaplesnerfoundation.org.

6 Dit blijkt ook met zoveel woorden uit het CV van [X] dat op haar website [website] is opgenomen:"She became famous for the drawing Simple Living in which she portrayed a Darfur child holding a small dog and a caricature of a Louis Vuitton bag as a comment on the media's prioritizing between the genocide in Darfur and celebrity "news"making the front."

7 Vgl. bijv. Rb Amsterdam d.d. 22 december 2009, IER 2010/23 (Nijntje), rechtsoverweging 4.11;

8 Vgl. bijv. Gerechtshof 's-Gravenhage d.d. 4 september 2003, IER 2003/69, r.ov. 8.2;

9 Vgl. bijv. Rechtbank Amsterdam d.d. 19 januari 1994, IER 1994/5, waarin de nadruk wordt gelegd op de onvermijdbaarheid van de inbreuk. Vgl. ook Pres. Rechtbank 's-Gravenhage d.d. 6 december 2000, IER 2001/9, r.ov. 5 ("De onrechtmatigheid van de aanhaking ligt daarin, dat voor de aanhaking geen enkele noodzaak of rechtvaardiging valt aan te wijzen, terwijl anderzijds de kans bestaat dat daardoor schade wordt toegebracht aan de kwaliteitsassociaties die het product Champagne nu eenmaal oproept."). Zie ook Pres. Rechtbank Amsterdam d.d. 3 april 2003, LJN: AF6846, r.ov. 9;

10 Vgl. Pres. Rechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 21 juli 2006, LJN: AY4788 ("Bij het oordeel dat gevaar van aantasting van het merk reëel is te achten, speelt mee dat het poppetje onder zijn merknaam Wuppie erg populair is en het bestaan van het liedje eveneens grote publiciteit heeft getrokken. Gezien de populariteit en mediabehendigheid van [gedaagde] is te verwachten dat het liedje met de populariteit van het Wuppiepoppetje zal meedeinen en dat er geen sprake zal zijn van een eenmalig incident."). Vgl. ook Pres. Rechtbank 's-Gravenhage d.d. 6 december 2000, IER 2001/9, r.ov. 13;

11 Vgl. bijv. Pres. Rechtbank Amsterdam d.d. 16 januari 2005, LJN: AR8854 ("Het - onnodige - gebruik van het logo heeft bij uitstek het gevolg dat afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk."). Rechtbank Haarlem d.d. 26 juni 2006, LJN: AB2439, r.ov. 5.9;

12 Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen.

13 Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature