Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering omdat de aanvraag niet binnen de termijn is ingediend. Geen bijzonder geval. Gelet op het geheel van de voorliggende feiten en omstandigheden moet appellant al in een vroegtijdig stadium hebben begrepen, althans moet hebben kunnen begrijpen, dat hij met wezenlijke psychische problemen te kampen had, van een zodanige ernst dat ze van invloed waren op zijn functioneren in het algemeen en op zijn vermogen om inkomensvormende arbeid te verrichten in het bijzonder. Appellant is niet bij voortduring buiten staat geweest tot adequate behartiging van de eigen belangen. Appellant heeft ondanks zijn (psychische) problemen kans gezien het rijbewijs te halen en is kennelijk wel in staat geweest bijstandsuitkeringen aan te (laten) vragen.

Uitspraak



10/4427 WAJONG

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 6 juli 2010, 09/4280 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 4 maart 2011

I. PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. L.G.U. Compri, advocaat te Nijmegen, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 januari 2011. Appellant is met voorafgaand bericht niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.J. Reith.

II. OVERWEGINGEN

1.1. Bij formulier gedagtekend 25 november 2008 heeft appellant, geboren op 3 oktober 1960, een uitkering aangevraagd ingevolge de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Op de vraag waarom de aanvraag niet is ingediend binnen de aanvraagtermijn heeft appellant geantwoord dat hij onbekend was met de regelgeving.

1.2. Bij besluit van 4 maart 2009 heeft het Uwv de aanvraag afgewezen.

2. Bij besluit van 25 september 2009, hierna: bestreden besluit, heeft het Uwv het bezwaar gegrond verklaard. Appellant heeft per 14 januari 2008 recht op een Wajong-uitkering, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Opgemerkt wordt dat appellant de aanvraag heeft ingediend op 14 januari 2009. Uit de Wet Wajong volgt dat de uitkering niet eerder kan ingaan dan één jaar vóór de datum van de aanvraag. Van deze regel kan worden afgeweken, wanneer betrokkene door bijzondere omstandigheden niet eerder kon aanvragen. Het feit dat appellant onbekend was met de regelgeving kan niet worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid.

3. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard. Zij heeft daartoe als volgt overwogen (waarbij voor eiser moet worden gelezen appellant en voor verweerder het Uwv):

“Op grond van artikel 29, eerste lid, van de Wet Wajong gaat de arbeidsongeschiktheidsuitkering in op de dag waarop de jonggehandicapte aan de vereisten voor het recht op toekenning van die uitkering voldoet. Op grond van het tweede lid kan in afwijking van het eerste lid de uitkering niet vroeger ingaan dan een jaar voor de dag waarop de aanvraag om toekenning dan wel voortzetting van de uitkering werd ingediend. Verweerder kan voor bijzondere gevallen van de eerste zin afwijken.

In dit geding is de vraag aan de orde of sprake is van een bijzonder geval.

Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is sprake van een bijzonder geval indien de betrokkene met betrekking tot de (te) late aanvraag redelijkerwijs geacht moet worden niet in verzuim te zijn geweest.

Allereerst stelt de rechtbank vast dat de aanvraagdatum is gelegen ruim 30 jaar na aanvang van de arbeidsongeschiktheid, zodat het vaststellen van eisers medische toestand vanaf de aanvangsdatum onvermijdelijk een enigszins arbitrair karakter draagt, hetgeen voor rekening en risico van eiser moet worden gelaten. Het is de rechtbank voorts opgevallen dat in het aanvraagformulier als reden voor de late aanvraag wordt vermeld “Onbekend met de regeling”, een reden die naar vaste jurisprudentie van de CRvB niet kan gelden als een bijzonder geval als hier bedoeld.

In beroep heeft eiser aangevoerd dat hij lijdt aan een autistische pervasieve stoornis, die gekenmerkt wordt door een gebrekkig ziekte-inzicht. Eerst in 2008 is deze stoornis bij eiser vastgesteld. Daarvoor werden de problemen die eiser ondervond niet in verband gebracht met een ziekte of stoornis. De arbeidsbeperkingen en de ernst van de stoornis werden dus ook niet op een eerder moment ingezien, aldus eiser.

De bezwaarverzekeringsarts mevrouw M. Carere heeft in haar rapport van 22 juli 2009 geconcludeerd dat eiser geen bijzonder geval is in de zin van artikel 29, tweede lid, tweede volzin, van de Wet Wajong . Zij stelt daartoe dat eiser een LTS-opleiding heeft gevolgd, zodat hij informatie tot zich kan nemen. Hij moet aldus in voldoende mate in staat worden geacht om te kunnen onderkennen dat hij beperkingen had bij het verrichten van arbeid. De bezwaarverzekeringsarts acht hem voorts in staat zonodig de hulp van anderen in te schakelen.

De rechtbank volgt verweerder in zijn oordeel dat er geen sprake is van een bijzonder geval. Uit de stukken komt naar voren dat eiser – naar eigen zeggen – al sinds zijn jeugd problemen heeft op het sociale vlak. Hij heeft na de lagere school de

LTS-opleiding gevolgd, maar heeft deze opleiding zonder diploma verlaten. Vervolgens heeft hij enige tijd bij een houtwerkplaats gewerkt. Dit betrof volgens eiser geen reguliere, algemeen gangbare arbeid, maar was een baan waarbij rekening werd gehouden met de persoonskenmerken van eiser. Al in een eerder stadium was dus duidelijk, of kon duidelijk zijn geweest, dat eiser met problemen te kampen had die van invloed waren op zijn functioneren en op zijn vermogen om inkomensvormende arbeid te verrichten. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat de omstandigheid dat hij ontheffing genoot van de arbeidsplicht voor eiser – of voor personen in zijn omgeving – een aanwijzing had kunnen vormen dat hij beperkt is ten aanzien van werken.

Uit de medische gegevens komen onvoldoende aanknopingspunten naar voren om aan te nemen dat eiser als gevolg van gebrekkig ziekte-inzicht bij voortduring buiten staat was om een Wajong-uitkering aan te vragen. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiser kennelijk wel in staat is geweest een bijstandsuitkering aan te (laten) vragen.”.

4.1. In hoger beroep heeft appellant zich gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.

4.2. De Raad overweegt als volgt.

4.3. Het geschil tussen partijen is beperkt tot het antwoord op de vraag of zich in het geval van appellant een bijzondere omstandigheid voordoet die het Uwv er toe had moeten brengen appellant met ingang van een eerdere datum dan één jaar voor de datum van zijn aanvraag een Wajong-uitkering te verstrekken.

4.4. Volgens vaste jurisprudentie van de Raad is sprake van een bijzonder geval indien de betrokkene ter zake van de (te) late aanvraag redelijkerwijs geacht moet worden niet in verzuim te zijn geweest. Zo een situatie kan aan de orde zijn indien eerst op een later tijdstip duidelijk zicht is ontstaan op de ernst van de aandoening en de gevolgen daarvan voor de arbeidsgeschiktheid.

4.5. De Raad ziet het hoger beroep van appellant niet slagen. De Raad kan zich niet verenigen met de in hoger beroep door appellant staande gehouden opvatting dat sprake is van een bijzonder geval op grond waarvan het Uwv de bevoegdheid zou toekomen zijn uitkering met een verdere terugwerkende kracht dan één jaar voor indiening van de aanvraag ervan te doen ingaan. De beschikbare gegevens bieden voor een zodanige conclusie geen toereikende grond.

4.6. De Raad overweegt hierbij in de eerste plaats dat, gelet op het geheel van de voorliggende feiten en omstandigheden, het ervoor dient te worden gehouden dat appellant al in een vroegtijdig stadium moet hebben begrepen, althans moet hebben kunnen begrijpen, dat hij met wezenlijke psychische problemen te kampen had, van een zodanige ernst dat ze van invloed waren op zijn functioneren in het algemeen en op zijn vermogen om inkomensvormende arbeid te verrichten in het bijzonder. De Raad kan zich op dit punt in grote lijnen verenigen met hetgeen de rechtbank heeft overwogen. De Raad is voorts van oordeel dat appellant ook geacht moet worden feitelijk in staat te zijn geweest tot het doen van een eerdere aanvraag. Er zijn geen medische gegevens voorhanden op grond waarvan aangenomen zou dienen te worden dat appellant als gevolg van zijn aandoening bij voortduring buiten staat is geweest tot adequate behartiging van de eigen belangen, waaronder in dit verband met name moet worden begrepen het aanvragen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij het Uwv, althans zijn rechtsvoorganger. De Raad betrekt hierbij tevens dat appellant ondanks zijn (psychische) problemen, blijkens het aanvraagformulier, kans heeft gezien het rijbewijs te halen en dat hij, zoals ook de rechtbank heeft overwogen, kennelijk wel in staat is geweest bijstandsuitkeringen aan te (laten) vragen. Onder al deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat appellant redelijkerwijs niet in verzuim is geweest ten aanzien van het eerder (kunnen) doen van een aanvraag tot toekenning van een uitkering op grond van de Wet Wajong of van de aan deze wet voorafgaande Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Onbekendheid met het bestaan van deze regelgeving vormt krachtens vaste jurisprudentie van deze Raad geen rechtens te honoreren verontschuldiging voor het doen van een late aanvraag.

4.7. Uit het vorenstaande vloeit voort dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.

5. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht .

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door H.J. Simon, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2011.

(get.) H.J. Simon.

(get.) D.E.P.M. Bary.

JL


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature