Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling ter zake van bedreiging tot een werkstraf van 30 uur, waarvan 10 uur voorwaardelijk.

Uitspraak



Parketnummer: 24-000438-10

Parketnummer eerste aanleg: 17-049763-09

Arrest van 8 februari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 10 februari 2010 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren op [1990] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats], [adres],

niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. J.F. Rouwé-Danes, advocaat te Leeuwarden.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.

Gebruik van het rechtsmiddel

De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

De vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis, waarvan 10 uur, subsidiair 5 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

De beslissing op het hoger beroep

Het hof zal het vonnis om proces-economische redenen vernietigen en opnieuw recht doen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:

hij op of omstreeks 2 juli 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (terwijl hij, verdachte, zich op korte afstand van die [benadeelde] bevond) met een mes stekende/prikkende beweging(en) gemaakt in de richting van die [benadeelde], in elk geval heeft hij, verdachte opzettelijk dreigend een mes zichtbaar voor die [benadeelde] in zijn handen gehad.

Bewezenverklaring

Het hof acht bewezen dat:

hij op 2 juli 2009 te [plaats] [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een mes zichtbaar voor die [benadeelde] in zijn handen gehad.

Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.

Kwalificatie

Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid

Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

Op 2 juli 2009 heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging door aangever [benadeelde] dreigend een mes te tonen. Door zijn handelen heeft verdachte bij aangever invoelbare gevoelens van angst en onveiligheid teweeg gebracht.

Het hof heeft bij het bepalen van de straf tevens rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 15 november 2010, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

Het hof heeft eveneens rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die door zijn raadsvrouw ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht.

Gelet op het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - en gelet op de oriëntatiepunten ter zake van bedreiging zoals het hof die hanteert, is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde en in eerste aanleg opgelegde werkstraf passend en geboden is. Gelet op de ernst van het feit ziet het hof geen ruimte om - zoals door de raadsvrouw verzocht - een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.

Benadeelde partij [benadeelde]

Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij zich niet in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, is zij daartoe onbevoegd in het geding in hoger beroep en dient zij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Toepassing van wetsartikelen

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 285 van het Wetboek van Strafrecht , zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

De uitspraak

HET HOF,

RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:

vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:

verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.

veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;

beveelt dat een gedeelte van de werkstraf groot tien uren, subsidiair vijf dagen vervangende hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;

verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;

veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. M. Zandbergen en mr. H. Heins, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Kuiper als griffier, zijnde mr. M. Zandbergen buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature