Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank veroordeelt verdachte, een rechtspersoon (B.V.) ter zake van het samen met anderen respectievelijk regelmatig helen van (onderdelen van) motoren, het vervalsen van identificatienummers op motoren en het oplichten van kopers van motoren. De rechtbank legt, mede gelet op het blanco strafblad van verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn (art. 6 EVRM) een geldboete op van euro 30.000,- De toewijzing van de vordering van de benadeelde partij doet de rechtbank vergezeld gaan van de schadevergoedingsmaatregel van art. 36f Sr, onder bepaling dat de eventuele vervangende hechtenis dient te worden ondergaan door de persoon die feitelijk leiding heeft gegeven aan de strafbare gedragingen van de rechtspersoon.

Uitspraak



RECHTBANK MAASTRICHT

Sector strafrecht

parketnummer: 03/631862-07

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 januari 2011

in de strafzaak tegen

[verdachte],

gevestigd te [adresgegevens].

Raadsman is mr. R. Gijsen, advocaat te Maastricht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 en 6 oktober 2010, alsmede 5 en 6 januari 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun respectieve standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte primair:

Feit 1: zich samen met anderen regelmatig schuldig maakte aan het helen van motoren en motoronderdelen;

Feit 2: zich samen met anderen schuldig maakte aan het vervalsen en/of valselijk aanbrengen van identificatienummers op motoren;

Feit 3: meerdere personen heeft opgelicht door hen motoren te verkopen, waarop identificatienummers en/of motornummers valselijk waren aangebracht of waren vervalst, zonder te vermelden dat deze nummers vals of vervalst waren en dat de motoren of onderdelen ervan van diefstal afkomstig waren.

De officier van justitie heeft deze feiten ook in meerdere subsidiaire varianten ten laste gelegd. De rechtbank verwijst voor wat de inhoud hiervan betreft naar de tenlastelegging zelf.

3 De voorvragen

De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er sprake is van vormverzuimen die niet meer hersteld kunnen worden en waardoor verdachte ernstig in haar belangen is geschaad. Zo heeft de raadsman onder meer gesteld dat bij het verhoor van haar bestuurder [medeverdachte 2] ongeoorloofde druk is uitgeoefend en dat er voorafgaand aan de doorzoeking ten onrechte gebruik gemaakt is van de controlebevoegdheid ex artikel 552 Wetboek van Strafvordering jo. artikel 437 Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank overweegt omtrent dit verweer het volgende.

Uit het dossier leidt de rechtbank af dat er op 8 augustus 2006 bij [verdachte] eerst een controle van het opkoopregister en vervolgens een doorzoeking heeft plaatsgevonden. Een en ander is rechtmatig geschied op basis van de artikelen 552 van het Wetboek van Strafvordering jo. 437 van het Wetboek van Strafrecht. De argumenten die de raadsman heeft aangevoerd en met name het verwijt dat niet gevraagd zou zijn naar het opkoopregister, ontberen feitelijke grondslag. Daarbij wijst de rechtbank op het proces-verbaal van bevindingen en doorzoeking van 18 oktober 2006 in samenhang met het proces-verbaal van doorzoeking van 10 augustus 2006, waarin gerelateerd wordt dat ter plaatse volledige medewerking werd verleend aan de controle. Dit resulteerde in het ontstaan van een verdenking op basis waarvan besloten werd tot een doorzoeking. Dat de feitelijke controle van het opkoopregister niet heeft plaatsgevonden, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid dat [medeverdachte 2], ondanks toezeggingen daartoe, niet naar het bedrijf is gekomen. Op grond hiervan verwerpt de rechtbank het verweer dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

Voorts verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman dat de verklaring van [medeverdachte 2] niet gebezigd mag worden voor het bewijs, omdat zij verkregen zou zijn onder ongeoorloofde druk. Met betrekking tot dit punt en alle andere onderdelen van het preliminaire verweer merkt de rechtbank op dat zij deze reeds op 10 maart 2010 heeft verworpen. Voor de motivering verwijst zij naar het desbetreffende proces-verbaal van de terechtzitting. Ook overigens is niet gebleken van omstandigheden die tot een ander oordeel van de rechtbank zouden moeten leiden.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht alle feiten, zoals primair ten laste gelegd, wettig en overtuigend bewezen.

4.2 Het standpunt van de verdediging

Volgens de raadsman moet verdachte van alle feiten worden vrijgesproken. In het navolgende zal de rechtbank specifiek ingaan op de bewijsverweren van de verdediging.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

4.3.1 Inleiding

Op 8 augustus 2006 vindt er een doorzoeking plaats bij het bedrijf [verdachte], hierna te noemen [VERDACHTE], omdat het openbaar ministerie het bedrijf ervan verdenkt dat het gestolen motoren heelt. Ook worden in Luyksgestel een loods en de woning van [medeverdachte 2] doorzocht.

[VERDACHTE] handelt in motoren en wordt bestuurd door een andere besloten vennootschap, [medeverdachte 3] [medeverdachte 3] wordt bestuurd door [medeverdachte 2] en zijn echtgenote. [medeverdachte 2] heeft de dagelijkse en zakelijke leiding over [VERDACHTE].

Kort voorafgaand aan en tijdens de doorzoeking op 8 augustus 2006 krijgt de politie aanwijzingen dat er bij [VERDACHTE] met identificatienummers van motoren is geknoeid. Bij de doorzoeking wordt een groot aantal motoren in beslag genomen, alsmede diverse losse onderdelen van motoren, waaronder motorframes en motorblokken. Verder neemt de politie goederen in beslag in de vermoedelijke omkatplaats van het bedrijf. Er worden motorblokken aangetroffen, waarvan de politie bij de doorzoeking de identificatienummers noteert. Als de politie later terugkomt om ook deze motorblokken in beslag te nemen, zijn deze niet meer bij het bedrijf aanwezig.

Naar aanleiding van de resultaten van de doorzoeking heeft de politie klanten van [VERDACHTE] benaderd, omdat het vermoeden bestond dat zij mogelijk (delen van) een van diefstal afkomstige motor hadden gekocht. Door 19 klanten is vervolgens aangifte gedaan van oplichting.

Deskundigen van het Permanent Autoteam (PAT) van de politie hebben forensisch-technisch onderzoek verricht aan de in beslag genomen motoren en motoronderdelen. In dat kader is gebruik gemaakt van opgevraagde facturen van een Duitse firma in tweedehands motoren en tweedehands motoronderdelen, [getuige 4] te Fuldatal in Duitsland.

In relatie tot de aangetroffen motoren bevat het dossier een groot aantal facturen afkomstig van genoemde firma. Meerdere facturen van [getuige 4] vermelden identificatienummers die zijn aangetroffen op de motoren die bij [VERDACHTE] of bij klanten van [VERDACHTE] in beslag zijn genomen. Blijkens deze facturen heeft een persoon, genaamd [W.], van [getuige 4] vele motorframes met bijbehorende papieren gekocht, alsmede diverse (onderdelen voor) motoren. Uit telefoongesprekken tussen [medeverdachte 5] en [getuige 4], waarin [medeverdachte 5] de naam [W.] gebruikt, leidt de rechtbank af dat [W.] en [medeverdachte 5], werknemer bij [VERDACHTE] en tevens medeverdachte, een en dezelfde persoon zijn.

Uit het onderzoek ontstond het vermoeden/de verdenking dat de nummers op de van [getuige 4] aangekochte frames of de frames zelf gebruikt werden om gestolen motoren om te katten.

De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Het betreft -kort samengevat- heling, vervalsing van identificatienummers van motoren en oplichting van klanten.

Het verweer van de raadsman strekkend tot bewijsuitsluiting

De raadsman heeft gesteld dat, mocht het niet-ontvankelijkheidverweer niet opgaan, uitsluiting van het bewijs aan de orde is. De rechtbank verwijst in dat kader naar hetgeen zij hiervoor bij de voorvragen met betrekking tot de verwerping van het niet-ontvankelijkheidverweer reeds heeft overwogen en acht bewijsuitsluiting niet aan de orde.

Verder heeft de raadsman de inhoud van rapportages van de forensisch-technische rechercheurs betwist. De rechtbank acht de onderbouwing van dit standpunt, zowel in algemene zin, als op onderdelen, onvoldoende en zal deze rapporten dan ook in haar beoordeling betrekken.

4.3.2. Bespreking van het bewijs

4.3.2.1. Feit 1

De werkplaats

In een van de twee werkplaatsen van [VERDACHTE] zijn onder andere de volgende goederen aangetroffen:

- een motor van het merk BMW , type K1200RS;

- een frame van een motor van het merk Suzuki , type Hayabusa;

- een frame van een motor van het merk Yamaha;

- twee frames van het merk Honda ;

- een kunststof bak met daarin een verzameling slagletters en -cijfers in diverse maten, afmetingen en lettersoorten;

- in deze kunststofbak een briefje met daarop een nummer;

- een zak straalgrit;

- spuitbussen in de framekleuren zwart, grijs;

- een straalapparaat;

- een lintschuurmachine/powervijl.

Onderzoek aan de goederen uit de werkplaats

Een aantal in beslag genomen goederen uit de werkplaats is onderzocht door forensisch-technisch deskundigen van het PAT. Uit deze onderzoeken is het volgende gebleken.

De BMW K1200RS

Van deze motor was het voertuigidentificatienummer (VIN) verwijderd. De deskundige [B.] trof op het frame sporen aan van parelstralen. De identiteit van het frame kon niet worden vastgesteld. De motor en de versnellingsbak van de aangetroffen BMW waren oorspronkelijk gemonteerd onder een andere BMW-motor, voorzien van een Duits kenteken. Deze laatste motor stond als ontvreemd gesignaleerd en was, volgens aangever [aangever 1], in Maastricht gestolen op 23 juli 2009.

Over het parelstralen en de in de werkplaats aangetroffen goederen, waaronder de slagletters, heeft de deskundige [B.] een aanvullend proces-verbaal opgemaakt. Ter terechtzitting heeft hij een toelichting gegeven aan de hand van een presentatie van foto’s van de werkplaats. Kort samengevat is volgens de deskundige [B.] het materiaal dat is aangetroffen in de werkplaats bruikbaar voor zowel het verwijderen van chassisnummers door parelstralen als voor het aanbrengen van chassisnummers.

Het frame van een Suzuki Hayabusa

Op dit frame werd een VIN aangetroffen dat door de fabrikant was aangebracht, evenwel met uitzondering van de laatste 5 cijfers, die waren overgeslagen. Na een etsbehandeling werd een ander VIN zichtbaar, behorende bij een motor die als ontvreemd stond gesignaleerd. Deze laatste motor was, volgens aangever [aangever 2], in Den Haag gestolen in de nacht van 24 op 25 september 2003. Ter zitting heeft de deskundige [B.] zijn rapport over dit frame aan de hand van foto’s toegelicht, en met name hoe een van de cijfers -kort samengevat- vervalst is.

Het frame van een Yamaha

Op het frame van een Yamaha werd geen VIN aangetroffen, maar op de oorspronkelijke plaats van het VIN bevonden zich slijpsporen. Na etsbehandeling werd het VIN zichtbaar dat door de fabrikant was aangebracht. Dit VIN behoorde bij een motor die als ontvreemd stond gesignaleerd en die, volgens aangever [aangever 3], in Monschau, Duitsland, was gestolen op 3 juli 2005.

Het frame van een Honda

Een van de twee in beslag genomen Honda-frames is onderzocht. Ter zitting heeft de deskundige [B.] foto’s van dit frame getoond en toegelicht. Ook op dit frame waren sporen van parelstralen zichtbaar. Na een etsbehandeling werd geen VIN zichtbaar, maar slechts een verkleuring die volgens de deskundige [B.] typerend is voor het verwijderen van een nummer.

De kunststof bak met slagletters en- cijfers

In de werkplaats werd vlakbij de BMW onder een doek een kunststofbak aangetroffen. In deze bak bleken vele doosjes te zitten met zeer veel slagletters en -cijfers.

Volgens de deskundige [B.] waren de aangetroffen slagletters geschikt om daarmee identificatienummers van motoren te vervalsen. Volgens de deskundige [B.] heeft een motorhandelaar geen slagletters of –cijfers nodig; in de motorbranche bestaat er geen toepassing voor. Hooguit kan men een doosje slagletters hebben om onderdelen te merken. De deskundige [B.] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat er slagletters bij waren specifiek voor de merken Honda en Suzuki.

Ook werd in de kunststofbak een briefje aangetroffen. Dit handgeschreven briefje vermeldde een motorbloknummer en de volgende tekst: “framenummer is zie kenteken”. Na onderzoek bleek dat dit motorbloknummer behoorde bij een motor van het merk Yamaha met een Belgisch kenteken. Het kentekenbewijs werd in de kluis van [VERDACHTE] aangetroffen. Bij navraag bleek dat het bij dit kenteken behorende voertuig schade had opgelopen en dat het bijbehorende VIN niet bekend was in de registers in Nederland, Duitsland en Luxemburg.

Overwegingen en conclusies

Uit het voorgaande blijkt dat [VERDACHTE] beschikte over een werkplaats waar gereedschap aanwezig was dat geschikt was om identificatienummers van motoren te verwijderen en/of (opnieuw) aan te brengen. Bovendien werd er een motor van het merk BMW aangetroffen waarvan het VIN was verwijderd. Daarnaast stonden er motorframes waarvan het VIN was verwijderd, waaronder een Yamaha frame. Op één frame was het VIN overgeslagen. Voorts werd er een handgeschreven briefje aangetroffen met daarop een motorbloknummer en de vermelding: “framenummer is zie kenteken”. Alles wijst erop dat het de bedoeling was om op de Yamaha een ander Yamaha VIN dan het oorspronkelijke aan te brengen, namelijk het VIN vermeld op het in de kluis van [VERDACHTE] aangetroffen kentekenbewijs. Dit alles brengt de rechtbank tot de conclusie dat de werkplaats van [VERDACHTE] niet alleen uitgerust was voor het verwijderen en aanbrengen van identificatienummers, maar ook dat de aangetroffen goederen (frames en een complete motor) daadwerkelijk in deze werkplaats werden bewerkt, dat wil zeggen: ontdaan en/of voorzien van identificatienummers. Daarbij is verder gebleken dat de versnellingsbak en de motor op de BMW afkomstig waren van een in Maastricht gestolen motor. Ook de frames van de Suzuki Hayabusa en Yamaha bleken van diefstal afkomstig.

Dat er met de slagletters en -cijfers daadwerkelijk vervalsingen zijn aangebracht in de werkplaats van [VERDACHTE] blijkt in samenhang bezien met het voorgaande ook nog uit het volgende. In de showroom van het bedrijf is een motor van het merk Honda aangetroffen. Uit het technisch onderzoek bleek dat het VIN valselijk was ingeslagen. Het door de fabrikant ingeslagen nummer kon niet worden vastgesteld. Uit de aangetroffen slagletters en -cijfers heeft de politie sluittekens geselecteerd en deze microscopisch vergeleken met het sluitteken dat was aangebracht op de Honda. De conclusie van de onderzoeker luidt dat de sluittekens op de Honda waarschijnlijk zijn aangebracht met behulp van de in beslag genomen sluittekens.

Het aanbrengen, dan wel veranderen van identificatienummers door particulieren c.q. bedrijven is wettelijk niet toegestaan. De RDW is de enige instantie die het VIN in een voertuig mag slaan. Wanneer een nieuw VIN wordt ingeslagen, wordt het eerder aangebrachte VIN leesbaar doorgehaald. Op zichzelf is het toegestaan een motor op te bouwen met onderdelen van verschillende motoren, maar daarbij moet de herkomst van de onderdelen traceerbaar blijven en mogen er geen veranderingen in de identificatienummers worden aangebracht.

Nu er derhalve geen legale reden kan zijn geweest voor [VERDACHTE] om identificatienummers op frames en/of motoren te verwijderen en/of aan te brengen is de conclusie gerechtvaardigd dat [VERDACHTE] zich bezig heeft gehouden met het omkatten van motoren, dat wil zeggen het dusdanig bewerken van motoren en/of motoronderdelen, dat de werkelijke identiteit niet of nauwelijks meer was te achterhalen, waardoor verhuld werd dat de motoren, of onderdelen ervan, van diefstal afkomstig waren.

De vraag is vervolgens wie zich binnen het bedrijf met deze praktijk heeft/hebben bezig gehouden en/of ervan heeft/hebben geweten, en op welke schaal dit gebeurde, en welke conclusies hieruit kunnen worden getrokken.

Verklaring [medeverdachte 2]

Bij de politie heeft [medeverdachte 2] ontkend dat [VERDACHTE] frame- dan wel motornummers heeft verwijderd, dan wel ingeslagen. Ook verklaarde hij bij de politie dat hij niets te maken heeft gehad met het omkatten van motoren. De aangetroffen slagletters had [medeverdachte 2] verkregen door een keer op een beurs een bak met gereedschap te kopen waar ook slagletters in zaten. De slagletters- en -cijfers werden volgens [medeverdachte 2] gebruikt om onderdelen te merken door er een letter/cijfer of datum in te slaan. Soms heeft [medeverdachte 2] een nummer uit een motor geslepen.

Overwegingen en conclusies

De rechtbank hecht geen geloof aan de ontkenning van [medeverdachte 2], dat zijn bedrijf betrokken was bij het omkatten van motoren. [medeverdachte 2] moet wetenschap hebben gehad van de activiteiten in de werkplaats, zoals hiervoor is omschreven. [medeverdachte 2] was immers naar eigen zeggen bijna altijd aanwezig op het bedrijf, waaraan hij leiding gaf en verrichtte bovendien ook zelf werkzaamheden aan motoren. Evenmin acht de rechtbank het aannemelijk dat [medeverdachte 2] zoveel slagletters en -cijfers in zijn werkplaats had enkel en alleen om motoren en/of onderdelen af te merken.

Verder blijkt uit een factuur uit 2005 die aan [medeverdachte 2] is gericht, dat [VERDACHTE] slagletters- en cijfers heeft ingekocht. Daarbij is gebleken dat deze slagletters en -cijfers zeer goed dezelfde kunnen zijn geweest als die, welke in de kunststof bak zijn aangetroffen. Gelet op het gegeven dat er voor een motorhandelaar geen reden is om dergelijke grote hoeveelheden slagletters en –cijfers voorradig te hebben en het uitblijven van een aannemelijke verklaring hiervoor van [medeverdachte 2], kan het voor de rechtbank niet anders dan dat deze letters en cijfers gekocht zijn met het oog op het -niet toegestane- aanbrengen of wijzigen van identificatienummers.

Vervolgens hecht de rechtbank om nog een andere reden geen geloof aan de ontkenning van [medeverdachte 2]. Immers, [medeverdachte 2] heeft toegegeven dat hij motoren had ingekocht van [medeverdachte 5]. Met betrekking tot deze motoren had [medeverdachte 2] de conclusie getrokken dat zij van diefstal afkomstig waren. Bedoelde motoren werden vervolgens bij [VERDACHTE] gesloopt en gestript, aldus [medeverdachte 2]. De onderdelen werden volgens [medeverdachte 2] verkocht of gebruikt bij de opbouw van schademotoren.

Gelet op de verklaringen van [medeverdachte 2] en hetgeen hiervoor overwogen is ten aanzien van de werkplaats en de slagletters en -cijfers staat voor de rechtbank vast dat [VERDACHTE] onder leiding van [medeverdachte 2] meermalen motoren heeft omgekat, met gebruikmaking van onderdelen van gestripte gestolen motoren. Dit brengt met zich mee dat er sprake is van het voorhanden hebben/verwerven van uit misdrijf afkomstige goederen, en mogelijk van heling.

Voor opzetheling is vereist dat bewezen wordt dat degene die de gestolen goederen voorhanden had op het moment van verkrijgen wist dat deze uit misdrijf -in casu diefstal- afkomstig waren. De rechtbank is van oordeel dat [medeverdachte 2] - en met hem het bedrijf [VERDACHTE] - op het moment van verkrijgen van de motoren van [medeverdachte 5] wist dat het om gestolen motoren ging. De rechtbank leidt de wetenschap van [medeverdachte 2] omtrent de herkomst van de goederen af uit zijn verklaring bij de politie.

[medeverdachte 2] heeft bij de politie uiteengezet dat de motoren die [medeverdachte 5] leverde geen schade hadden en niet voorzien waren van een kentekenbewijs. De motoren waren meestal een paar jaar oud, maar soms ook redelijk nieuw. Bij sommige motoren lag het contactslot eruit. Daarbij vertegenwoordigden de motoren die [medeverdachte 2] van [medeverdachte 5] kocht, een verkoopwaarde van ettelijke duizenden euro’s. Desalniettemin werden de motoren gesloopt. Volgens [medeverdachte 2] kon het niet anders dan dat deze motoren gestolen waren. [medeverdachte 2] betaalde [medeverdachte 5] tussen de 2000 à 3000 euro per motor, terwijl de verkoopprijs van deze motoren ergens tussen de 6000 à 7000 euro per motor lag. [medeverdachte 2] betaalde [medeverdachte 5] zwart. Voor [medeverdachte 2] was het zakelijk gezien een interessante deal. Op grond van deze verklaring van [medeverdachte 2] is de rechtbank van oordeel dat [VERDACHTE] zich onder leiding van [medeverdachte 2] heeft schuldig gemaakt aan heling.

Van de BMW-motor en de frames van de Yamaha en Suzuki die in de werkplaats zijn aangetroffen, alsmede de Honda in de showroom, moet [medeverdachte 2], gelet op zijn verklaring dat hij geregeld gestolen goederen van [medeverdachte 5] betrok, hebben geweten dat het om gestolen goederen ging. Deze goederen werden immers in de werkplaats van hun oorspronkelijke identiteitsnummer ontdaan en vervolgens voorzien van een ander identificatienummer. In de visie van de rechtbank kan het niet anders dan dat dit gebeurde om te verhullen dat deze frames en motor van diefstal afkomstig waren. Dit betekent dat deze goederen ook met dat doel door [VERDACHTE] onder leiding van [medeverdachte 2] zijn verworven. [medeverdachte 2]s stelling dat hij de frames van de Yamaha en van de Suzuki Hayabusa zonder VIN in die staat van klanten heeft gekregen om andere frames te kunnen richten, acht de rechtbank, bij gebreke van concrete gegevens die deze stelling ondersteunen, niet aannemelijk. Zulks zeker niet, gelet op [medeverdachte 2]s verklaring bij de politie dat hij slechts “soms” een framenummer verwijderde, terwijl er op de dag van de doorzoeking nota bene drie al dan niet complete motoren in zijn werkplaats stonden waarvan het VIN was verwijderd. Nu een aannemelijke verklaring van de zijde van [medeverdachte 2] over hoe en van wie hij deze goederen heeft gekregen is uitgebleven, acht de rechtbank de conclusie, dat de identificatienummers van deze frames in de werkplaats zijn verwijderd om te verhullen dat zij van diefstal afkomstig waren en dat [medeverdachte 2] dit wist, te meer gerechtvaardigd.

Om hoeveel en om welke goederen gaat het?

Bij [VERDACHTE] zijn vele motoren in beslag genomen en vervolgens onderzocht door forensisch-technische deskundigen, waarbij aan het licht gekomen is dat het om gestolen motoren, dan wel gestolen motoronderdelen ging. De rechtbank zal hierna bespreken welke van deze goederen [VERDACHTE] heeft geheeld.

De goederen uit de werkplaats

Op de eerste plaats ziet de heling wat de rechtbank betreft op de motor en de motorframes die zijn aangetroffen in de werkplaats zoals hiervoor reeds beschreven.

Het gaat dan om de zaken 4, 18 en 19:

- zaak 4: een frame van een motor, merk Yamaha. Het VIN, dat na etsbehandeling zichtbaar was geworden, behoorde bij een motor van het merk Yamaha die volgens aangever [aangever 3] in Monschau, Duitsland, was gestolen op 3 juli 2005.

- zaak 18: een versnellingsbak en een motorblok van een motor van het merk BMW, type K1200RS. De aangetroffen versnellingsbak en het motorblok waren oorspronkelijk gemonteerd in een motor van het merk BMW, die volgens aangever [aangever 1] in Maastricht gestolen was op 23 juli 2007;

- zaak 19: een frame van een motor, merk Suzuki, type Hayabusa. Het VIN dat na etsbehandeling zichtbaar was geworden, behoorde bij een motor van het merk Suzuki, die volgens aangever [aangever 2] in Den Haag gestolen was in de nacht van 24 op 25 september 2003.

De goederen van [medeverdachte 5]

Ten tweede betreft het de motoren en motorblokken die volgens [medeverdachte 2] door [medeverdachte 5] zijn geleverd en waarvan is komen vast te staan dat zij van diefstal afkomstig zijn, met uitzondering van de in het dossier aangeduide zaken 3 en 24. De heling betreft derhalve de in het dossier aangeduide zaken 5, 6, 9, 10, 11, 16 en 31.

De partiële vrijspraak

[medeverdachte 2] heeft verklaard naast de hiervoor genoemde motoren nog een tweetal motoren van [medeverdachte 5] te hebben betrokken. De rechtbank merkt ten aanzien van deze motoren (in het dossier aangeduid als zaken 3 en 24) het volgende op aan de hand van de facturen die bij de firma [getuige 4] te Fuldatal zijn opgevraagd in het onderzoek.

Volgens het rapport van de deskundige is het VIN dat op een in beslag genomen Suzuki GSXR 600 (zaak 3) is aangebracht, vervalst. De laatste zes posities van het VIN waren overgeslagen. Dit vervalste VIN wordt echter ook vermeld op de factuur van [getuige 4]. Dit wijst erop dat het desbetreffende bij [getuige 4] gekochte frame reeds vervalst was toen [medeverdachte 5] respectievelijk [medeverdachte 2] het in handen kregen. Daarom kan niet gezegd worden dat [medeverdachte 5] of [medeverdachte 2] wisten dat het een gestolen goed betrof. Derhalve zal verdachte op dit onderdeel worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de Suzuki Hayabusa (zaak 24) overweegt de rechtbank dat het vervalste motorbloknummer behoorde bij een motor die in 2003 in de Verenigde Staten is ontvreemd. Dit maakt het in beginsel niet zonder meer waarschijnlijk dat [medeverdachte 5] of [medeverdachte 2] wisten dat dit motorblok van diefstal afkomstig was. Aanknopingspunten dat dit anders was, heeft de rechtbank niet kunnen vinden. Ook de bevindingen ten aanzien van het desbetreffende frame bieden geen grondslag voor een andere conclusie, omdat het VIN dat hierop was ingeslagen anders dan door de fabrikant, reeds wordt vermeld op de factuur van [getuige 4].

De overige goederen

Ten aanzien van de overige goederen die [medeverdachte 2] van [medeverdachte 5] heeft verkregen, acht de rechtbank, voor zover hieronder vermeld, bewezen dat zij door [VERDACHTE] zijn geheeld. Het betreft:

- zaak 5: een motorblok, merk Kawasaki. Het motorbloknummer dat na etsbehandeling zichtbaar was geworden, behoorde bij een motor van het merk Kawasaki die volgens aangever [aangever 4] in Eschweiler, Duitsland, was gestolen op 3 of 4 maart 2006.

- zaak 6: een motorblok, merk BMW. Het motorbloknummer behoorde niet bij het VIN dat op de motor was aangebracht, maar bij een VIN, behorend bij een motor die volgens aangever [aangever 5] in Erfstadt, Duitsland, was gestolen op 3 februari 2006.

- zaak 9: een motorblok, merk Suzuki, type Bandit 1200S. Het motorbloknummer was gedeeltelijk verwijderd. Het motorbloknummer dat na etsbehandeling zichtbaar was geworden, behoorde bij een motor van het merk Suzuki die volgens aangever [aangever 6] in Aken, Duitsland, was gestolen op 23 april 2006.

- zaak 10: een motorblok en een versnellingsbak, merk BMW. Het motorbloknummer was niet fabrieksmatig aangebracht. Het motorbloknummer dat na etsbehandeling zichtbaar was geworden en het versnellingsbaknummer behoorden bij een motor die volgens aangever [aangever 7]in Monschau, Duitsland, was gestolen op 17 juni 2006.

- zaak 11: een motorblok, merk Kawasaki. Van het motorbloknummer waren twee cijfers vervalst. Het van fabriekswege ingeslagen motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 8] in Herzogenrath, Duitsland, was gestolen op 29 juli 2006.

- zaak 16: een motorblok en een versnellingsbak, merk BMW, type R1100 S. Het VIN was niet door de fabrikant aangebracht. Het motorblok- en versnellingsbaknummer behoorden bij een motor die volgens aangever [aangever 9] in Düsseldorf, Duitsland, was gestolen op 7 oktober 2005.

- zaak 31: een motorblok, merk Yamaha. Het motorbloknummer was niet van fabriekswege ingeslagen. Na een etsbehandeling werd een gedeelte van het fabrieksmatig ingeslagen nummer zichtbaar. Van de tien mogelijke combinaties van het motornummer bleek dat er een behoorde bij een motor die volgens aangever Ingo in Roermond was gestolen op 3 juni 2006.

Wat de rechtbank betreft strekt de heling door [VERDACHTE] zich ook uit over de motoren en/of onderdelen, waarover [medeverdachte 2] heeft verklaard dat zij mogelijk ook van [medeverdachte 5] zijn betrokken. Het betreft:

- zaak 1: een motorblok, merk Honda VTR. Het motorbloknummer was vervalst. Na etsbehandeling bleek dat het van fabriekswege ingeslagen motornummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 10] in Baesweiler, Duitsland, was gestolen in de nacht van 18 op 19 augustus 2005.

- zaak 7: een motorblok, merk Ducati, type Multistrada 1000 S. Het motorbloknummer was vervalst. Het vermoedelijk originele motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 11] in Düren, Duitsland, was gestolen op 2 april 2006.

- zaak 8: een motorblok en een versnellingsbak, merk BMW, type R 1150R. Het motorbloknummer was vervalst. Het door de fabrikant aangebrachte nummer en het nummer van de versnellingsbak behoorden bij een motor die volgens aangever [aangever 12] in Mönchengladbach, Duitsland, was gestolen op 30 januari 2006.

- zaak 17: een motorblok, merk Yamaha, type FJR 1300. Het motorbloknummer was vervalst. Na etsbehandeling werd het door de fabrikant aangebrachte nummer zichtbaar. Dit motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 13] in Lanaken, België, was gestolen op 19 maart 2005.

De overige goederen

Tot slot zijn er bij [VERDACHTE] motoren/onderdelen aangetroffen die volgens [medeverdachte 2] niet van [medeverdachte 5] zijn gekocht en die niet hiervoor al zijn besproken. De rechtbank is van oordeel dat ook een aantal van deze motoren opzettelijk zijn geheeld door [VERDACHTE], gelet op de aanwezigheid van grote aantallen slagcijfers- en letters in combinatie met de aangetroffen motoren c.q. motoronderdelen, waarvan de identificatienummers waren gewijzigd. Het gaat om de in het dossier aangeduide zaken met nummers 2, 12 en 20.

Het betreft:

- zaak 2: een motorblok, merk Kawasaki, type ZX9R. Het motorbloknummer is vervalst. Het door de fabrikant aangebrachte motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 14] in Düren, Duitsland, is gestolen op 24 maart 2006.

- zaak 12: een motorblok, merk Honda, type PC 35 E. Het motorbloknummer is vervalst. Het door de fabrikant aangebrachte motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 15]in Herzogenrath, Duitsland, is gestolen op 22 oktober 2004.

- zaak 20: een motorblok, merk Yamaha, type R1. Het motorbloknummer was weggeslepen. Na etsbehandeling werd het door de fabrikant aangebrachte motorbloknummer zichtbaar. Dit nummer behoorde bij een motor die, volgens aangever [aangever 16], in Valkenburg werd gestolen op 21 augustus 2005.

Partiële vrijspraak

Ten aanzien van de overige op de tenlastelegging vermelde goederen moet verdachte worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.

Met betrekking tot de zaken 13, 14, 15, 21 en 22 speelt het volgende een rol. De desbetreffende motorblokken werden op 8 augustus 2006 aangetroffen bij [VERDACHTE]. Zij zijn die dag echter niet in beslag genomen. Toen de politie later weer bij [VERDACHTE] kwam om ook deze motorblokken in beslag te nemen, bleken de motorblokken niet meer aanwezig bij het bedrijf, zodat een technisch onderzoek eraan niet meer mogelijk was. Onderzoek aan de hand van de genoteerde motorbloknummers bracht aan het licht dat deze motorblokken van diefstal afkomstig waren. [medeverdachte 2] is met dit gegeven geconfronteerd door de politie en heeft verklaard dat hij de desbetreffende motorblokken heeft weggedaan “om zijn hachje te redden”. Deze verklaring wijst er weliswaar op dat [medeverdachte 2] wist dat deze motorblokken afkomstig waren van misdrijf, maar op grond daarvan kan niet worden geconcludeerd dat [medeverdachte 2] en met hem verdachte die wetenschap hadden op het moment dat hij de motorblokken verwierf. Dit betekent dat niet bewezen kan worden dat verdachte deze motorblokken heeft geheeld.

Volkswagen Golf

Voorafgaand aan de doorzoeking op 8 augustus 2006 is op het terrein van [VERDACHTE] een gestolen Volkswagen Golf aangetroffen. Het dossier bevat geen bewijsmiddelen waaruit kan worden afgeleid dat [medeverdachte 2] en met hem verdachte wetenschap hadden dat deze auto van diefstal afkomstig was.

Tot slot oordeelt de rechtbank dat ten aanzien van bovengenoemde goederen, waarvan verdachte, gelet op het voorgaande, zal worden vrijgesproken, ook geen bewijs aanwezig is om haar te veroordelen voor de andere varianten van de tenlastelegging.

Gewoonteheling

Uit het voorgaande trekt de rechtbank de conclusie dat er sprake is geweest van gewoonteheling door [VERDACHTE] in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 5]. Verdachte heeft zich derhalve schuldig gemaakt aan het maken van een gewoonte van opzetheling. De rechtbank zal dit dan ook bewezen verklaren.

4.3.2.2. Feit 2

In haar overwegingen bij feit 1 heeft de rechtbank geconcludeerd dat [VERDACHTE] over een werkplaats met toebehoren beschikte en dat deze werkplaats ook gebruikt is om daadwerkelijk identificatienummers van motoren en/of motoronderdelen te verwijderen en aan te brengen, dan wel te vervalsen. Dit brengt met zich mee dat de rechtbank ook bewezen acht dat [VERDACHTE] onder leiding van [medeverdachte 2] identificatienummers of chassisnummers valselijk heeft geplaatst en/of vervalst, zoals ten laste is gelegd bij feit 2. Dit betreft de in het dossier aangeduide zaken 2, 7, 17, 19 en 26.

De bewezenverklaring ziet derhalve op de volgende zaken:

- zaak 2: een motor, merk Kawasaki, type ZX9R. Het VIN ([x]) was niet door de fabrikant aangebracht, maar overgeslagen. Het oorspronkelijke nummer werd na etsbehandeling niet zichtbaar.

- zaak 7: een motor, merk Ducati, type Multistrada 1000s, zonder kenteken. Het VIN ([x]) was vals ingeslagen. Het originele VIN werd flauw zichtbaar.

- zaak 17: een motor, merk Yamaha, type FJR1300, zonder kenteken. Het VIN ([x]) was niet door de fabrikant aangebracht, maar overgeslagen. Na etsbehandeling werden fragmenten zichtbaar. Een herleidbaar nummer werd niet aangetroffen.

- zaak 19: een motor, merk Suzuki, type Hayabusa, zonder kenteken. Het VIN ([x]) was vervalst. De laatste 5 posities waren overgeslagen.

- zaak 26: een motor, merk Honda, type CBR 600 RR. Het VIN ([x]) was valselijk ingeslagen. Het door de fabrikant ingeslagen nummer kon niet worden vastgesteld. Het VIN dat is ingeslagen stond in Duitsland geregistreerd als “buiten gebruik gesteld.” Het VIN behoorde bij een motor die zo zwaar beschadigd was, dat het frame niet meer te repareren was. Uit de in de werkplaats aangetroffen slagletters en -cijfers heeft de politie sluittekens geselecteerd en deze microscopisch vergeleken met het sluitteken dat was aangebracht op de Honda. De conclusie van de onderzoeker luidt dat de sluittekens op de Honda waarschijnlijk zijn aangebracht met behulp van de in beslag genomen sluittekens.

Partiële vrijspraak

De overige ten laste gelegde vervalsingen kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen worden. Dit betreft de zaken 3, 23, 24 en 25. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.

Zoals eerder bij feit 1 is overwogen ten aanzien van de zaken met nummer 3 respectievelijk 24 heeft de rechtbank geconstateerd dat het vervalste VIN op de Suzuki-motoren ook vermeld wordt op de factuur van [getuige 4]. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat de vervalsing bij [VERDACHTE] is aangebracht. Dit geldt ook voor de zaak met nummer 23. Ook hier vermeldt de factuur van [getuige 4] een VIN dat op de in beslag genomen motor is aangetroffen en derhalve niet bij [VERDACHTE] kan zijn vervalst.

Ten aanzien van zaak 25 bevat het dossier een factuur van [medeverdachte 6] waaruit opgemaakt kan worden dat de desbetreffende motor door [medeverdachte 6] aan [medeverdachte 2] is geleverd. Het daarop vermelde VIN is niet van fabriekswege ingeslagen, maar ook hier ontbreekt het bewijs dat dit VIN bij [VERDACHTE] is vervalst.

4.3.2.3. Feit 3 Oplichting van klanten

[VERDACHTE] heeft in de periode van juni 2005 tot en met september 2006 aan klanten motoren verkocht, terwijl in deze periode gestolen motoren en motoronderdelen bij [VERDACHTE] werden omgekat tot ogenschijnlijk legale motoren, zoals de rechtbank in het kader van de feiten 1 en 2 bewezen heeft geacht. Deze gemanipuleerde motoren en/of de daarop gemonteerde onderdelen, die in werkelijkheid van diefstal afkomstig waren of waarop in elk geval vervalste identificatienummers waren aangebracht, gingen op in de bedrijfsvoorraad van motoren die een legale herkomst hadden. [medeverdachte 2] heeft ten aanzien van een aantal van deze motoren verklaard dat hij deze van [medeverdachte 5] gekocht had. Met betrekking tot andere motoren kan aan de hand van de facturen van [getuige 4] worden geconcludeerd dat [VERDACHTE] ook deze motoren en/of motoronderdelen betrok via [medeverdachte 5].

In het kader van een zogenaamde terughaalactie zijn meerdere motoren opgespoord die [VERDACHTE] aan klanten heeft verkocht en waarvan vastgesteld kan worden dat er met identificatienummers geknoeid was en/of dat zij op enige manier van diefstal afkomstig waren. De rechtbank zal deze motoren hierna elk afzonderlijk bespreken en acht bewezen dat de vermelde vervalsingen van identificatienummers bij [VERDACHTE] zijn aangebracht, gelet op de aanwezigheid van grote aantallen slagcijfers en -letters in combinatie met de aangetroffen motoren c.q. motoronderdelen, waarvan de identificatienummers waren gewijzigd. Hierop is een aantal uitzonderingen: verdachte zal op deze onderdelen worden vrijgesproken.

De kopers van de motoren hebben aangifte gedaan van oplichting, omdat zij motoren hadden gekocht voor gangbare prijzen en op het moment van de koop niet wisten welk gebrek er aan de desbetreffende motor kleefde. Als zij geweten hadden dat hun motor vervalste identificatienummers bevatte en/of in verband gebracht kon worden met diefstal, hadden zij de motor niet gekocht. De kopers verkeerden in de veronderstelling met een bonafide bedrijf van doen te hebben. [VERDACHTE] deed zich ook voor als een bonafide zaak door de desbetreffende motoren als deugdelijk en met legale herkomst aan te bieden en vervolgens te verkopen. Daarbij heeft [VERDACHTE] niet aan de kopers gemeld dat zij identificatienummers had aangebracht en/of veranderd, laat staan dat er sprake was van van diefstal afkomstige motoren. Op deze wijze heeft [VERDACHTE] zich willen bevoordelen, omdat dit, zoals [medeverdachte 2] het omschrijft, “zakelijk gezien een interessante deal was.”

Dit brengt voor de rechtbank mee dat [VERDACHTE] het oogmerk heeft gehad zich wederrechtelijk te bevoordelen en zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting.

Partiele vrijspraak zaken T05, T08, T18 en T24

Zaak T05

Uit het dossier kan worden vastgesteld dat aangever [aangever 17] een motor van het merk Yamaha heeft gekocht. Gebleken is dat deze motor een gestolen motorblok bevatte. Niet kan worden vastgesteld echter dat deze motor of dit motorblok van [medeverdachte 5] afkomstig was, noch dat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 5] hebben geweten dat het motorblok was gestolen. Uit de factuur van [getuige 4] kan evenmin een aanwijzing hiervoor worden ontleend. Dit betekent dat de rechtbank [medeverdachte 2] niet verwijten kan dat hij verzwegen heeft dat het motorblok was gestolen. Evenmin kan zij [medeverdachte 2] verwijten dat hij heeft verzwegen dat er vervalsingen waren aan de motor, omdat die in deze zaak niet aan het licht zijn gekomen. Dit leidt tot de slotsom dat deze zaak niet valt onder het verwijt zoals dat in de tenlastelegging is omschreven. De rechtbank zal verdachte dan ook op dit onderdeel vrijspreken.

Zaak T08

Deze zaak betreft een motor, gekocht door aangever [aangever 18]. Het VIN was niet fabrieksmatig ingeslagen. Een motor met hetzelfde VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Daarom is niet uitgesloten dat het desbetreffende VIN reeds vervalst was, toen [VERDACHTE] de motor verwierf. Aanknopingpunten dat [VERDACHTE] het VIN heeft aangebracht of wist dat het vervalst was, heeft de rechtbank niet in het dossier aangetroffen, zodat niet bewezen kan worden dat er sprake is van oplichting.

Zaak T 18

Deze zaak betreft een motor waarvan het VIN vervalst was. Uit de aangifte van [aangever 19] blijkt dat hij de motor niet bij [VERDACHTE] heeft gekocht. Derhalve kan niet bewezen worden dat hij door [VERDACHTE] is bewogen tot de afgifte van het aankoop bedrag, hetgeen tot vrijspraak op dit onderdeel moet leiden.

Zaak T24

Deze zaak betreft een motor, gekocht door aangever [aangever 20]. Het VIN was vervalst. Een frame met dit (vervalste) VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Daarom is niet uitgesloten dat het desbetreffende VIN reeds vervalst was, toen [VERDACHTE] de motor verwierf. Aanknopingpunten dat [VERDACHTE] het VIN heeft aangebracht of wist dat het vervalst was, heeft de rechtbank niet in het dossier aangetroffen, zodat niet bewezen kan worden dat er sprake is van oplichting.

De bewezenverklaring ziet derhalve op de volgende motoren en personen:

- Zaak T01: een motor, merk Honda, gekocht op 29 april 2006 door aangever [aangever 21] voor € 5700,-. . Het motorbloknummer was vervalst. De juiste identiteit van de het motorblok kon niet worden vastgesteld. Het frame met bijbehorend kenteken werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4].

- Zaak T02: een motor, merk BMW, gekocht op 8 oktober 2005 door aangever [aangever 22]voor € 9000,-. Het motorbloknummer was overgeslagen. De juiste identiteit van het motorblok kon niet worden vastgesteld. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij deze motor waarschijnlijk heeft gekocht van [medeverdachte 5].

- Zaak T03: een motor, merk Suzuki, gekocht op 28 juli 2006 door aangever [aangever 23] voor € 6750,-. Het motorbloknummer was vervalst. Na etsbehandeling werd het originele nummer zichtbaar. Dit nummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 24] in Heerlen werd gestolen op 20 juni 2006. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij deze motor van [medeverdachte 5] heeft gekocht.

- Zaak T04: een motor, merk Suzuki, gekocht op 22 juli 2006 door aangever [aangever 25] voor € 7150,-. Het VIN was niet fabrieksmatig aangebracht en er waren sporen van het wegslijpen van het originele VIN. Een frame met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4].

- Zaak T06: een motor, merk BMW, gekocht op 1 juli 2006 door aangever [aangever 40] voor € 6750,-. Het motorbloknummer was vervalst. Na etsbehandeling werd een motornummer zichtbaar dat behoorde bij een motor die als gestolen stond gesignaleerd. Het frame met kenteken werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4].

- Zaak T09: een motor, merk BMW, gekocht op 14 februari 2006 door aangever [aangever 26] voor € 4950.- Het VIN was van fabriekswege ingeslagen. Een BMW met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was vervalst. Samen met de versnellingsbak behoorde het motorblok bij een motor die volgens aangever [aangever 27] in Aken, Duitsland, was gestolen in de nacht van 28 op 29 september 2005.

- Zaak T11: een motor, merk BMW, gekocht op 20 juni 2005 door aangever [aangever 28] voor € 7500,-. Het VIN was van fabriekswege ingeslagen. Een BMW met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was vervalst. Het originele motorbloknummer behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 29] in Wessem was gestolen op 26 mei 2005.

- Zaak T12: een motor, merk Honda, gekocht op 12 juli 2005 door aangever [aangever 30] voor € 10.455,-. Het VIN was van fabriekswege ingebracht. Een frame met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was niet fabrieksmatig ingeslagen. Na etsbehandeling werd een motorbloknummer zichtbaar, dat behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 31] in Nürnberg, Duitsland, was gestolen in de nacht van 23 op 24 april 2005.

- Zaak T14: een motor, merk BMW, gekocht op 25 mei 2006 door [aangever 32]voor € 3950,-. Het VIN was origineel. Een BMW met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het aangetroffen motorbloknummer was niet origineel en was valselijk aangebracht.

- Zaak T15: een motor, merk BMW, gekocht op 20 mei 2006 door aangever [aangever 33]voor € 6250,-. Het VIN was door de fabrikant aangebracht. Een frame met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was valselijk aangebracht en er waren vijl- en/of slijp- en/of schuursporen. Het versnellingsbaknummer was origineel en behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 34] in Aken, Duitsland, was gestolen op 9 maart 2006.

- Zaak T19:een motor, merk BMW, gekocht op 22 februari 2006 door aangever [aangever 35]voor € 6500,-. Het VIN was door de fabrikant aangebracht. Een BMW met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was niet door de fabrikant aangebracht.

- Zaak T21: een motor, merk Honda, gekocht op 2 juli 2006 door aangever [aangever 36] voor € 9250,-. Het VIN was vervalst. Een frame met dit VIN werd gekocht bij [getuige 4] op naam van [W.].

- Zaak T22:een motor, merk Honda, gekocht op 21 februari 2006 door aangever [aangever 37] voor € 3000,- Het VIN was vervalst. Een frame met dit (vervalste) VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was vervalst.

- Zaak T31: een motor, merk Yamaha, gekocht op 7 april 2006 door aangever [aangever 38]voor € 7750,-. Het VIN was door de fabrikant aangebracht. Een frame met dit VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was valselijk aangebracht. Na etsbehandeling werd een motorbloknummer zichtbaar, dat behoorde bij een motor die volgens aangever [aangever 41] in [aangever 22], Duitsland, was gestolen op 26 januari 2006.

- Zaak T33: een motor, merk Suzuki, gekocht op 18 augustus 2006 door aangever [aangever 39]voor € 8000,-. Het VIN was vervalst. Een frame met dit (vervalste) VIN werd op naam van [W.] gekocht bij [getuige 4]. Het motorbloknummer was vervalst.

4.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

Feit 1

in de periode van 25 september 2003 tot en met 20 september 2006 in de gemeente Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft zij en haar mededaders na te melden goederen verworven en/of voorhanden gehad, terwijl zij ten tijde van het verwerven en/of voorhanden krijgen van die goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda VTR (zaak 1)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX9R (zaak 2)

- een frame van een motorfiets, merk Yamaha (zaak 4)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki (zaak 5)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk BMW, type 1100RT (zaak 6)

- een motorblok van een motorfiets, merk Ducati, type Multistrada 1000S

(zaak 7)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

R 1150R (zaak 8)

- een motorblok van een motorfiets, merk Suzuki, type Bandit 1200S (zaak 9)

- een motorblok en/of versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type R100S

(zaak 10)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX-6R (zaak 11)

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda type PC 35 E (zaak 12)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

1100 S (zaak 16)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type FJR 1300 (zaak 17)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW type K1200 RS (zaak 18)

- een frame van een motorfiets, merk Suzuki, type Hayabusa (zaak 19)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type R1 (zaak 20)

- (onderdelen van) een motorfiets, merk Yamaha (zaak 31)

Feit 2

in de periode van 16 augustus 2003 tot en met 20 september 2006 in de gemeente Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander identificatienummers/chassisnummers, zijnde - telkens - een ander merk dan de in artikel 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken die krachtens artikel 5.4.1. van het Voertuigreglement op een motorvoertuig moesten worden aangebracht, telkens valselijk hebben geplaatst, althans de echte identificatienummers/chassisnummers telkens hebben vervalst, immers heeft zij en haar medeverdachte telkens opzettelijk valselijk,

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Kawasaki, type ZX9R, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer [x] (zaak 2)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Ducati, type Multistrada 1000s, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

het identificatienummer/chassisnummer [x] (zaak 7)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Yamaha, type FJR 1300, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 17)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Suzuki, type Hayabusa, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer [x] van voormelde motorfiets

vervangen door een ander identificatienummer/chassisnummer,

[x] (zaak 19)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Honda, type CBR 600 RR, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 26)

telkens met het oogmerk om die motorvoertuigen te gebruiken of door

anderen te doen gebruiken alsof voornoemde identificatienummers/chassisnummers, echt en onvervalst waren;

Feit 3

in de periode van 20 juni 2005 tot en met 4 oktober 2006 op na te noemen tijdstippen in de gemeente Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander meermalen telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, hebbende verdachte en haar mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid zich bij deze personen voorgedaan als zijnde een bonafide verkoper en in deze hoedanigheid de schijn gewekt deugdelijke motorfietsen te verkopen met daarop, zonder dat die personen dat wisten, een vervalst of valselijk geplaatst, althans niet van fabriekswege aangebracht, motornummer en/of VIN-nummer geplaatst, zonder te vermelden dat deze motorfiets, althans onderdelen van deze motorfiets, van diefstal afkomstig was/waren en zonder te vermelden dat op die motorfiets een vervalst of valselijk geplaatst, althans niet van fabriekswege aangebracht motornummer en/of VIN-nummer was aangebracht, waardoor na te noemen personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten heeft de vennootschap [verdachte] en haar mededader, aldus

op 29 april 2006 [aangever 21] bewogen tot afgifte van 5700,- euro voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x]) (zaak T-01) en

op 8 oktober 2005 [aangever 22]bewogen tot afgifte van 9000,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-02) en

op 28 juli 2006 [aangever 23] bewogen tot afgifte van 6750,- euro voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x]) (zaak T-03) en

op 22 juli 2006 [aangever 25] bewogen tot afgifte van 7150,- euro voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x]) (zaak T-04) en

op 1 juli 2006 [aangever 40]bewogen tot afgifte van 6750,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-06) en

op 14 februari 2006 [aangever 26] bewogen tot afgifte van 4950,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-09) en

op 20 juni 2005 [aangever 28] bewogen tot afgifte van 7500,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-11) en

op 12 juli 2005 [aangever 30] bewogen tot afgifte van 10.455,00,- euro voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x]) (zaak T-12) en

op mei 2006 [aangever 32]bewogen tot afgifte van 3950,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-14) en

op 20 mei 2006 [aangever 33]bewogen tot afgifte van 6250,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-15) en

op 22 februari 2006 [aangever 35]bewogen tot afgifte van 6500,- euro voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) (zaak T-19) en

op 2 juli 2006 [aangever 36] bewogen tot afgifte van 9250,- euro voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x]) (zaak T-21) en

op 21 februari 2006 [aangever 37], bewogen tot afgifte van 3000,- euro voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x]) (zaak T-22) en

op 7 april 2006 [aangever 38]bewogen tot afgifte van 7750,- euro voor de levering van een motorfiets Yamaha (met kenteken [x]) (zaak T-31) en

op 18 augustus 2006 [aangever 39]bewogen tot afgifte van 8000,- euro voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x]) (zaak T-33).

De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5 De strafbaarheid

Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

feit 1

medeplegen van een gewoonte maken van opzetheling begaan door een rechtspersoon

feit 2

medeplegen van andere dan de in de artikelen 217 en 218 Wetboek van

Strafrecht bedoelde merken, die krachtens wettelijk voorschrift op goederen

moeten worden geplaatst, daarop vervalst hebben, met het oogmerk om die

goederen door anderen te doen gebruiken alsof de daarop geplaatste merken

echt en onvervalst waren, begaan door een rechtspersoon

feit 3

medeplegen van oplichting, begaan door een rechtspersoon, meermalen

gepleegd

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6 De strafoplegging

6.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte een geldboete op te leggen van € 50.000,-.

6.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft erop gewezen dat verdachte geen strafblad heeft. Bovendien heeft verdachte veel schade geleden als gevolg van deze strafzaak, hetgeen zou moeten leiden tot het opleggen van een lagere boete dan door de officier van justitie is geëist. Verder heeft de raadsman naar voren gebracht dat de zaak inmiddels zeer oud is, wat in de straf tot uitdrukking zou moeten komen.

6.3 Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan heling van een aanzienlijk aantal motoren en aan het vervalsen van motoren en motoronderdelen. De gestolen motoren, geleverd via [medeverdachte 5], en andere motoren waarmee geknoeid was, vonden een weg naar kopers die dachten een legale motor te hebben gekocht. Deze kopers zijn door verdachte opgelicht. Verdachte heeft het vertrouwen in de motorbranche dan ook ernstig geschaad.

Heling is voor de rechtbank een ernstig misdrijf, omdat het -kort gezegd- de dieven aan het stelen houdt. Verdachte heeft zich hier op een professionele en georganiseerde manier langdurig mee bezig gehouden voor eigen gewin, terwijl de gedupeerden voor een aanzienlijk bedrag zijn benadeeld. Van sommigen kan worden vastgesteld dat zij niet alleen een motor hadden gekocht, die zijn geld niet waard was, maar ook dat zij daarvoor langdurige financiële verplichtingen zijn aangegaan. Hierdoor worden zij langdurig geconfronteerd met deze benadeling. Sommige van hen hebben op de zitting ook naar voren gebracht dat hun plezier in het motorrijden behoorlijk verminderd of zelfs verdwenen was.

Dit alles brengt met zich mee dat de rechtbank het opleggen van een forse geldboete gepast acht, gelet op de belangen die geschaad zijn, zowel van individuen als van de samenleving in haar geheel. Een passend uitgangspunt hierbij is een boete van 50.000 euro.

De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte rekening met het gegeven dat zij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank zal tevens een korting op de straf toepassen in verband met de overschrijding van de redelijke termijn, nu op 8 augustus 2006 een controle en een doorzoeking bij verdachte hebben plaatsgevonden en eerst heden vonnis in de zaak wordt gewezen. Gelet daarop acht de rechtbank een korting van 10.000 euro geïndiceerd. Daarnaast zal de rechtbank minder straf opleggen, omdat zij tot een bewezenverklaring komt van minder feiten, dan waarvan de officier van justitie uit is gegaan.

Alles afwegend acht de rechtbank een geldboete van 30.000 euro een gepaste sanctie.

7 De benadeelde partijen

De benadeelde partijen vorderen schadevergoeding terzake van feit 3 -kort gezegd- oplichting.

Het openbaar ministerie heeft op de voegingsformulieren telkens enkel het parketnummer van de strafzaak tegen verdachte [medeverdachte 2] vermeld. In hun voegingsformulieren stellen de benadeelde partijen telkens dat zij hun motor van [VERDACHTE] hebben gekocht. Gelet hierop behandelt de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen ook in het kader van de strafzaak tegen verdachte.

In die gevallen waarin de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen zal toewijzen, zal zij tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Weliswaar is verdachte een rechtspersoon, maar ingevolge artikel 51 lid 2 sub 2 van het Wetboek van Strafrecht kan de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan degene die feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging. Alhoewel dit laatste noch deel uitmaakt van de tenlastelegging noch van de bewezenverklaring zal de rechtbank toch aan verdachte [medeverdachte 2] de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu verdachte [medeverdachte 2] heden in zijn strafzaak ter zake van feitelijk leiding geven aan de aan [VERDACHTE] verweten gedragingen is veroordeeld.

De benadeelde partijen [aangever 17] en [aangever 18] zal de rechtbank niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, nu de rechtbank verdachte heeft vrijgesproken op de onderdelen van de tenlastelegging waarop hun vorderingen betrekking hebben.

De rechtbank heeft op basis van het dossier gezien dat de overige benadeelden in twee groepen te verdelen zijn. Sommige benadeelde partijen hebben een motor gekocht bij [VERDACHTE] en van de desbetreffende motoren is het kentekenbewijs ongeldig verklaard door de RDW. Dit betekent dat zij per saldo een motor hebben gekocht waarover zij niet meer volledig kunnen beschikken

Voor vergoeding komt derhalve in aanmerking de koopprijs die de benadeelden aan [VERDACHTE] hebben betaald. De rechtbank acht verdachte ook aansprakelijk voor deze schade, nu deze een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde bij feit 3. Een aantal van de benadeelde partijen heeft echter minder dan deze koopprijs gevorderd. Hun vordering zal door de rechtbank tot dat bedrag worden toegewezen, onder oplegging van de schadevergoedings- maatregel. Het betreft de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 39], [aangever 37] en [aangever 25].

De andere benadeelde partijen hebben de volledige beschikking teruggekregen over hun motor. Wel was hun motor in werkelijkheid ten tijde van de aankoop aanzienlijk minder waard dan het bedrag dat zij ervoor betaald hadden, omdat de motoren immers op enigerlei wijze omgekat waren. De rechtbank acht verdachte ook aansprakelijk voor deze schade, nu deze een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde bij feit 3. De rechtbank zal de vorderingen, tot het bedrag van de aangevoerde waardevermindering, voor zover niet minder gevorderd, derhalve toewijzen, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het betreft de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 23], [aangever 22], [aangever 26] en [aangever 35].

8 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 23, 47, 51, 57, 219, 326 en 417 van het Wetboek van Strafrecht .

9 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;

- verklaart verdachte strafbaar;

Straffen

- veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een geldboete van € 30.000,-.

Benadeelde partijen

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 39], [adresgegevens] van een bedrag van € 7283,-, vermeerderd met de wettelijke rente van 25 augustus 2006 tot aan de dag van volledige voldoening;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 39]tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 39]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 71 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2006;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 39]vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 23], [adresgegevens]van een bedrag van € 4200,-, vermeerderd met de wettelijke rente van 4 augustus 2006 tot aan de dag van volledige voldoening;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 23] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 23] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 52 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 augustus 2006;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 23] vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [aangever 22], [adresgegevens]te betalen een bedrag van € 2500,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2005;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 22]voor het overige af;

- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [aangever 22]in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 22]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 35 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2005;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 22]vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 26], [adresgegevens]van een bedrag van € 3000,-, vermeerderd met de wettelijke rente van 14 februari 2006 tot aan de dag van volledige voldoening;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 26] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 26] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 40 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2006;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 26] vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 37], [adresgegevens]van een bedrag van € 6620,-, vermeerderd met de wettelijke rente van 1 februari 2006 tot aan de dag van volledige voldoening;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 37] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 37] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 68 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2006;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 37] vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- verklaart de benadeelde partij [aangever 17], [adresgegevens], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

- veroordeelt de benadeelde partij [aangever 17] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;

- verklaart de benadeelde partij [aangever 18], [adresgegevens], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

- veroordeelt de benadeelde partij [aangever 18] in de kosten door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 35], [adresgegevens]van een bedrag van € 1250,-;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 35] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 35] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 22 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 35] vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 25], [adresgegevens]van een bedrag van € 6230,-, vermeerderd met de wettelijke rente van 22 juli 2006 tot aan de dag van volledige voldoening;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 25] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 25] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 66 dagen hechtenis, te ondergaan door [medeverdachte 2], met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2006;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 25] vervalt en omgekeerd;

- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.W.A. van den Berg, voorzitter, mr. J.H. Klifman en mr. A.W. Oosterman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 januari 2011.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

1.

zij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2003 tot en met 20 september

2006 in de gemeente(n) Eindhoven en/of Bergeyk, in elk geval in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een

gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft/hebben

voornoemde besloten vennootschap en/of haar mededader(s) na te melden goederen

verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl zij ten tijde van

het verwerven en/of voorhanden krijgen van die goederen wist(en) dat het door

misdrijf verkregen goederen betrof:

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda VTR (zaak 1)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX9R (zaak 2)

- een motorfiets merk Suzuki, type GSXR600 (zaak 3)

- een frame van een motorfiets, merk Yamaha (zaak 4)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki (zaak 5)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk BMW, type 1100RT (zaak 6)

- een motorblok van een motorfiets, merk Ducati, type Multistrada 1000 S

(zaak 7)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

R 1150R (zaak 8)

- een motorblok van een motorfiets, merk Suzuki, type Bandit 1200S (zaak )9

- een motorblok en/of versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type R100S

(zaak 10)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX-6R (zaak 11)

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda type PC 35 E (zaak 12)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW, type 1150 (zaak 13)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW,type 1100 GS (zaak 14)

- een motorblok van een motorfiets, merk KTM (zaak 15)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

1100 S (zaak 16)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type FJR 1300 (zaak 17)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW type K

1200 RS (zaak 18)

- een frame van een motorfiets, merk Suzuki, type Hayabusa (zaak 19)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type R1 (zaak 20)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW, type R 1150 RT (zaak 21)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type YZF-R6 (zaak 22)

- een motorblok van een motorfiets, merk Suzuki, type GSX 1300R (zaak 24)

- een personenauto, merk Volkswagen, type Golf (zaak 27)

- (onderdelen van) een motorfiets, merk Yamaha (zaak 31);

Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of

zou kunnen leiden, dat:

zij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2003 t/m 20 september 2006 in

de gemeente(n) Eindhoven en/of Bergeyk, in elk geval in Nederland, tezamen en

in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op verschillende

tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) na te melden goederen heeft

verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en/of

haar mededader(s), ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van

die goederen (telkens) wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten

vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof:

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda VTR (zaak 1)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX9R) (zaak 2)

- een motorfiets merk Suzuki, type GSXR600 (zaak 3)

- een frame van een motorfiets, merk Yamaha (zaak 4)

- een motorblok van een motorfiets, merk Kawasaki (zaak 5)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk BMW, type 1100RT (zaak 6)

- een motorblok van een motorfiets, merk Ducati, type Multistrada 1000 S

(zaak 7)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

R 1150R (zaak 8)

- een motorblok van een motorfiets, merk Suzuki, type Bandit 1200S

(zaak 9)

- een motorblok en/of versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type R100S

(zaak 10)

- een brandstofmotor van een motorfiets, merk Kawasaki, type ZX-6R (zaak 11)

- een motorblok van een motorfiets, merk Honda type PC 35 E (zaak 12)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW, type 1150 (zaak 13)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW,type 1100 GS (zaak 14)

- een motorblok van een motorfiets, merk KTM (zaak 15)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW, type

1100 S (zaak 16)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type FJR 1300 (zaak 17)

- een motorblok en/of een versnellingsbak van een motorfiets, merk BMW type K

1200 RS (zaak 18)

- een frame van een motorfiets, merk Suzuki, type Hayabusa (zaak 19)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type R1 (zaak 20)

- een motorblok van een motorfiets, merk BMW, type R 1150 RT (zaak 21)

- een motorblok van een motorfiets, merk Yamaha, type YZF-R6 (zaak 22)

- een motorblok van een motorfiets, merk Suzuki, type GSX 1300R (zaak 24)

- een personenauto, merk Volkswagen, type Golf (zaak 27)

- (onderdelen van) een motorfiets, merk Yamaha (zaak 31);

artikel 417bis Wetboek van Strafrecht

2.

zij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2003 t/m 20 september 2006 in

de gemeente Eindhoven en/of Bergeyk, in elk geval in Nederland, tezamen en in

vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een)

identificatienummer(s)/chassisnummer(s), (zijnde - telkens - een ander merk

dan de in artikel 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken )

dat/die krachtens artikel 5.4.1 van het Voertuigreglement , althans krachtens

wettelijk voorschrift, op een motorvoertuig moest(en) worden aangebracht,

(telkens) valselijk heeft/hebben geplaatst, althans het/de echte

identificatienummer(s)/chassisnummer(s) (telkens) heeft/hebben vervalst,

immers heeft/hebben voornoemde vennootschap en/of haar medeverdachte(n)

(telkens) opzettelijk valselijk,

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Kawasaki, type ZX9R, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer[x], (zaak 2)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Suzuki, type GSXR 600, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer [x] van voormelde motorfiets

vervangen door het identificatienummer/chassisnummer[x]

(zaak 3)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Ducati, type Multistrada 1000s, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

het identificatienummer/chassisnummer [x] (zaak 7)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Yamaha, type FJR 1300, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 17)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Suzuki, type Hayabusa, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer [x] van voormelde motorfiets

vervangen door een ander identificatienummer/chassisnummer,

[x] (zaak 19)

- het identificatienummer/chassisnummer J[x] geplaatst op een

motorfiets merk Yamaha, type FJR 1300, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 23)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Suzuki, type GSX1300R, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 24)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Yamaha, type YFZ-R1, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 25)

- het identificatienummer/chassisnummer [x] geplaatst op een

motorfiets merk Honda, type CBR 600 RR, althans het echte

identificatienummer/chassisnummer van voormelde motorfiets vervangen door

een ander identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 26)

(telkens) met het oogmerk om dat/die motorvoertuig(en) te gebruiken of door

anderen te doen gebruiken alsof voornoemde identificatienummer(s)/

chassisnummer(s), echt en onvervalst was/waren;

Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of

zou kunnen leiden, dat:

zij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2003 t/m 20 september 2006 in

de gemeente(n) Eindhoven en/of Bergeyk, in elk geval in Nederland, tezamen en

in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk valse,

vervalste of wederrechtelijk vervaardigde

identificatienummer(s)/chassisnummer(s), (zijnde -telkens- een ander merk als

bedoeld in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht ), of de voorwerpen

waaraan zij wederrechtelijk verbonden zijn, heeft gebruikt, heeft verkocht, te

koop heeft aangeboden, heeft afgeleverd, ten verkoop in voorraad heeft gehad

of binnen het Rijk in Europa heeft ingevoerd, als waren die merken echt en

onvervalst en niet wederrechtelijk vervaardigd of wederrechtelijk aan de

voorwerpen verbonden, te weten:

- een motorfiets merk Kawasaki, type ZX9R met het identificatienummer/

chassisnummer [x], (zaak 2)

- een motorfiets merk Suzuki, type GSXR 600 met het identificatienummer/

chassisnummer [x] (zaak 3)

- een motorfiets merk Ducati, type Multistrada 1000s met het

identificatienummer/chassisnummer [x] (zaak 7)

- een motorfiets merk Yamaha, type FJR 1300 met het

identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 17)

- een motorfiets merk Suzuki, type Hayabusa met het

identificatienummer/chassisnummer [x] (zaak 19)

- een motorfiets merk Yamaha, type FJR 1300 met het

identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 23)

- een motorfiets merk Suzuki, type GSX1300R met het

identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 24)

- een motorfiets merk Yamaha, type YFZ-R1 met het

identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 25)

- een motorfiets merk Honda, type CBR 600 RR met het

identificatienummer/chassisnummer, [x] (zaak 26);

Artikel 220 Wetboek van Strafrecht

3.

De besloten vennootschap [verdachte] in of omstreeks de periode

van 1 september 2004 tot en met 4 oktober 2006, op of omstreeks na te noemen

tijdstippen, respectievelijk in na te noemen tijdvakken in de gemeente

Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander

of anderen, althans alleen, meermalen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of

(een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van

een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige

kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, na te noemen

perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of meer

geldbedrag(en) hebbende verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar

(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of

listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich bij deze

perso(o)n(en) voorgedaan als zijnde een bonafide bedrijf en in deze

hoedanigheid de schijn gewekt deugdelijke motorfietsen te verkopen en/of aan

deze perso(o)n(en) (telkens) een motorfiets ten verkoop aangeboden met daarop,

zonder dat die perso(o)n(en) dat wisten(en), een vervalst of valselijk

geplaatst, althans niet van fabriekswege aangebracht, motornummer en/of

VIN-nummer en/of aan deze perso(o)n(en) (telkens) een motorfiets ten verkoop

aangeboden zonder te vermelden dat deze motorfiets, althans onderdelen van

deze motorfiets, van diefstal afkomstig was/waren en zonder te vermelden dat

op die motorfiets een vervalst of valselijk geplaatst, althans niet van

fabriekswege aangebracht motornummer en/of VIN-nummer was aangebracht,

waardoor na te noemen perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot

bovenomschreven afgifte, te weten heeft de vennootschap [verdachte]

en/of haar mededaders(s) aldus

op of omstreeks 29 april 2006, in elk geval in of omstreeks de maand april

2006, [aangever 21] bewogen tot afgifte van 5700,- euro, althans enig geldbedrag,

voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x]) en/of (zaak

T-01)

op of omstreeks 8 oktober 2005, in elk geval in of omstreeks de maand oktober

2005, [aangever 22]bewogen tot afgifte van (ongeveer) 9000,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x])

en/of (zaak T-02)

op of omstreeks 28 juli 2006, in elk geval in of omstreeks de maand juli

2006, [aangever 23] bewogen tot afgifte van 6750,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-03)

op of omstreeks 22 juli 2006, in elk geval in of omstreeks de maand juli

2006, [aangever 25] bewogen tot afgifte van 7150,- euro, althans enig geldbedrag,

voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x]) en/of;

(zaak T-04)

op of omstreeks 23 maart 2006, in elk geval in of omstreeks de maand maart

2006, [aangever 17] bewogen tot afgifte van 9250,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Yamaha FJR (met kenteken

[x]) en/of; (zaak T-05)

op of omstreeks 1 juli 2006, in elk geval in of omstreeks de maand juli

2006, [aangever 40]bewogen tot afgifte van 6750,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-06)

op of omstreeks 3 september 2004, in elk geval in of omstreeks de maand

september 2004, [aangever 18] bewogen tot afgifte van 1200,- euro, althans

enig geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Yamaha (met kenteken

[x]) en/of; (zaak T-08)

op of omstreeks 14 februari 2006, in elk geval in of omstreeks de maand

februari 2006, [aangever 26] bewogen tot afgifte van 4950,- euro, althans

enig geldbedrag, voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken

[x]) en/of; (zaak T-09)

op of omstreeks 20 juni 2005, in elk geval in of omstreeks de maand juni

2005, [aangever 28] bewogen tot afgifte van 7500,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-11)

op of omstreeks 12 juli 2005, in elk geval in of omstreeks de maand juli

2005, [aangever 30] bewogen tot afgifte van 10.455,00,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-12)

op of omstreeks 25 mei 2006, in elk geval in of omstreeks de maand mei 2006,

[aangever 32]bewogen tot afgifte van 3950,- euro, althans enig geldbedrag,

voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) en/of; (zaak

T-14)

op of omstreeks 20 mei 2006, in elk geval in of omstreeks de maand mei 2006,

[aangever 33]bewogen tot afgifte van 6250,- euro, althans enig geldbedrag,

voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken [x]) en/of; (zaak

T-15)

op of omstreeks 28 september 2006, in elk geval in of omstreeks de maand

september 2006, [aangever 19], bewogen tot afgifte van 6100 euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Yamaha (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-18)

op of omstreeks 22 februari 2006, in elk geval in of omstreeks de maand

februari 2006, [aangever 35]bewogen tot afgifte van 6500,- euro,

althans enig geldbedrag, voor de levering van een motorfiets BMW (met kenteken

[x]) en/of; (zaak T-19)

op of omstreeks 2 juli 2006, in elk geval in of omstreeks de maand juli

2006, [aangever 36], bewogen tot afgifte van 9250,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Honda (met kenteken [x])

en/of;

(zaak T-21)

op of omstreeks 21 februari 2006, in elk geval in of omstreeks de maand

februari 2006, [aangever 37], bewogen tot afgifte van (ongeveer) 3000,- euro,

althans enig geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Honda (met

kenteken [x]) en/of; (zaak T-22)

in of omstreeks de maand september 2004, [aangever 20], bewogen tot afgifte van

6800,- euro, althans enig geldbedrag, voor de levering van een motorfiets

Honda (met kenteken [x]) en/of; (zaak T-24)

op of omstreeks 7 april 2006, in elk geval in of omstreeks de maand april

2006, [aangever 38], bewogen tot afgifte van 7750,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Yamaha (met kenteken [x])

en/of; (zaak T-31)

op of omstreeks 18 augustus 2006, in elk geval in of omstreeks de maand

augustus 2006, [aangever 39], bewogen tot afgifte van 8000,- euro, althans enig

geldbedrag, voor de levering van een motorfiets Suzuki (met kenteken [x])

(zaak T-33)

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Strafrecht

parketnummer: 03/631862-07

proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 20 januari 2011 in de zaak tegen:

[verdachte],

gevestigd te [adresgegevens].

Tegenwoordig:

mr. , rechter,

mr. , officier van justitie,

dhr./mevr. , griffier.

De rechter doet de zaak uitroepen.

Ter terechtzitting is verschenen A.F.M. [medeverdachte 2], die verklaart bestuurder te zijn van de verdachte.

De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat zij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.

Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.

Raadsman mr. R. Gijsen, advocaat te Maastricht.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature