Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Faillissementswet. Faillietverklaring van vof plus vennoten, waarvan 1 van de vennoten zich kort voor datum faillissement heeft uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Uitspraak



RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer: 10/692 F, 10/693 F en 10/694 F

vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken,

in de zaak van:

1. [verzoekster sub 1],

en

2. [verzoeker sub 2],

beiden wonende te [woonplaats],

hierna: verzoekers,

advocaat: mr. E.D.B. Groeneweg,

tegen

1. de vennootschap onder firma

[de vennootschap],

gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna: de vennootschap,

alsmede haar vennoten:

2. [vennoot 1],

wonende te [woonplaats],

hierna: vennoot 1,

3. [vennoot 2],

wonende te [woonplaats],

hierna: vennoot 2.

Verloop van de procedure

Het verzoekschrift tot faillietverklaring is op 8 november 2010 ter griffie van deze rechtbank ingediend.

De griffier van deze rechtbank heeft de vennoten bij brief van 17 november 2010 kennis gegeven dat zij binnen veertien dagen na de dag van dagtekening van die brief een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kunnen indienen. De vennoten hebben geen verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend.

Het verzoekschrift is behandeld in raadkamer van deze rechtbank van 21 december 2010.

Ter terechtzitting is verschenen en gehoord de verzoekster sub 1 genoemd.

Voorts is verschenen en gehoord vennoot 2.

Vennoot 1 is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Daarna is uitspraak bepaald.

Beoordeling van het verzoek

Bevoegdheid rechtbank

1. Nu niet is gesteld of gebleken dat het centrum van de voornaamste belangen van de vennootschap zich in een andere lidstaat bevindt dan die waarin het hoofdkantoor van de vennootschap is gelegen, gaat de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 3 van de EU Insolventieverordening uit van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.

De positie van de heer [vennoot 2]

2. Vennoot 2 heeft ter verweer tegen de aanvraag aangevoerd dat niet hij, maar [bedrijf] sinds 8 december 2010 vennoot is van de vennootschap, omdat hij zijn aandeel in de vennootschap heeft verkocht, zodat - kort gezegd - deze aanvraag hem niet aangaat. Vennoot 2 heeft ter onderbouwing van zijn verweer ter zitting overgelegd:

- een kopie van zijn brief van 17 december 2010 aan de gemachtigde van verzoekers; en

- een kopie van twee van de drie in die brief genoemde bijlagen, te weten een kopie van een brief van de Kamer van Koophandel en een kopie van een “Overnameovereenkomst 50% aandeel in [de vennootschap].” tussen vennoot 2 en [bedrijf], gevestigd te [vestigingsplaats] (Verenigd Koninkrijk) (hierna: de overnameovereenkomst).

3. De rechtbank is van oordeel dat vennoot 2 niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege de overdracht van zijn aandeel in de vennootschap niet langer meer als vennoot aan de vennootschap is verbonden. De rechtbank overweegt daartoe dat de overnameovereenkomst slechts is opgesteld tussen [bedrijf] en vennoot 2, zonder dat blijkt dat vennoot 1 bij de overdracht is betrokken, of zich anderszins heeft verbonden om [bedrijf] als haar nieuwe vennoot te accepteren. De overeenkomst heeft bovendien een zeer eenvoudig karakter: zo volstaat zij simpelweg met de constatering dat tegen betaling van € 1,00 (zegge: één euro) - onder meer - lopende overeenkomsten met adverteerders, opdrachtgevers van drukwerk, lopende offertes, de huurovereenkomst, arbeidsovereenkomsten en alle debiteuren en crediteuren in de overname zijn inbegrepen. Een regeling omtrent de (weigering van de) vereiste medewerking door derden aan de kennelijk beoogde contractsoverneming ontbreekt. Bovendien is niet duidelijk wie de overeenkomst namens [bedrijf] heeft ondertekend: op de overeenkomst staat slechts een niet leesbare handtekening bij “Overnemer: [bedrijf]”. Vennoot 2 heeft ter zitting slechts medegedeeld dat een zekere [A] namens [bedrijf] heeft getekend. Nadere gegevens zijn niet verschaft. Uit de brief van de Kamer van Koophandel blijkt niet meer dan dat op 13 december 2010 (de dag voor de zitting waarvoor vennoot 2 in eerste instantie was opgeroepen) is geregistreerd dat vennoot 2 is uitgetreden per 8 december 2010.

Van een inschrijving van [bedrijf] is niet gebleken.

De rechtbank is van oordeel dat, gelet op deze omstandigheden, niet aannemelijk is dat sprake is van een (rechtsgeldige) overname van het aandeel van vennoot 2 in de vennootschap door een derde partij, zodat moet worden aangenomen dat vennoot 2 nog vennoot van de vennootschap is.

4. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat, ook indien vennoot 2 per 8 december 2010 geen vennoot meer zou zijn, hij op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk zou zijn voor de vorderingen die voor die datum ten laste van de vennootschap zijn ontstaan.

Toestand vennootschap en vorderingsrecht verzoekers

5. Na summier onderzoek is gebleken van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de vennootschap alsmede haar vennoten in de toestand verkeren dat zij hebben opgehouden te betalen. Vennoot 2 heeft ter zitting het vorderingsrecht van de verzoeker 2 erkend en heeft tevens erkend dat tussen de vennootschap en verzoeker 1 een arbeidsverhouding heeft bestaan.

Van het vorderingsrecht van verzoekers is dan ook (summierlijk) gebleken.

6. Het verzoek zal met inachtneming van het bepaalde bij de artikelen 1, 2, 4, 6, en 14 van de Faillissementswet worden toegewezen.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart

1. de vennootschap onder firma [de vennootschap], gevestigd aan de

[adres], [vestigingsplaats], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht, onder nummer [nummer],

alsmede haar vennoten:

2. [vennoot 1], geboren op [1986] te [geboorteplaats], wonende [adres], [woonplaats];

3. [vennoot 2], geboren op [1962] te [geboorteplaats], wonende [adres], [woonplaats], dan wel [adres], [woonplaats],

in staat van faillissement;

benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank, mr. C.M. Dijksterhuis,

en stelt aan tot curator mr. A. van der Schee, advocaat te Utrecht;

geeft de curator last tot het openen van de aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.F. van Vugt en in het openbaar uitgesproken op

21 december 2010 te 15.00 uur.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature