Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Economische politierechter veroordeelt asbestverwijderingsbedrijf uit Harderwijk voor de overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet tot een geldboete van €10.000,-, waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Bij werkzaamheden op 24 oktober 2007 in Lunteren vond een arbeidsongeval plaats. Twee asbestsaneerders zakten door een asbesthoudend golfplatendak en het daaronder aanwezige isolatiemateriaal en vielen circa vier meter naar beneden. Eén van de twee mannen heeft daardoor blijvend letsel opgelopen. De rechter oordeelt dat het bedrijf tekort is geschoten in haar verplichting voor de veiligheid van haar werknemers zorg te dragen.

Uitspraak



RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Economische politierechter

Parketnummer: 06/434066-08

Uitspraak d.d. 13 december 2010

Tegenspraak / dnip - onip

VONNIS

in de zaak tegen:

de besloten vennootschap [verdachte] B.V.,

gevestigd te [adres].

Raadsman: mr. P.W.M. Huisman, advocaat te Amsterdam.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 november 2010.

De tenlastelegging

Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

zij op of omstreeks 24 oktober 2007 in de gemeente Ede te Lunteren, in ieder

geval in Nederland, als werkgeefster handelingen heeft verricht of heeft

nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en/of de daarop berustende

bepalingen terwijl daardoor, naar zij wist of redelijkerwijs moest weten,

levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van werknemers kon ontstaan

of te verwachten was, immers heeft zij voor één of meerdere werknemers,

voordat er werd aangevangen en/of tijdens het verrichten van

arbeid/werkzaamheden waarbij valgevaar bestond, namelijk het verwijderen van

asbesthoudende golfplaten van (een) schuurdak(en) welke een hoogte had(den)

van ongeveer 4 meter

- niet of onvoldoende doeltreffende maatregelen gesteld in een schriftelijk

opgesteld werkplan welke doeltreffende, op de specifieke situatie van de

betreffende arbeidsplaats toegespitste maatregelen bevatte ter bescherming van

de veiligheid en de gezondheid van de betroffen werknemers en/of

- niet of onvoldoende toegezien op de naleving van de instructies en

voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van ( mogelijk ) gevaar en

risico's alsmede op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen,

arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zoals het aanbrengen van veilige

en doelmatige steiger(s), stelling(en), bordes(sen), werkvloer(en), hekwerken,

leuningen of andere dergelijke voorzieningen (zoals een hoogwerker of

vangnetten)

door welk nalaten een arbeidsongeval is ontstaan waarbij twee werknemers,

[slachtoffer A] en [slachtoffer B], tijdens hun werkzaamheden in een bedrijf en/of

inrichting en/of in de onmiddellijke omgeving daarvan, namelijk een bouw- c.q.

arbeidsplaats gelegen aan de [adres], door een asbesthoudend

golfplatendak (en het daaronder aanwezige isolatiemateriaal) zijn gezakt en

circa 4 meter lager op de bodem zijn gevallen ten gevolge waarvan [slachtoffer B] zwaar lichamelijk letsel en/of [slachtoffer A] zwaar althans enig lichamelijk letsel heeft/hebben opgelopen;

art 32 lid 1 Arbeidsomstandighedenwet.

Taal- en/of schrijffouten

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

A. Vaststaande feiten / aanleiding tot het onderzoek.

Op 24 oktober 2007 werd door de politie aan de arbeidsinspectie gemeld2 dat er een ongeval had plaatsgevonden aan de [adres] te Lunteren, gemeente Ede. Twee asbestsaneerders waren tijdens hun werkzaamheden door een asbesthoudend golfplatendak en het daaronder aanwezige isolatiemateriaal gezakt en circa vier meter naar beneden gevallen. Later werd vastgesteld dat [slachtoffer A] gekneusde ribben en gekneusde spieren aan zijn romp had opgelopen en dat [slachtoffer B] ten gevolge van het ongeval blijvend letsel had opgelopen, bestaande uit een dwarslaesie vanaf de 6e rugwervel.

B. Standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden op basis van onder meer de bevingen van de Arbeidsinspectie, het bij het stamproces-verbaal gevoegde werkplan (bijlage 11) en de verklaring van [naam] (bijlage 10).

De officier van justitie heeft - kort gezegd - aangevoerd dat het hanteren van een standaardwerkplan zonder dat vooraf op basis van de feitelijke situatie een concrete afstemming en overleg op de werkplek heeft plaatsgevonden, risicovol is en aan de verantwoordelijkheid van de werkgever is toe te rekenen.

C. Standpunt van de verdachte / de verdediging

Door de raadsman is aangevoerd dat [verdachte] dient te worden vrijgesproken, omdat verdachte geen overtredingen heeft begaan of verplichtingen heeft nagelaten waardoor zij wist of redelijkerwijs moest weten dat ernstig gevaar zou ontstaan voor de gezondheid van werknemers.

Het optreden van [slachtoffer A] als DTA-er (Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering) valt volgens de raadsman in beginsel niet onder de verantwoordelijkheid van verdachte. Voor het geval dit handelen wel moet vallen binnen de verantwoordelijkheid van verdachte, geldt dat het feit dat het werkplan onvolledig was niet in houdt dat onvoldoende maatregelen waren getroffen en dat dus calamiteiten voorzienbaar waren. Als er al sprake is van een dergelijke overtreding of nalaten kan dat niet aan verdachte worden toegerekend, aangezien - kort gezegd - door verdachte toereikende instructies zijn gegeven met het oog de veiligheid en het toezicht op het naleven van die instructies behoort tot de verantwoordelijkheid van de op de werkplek aanwezige DTA-er.

D. Beoordeling door de economische politierechter

Uit de stukken komt het volgende naar voren.

De op 24 oktober 2007 ter plaatse gegane verbalisant3 zag dat er werkzaamheden werden verricht, bestaande uit het verwijderen van niet draagkrachtige asbesthoudende golfplaten van het dak van een schuur. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door [verdachte] B.V.

De hoogte van de schuur waar men aan het werk was werd door verbalisant, gezien vanaf de nok tot aan het maaiveld, geschat op circa vier meter. Een aanzienlijk deel van de deze golfplaten was al verwijderd en het daaronder bevestigde isolatiemateriaal was zichtbaar. Op de plek waar de laatste golfplaat was verwijderd, bevond zich een gat. Door de aanwezige politiemensen waren de beide slachtoffers onder dit gat in de schuur aangetroffen.

Over de lengterichting, over de nok van het dak, van de schuur was een lange lijn gespannen. Deze lijn was aan één zijde afgezekerd met behulp van een musketonhaak om de balk van de dakconstructie. Aan de andere zijde van de schuur was de lijn bevestigd aan een houten paal in de grond, een bevestiging aan de nok van het dak was er niet. Aan de lijn was een drietal korte lijnen bevestigd. Behoudens twee ladders werd geen ander materiaal aangetroffen dat gebruikt zou kunnen worden om de golfplaten van het dak van de schuur te verwijderen. In de schuur waren geen veiligheidsnetten onder het dak aangebracht.

Verbalisant zag dat in het aan hem ter hand gestelde werkplan (bijlage 11) niet beschreven was op welke wijze de werknemers de niet draagkrachtige asbesthoudende platen van het dak dienden te verwijderen.

Uit onderzoek in het archief van de Arbeidsinspectie bleek dat bij een eerdere gelegenheid op 8 oktober 2007 op de locatie [adres] te Houten de aldaar door [verdachte] B.V. uitgevoerde werkzaamheden waren stilgelegd, omdat het werkplan voor wat betreft het nemen van maatregelen ter voorkoming van valgevaar onvolledig was.

De bedrijfsleider van [verdachte] B.V., de heer [medewerker A], was daarvan op de hoogte.

Bedoeld werkplan4 vermeldt als projectleider en uitvoerder van het project [adres] Lunteren: [medewerker A]. Het werkplan bevat geen specifieke beschrijving omtrent de werkwijze, de werkmethode en de daarbij te gebruiken hulpmiddelen. Ten aanzien van de uitvoerder op het werk is in het werkplan opgenomen:

" Op het werk zal frequent door de uitvoerder toezicht worden gehouden. De uitvoerder begeleidt de DTA in de voortgang van het werk en houdt toezicht op de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de DTA. De uitvoerder is op het werk direct aanspreekpunt voor de opdrachtgever en gebruiker.

Frequent zal door de DTA of uitvoeder een veiligheidsinstructie of werkinstructie worden gehouden. In beide instructies komen onderwerpen als veiligheid, gebruik van machines, planning en taakverdeling aan de orde. De veiligheidsinstructie zal worden vastgelegd in het logboek van het werkplan."

Bij de rechter-commissaris heeft genoemde [medewerker A] verklaard5 dat bij het project in Lunteren in twee fasen is gewerkt. Fase 1 was ergens in mei (later:maart) 2007 en fase 2 in oktober 2007. Hij is alleen tijdens fase 1 op het project aanwezig geweest. Fase 2 viel echter ook onder zijn verantwoordelijkheid als bedrijfsleider.

Evenals voor de eerste fase moesten ook voor de tweede fase van het project dezelfde maatregelen worden genomen. Ook toen ging het om het gebruik van en de aanwezigheid van rolsteigers, ladders en vanglijnen. Deze maatregelen stonden niet in het werkplan. De bij het werkplan gevoegde VGM-tabellen betreffen een algemeen plan. Daar had meer in moeten staan. Hier gaat het om een algemeen VGM-plan dat verschillende keuzemogelijkheden biedt. In het VGM-plan had moeten staan welke veiligheidsmaatregelen concreet getroffen hadden moeten worden, dus dat er gewerkt zou moeten worden met rolsteigers, vanglijnen en dakladders.

De economische politierechter is van oordeel dat op grond van deze bewijsmiddelen het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard en het verdachte kan worden toegerekend dat er levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van haar werknemers kon ontstaan.

Door te erkennen immers, hetgeen door getuige [medewerker A] zijdens verdachte is gedaan, dat het werkplan - al dan niet inclusief een concreet ingevuld VGM(veiligheidsmaatregelen)plan - geen melding maakt van de vereiste veiligheidsmaatregelen in de vorm van rolsteigers, dakladders en vanglijnen wordt door verdachte toegegeven dat er geen eenduidige schriftelijke versie van de veiligheidsregels op het werk te Lunteren op 24 oktober 2007 was. Verdachte heeft hierdoor tenminste het gevaar in het leven geroepen dat misverstanden omtrent de te nemen veiligheidsmaatregelen ontstonden.

De diverse functionarissen binnen het bedrijf wijzen voor de verantwoordelijkheid deels naar elkaar en leggen deels verschillende verklaringen af omtrent hetgeen over de te nemen maatregelen is gezegd. Dit alles had voorkomen kunnen worden door een en ander concreet en gedetailleerd vast te leggen in het werkplan. Dat dit niet gebeurd is valt verdachte aan te rekenen. Dat daarnaast de DTA-functionaris mogelijk verwijten kunnen worden gemaakt doet daar niet aan af.

Voorts heeft verdachte steeds een controlerende taak. In de eerste fase, naar gebleken is in maart 2007, heeft zij zich daar wel van gekweten, maar in de tweede fase in oktober 2007 naar getuige [medewerker A] zegt niet.

En dit klemt temeer, nu er op het gebied van veiligheid alleen een mondelinge instructie is geweest.

Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de economische politierechter is op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

zij op 24 oktober 2007 in de gemeente Ede te Lunteren, als werkgeefster handelingen heeft

nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en/of de daarop berustende

bepalingen terwijl daardoor, naar zij redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van werknemers kon ontstaan of te verwachten was, immers heeft zij voor werknemers, voordat er werd aangevangen van arbeid/werkzaamheden waarbij valgevaar bestond, namelijk het verwijderen van asbesthoudende golfplaten van (een) schuurdak welke een hoogte had van ongeveer 4 meter

- onvoldoende doeltreffende maatregelen gesteld in een schriftelijk opgesteld werkplan welke doeltreffende, op de specifieke situatie van de betreffende arbeidsplaats toegespitste maatregelen bevatte ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de betroffen werknemers en

- onvoldoende toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van (mogelijk) gevaar en risico's alsmede op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals het aanbrengen van veilige en doelmatige steiger(s), hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen (zoals een hoogwerker of vangnetten)

door welk nalaten een arbeidsongeval is ontstaan waarbij twee werknemers, [slachtoffer A] en [slachtoffer B], tijdens hun werkzaamheden in een bedrijf en/of inrichting en/of in de onmiddellijke omgeving daarvan, namelijk een bouw- c.q. arbeidsplaats gelegen aan de [adres], door een asbesthoudend golfplatendak (en het daaronder aanwezige isolatiemateriaal) zijn gezakt en circa 4 meter lager op de bodem zijn gevallen ten gevolge waarvan [slachtoffer B] zwaar lichamelijk letsel en [slachtoffer A] enig lichamelijk letsel hebben opgelopen.

Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezene levert op het misdrijf:

overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet , begaan door een rechtspersoon.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van 10.000 euro waarvan een gedeelte van 5.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

De officier van justitie heeft in zijn eis betrokken dat verdachte eerder was gewaarschuwd en het feit dat sedert het voorval al geruime tijd is verstreken.

Door de raadsman is geen strafmaatverweer gevoerd.

De economische politierechter heeft het volgende in aanmerking genomen.

Het arbeidsongeval dat op 24 oktober 2007 in Lunteren heeft plaatsgevonden, heeft grote gevolgen gehad voor één van de voor verdachte werkzame asbestsaneerders. Hij heeft daardoor blijvend letsel opgelopen.

Verdachte is tekort geschoten in haar verplichting voor de veiligheid van haar werknemers zorg te dragen. Verdachte heeft zich bewust getoond van de impact die deze gebeurtenis voor deze persoon moet hebben gehad en nog steeds heeft.

Het lange tijdsverloop tussen het ontstaan van de verdenking en de behandeling ter terechtzitting van 19 november 2010 is niet (geheel) aan verdachte toe te rekenen en heeft een strafverminderende werking.

In het voordeel van verdachte weegt dat zij niet eerder voor dit soort feiten is veroordeeld6.

De economische politierechter acht een straf zoals door de officier van justitie geëist in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waaronder het gegeven dat de Arbeidsinspectie tenminste één maal eerder heeft ingegrepen.

De economische politierechter acht een deels voorwaardelijke geldboete op zijn plaats,

met name om het belang te benadrukken dat het nemen van doeltreffende maatregelen door de werkgever aan de hand van de speficieke arbeidsplek/situatie van cruciaal belang is om de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers ter plekke zoveel mogelijk te waarborgen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 1, 14a, 14b, 14c, 23, 51 en 91 van het Wetboek van Strafrecht , de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten , artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet en de artikelen 3.16 en 4.50 van het Arbeidsomstandighedenbesluit , zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Beslissing

De economische politierechter:

* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.

* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet , begaan door een rechtspersoon;

* verklaart verdachte strafbaar;

* veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 10.000,--;

* bepaalt, dat een gedeelte van de geldboete, groot € 5.000,--, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Aldus gewezen door mr. Prisse, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 december 2010.

Eindnoten

1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal met het registratienummer 210700499, van de Arbeidsinspectie kantoor Arnhem, gedateerd 23 juli 2008 en opgemaakt door H. Zeemen, inspecteur van de Arbeidsinspectie.

2 Stamproces-verbaal, pagina 1 en 3

3 Stamproces-verbaal, pagina 3, 4, 5, 6

4 Bijlage 11

5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [medewerker A] bij de rechter-commissaris op 4 maart 2010, pagina 2 en 3 6 Uittreksel justitiële documentatie d.d. 22 oktober 2010


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature