Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Verdachte is ter zake van - kort gezegd - in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke werkstraf van 140 uren.

Het beroep op rechtsdwaling is afgewezen.

Uitspraak



Parketnummer: 24-002304-09

Parketnummer eerste aanleg: 18-673032-07

Arrest van 12 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 4 september 2009 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren op [1957] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats], [adres],

verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R.H. Baas, advocaat te Groningen.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.

Gebruik van het rechtsmiddel

De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

De vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 140 uren subsidiair 70 dagen vervangende hechtenis waarvan 40 uren subsidiair 20 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

De beslissing op het hoger beroep

Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:

hij in of omstreeks de periode 31 maart 2003 t/m 1 mei 2005 te [pleegplaats], gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, op verschillende tijdstippen (telkens) in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de in artikel 25 van de Werkloosheidswet (WW) gestelde verplichting om aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mede te delen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering krachtens de WW, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk nagelaten om alle door hem (in genoemde periode) genoten inkomsten en/of (als zelfstandige) verrichtte arbeid, mee te delen aan het UWV.

Bewezenverklaring

Het hof acht bewezen dat:

hij in de periode 31 maart 2003 t/m 1 mei 2005 in Nederland, op verschillende tijdstippen (telkens) in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift

opgelegde verplichting, te weten de in artikel 25 van de Werkloosheidswet (WW)

gestelde verplichting om aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

(UWV) onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mede te

delen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed

kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op

uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de

uitkering dat aan de werknemer wordt betaald, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering krachtens de WW, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk nagelaten om alle door hem (in genoemde periode) genoten inkomsten en (als zelfstandige) verrichte arbeid, mee te delen aan het UWV.

Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.

Kwalificatie

Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:

in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid

Het hof verstaat dat ter zitting door en namens verdachte is aangevoerd dat verdachte dient te worden ontslagen van rechtsvervolging, omdat er bij hem sprake was van rechtsdwaling. Verdachte heeft voordat hij daadwerkelijk een onderneming startte contact gezocht en gehad met het UWV. Tijdens en na dit (eenmalige) gesprek heeft het UWV verdachte onvoldoende voorgelicht over de noodzaak om (uit eigen beweging) bij het UWV melding te maken van (onder meer) gewerkte uren als zelfstandige. Verdachte heeft voorts bij het CWI gemeld dat hij een eigen onderneming had en heeft omtrent het voeren van een zelfstandige onderneming tijdens een WW-uitkering informatie ingewonnen bij zijn adviseur van het outplacementbureau Carriëre Switch. Deze adviseur heeft hem geadviseerd de door hem als zelfstandige gewerkte uren niet op te geven bij de uitkerende instantie, het UWV, aldus verdachte.

Het hof verwerpt dit verweer.

Het verweer mist feitelijke grondslag voor zover verdachte aanvoert dat het UWV hem tijdens een (eenmalige) contact onvoldoende heeft voorgelicht over de noodzaak om (uit eigen beweging) bij het UWV melding te maken van (onder meer) gewerkte uren als zelfstandige. Enerzijds omdat uit gespreksaantekeningen van de betreffende UWV-medewerker blijkt dat aan verdachte "uitleg is gegeven over werken als zelfstandige tijdens de WW" en anderzijds omdat verdachte zelf ter zitting van het hof heeft aangegeven te denken dat tijdens dit gesprek zijn rechten en plichten tijdens de WW-uitkering zijn besproken. Dat verdachte door het UWV onjuist of onvolledig zou zijn voorgelicht is niet aannemelijk geworden.

Het verweer mist voorts feitelijke grondslag voor zover verdachte het beroep op rechtsdwaling baseert op het advies van het (particuliere) outplacementbureau Carriëre Switch nu de betreffende adviseur tegenover verbalisant [verbalisant] heeft ontkend ooit een dergelijk advies te hebben gegeven. Verdachtes bewering van het tegendeel is niet aannemelijk geworden.

Voor het overige en voor het geval het hof had vastgesteld dat voormeld outplacementbureau het door verdachte gestelde advies wel had gegeven, overweegt het hof als volgt.

Voor een geslaagd beroep op rechtsdwaling is vereist dat aannemelijk is dat de verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging, in dit geval - kort gezegd - het (opzettelijk) nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de uitkerende instantie, het UWV. Om hierop met succes een beroep te kunnen doen, rust op de betrokkene een zekere inspanningsverplichting. De betrokkene dient zich bij de juiste instantie in afdoende mate van de juiste stand van zaken met betrekking tot de werking van de toepasbare regelgeving en de daaruit voor hem voortvloeiende plichten op de hoogte te stellen. De enkele omstandigheid dat verdachte op enig moment bij het CWI heeft gemeld dat hij een eigen onderneming had, is onvoldoende om zich met vrucht op rechtsdwaling te kunnen beroepen. Verder is voor een te honoreren beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling waarbij wordt verwezen naar ingewonnen informatie, vereist dat die informatie afkomstig is van een persoon of instantie aan wie een zodanig gezag valt toe te kennen dat de verdachte in redelijkheid op de deugdelijkheid daarvan mocht vertrouwen. Niet aannemelijk is geworden dat verdachtes informatiebron, te weten een adviseur van een (particulier) outplacementbureau, aan dit vereiste voldoet zodat het beroep ook in zoverre moet worden verworpen.

Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden ook overigens niet aanwezig geacht.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft in de periode van 31 maart 2003 tot en met 1 mei 2005 opzettelijk nagelaten gegevens te verstrekken die van belang waren voor het vaststellen van zijn recht op een werkloosheidsuitkering. In genoemde periode heeft verdachte als zelfstandige gewerkt en heeft hij uit die werkzaamheden inkomsten genoten. Door deze relevante gegevens aan het UWV te onthouden heeft verdachte het UWV de mogelijkheid ontnomen om volledig inzicht te krijgen in feiten en omstandigheden die van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die uitkering. Hem is dientengevolge een hoger bedrag aan uitkering betaald dan waarop hij recht had. Verdachte heeft daarvan geprofiteerd. Hierdoor is het UWV benadeeld voor een brutobedrag van € 28.455,05. Door dergelijke feiten wordt het stelsel van sociale zekerheidsuitkeringen ernstig ondermijnd. Dit stelsel is immers mede gebaseerd op het vertrouwen dat rechthebbenden zelf hun verantwoordelijkheid nemen door tijdig melding te maken van relevante gegevens. Het hof vat een dergelijk misbruik van voorzieningen dan ook zwaar op.

Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking genomen de door de advocaat-generaal gehanteerde Richtlijn voor strafvordering sociale zekerheidsfraude (2006R002), is de door de eerste rechter opgelegde werkstraf voor de duur van 140 uren in beginsel een passende en een gerechtvaardigde sanctie.

Gelet echter op de omstandigheid dat verdachte inmiddels al 2,5 jaar het benadelingsbedrag van € 28.455,05 in maandelijkse termijnen van € 465,00 terugbetaalt en gelet op het tijdsverloop en op het feit dat hij blijkens het hem betreffende Uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 16 juli 2010 niet eerder is veroordeeld ter zake van een strafbaar feit, zal het hof voormelde werkstraf geheel voorwaardelijk opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 227b van het Wetboek van Strafrecht , zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

De uitspraak

HET HOF,

RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:

vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:

verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;

veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdveertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zeventig dagen zal worden toegepast;

beveelt dat de werkstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature