Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Het uwv heeft de werkgever een loonsanctie opgelegd omdat deze te weinig voortvarend heeft opgetreden bij de re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer. De werkgever heeft zich op het standpunt gesteld dat de tragere voortgang hem niet kan worden verweten gelet op de persoonskenmerken van de werknemer.

De rechtbank heeft geoordeeld dat terecht een loonsanctie is opgelegd, nu de werkgever ook ten aanzien van betrokken derden niet voortvarend heeft gehandeld.

Uitspraak



RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 09 - 3740 WIA

uitspraak van de meervoudige kamer van 2 juli 2010

in de zaak van:

Kunstdrukkerij Mercurius B.V.,

gevestigd te Zaandam,

eiseres,

tegen:

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 6 februari 2009 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat de aan eiseres opgelegde verplichting het loon van haar werknemer [belanghebbende] (hierna: betrokkene) 52 weken door te betalen niet wordt bekort.

Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 17 maart 2009 bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 7 juli 2009 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 24 juli 2009 beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

Het beroep is behandeld ter zitting van 21 mei 2010, alwaar eiseres is verschenen bij [namen] en verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door M. van der Feer.

2. Overwegingen

2.1 Betrokkene is sinds 18 oktober 1999 in dienst bij eiseres, als medewerker afwerking, voor 36 uur per week. Zij is op 16 februari 2007 uitgevallen met klachten aan haar linkerarm.

2.2 De bedrijfsarts heeft eiseres in februari 2008 gemeld dat er blijvende beperkingen zijn bij betrokkene en heeft geadviseerd een arbeidsdeskundige in te schakelen. Eiseres en betrokkene hebben de situatie besproken op 12 februari 2008. In dit gesprek zijn zij tot de conclusie gekomen dat binnen het bedrijf van eiseres geen mogelijkheden zijn en aan betrokkene is voorgelegd een outplacementtraject te volgen. Op 4 april 2008 heeft betrokkene eiseres laten weten geen gebruik te willen maken van de outplacementregeling.

2.3 Op 6 augustus 2008 heeft arbeidsdeskundige Brouwer (op basis van dossierstudie en overleg met de bedrijfsarts (op 25 april 2008 en 29 juni 2008) en gesprekken met betrokkene en eiseres (op 30 juni 2008)) gerapporteerd dat betrokkene niet meer geschikt is voor het eigen werk, maar wel arbeidsmogelijkheden heeft buiten de eigen organisatie en dat zo spoedig mogelijk een re-integratiebureau ingeschakeld zou moeten worden. Betrokkene is op 10 november 2008 is aangemeld voor dit zogeheten tweede spoor traject, waarna op 20 januari 2009 daadwerkelijk met dat traject is gestart.

2.4 Het bestreden besluit berust – kort samengevat – op het standpunt dat eiseres te veel tijd verloren heeft laten gaan tussen het moment waarop duidelijk was dat betrokkene haar eigen werk niet meer kon verrichten en de daadwerkelijke start van het tweede spoor traject.

2.5 Eiseres heeft aangevoerd dat zij wel degelijk op uitgebreide schaal aan de re-integratieverplichtingen heeft voldaan. Eiseres heeft er daarbij op gewezen dat reeds vanaf februari 2008 getracht is tot een outplacementtraject te komen, maar dat betrokkene eerst van de noodzaak daarvan overtuigd moest worden. Daarbij speelt een belangrijke rol dat communicatie met betrokkene – die inmiddels een WSW-indicatie heeft - moeizaam verloopt, hetgeen overigens niet aan betrokkene kan worden verweten. Verder stelt eiseres zich op het standpunt dat zij als werkgever zorgvuldig moet handelen tegenover haar werknemers, wat in het geval van deze werknemer inhield dat er in kleine stappen moest worden gewerkt.

2.6 De rechtbank overweegt als volgt.

2.7 Artikel 25, negende lid, WIA bepaalt dat indien bij de behandeling van de WIA- aanvraag, en de beoordeling, bedoeld in artikel 65 blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet of niet volledig nakomt of onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht heeft op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet , opdat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de bedoelde verplichtingen of re-integratie-inspanningen kan herstellen. Het tijdvak bedoeld in de eerste zin, is ten hoogste 52 weken.

2.8 Ingevolge artikel 65 WIA, voor zover hier van belang, beoordeelt het UWV of de werkgever en de verzekerde in redelijkheid hebben kunnen komen tot de re-integratie-inspanningen, die zijn verricht.

2.9 Artikel 7:658a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) luidt sinds 1 januari 2004 als volgt:

“De werkgever bevordert ten aanzien van de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, de inschakeling in de arbeid in zijn bedrijf. Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en in het bedrijf van de werkgever geen andere passende arbeid voorhanden is, bevordert de werkgever, gedurende het tijdvak waarin de werknemer jegens hem recht op loon heeft op grond van artikel 629, artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen , de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever.”

2.10 In de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar (Regeling van 25 maart 2002, Stcrt. 2002, 60, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 16 december 2005, Stcrt. 2005, 249; hierna: de Regeling procesgang) zijn nadere regels gesteld voor de toepassing van artikel 25, negende lid, WIA . Het gaat daarbij met name om verplichtingen van procedureel- administratieve aard.

2.11 In de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (Besluit van 3 december 2002, Stcrt. 2002, 236, gewijzigd bij Besluit van 17 oktober 2006, Stcrt. 2006, 224, hierna: de Beleidsregels) heeft het Uwv een inhoudelijk kader neergelegd voor de beoordeling van de vraag of werkgever en werknemer in redelijkheid konden komen tot de re-integratie-inspanningen die zijn verricht.

2.12 Volgens de Beleidsregels staat bij de beoordeling het bereikte resultaat voorop. Als een bevredigend resultaat is bereikt, is volgens het beoordelingskader voldaan aan de wettelijke eis dat werkgever en werknemer in redelijkheid konden komen tot de re-integratie-inspanningen die zijn verricht. Van een bevredigend resultaat is sprake als gekomen is tot een (gedeeltelijke) werkhervatting, die aansluit bij de resterende functionele mogelijkheden van de werknemer. Indien verweerder het resultaat niet bevredigend acht, zal volgens de Beleidsregels bij de beoordeling worden ingezoomd op datgene wat door de werkgever en werknemer daadwerkelijk ondernomen is. Indien er geen bevredigend re-integratieresultaat bereikt is, maar verweerder de inspanningen van de werkgever op basis van het beoordelingskader wel voldoende acht, wordt geen loonsanctie opgelegd. Dat is evenmin het geval als het Uwv de re-integratie-inspanningen weliswaar onvoldoende acht, maar tot het oordeel komt dat de werkgever daarvoor een deugdelijke grond heeft. Van werkgever en werknemer worden geen re-integratie-inspanningen meer verlangd wanneer de werknemer geen mogelijkheden meer heeft tot het verrichten van arbeid in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever.

2.13 Het besluit tot oplegging van de in geding zijnde loonsanctie is een door verweerder ambtshalve genomen besluit met een voor eiseres belastend karakter. Gelet daarop – en mede in aanmerking genomen de Beleidsregels – is het aan verweerder om aannemelijk te maken dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, en daarbij te beoordelen of dit zonder deugdelijke grond is geschied. Uit artikel 65 WIA volgt dat het bij de beoordeling van de re- integratie-inspanningen gaat om de vraag of de werkgever daartoe in redelijkheid heeft kunnen komen. Verweerder dient zijn besluit in dit verband deugdelijk te motiveren en zal zich daarbij moeten houden aan de uitgangspunten van de Regeling procesgang en het beoordelingskader van de Beleidsregels. Bovenstaande eisen gaan niet zover dat verweerder de concreet door eiseres te nemen stappen ten aanzien van de re-integratie van betrokkene moet formuleren. De concrete invulling van de re-integratie is een taak van eiseres als werkgever. Dat laat echter onverlet dat het bepaalde in artikel 25, negende lid, WIA meebrengt dat de door verweerder bij het besluit tot oplegging van de loonsanctie gegeven motivering zodanig concreet dient te zijn, dat het de werkgever op basis daarvan voldoende duidelijk kan zijn waaruit zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie-inspanningen bestaat. Immers, alleen dan zal de werkgever overeenkomstig artikel 25, negende lid, WIA in de gelegenheid zijn om die tekortkoming te herstellen.

2.14 Uit de stukken komt naar voren dat voor eiseres in elk geval in februari 2008 duidelijk was dat betrokkene niet meer in het eigen werk zou kunnen functioneren en waarschijnlijk ook niet meer binnen het bedrijf van eiseres. Een onderzoek door de arbeidsdeskundige vindt echter eerst eind juni 2008 plaats en pas op 6 augustus 2008 is daarover aan eiseres gerapporteerd. Eiseres verstrekt vervolgens op 26 september 2008 opdracht aan Grafimedia om een re-integratiebureau in te schakelen, hetgeen op 11 november 2008 gebeurt. De daadwerkelijke start van het tweede spoor is 20 januari 2009.

2.15 Vastgesteld moet worden dat er bijna één jaar verstreken is tussen het moment waarop het voor eiseres duidelijk werd dat het tweede spoor zou moeten worden gevolgd en de daadwerkelijke start daarvan.

2.16 De omstandigheid dat eiseres als werkgever zorgvuldig dient te handelen tegenover haar werknemers, waardoor eiseres het in geval van betrokkene aangewezen achtte met de nodige voorzichtigheid te opereren, neemt niet weg dat de wet in het kader van re-integratie voortvarendheid eist van de werkgever. Aan die voortvarendheid heeft het eiseres ontbroken.

2.17 Ook de omstandigheid dat eiseres gebruik maakt van een intermediair voor het inschakelen van het re-integratiebureau betekent niet dat eiseres niet verantwoordelijk blijft voor de voortgang van de re-integratie. De rechtbank wijst er in dat verband op dat van eiseres mocht worden verwacht dat zij er op toe zou zien dat de door haar ingeschakelde arbeidsdeskundige op korte termijn zou rapporteren alsmede dat de intermediair en het re-integratiebureau de start van het tweede spoor voortvarend ter hand zouden nemen

2.18 Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat eiseres onvoldoende re-integratieactiviteiten heeft verricht en daarvoor geen deugdelijke grond had. Verweerder heeft de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting dan ook op goede gronden gehandhaafd.

2.19 Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De rechtbank:

verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Mateman, voorzitter van de meervoudige kamer, en mrs. W.J.A.M. van Brussel en A.T.B. de Vries, rechters, en op 2 juli 2010 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier.

afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature