Uitspraak
RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 08/2590
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 17 juni 2010
inzake
Stichting [X], gevestigd te [Z], eiseres,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost Brabant, kantoor ‘s-Hertogenbosch, verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft bij beschikking van 18 december 2007 het verzoek van eiseres om te worden aangemerkt als Algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) afgewezen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 april 2008 de beschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 29 mei 2008, ontvangen bij de rechtbank op 30 mei 2008, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
De zaak is in behandeling genomen door de enkelvoudige kamer.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 april 2009 te Arnhem. Namens eiseres zijn daar de bestuursleden prof. dr. [A] (voorzitter) en [B] (abt) verschenen, bijgestaan door de gemachtigden mr. [gemachtigde] en [C]. Namens verweerder zijn verschenen drs. [gemachtigde], [D] en [E].
Namens eiseres en verweerder zijn ter zitting pleitnota’s voorgedragen. Exemplaren daarvan zijn overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
Ter zitting is het onderzoek geschorst en heeft de rechtbank verweerder verzocht om te reageren op het standpunt van eiseres met betrekking tot het convenant tussen het CIO (Het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken) en de belastingdienst, alsmede de groepsbeschikking gericht aan de Bisschoppenconferentie van de Rooms-Katholieke Kerkprovincie te Utrecht met dagtekening 30 november 2007.
Bij brief van 5 juni 2009 heeft verweerder hierop gereageerd. Eiseres heeft hierop gereageerd in haar brief van 4 augustus 2009. Vervolgens hebben partijen bij brieven van 10 september 2009, 20 oktober 2009, 14 januari 2010, 18 januari 2010, 22 januari 2010, 31 maart 2010 en 8 april 2010 nadere stukken toegestuurd en/of op elkaars stukken gereageerd. Afschriften van deze stukken zijn door de rechtbank aan de wederpartij toegezonden.
De zaak is door de enkelvoudige kamer verwezen naar de meervoudige kamer en voortgezet in de stand waarin zij zich op dat moment bevond.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 mei 2010 te Arnhem. Namens eiseres zijn daar de bestuursleden prof. dr. [A] (voorzitter) en [B] (abt) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde mr. [gemachtigde] en tot bijstand vergezeld van mr. drs. [F], [G], [H] en mr. [I] (als juridisch stafmedewerker werkzaam bij de Konferentie Nederlandse Religieuzen (knr)). Namens verweerder zijn verschenen [J], [D] en [E].
Namens eiseres en verweerder zijn ter zitting pleitnota’s voorgedragen. Exemplaren daarvan zijn overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
2.1 Van 1945 tot en met 1952 hebben monniken Kasteel [K] als klooster bewoond en van daaruit de [L] (hierna: [L]) gebouwd. Toen zij naar de abdij verhuisden is het kasteel verbouwd tot een bewoonbaar gastenverblijf. Het was aanvankelijk bestemd voor familieleden, vrienden en sympatisanten van de monniken, voor wie in de abdij geen plaats was. Al snel verbreedde het gastenpubliek zich waardoor het gastenverblijf een meer open en oecumenische ontmoetingsplaats is geworden. De exploitatie van het gastenverblijf is in 1989 ondergebracht in een eigen stichting, dit is eiseres (zie bijlage 10 bij het beroepschrift).
2.2 Eiseres is bij notariële akte van 29 juni 1989 opgericht. In de statuten van eiseres is onder meer het volgende vermeld:
‘ (…)
Artikel 2.
De stichting heeft ten doel op het Kasteel [K], gelegen in de gemeente [Z], in samenwerking met de “[L]”, een gastenhuis in stand te houden als een oord van geestelijke bezinning en tevens om besprekingen te houden omtrent godsdienstige en sociale problemen in beperkte kring.
Het bestuur is echter steeds bevoegd in de plaats van het Kasteel [K] een andere plaats aan te wijzen. (…)’
Artikel 3.
1. Het bestuur bestaat uit tenminste een persoon.
2. (…)
3. (…)
4. Een monnik van de [L] en bij voorkeur de abt van die abdij maakt steeds deel uit van het bestuur.
5. (…)
6. Elke benoeming en herbenoeming tot bestuurslid dient door de abt van de stichting “[M]”, gevestigd te [Z], te worden goedgekeurd. Genoemde abt kan de goedkeuring slechts weigeren indien hij de overtuiging heeft, dat het nieuwe bestuurslid zich niet zal gedragen overeenkomstig het doel van de stichting, danwel anderszins niet de waarborg in zich draagt, dit te doen in het geestelijk en godsdienstig kader, zoals dat door de abdij wordt uitgedragen.
7. De abt kan om dezelfde reden elk bestuurslid ten allen tijde ontheffen van het bestuurslidmaatschap, (…)
8. Bij langere ontstentenis van genoemde abt wordt hij vervangen door diens canoniekrechtelijke plaatsvervanger.
9. Mochten door welke omstandigheden ook alle bestuursleden ontbreken, dan zal de benoeming van een nieuw bestuur door de Bisschop van het Aartsbisdom Utrecht geschieden.
10. (…)’
Artikel 9.
1. (…)
2. Bij liquidatie van de stichting komt het voordelig saldo ten goede aan voornoemde stichting: “[M]”. (…)’
2.3 Bij notariële akte van 3 augustus 2009 zijn de statuten van eiseres gewijzigd. Artikel 3, zesde lid, van de statuten luidt nu als volgt:
Elke benoeming en herbenoeming tot bestuurslid dient door de abt van de [L], gevestigd te [Z], te worden goedgekeurd. Genoemde abt kan de goedkeuring slechts weigeren indien hij de overtuiging heeft, dat het nieuwe bestuurslid zich niet zal gedragen overeenkomstig het doel van de stichting, danwel anderszins niet de waarborg in zich draagt, dit te doen in het geestelijk en godsdienstig beeld, zoals dat door de abdij wordt uitgedragen.
2.4 En het tweede lid van artikel 9 luidt nu als volgt:
Bij liquidatie van de stichting komt het voordelig saldo ten goede aan de [L], gevestigd te [Z], zoals bedoeld in artikel 41a lid 1 letter h van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 .
2.5 Ook is aan de statuten artikel 10 toegevoegd. Hierin is vermeld:
1. De stichting heeft geen winstoogmerk, zoals bedoeld in artikel 41a lid 1 letter a van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001.
2. Noch een natuurlijk persoon, noch een rechtspersoon kan over het vermogen van de stichting beschikken als ware het zijn eigen vermogen, een en ander zoals bedoeld in artikel 41a lid 1 letter c van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 .
2.6 Eiseres huurt Kasteel [K] van de Dienst Domeinen Onroerende Zaken (per 1 juli 2009, Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB)) (hierna: Domeinen). Domeinen heeft het kasteel in eigendom.
2.7 De Stichting [N] (hierna: Stichting [N]), heeft hetzelfde bestuur als eiseres. Stichting [N] is er met name voor om te zorgen dat de tekorten van eiseres aangevuld worden, de overschotten opgevangen worden, alsmede om legaten en andere donaties voor eiseres te ontvangen. Ook de Stichting [O] heeft hetzelfde bestuur als eiseres. Deze stichting betaalt onder meer de reis- en verblijfkosten van de twee priesters die de verantwoordelijkheid voor de pastorale verzorging van de gasten dragen. Tot slot is de Stichting [P] nog van belang. Het bestuur van deze stichting bestaat uit andere leden dan het bestuur van eiseres. Deze stichting maakt het mogelijk om te voorzien in de verblijfskosten van behoeftige gasten.
2.8 Op www.kasteel[K].nl is vermeld dat het gastenhuis geen hotel, geen pension of restaurant is. Verder is hierover onder meer het volgende vermeld:
‘ (…)
Kasteel [K] is het Gastenhuis van de Benedictijner [L], die op twintig minuten loopafstand ligt. Het kasteel staat echter gastvrij open voor mensen van alle gezindten,
voor alleenstaanden en echtparen,
voor jongeren en ouderen,
voor mensen die na een moeilijke periode weer tot zichzelf willen komen,
voor mensen die in een rustige omgeving wetenschappelijke arbeid willen verrichten,
voor mensen die in de stilte van de natuur wat willen mediteren, of lezen, of wandelen,
voor mensen die lichamelijk en geestelijk zelfredzaam zijn.
Kortom, voor iedereen die verlangt naar rust en goede zorg.
De gasten van Kasteel [K] selecteren zichzelf. Ze zijn allen gesteld op rust en stilte. De informele manier van omgaan met elkaar biedt net zoveel ruimte voor kontakt of privacy als ieder dat zelf wenst.
De leiding van het kasteel is door de monniken in handen gelegd van leken, die op vrijwillige en part-time basis er voor zorgen dat uw verblijf op het kasteel zo aangenaam mogelijk is.
De dag indeling biedt u op vaste tijden ontbijt, koffie, diner, thee, souper, koffie, en - als je wilt - een drankje. Daarbij ontmoeten gasten elkaar en ontstaan makkelijk contacten met huisgenoten. Ontbijt en souper zijn eenvoudig en degelijk, maar aan het diner wordt bijzonder veel aandacht besteed. Dat is, naar de mening van onze gasten, elke dag weer "meer dan voortreffelijk".
Voor dit alles wordt u een dagprijs in rekening gebracht die praktisch gelijk is aan de kostprijs: afhankelijk van de kamer betaalt u voor logies en volledig pension een bedrag vanaf € 51,- per dag.
(…)
Hoe u uw dagen op Kasteel [K] doorbrengt is geheel uw eigen zaak.
Als gast van de abdij bent u uiteraard ten aller tijde welkom bij de diensten in de abdijkerk en de dag indeling van het kasteel is daarop afgesteld.
De rust van huis en omgeving bieden alle gelegenheid om ongestoord te lezen, te studeren of schrijfwerk te verrichten.
Park en tuin rond het kasteel bieden zitjes om buiten te verpozen.
De natuur in de omgeving nodigt uit tot wandelen of fietsen (fietsen zijn te huur).
Gezamenlijke maaltijden en koffie-en-thee pauzes bieden evenzovele gelegenheden tot kontakt van gasten met elkaar.
Zoals gezegd, u bent van harte welkom bij de vieringen in de abdijkerk en u kunt ook deelnemen aan meditatie bijeenkomsten in ruimtes bij de abdij.
Enkele dagen per week (Woensdag, Donderdag, Vrijdag) is in het kasteel een pastor beschikbaar voor gasten die behoefte hebben aan gesprek. Deze verzorgt ook wekelijks een Eucharistieviering in de sfeervolle kapel in het kasteel (meestal op Donderdag om 19.00 uur).
Kortom, ieder kan de tijd zelf vullen zoals hij of zij dat verkiest.
(…)
Als gastenhuis bij de Benedictijner [L] proberen wij de traditie van gastvrijheid, zo eigen aan de kloosters die de Regel van Benedictus volgen, levend te houden. Wij brengen onze gasten derhalve een dagprijs in rekening die praktisch gelijk is aan de kostprijs. De prijzen zijn gebaseerd op volpension, inclusief koffie en thee, die drie maal per dag, buiten de maaltijden, worden geserveerd.
De basis prijs voor accommodatie en volpension is € 55,- per persoon per dag. Het minimum verblijf is 3 dagen en 3 nachten. Hebt U voorkeur voor een speciale kamer, dan zijn een aantal toeslagen van toepassing.
(…)
Nu is de [K] het gastenhuis van de nabijliggende [L], waar de monniken leven volgens de regel van St. Benedictus.
Als gast van het klooster wordt verwacht dat ook u (min of meer) volgens die regel leeft.
Dat uit zich bijvoorbeeld in de dagorde van het kasteel, die aangepast is aan de diensten in de abdij.
Er wordt verder verwacht dat u met bepaalde dingen rekening houdt. Wij stellen het op prijs:
dat u zich kleedt op een manier die acceptabel is voor een klooster gastenhuis (geen shorts of topjes);
dat u, indien mogelijk, zelf uw bed op maakt;
dat u om 23 uur naar uw eigen kamer gaat, zodat er afgesloten kan worden en er rust in huis is;
dat u geen enkel elektrisch apparaat gebruikt op uw kamer en dat u er ook geen kaarsen opsteekt - dat alles natuurlijk vanwege het brandgevaar;
dat u nergens in het kasteel rookt;
dat u uw auto niet op het kasteelplein laat staan, maar parkeert op het aangegeven parkeerterrein van Staatsbosbeheer;
dat u geen huisdieren meebrengt;
dat u lichamelijk en geestelijk zelfredzaam bent.
(…)’
2.9 Over de relatie tussen eiseres en de abdij is op www.[L].nl het volgende te vinden:
‘ (…)
Gastvrijheid
In zijn Regel heeft Benedictus een apart hoofdstuk opgenomen over "hoe men de
gasten moet ontvangen". En hij begint zijn uiteenzetting met deze woorden:
"Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf,
want Hij zal eens zeggen: «Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen»
Aan ieder wordt de eer bewezen die men hem verschuldigd is, maar heel in het
bijzonder aan de geloofsgenoten en aan de vreemdelingen."
De abdij heeft twee gastverblijven.
Mannen die enkele dagen bezinning zoeken kunnen in het klooster zelf terecht. Ons tweede gastenhuis is [b]. Daar ontvangen wij groepen.
Voor hen die rust zoeken in de nabijheid van de abdij is er Kasteel [K]. (…)
2.10 En over de dagindeling:
‘ (…)
Een monnikenleven van uur tot uur
5.45 u. Opstaan
6.15 Lezingendienst
6.45 Ontbijt; meditatie en persoonlijk gebed
7.30 Morgengebed
8.15 Geestelijke lezing
9.30 Eucharistieviering
10.15 Arbeid; studie; vorming
12.15 Middaggebed
12.30 Warme maaltijd
13.00 Gezamenlijke afwas/ontspanning
13.30 Arbeid
17.00 Avondgebed (zondag 16.30; donderdag 17.30)
17.30 Meditatie/gebed; studie; lezing; samenkomst van de gemeenschap
19.00 Avondmaaltijd
19.30 Gezamenlijke afwas/ontspanning
20.30 Dagsluiting
Nachtstilte
De kapel is de hele dag open.
Al onze gebedsdiensten zijn voor iedereen toegankelijk. (…)’
2.11 Als bijlage 3 bij het nadere stuk van eiseres van 4 augustus 2009 is een uitwerking van een participatie-opdracht van 10 december 2007 van [a] gevoegd in het kader van het college “Inleiding Spiritualiteit”. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
‘ (…) Al jaren logeer ik met een zekere regelmaat op kasteel [K] in [Z]. Niet alleen vanwege de prachtige natuur, maar omdat dit gastenhuis de mogelijkheid biedt tot bezinning te komen, al of niet samen met andere gasten; dit gastenhuis mist namelijk alles aan vermaak waaraan de moderne toerist geacht wordt behoefte te hebben: achtergrondmuziek, aan à la carte restaurant, een bar, op de kamers radio, tv, minibar en telefoon, enz. Maar alles wat een mens werkelijk nodig heeft voor een goed verblijf en om tot zichzelf te komen is er wel, tot in de puntjes verzorgd. En bovendien zijn er twee geestelijken als pastor aan het gastenhuis verbonden.
De tijden van de maaltijden, koffie en thee zijn afgestemd op de gebedstijden van de nabijgelegen [L], zodat de gasten daaraan kunnen deelnemen. Het kasteel heet dan ook niet gastenhuis om het te onderscheiden van de doorsnee horecavoorzieningen, maar omdat het verbonden is aan de abdij: het is het gastenhuis van de Benedictijner monniken die de [L] bevolken. Alles aan de gang van zaken in het kasteel ademt dan ook de Benedictijnse gastvrijheid. (…)’
2.12 De dagindeling van eiseres is zodanig ingericht dat haar gasten in staat zijn de erediensten die in de abdij worden gehouden bij te wonen. Mevrouw [H] heeft ter zitting van de rechtbank van 11 mei 2010 verklaard dat ongeveer 85% van de gasten één of meer keren per dag de diensten in [L] bijwoont. Aan eiseres zijn twee pastors verbonden die dagelijks beschikbaar zijn voor individueel overleg met de gasten. De pastor neemt ook deel aan de gemeenschappelijke maaltijden en het gemeenschappelijke koffie- en theedrinken.
2.13 Tot de gedingstukken behoort een overzicht van het exploitatieresultaat van eiseres over de periode 1979-2007, gedagtekend 2 augustus 2009. In 2007 bedroegen de opbrengsten € 563.565 en de kosten € 561.744. De jaren 2006 en 2005 laten een soortgelijk beeld zien.
2.14 Onder dit overzicht zijn een drietal opmerkingen geplaatst. Opmerking 1 luidt als volgt:
‘ Tot 1988 werden tekorten van het gastenhuis aangevuld door [L]. In 1988 werd de St [N] opgericht. Het startkapitaal bedroeg 98.627 euro, zijnde het totaal aan ontvangen giften sedert de start van het gastenhuis in 1953.’
2.15 Tot de gedingstukken behoort tevens een exploitatierekening van eiseres over het jaar 2008. Hierop zijn onder meer de baten voor de jaren 2008, 2007 en 2006 vermeld. Deze bestaan uit:
2008 2007 2006
Opbrengst gastenverblijf 474.413 439.773 401.196
Opbrengst consumpties 27.258 26.235 20.549
Opbrengst rondleidingen 3.228 4.909 13.877
Opbrengst koetshuis 85.510 74.065 7.900
Opbrengst boekerij 3.810 691 1.692
Opbrengst fietsenverhuur 1.468 1.237 1.442
Opbrengst overige 130 146
Opbrengst verhuur 15.186 16.637 23.183
Rentebaten 2.224 1.230 1.322
2.16 In de toelichting bij de exploitatierekening 2008 is onder meer vermeld dat 2008 is afgesloten met een positief resultaat van € 4.592 na aftrek van kosten en een toevoeging aan voorzieningen.
3. Geschil
In geschil is:
a. of eiseres een ANBI is als bedoeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001; en zo nee,
b. of verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel heeft gehandeld door eiseres niet aan te merken als een ANBI.
Tussen partijen is niet in geschil dat bij de beoordeling of eiseres een ANBI is moet worden uitgegaan van de statuten zoals die na de statutenwijziging van 3 augustus 2009 zijn gaan luiden.
4. Beoordeling van het geschil
Ingevolge artikel 6.33, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: de wet) wordt - voor zover hier van belang - onder instellingen verstaan: door de inspecteur als zodanig aangemerkte kerkelijke, levensbeschouwelijke of het algemeen nut beogende instellingen.
Ingevolge artikel 41a, aanhef en onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: de Uitvoeringsregeling) wordt - voor zover hier van belang – een kerkelijke, levensbeschouwelijke of algemeen nut beogende instelling door de inspecteur aangemerkt als een instelling als bedoeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de wet, indien en zolang uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden blijkt dat de instelling het algemeen belang dient. In onderdeel c van dit artikel is bepaald dat uit de regelgeving van de instelling en de feiten moet blijken dat een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon over het vermogen van de instelling kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat met de invoering van voormelde wettelijke bepalingen geen wijziging van de inhoud van het ANBI-begrip is beoogd. Daarom is voor de beoordeling of sprake is van een ANBI nog steeds de jurisprudentie van voor de invoering van deze bepalingen van belang.
Algemeen nut beogende instellingen zijn instellingen wier doelstelling een werkzaamheid betreft, welke op zichzelf rechtstreeks een algemeen belang raakt. Daartoe behoort niet een instelling die ten doel heeft een werkzaamheid die op zichzelf voorziet in een particulier belang, zoals ontspanning of het gezellige verkeer, waaraan een bepaalde kring van personen behoefte heeft. Dat wordt niet anders als de voorziening in dit belang indirect het algemene nut dient (zie onder meer Hoge Raad 12 oktober 1960, nr. 14 413, BNB 1960/296, LJN AY1355). Bij de vraag of een instelling een algemeen nut beogende instelling is, moet niet slechts worden gelet op de statutaire doelstelling maar ook op hetgeen zij werkelijk nastreeft (Hoge Raad 31 oktober 1979, nr. 19 464, BNB 1979/314, LJN AX2630).
Daarenboven kan een instelling slechts worden aangemerkt als het algemeen nut beogend, indien komt vast te staan dat met de door haar verrichte werkzaamheden het algemeen belang ten minste in gelijke mate als het particulier belang wordt gediend (Hoge Raad 13 juli 1994, nr. 29 936, BNB 1994/280, LJN ZC5717).
De bewijslast terzake rust op eiseres (HR 9 juli 1999, nr. 33 741, BNB 1999/361, LJN AA2805).
Gelet op het hiervoor overwogene dient eiseres aannemelijk te maken dat zij zowel statutair als feitelijk voor tenminste 50 percent het algemeen nut dient. De rechtbank is van oordeel dat eiseres in haar bewijslast is geslaagd. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de doelstelling als verwoord in artikel 2 van de statuten van eiseres het algemeen nut. Het in samenwerking met [L], die is aangemerkt als een ANBI, in stand houden van een gastenhuis als een oord van geestelijke bezinning en tevens om besprekingen te houden omtrent godsdienstige en sociale problemen in beperkte kring, is een werkzaamheid die rechtstreeks het algemeen belang raakt. Het ontvangen van gasten is immers een verplichting die rechtstreeks voortvloeit uit de regels van St. Benedictus volgens welke de monniken van [L] leven, welke regels zijn gebaseerd op het Christelijke geloof (zie hiervoor onder 2.9).
De rechtbank kan het standpunt van verweerder, dat uit de statutaire doelomschrijving volgt dat eiseres zich primair bezighoudt met het in stand houden en exploiteren van een gastenverblijf, dan ook niet volgen. Dat het exploiteren van een gastenverblijf niet een doel op zich is, maar een middel voor de monniken van [L] om gastvrijheid te tonen, blijkt niet alleen uit de hiervoor aangehaalde doelomschrijving maar ook uit artikel 3 van de statuten. Hieruit blijkt dat de monniken van [L] grote invloed hebben op de samenstelling van het bestuur en een monnik (bij voorkeur de abt) daar ook deel vanuit maakt. Dit om het geestelijk en godsdienstig kader, zoals dat in de doelomschrijving is opgenomen en door [L] wordt uitgedragen, te waarborgen (zie het zesde lid van dit artikel). Verder volgt uit de statuten dat van een bedrijfsmatig uitoefenen van een onderneming geen sprake is (zie artikel 9, tweede lid en artikel 10, eerste lid, van de statuten ).
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de manier waarop eiseres haar doel tracht te verwezenlijken, de feitelijke werkzaamheden van eiseres, het algemeen nut dient. Daarbij kan naar het oordeel van de rechtbank het bezoeken van de diensten van [L] niet als een werkzaamheid van eiseres aangemerkt worden. Hetzelfde geldt voor de andere mogelijkheden die de omgeving van het Kasteel [K] biedt, zoals het bezoeken van steden en dorpen in de omgeving en het maken van fiets- en wandeltochten. Het verblijf in het Kasteel [K] kan door de gasten gecombineerd worden met het ondernemen van deze activiteiten, maar deze staan los van de werkzaamheden van eiseres zelf.
Uit hetgeen hiervoor is opgenomen onder 2.8, 2.11 en 2.12 volgt dat de gastvrijheid, zoals neergelegd in de Regels van Benedictus, voorop staat. Van de gasten wordt verwacht dat zij min of meer naar die regel leven. Dit uit zich onder meer in de dagorde, die is aangepast aan de diensten in [L]. Ook is in het gastenverblijf een omgeving en sfeer gecreëerd die hierbij aansluit en is het minimum verblijf drie dagen en drie nachten. Verder brengt eiseres een dagprijs in rekening die min of meer gelijk is aan de kostprijs, zijn de overschotten klein en worden deze opgevangen door Stichting [N], die hetzelfde bestuur heeft als eiseres.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiseres met de werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met het gastenverblijf, invulling geeft aan de doelomschrijving en daarmee dus ook het algemeen nut dient. De omstandigheid dat eiseres ook in de particuliere belangen van de gasten voorziet, zoals ook blijkt uit de door partijen aangehaalde citaten uit het gastenboek, doet hieraan niet af. De werkzaamheden van eiseres raken primair het algemeen belang.
Dit geldt echter niet voor de werkzaamheden van eiseres die niet in rechtstreeks verband staan met het gastenverblijf, zoals de verhuur van fietsen en de exploitatie van het koetshuis. Deze werkzaamheden houden geen verband met de doelomschrijving en dienen primair het particuliere belang van de gasten. Deze activiteiten maken blijkens de exploitatierekening (zie onder 2.15) echter slechts een klein deel (veel minder dan 50 percent) uit van de opbrengsten van eiseres. Nu de rechtbank ook overigens niet is gebleken dat deze activiteiten meer dan 50 percent uitmaken van de totale activiteiten van eiseres, staan deze niet aan de ANBI-status van eiseres in de weg.
Ook onderdeel c van artikel 41a van de Uitvoeringsregeling staat aan de ANBI-status van eiseres niet in de weg. De rechtbank kan verweerder niet volgen in zijn stelling dat uit artikel 3, eerste lid, van de statuten volgt dat een natuurlijk persoon of een rechtspersoon over het vermogen van de eiseres kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen. In de statuten is vermeld dat een monnik (bij voorkeur de abt) in ieder geval deel uitmaakt van het bestuur. Dat deze over het vermogen van eiseres zal beschikken als zijn eigen vermogen acht de rechtbank niet aannemelijk. Ook is van belang dat het bestuur van eiseres thans ook niet uit één lid bestaat en de rechtbank het standpunt van eiseres, dat de beschikkingsmacht over het vermogen van eiseres uiteraard niet de achtergrond is van voormelde bepaling, aannemelijk acht. Tot slot is het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de statuten van belang, waarin uitdrukkelijk naar onderdeel c van artikel 41a van de Uitvoeringsregeling is verwezen.
Nu niet in geschil is dat aan de overige in artikel 41a van de Uitvoeringsregeling genoemde voorwaarden is voldaan, kan eiseres worden aangemerkt als een ANBI.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank vindt aan¬lei¬ding verweerder te veroordelen in de kos¬ten die eiseres in verband met de behande¬ling van het beroep redelij¬kerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 966 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen, 0,5 punt voor het verschijnen op de nadere zitting, met een waarde per punt van € 322 en een wegingsfactor 1).
6. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- herroept de beschikking van 18 december 2007;
- merkt eiseres vanaf 1 januari 2008 aan als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 6.33 van de wet (tekst tot 2010) en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 966;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 288 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door M.C.G.J. van Well voorzitter, mr. A.I. van Amsterdam en mr. M.J.A. Castelijn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M.J. Sangster, griffier.
De griffier, De voorzitter,
Uitgesproken in het openbaar op: 17 juni 2010
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.