Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verdachte veroordeeld tot 8 weken gevangenisstraf voor het openlijk in vereniging geweld plegen. Nu verdachte geen enkel inzicht heeft gegeven in zijn redenen dergelijk geweld toe te passen, noch enig inzicht heeft gegeven in zijn persoonlijke omstandigheden ziet de rechtbank geen enkele reden om af te wijken van de richtlijnen voor een openlijke geweldpleging tegen personen en wordt verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken.

Uitspraak



RECHTBANK ARNHEM

Sector strafrecht

Meervoudige kamer

Promis II

Parketnummer : 05/502593-09 en 05/511142-07 (tul)

Datum zitting : 15 december 2009 en 8 juni 2010

Datum uitspraak : 22 juni 2010

Tegenspraak

In de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Arnhem

tegen:

naam : [verdachte],

geboren op : [geboortedatum] 1980 te Arnhem,

adres : [adres],

plaats : [woonplaats].

Raadsvrouw : mr. M.J.R. Roethof, advocaat te Arnhem.

1. De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 23 november 2008 te Arnhem met een ander of anderen, op

een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek

toegankelijke ruimte, te weten discotheek 'Manhattan', openlijk in vereniging

geweld heeft gepleegd tegen [betrokkene2], welk geweld bestond uit het meermalen,

althans eenmaal, stompen/slaan en/of trappen/schoppen tegen het gezicht/hoofd

en/of het lichaam van die [betrokkene2] en/of het meermalen, althans eenmaal,

met kracht, duwen tegen en/of trekken aan het lichaam van die [betrokkene2];

althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

hij op of omstreeks 23 november 2008 te Arnhem tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, te weten

[betrokkene2], heeft mishandeld, bestaande die mishandeling van die [betrokkene2]

voornoemd uit het meermalen, althans eenmaal, stompen/slaan en/of

trappen/schoppen tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [betrokkene2]

en/of het meermalen, althans eenmaal, met kracht, duwen tegen en/of trekken

aan het lichaam van die [betrokkene2], waardoor voornoemde [betrokkene2] letsel heeft

bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

1a. De vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich een vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 05/511142-07.

2. Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 15 december 2009 voor het eerst ter terechtzitting onderzocht. Daarbij zijn verdachte en zijn raadsvrouw verschenen. De zaak is destijds voor onbepaalde tijd aangehouden voor nader onderzoek. Op 8 juni 2010 is de zaak ter terechtzitting verder onderzocht. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen mr. M.J.R. Roethof, advocaat te Arnhem, die heeft aangegeven bepaaldelijk gemachtigd te zijn.

Ter terechtzitting van 8 juni 2010 zijn de zaken van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.

Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling heeft de officier van justitie gevorderd de tenuitvoerlegging van de werkstraf voor de duur van 60 uren die door de politierechter te Arnhem op 28 september 2007 voorwaardelijk is opgelegd.

De raadsvrouw van verdachte heeft het woord ter verdediging gevoerd.

2a. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Standpunt verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat er ten aanzien van de camerabeelden van de Manhattan ten onrechte geen artikel 126nd-vordering door de officier van justitie is verstrekt. Dit levert een doelbewuste inbreuk en /of grove veronachtzaming van de belangen van verdachte op en daarom dient het openbaar ministerie niet ontvankelijk te worden verklaard.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft niet gereageerd op het standpunt van de verdediging.

Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte niet in zijn belangen is geschaad.

Artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering (Sv.) geeft de officier van justitie de bevoegdheid van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens, te vorderen deze gegevens te verstrekken.

In casu is uit door verbalisanten opgemaakte aanvullende processen-verbaal gebleken dat de camerabeelden van de Manhattan vrijwillig zijn verstrekt aan de politie. Dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld van wie het initiatief tot het afgeven van de camerabeelden uit ging, doet hier niet aan af. Nu de beelden vrijwillig door de Manhattan zijn afgegeven was een vordering tot verstrekken van de gegevens derhalve niet nodig.

Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, mochten er al vormen zijn verzuimd door het niet voorhanden zijn van een vordering als bedoeld in artikel 126nd Sv ., welke vormen niet kunnen worden hersteld, dan acht de rechtbank dit verzuim niet van dien aard dat daarop de sanctie van niet-ontvankelijkheid dan wel bewijsuitsluiting dient te staan, maar dat met constatering daarvan kan worden volstaan.

3. De beslissing inzake het bewijs

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 23 november 2008 werd op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten discotheek 'Manhattan', openlijk in vereniging geweld gepleegd tegen [betrokkene2], welk geweld bestond uit het meermalen stompen, slaan en trappen,schoppen tegen het gezicht/hoofd en het lichaam van die [betrokkene2].

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

Standpunt verdediging

Verdachte ontkent dat hij op 23 november 2008 in de Manhattan was. Hij was die avond bij zijn vriendin en heeft niets te maken met een vechtpartij. De herkenning van de verbalisant is een enkelvoudige herkenning aan de hand van een holistisch beeld. Deze herkenning is te weinig om tot wettig en overtuigend bewijs te komen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Ook medeverdachte [verdachte 24-7-1975] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard de hem bekende [verdachte] niet te hebben gezien. Hij dient derhalve vrijgesproken te worden van het hem tenlastegelegde.

Beoordeling

Verdachte heeft ontkend dat hij op 23 november 2008 in discotheek Manhattan te Arnhem was. Hij heeft dit echter niet nader onderbouwd met bijvoorbeeld een getuigenverklaring van zijn vriendin bij wie hij die avond, volgens eigen zeggen, zou zijn geweest.

Aangever heeft in zijn verklaring de personen die hem hebben mishandeld omschreven, waarbij hij heeft verklaard dat de hem bekende [bekende verdachte] tussen het gevecht met de drie jongens is gekomen. Zij heeft aan de aanvallers gevraagd of zij wilden ophouden, waarna de jongens stopten. Aangever heeft voorts verklaard dat hij van [bekende verdachte] heeft vernomen dat één van de drie aanvallers volgens haar [verdachte] (fonetisch) zou heten. Dit sluit aan bij het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant3] waarin zij verklaart dat gebiedsagent [naam gebiedsagent] bij bestudering van de camerabeelden o.a. [verdachte] voor 100% herkende als een van de drie personen die in de aangifte “daders” worden genoemd .

De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij niet in de Manhattan was derhalve ongeloofwaardig en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan met, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:

hij op 23 november 2008 te Arnhem met anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten discotheek 'Manhattan', openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [betrokkene2], welk geweld bestond uit het meermalen, stompen/slaan en trappen/schoppen tegen het gezicht/hoofd en het lichaam van die [betrokkene2]

Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

‘het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen’

De feiten zijn strafbaar.

5. De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.

6. De motivering van de sanctie(s)

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat er sprake is van een oud feit en heeft de rechtbank gevraagd rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Beoordeling

Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan alsmede met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 28 april 2010 en een voorlichtingsrapport van Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, gedateerd 6 november 2009, betreffende verdachte.

De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.

Verdachte heeft openlijk in vereniging geweld gepleegd in het uitgaanscircuit. Dergelijk gewelddadig gedrag in groepsverband is zeer bedreigend en versterkt de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving en bij de slachtoffers in het bijzonder. Daarnaast kunnen de slachtoffers van dergelijk geweld daarvan nog langdurig psychische klachten ondervinden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan, te meer nu hij in het verleden reeds meerdere malen veroordeeld is voor geweldsmisdrijven.

Verdachte heeft daarnaast geen enkel inzicht gegeven in zijn redenen dergelijk geweld toe te passen noch heeft hij enig inzicht gegeven in zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank heeft daarom geen enkele reden om af te wijken van de oriëntatiepunten straftoemeting van het LOVS, die uitgaan van een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken en komt daarom tot een gevangenisstraf die boven de eis van de officier van justitie uitgaat.

6a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling

Op grond van het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank de feitelijke grondslag van de vordering van de officier van justitie juist.

Zij zal derhalve de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijke werkstraf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem d.d. 28 september 2007.

7. De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14g, 14h, 14i, 14j, 27, 63, 141 van het Wetboek van Strafrecht .

8. De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:

Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot

een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.

Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.

De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 05/511142-07

Gelast de tenuitvoerlegging van de werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem, d.d. 28 september 2007, onder parketnummer 05/511142-07.

Bepaalt dat deze werkstraf binnen 1 (één) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.

De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.

Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.

Stelt deze vervangende hechtenis vast op 30 (dertig) dagen.

Aldus gewezen door mrs. E.J.M. van Engelen (voorzitter), T.P.E.E. van Groeningen en J.F. Beens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y. Rikken, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 juni 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature