Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verzoekers hebben een relatie gehad, waaruit drie minderjarige kinderen zijn geboren. Gezamenlijk gezag is aangetekend in het gezagsregister. Uit artikel 1:247a BW volgt, dat indien een aantekening als bedoeld in artikel 1:252 lid 1 BW is geplaatst en de ouders hun samenleving be ëindigen, zij een ouderschapsplan opstellen als bedoeld in artikel 815 lid 2 van het Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering. Uit de stukken blijkt niet dat verzoekers een ouderschapsplan hebben opgesteld. Nu verzoekers een verzoek hebben ingediend op grond van artikel 1:253a lid 2 BW en zij kennelijk niet aan de verplichting van aritkel 1:247a BW hebben voldaan, moet de rechtbank op grond van artikel 1:253 a lid 3 BW de beslissing op het verzoek ambtshalve aanhouden, totdat verzoekers aan hun verplichting hebben voldaan.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rekestnummer: 284161 / FA RK 10-1660 Hoofdverblijfplaats

284166 / FA RK 10-1661 Zorgregeling

284168 / FA RK 10-1663 Kinderalimentatie

Beschikking van 12 mei 2010

in de zaak van

1. [moeder],

wonende te [woonplaats],

hierna te noemen de moeder,

2. [vader],

wonende te [woonplaats],

hierna te noemen de vader,

verzoekers,

advocaat mr. L.M. Bongers

1. Verloop van de procedure

Verzoekers hebben bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend.

2. Vaststaande feiten

Verzoekers hebben een relatie gehad. Uit deze relatie zijn de navolgende minderjarige kinderen geboren: [minderjarige 1], op [2001] te [geboorteplaats], [minderjarige 2], op [2003] te [geboorteplaats], en [minderjarige 3], op [2006] te [geboorteplaats]. De vader heeft de kinderen erkend. Verzoekers zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.

3. Beoordeling van het verzochte

Blijkens het overgelegde uittreksel uit het gezagsregister is op verzoek van verzoekers conform artikel 1:252 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het gezamenlijk gezag in het register aangetekend. Verzoekers zijn dus gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. Uit artikel 1:247a BW volgt, dat indien een aantekening als bedoeld in artikel 1:252 lid 1 BW is geplaatst en de ouders (lees in deze zaak: verzoekers) hun samenleving beëindigen, zij een ouderschapsplan opstellen als bedoeld in artikel 815 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Uit de stukken blijkt niet dat verzoekers een ouderschapsplan hebben opgesteld. Nu verzoekers een verzoek hebben ingediend op grond van artikel 1:253a lid 2 BW en zij kennelijk niet aan de verplichting van artikel 1:247a BW hebben voldaan (terwijl niet blijkt dat het belang van de kinderen zich verzet tegen aanhouding), moet de rechtbank op grond van artikel 1:253a lid 3 BW de beslissing op het verzoek ambtshalve aanhouden, totdat verzoekers aan hun verplichting hebben voldaan.

4. Beslissing

De rechtbank houdt de beslissing op het verzoek PRO FORMA aan tot 12 augustus 2010 ten einde verzoekers in de gelegenheid te stellen een ouderschapsplan op te stellen en over te leggen.

De advocaat van verzoekers dient de rechtbank voor deze datum te berichten over de stand van zaken.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.A. Gerritse, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. N.E.A. Margadant, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2010.?


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature