Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

onrechtmatige uitlatingen moeten stoppen. Verwijderen en verwijderd houden gewraakte artikelen op internet. Toesturen kopie vonnis aan benaderde instanties.

Uitspraak



RECHTBANK TE ALKMAAR

Sector civiel recht

CVZ/HE

KG nummer: 118292/KG ZA 10-96

datum: 8 april 2010

Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding

in de zaak van:

toev.nr. 4GZ6042

[EISERES],

wonende te Alkmaar,

EISERES IN KORT GEDING,

advocaat mr. G. Kaaij te Alkmaar,

tegen:

[gedaagde 1],

[gedaagde 2],

beiden wonende te Heiloo,

GEDAAGDEN IN KORT GEDING,

in persoon verschenen.

Partijen zullen verder worden genoemd "[eiseres]" respectievelijk "[gedaagden]".

1. HET VERLOOP VAN HET GEDING

Deze zaak is ter terechtzitting van 30 maart 2010 gelijktijdig behandeld met de zaak met zaak- en rolnummer 118153/KG ZA 10-88 aangespannen door [naam 1] tegen [gedaagden], De Volkskrant en [naam 2], mede handelende onder de naam de Kinderombudsman.

[eiseres] heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.

[gedaagden] hebben de vordering bestreden.

Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van [eiseres] de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.

De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.

2. DE UITGANGSPUNTEN

2.1 [eiseres] is de dochter van gedaagde sub 2 en [naam 1].

2.2 [eiseres] is de moeder van vier minderjarige dochters: [kind 1], [kind 2], [kind 3] en [kind 4].

2.3 Gedaagden zijn gehuwd.

2.4 Door gedaagde sub 2 is een 'autobiografie' opgesteld in het kader van een aangifte van seksueel misbruik die [gedaagden] hebben gedaan bij de politie. De aangifte zag op melding van seksueel misbruik van [eiseres] en haar vier dochters, onder meer door haar vader [naam 1].

2.5 Deze 'autobiografie' is door [gedaagden] onder de aandacht van verschillende instanties gebracht. Ook zijn op internet publicaties geplaatst waarbij aandacht werd gevraagd voor het niet adequaat handelen van instanties ten aanzien van het seksueel misbruik van met name de kinderen van [eiseres].

2.6 [eiseres] heeft in 2008 aangifte gedaan van smaad tegen haar moeder, gedaagde sub 2, nadat deze een kopie van de 'biografie' aan haar moeder, de grootmoeder van [eiseres], had doen toekomen. Deze aangifte is uiteindelijk geseponeerd door de officier van justitie, omdat een en ander zich in beperkte kring had afgespeeld.

2.7 Nadat [gedaagden] publicaties op internet, op een weblog van de Volkskrant, hadden geplaatst, heeft [eiseres] hen gesommeerd deze publicaties te verwijderen.

3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [eiseres] vordert - verkort weergegeven - dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden] zal veroordelen:

- om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de artikelen '17 instanties die niets ondernemen tegen het seksueel misbruik van de meisjes [eiseres]' en 'Een van de vele praktijkgevallen waarin het AMK niets doet en de kinderen de dupe zijn' met alle daarbij behorende reacties te verwijderen en verwijderd te houden, in die zin dat zij op geen enkele wijze meer met een zoekopdracht op internet terug te vinden zijn, op straffe van een dwangsom,

- om zich voortaan te onthouden van het doen van uitlatingen en het uiten van beschuldigingen gericht op het seksueel misbruik van en/of door [eiseres] en haar kinderen, in de breedste zin van het woord, op straffe van een dwangsom,

- om een voorschot op schadevergoeding te betalen van [euro] 5.000,-- aan [eiseres],

- tot betaling van de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen,

- om alle door hen benaderde instanties binnen 14 dagen na dit vonnis een kopie van dit vonnis aangetekend toe te sturen met bewijs daarvan aan [eiseres], op straffe van een dwangsom.

3.2 [eiseres] legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Zij stelt dat de verklaringen van [gedaagden] over seksueel misbruik van haarzelf en haar vier kinderen niet op waarheid berusten. Door zich op een dergelijke leugenachtige en kwetsende wijze uit te laten, handelen [gedaagden] onrechtmatig jegens haar en haar kinderen, aldus [eiseres] en tasten zij de eer en goede naam van haarzelf en haar dochters aan. Zij verklaart dat zij door vrienden, kennissen en familie wordt aangesproken over de beschuldigingen die door [gedaagden] zijn geuit, maar ook door bijvoorbeeld de school van de kinderen die ook door [gedaagden] is benaderd in een zoektocht naar het verkrijgen van bevestiging voor hun beschuldigingen. Voorts benadrukt zij dat [gedaagden] na sommatie aanvankelijk de gewraakte artikelen van internet hadden verwijderd /doen verwijderen, maar dat deze vervolgens door hen op een andere internetsite weer zijn teruggeplaatst, zodat zij om die reden belang heeft bij het gevraagde verbod en de gevraagde dwangsombepaling.

3.3 [gedaagden] hebben verweer gevoerd aan de hand van een verweerschrift en een pleitnotitie. Zij hebben onder meer aangevoerd dat zij met hun uitlatingen willen bereiken dat er een lichamelijk en psychologisch onderzoek wordt ingesteld door bijvoorbeeld FORA te Amsterdam naar het seksueel misbruik van de kleinkinderen, hetgeen tot op heden niet heeft plaatsgevonden ondanks alle aanwijzingen die zij in de 'biografie' hebben aangevoerd. Zij hebben aangegeven zich aan de uitkomsten van een dergelijk onderzoek te zullen conformeren, maar dat zolang dit onderzoek niet heeft plaatsgevonden er redenen bestaan om aan te nemen dat het misbruik plaatsvindt en nog altijd doorgaat. Zij hebben benadrukt dat hun meldingen ter zake van het misbruik onvoldoende door verschillende instanties zijn opgepakt, ondanks de duidelijke aanwijzingen die zich in de biografie bevinden. Voorts hebben zij aangegeven dat er inmiddels naar aanleiding van hun artikelen over het falen van de betrokken instanties wel kamervragen zijn gesteld, zodat de politieke discussie over het falen van dergelijke hulpverlenende instanties in ieder geval op gang gekomen is. Tot slot hebben zij verklaard dat zij zorgvuldig hebben gehandeld omdat zij degenen die zich in hun ogen schuldig hebben gemaakt aan dit misbruik niet bij naam en toenaam hebben genoemd en dat zij geen verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor gegevensverstrekking door de politie, het openbaar ministerie en journalisten aan derden zonder hun medeweten en hun toestemming.

3.4 Voor zover voor de beslissing van belang zal op de verschillende standpunten hierna nader worden ingegaan.

4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING

4.1 In deze zaak staan twee maatschappelijk belangen tegenover elkaar. Aan de ene kant het belang dat personen hebben om niet door publicaties blootgesteld te worden aan lichtvaardige verdachtmakingen. Aan de andere kant het belang dat niet, door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, misstanden die de samenleving kunnen raken blijven voortbestaan. Welke van die belangen in dit geval zwaarder dient te wegen, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden. Een van die omstandigheden is de mate waarin de beschuldiging steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.

4.2 De voorzieningenrechter neemt als vaststaand aan dat [gedaagden] de in geding zijnde 'autobiografie' (welke zij naar zij stellen hebben opgesteld op verzoek van de politie ter onderbouwing van hun aangifte van seksueel misbruik van de kleinkinderen) onder de aandacht van allerlei instanties hebben gebracht toen de politie naar hun mening te weinig met hun aangifte deed. Het ging daarbij kennelijk om instanties van wie [gedaagden] verwachten dat deze tenminste invloed van betekenis konden uitoefenen op het alsnog bewerkstelligen van een onderzoek naar het gestelde misbruik, dan wel die ruchtbaarheid konden geven aan het falen van instanties om adequaat in te grijpen. Vast staat verder dat [gedaagden] ook op internet aan een en ander ruchtbaarheid hebben willen geven.

4.3 [eiseres] heeft gemotiveerd weersproken dat de door [gedaagden] geuite beschuldigingen op waarheid berusten. [eiseres] heeft aangevoerd dat deze onterechte beschuldigingen haar de nodige stress opleveren en een ernstige inbreuk maken op haar persoonlijke levenssfeer en die van haar dochters.

4.4 De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Voorop dient te worden gesteld dat de onderhavige "autobiografie" bol staat van de verdachtmakingen en beschuldigingen die op zichzelf en in onderling verband nog niet onrechtmatig zijn. De verdachtmakingen en de beschuldigingen door [gedaagden] vinden evenwel op geen enkele wijze enige steun in (aanvullend) bewijsmateriaal. Elk begin van bewijs ontbreekt. Dit leidt ertoe dat het handelen van [gedaagden] als onrechtmatig jegens [eiseres] (en/of haar kinderen) moet worden aangemerkt. [gedaagden] hebben immers geen vrijbrief om, zonder dat een en ander in voldoende mate op objectieve feiten berust, lukraak uitlatingen als hier in het in geding te doen.

4.5 Het belang van [eiseres] om gevrijwaard te worden van ongefundeerde beschuldigingen waarbij zijzelf en haar dochters als slachtoffer worden aangemerkt, dient zwaarder te wegen dan het belang dat [gedaagden] kennelijk stellen te hebben bij hun uitlatingen.

4.6 Uit het vorenstaande volgt dat de vorderingen van [eiseres] tot het verwijderen en verwijderd houden van artikelen op internet voor toewijzing in aanmerking komt. Ook de vordering tot het zich verder onthouden door [gedaagden] van het doen van dergelijke publicaties wordt toegewezen. Aan [gedaagden] zal een termijn van één week na betekening van het vonnis worden gegund.

4.7 Het geheel van feiten en omstandigheden overziend, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om aan de veroordelingen dwangsommen te verbinden, zij het in gematigde vorm. Tevens zal aan de te verbeuren dwangsommen een maximum verbonden worden.

4.8 De voorzieningenrechter overweegt tenslotte dat [eiseres] in voldoende mate aannemelijk heeft weten te maken dat zij immateriële schade heeft. Daarom is de door haar gevorderde immateriële schadevergoeding in kort geding toewijsbaar tot een bedrag van [euro] 2.500,--, een en ander als voorschot op een eventueel in een bodemprocedure nader vast te stellen bedrag aan schadevergoeding. .

4.9 De gevorderde wettelijke rente over de schadevergoeding vanaf de dag der dagvaarding is niet toewijsbaar. De verplichting tot betaling van de schadevergoeding is er een die eerst bij dit vonnis wordt vastgesteld. Om die reden wordt de hierna te noemen termijn voor nakomen redelijk geacht.

4.10 De vordering om [gedaagden] te verplichten een kopie van dit vonnis onder de aandacht te brengen van alle instanties/personen die zij in verband met hun beschuldigingen benaderd hebben, is slechts toewijsbaar ten aanzien van die instanties waarvan op grond van de stukken voldoende aannemelijk is geworden dat zij door [gedaagden] zijn benaderd. Om die reden is de vordering toewijsbaar als hierna te vermelden.

4.11 [gedaagden] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. De voorzieningenrechter begrijpt de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten aldus, dat [gedaagden] in verzuim komen indien niet tijdig aan de proceskostenveroordeling wordt voldaan. Deze vordering is toewijsbaar op de wijze als hierna te vermelden.

4.12 De gevorderde nakosten worden afgewezen aangezien voor deze kosten een aparte procedure bestaat zoals vermeld in artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

5. DE BESLISSING

De voorzieningenrechter:

- veroordeelt [gedaagden] om binnen één week na betekening van dit vonnis de artikelen "17 instanties die niets ondernemen tegen het seksueel misbruik van de meisjes [eiseres]" en "Eén van de vele praktijkgevallen waarin het AMK niets doet en de kinderen de dupe zijn"met alle daarbij behorende reacties te verwijderen en verwijderd te houden, in zoverre dat deze op geen enkele wijze meer via welke zoekopdracht dan ook op het internet zijn terug te vinden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van [euro] 2.500,-- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden] daarmee na het verstrijken van genoemde termijn in gebreke blijven en/of zulks weigeren, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;

- veroordeelt [gedaagden] om zich voortaan te onthouden van het doen van uitlatingen dan wel het uiten van beschuldigingen gericht op het seksueel misbruik van en/of door [eiseres] en haar kinderen [kind 1], [kind 2], [kind 3] en [kind 4], zulks in de breedste zin van het woord, op straffe van verbeurte van een dwangsom van [euro] 2.500,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden] hiermee in strijd handelen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;

- veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, bij wege van voorschot op vergoeding van de door [eiseres] geleden immateriële schade om aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van [euro] 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;

- veroordeelt [gedaagden] om binnen veertien dagen na dit vonnis een kopie van dit vonnis aangetekend toe te sturen aan:

- AMK Noord-Holland te Alkmaar,

- De Raad voor de Kinderbescherming te Alkmaar,

- Provincie Noord-Holland,

- Zeden politie Noord-Holland Noord te Alkmaar,

- Openbaar Ministerie te Alkmaar,

- Mo-groep, provincie Noord-Holland

- Inspectie voor het Onderwijs

- Inspectie jeugdzorg

- Huisarts van [eiseres] en haar dochters

- GGD Hollands Noorden

- Het SAZ te Haarlem

- de Nationale Ombudsman

- de Vrije School de Sterrenzanger te Oudorp

- de burgemeester van Alkmaar

- de gemeenteraad van Alkmaar

- de Raad van Toezicht van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

- Peter R. de Vries

en bewijs van aangetekende verzending aan [eiseres] te leveren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van [euro] 2.500,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij hiermee na het verstrijken van genoemde termijn en betekening van het vonnis in gebreke zullen blijven, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;

- veroordeelt [gedaagden] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op [euro] 401,93 aan verschotten en op [euro] 816,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, welke bedragen [gedaagden] dienen te voldoen aan de griffier van deze rechtbank door overmaking op rekeningnummer [nummer] ten name van MvJ Arrondissement Alkmaar onder vermelding van "proceskostenveroordeling"en het zaak- en rolnummer;

- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- weigert de meer of anders gevorderde voorziening.

Gewezen door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken door mr. L.J. Saarloos ter openbare terechtzitting van 8 april 2010 in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature